Door ons streven naar goedkope producten met een hoogwaardige kwaliteit, zijn we internationaler gaan samenwerken dan dat je zo zou denken. Bij eenvoudige basisproducten als een blik soep met een oer-Hollandse naam, zijn heel wat internationale partijen betrokken [1]. Bij nadere beschouwing beseffen we wel dat het ook niet anders kan; wij vragen nu eenmaal veel voor weinig en dan moeten alle mogelijkheden worden benut. Voor alles wat in onze woning staat, vinden we het heel normaal dat ingrediënten door grote partijen van over de hele wereld worden geleverd. Maar geldt dit ook voor onze (gerenoveerde) woning?
programma26 nr 4 2015
de kracht van
grenzeloze samenwerking
tekst en beeld dr.ir. haico van nunen, bouwhulpgroep
Door ons streven naar goedkope producten met een hoogwaardige kwaliteit, zijn we internationaler
gaan samenwerken dan dat je zo zou denken. Bij eenvoudige basisproducten als een blik soep met
een oer-Hollandse naam, zijn heel wat internationale partijen betrokken [1]. Bij nadere beschouwing
beseffen we wel dat het ook niet anders kan; wij vragen nu eenmaal veel voor weinig en dan moeten
alle mogelijkheden worden benut. Voor alles wat in onze woning staat, vinden we het heel normaal
dat ingredi?nten door grote partijen van over de hele wereld worden geleverd. Maar geldt dit ook
voor onze (gerenoveerde) woning?
programma nr 4 2015 27
programma De lat ligt hoog. In het begin van de vorige eeuw was je al blij als je een
woning had [2]. Maar met invoering van de Woningwet en later de afgeleiden
daarvan, kwamen er steeds meer eisen aan het wonen [3]. De kwaliteits
aspecten worden in de tijd wisselend beschouwd door de veranderde maat
schappelijke ontwikkelingen. De kwaliteiten stapelen zich dus op in de tijd
(fig. 1). Nu komen er grenzen in zicht doordat betaalbaarheid en duurzaam
heid steeds belangrijker worden en de gebruiker steeds meer invloed krijgt.
De Nederlandse overheid stelt vooral kaders op het vlak van betaalbaarheid.
Vanuit Europa gelden regels en ook op wereldschaal worden afspraken
gemaakt, onder meer op het vlak van milieudoelstellingen en energiever
bruik. Ook aanbestedingsregels, eenheid in producten en protocollen en
zelfs de financiering van het wonen wordt door Europa tegen het licht gehou
den [4]. Daarnaast organiseert de lokale overheid een eigen markt met eisen
of ambities die verder gaan dan regulier. Op gemeentelijk niveau worden
diverse beleidslijnen gehanteerd die van invloed zijn op het bouwen en reno
veren. Er zijn steden die CO2loos, de slimste of de aantrekkelijkste willen
zijn [5]. Kortom: we moeten duurzamer, goedkoper en met meer kwaliteit
gaan bouwen. Met recht een hoge ambitie.
BETAALBAARHEID
De prijs van wonen is altijd van belang geweest. Maar de laatste jaren is die
mede door de algehele financi?le situatie nog belangrijker geworden. De kern
taak van de corporatie is het voorzien in betaalbare woningen voor hen die dat
zelf niet kunnen. In de praktijk betekent dit dat er `goede woningen' tegen
`betaalbare prijzen' worden verhuurd aan mensen die daar recht op hebben.
Maar wat is een goede woning voor een goede prijs? En hoe bepaal je als
maatschappij de kwaliteit van wonen? Sinds de invoering van de Woningwet
is er vanuit de politiek gestuurd en gestimuleerd door middel van meetlatten
en subsidies voor beheerder en huurder. Maar met een terugtrekkende over
heid en een erfenis van andere tijden, is het de vraag hoe we de ruimte in
beleid moeten gebruiken voor betaalbaarheid. Met het formuleren van voor
raadbeleid, huurbeleid en het aanscherpen van de maatschappelijke ambitie
over wat betaalbaarheid van wonen is, moet hiervoor worden gezorgd (fig. 2).
Figuur 1. Kwaliteit in het licht van de tijd
programma28 nr 4 2015
In de tijd heeft beleid geleid tot een toename van kwaliteit, voorzienin
gen zijn toegenomen en de laatste jaren heeft de energetische kwaliteit
een eigen positie gekregen. Binnen het huurbeleid zijn de grenzen
steeds meer opgezocht en is de ruimte tot aan de aftoppingsgrenzen
gebruikt om een maximaal resultaat te behalen binnen de kaders. Dit
vormt de toekomstige opgave; een opgave die niet meer vanzelfspre
kend is. Er kan niet zomaar kwaliteit blijven worden toegevoegd, omdat
daarmee de maximale huur blijft stijgen. Bovendien zijn daar vanuit de
aangepaste Woningwet nieuwe randvoorwaarden aan toegevoegd,
zoals de toewijzingsnorm (9010) en het passend toewijzen.
Hoe nu verder? De ambitie vanuit overheid en maatschappij voor
betaalbaarheid, individualiteit en kwaliteit liegt er niet om. Maar de
beschikbare portemonnee voor het uitvoeren van deze ambitie is klei
ner dan in het verleden. De oplossing moet nu uit de markt komen.
Maar hoe stuur je de vrije markt?
Wat de oplossingen zullen zijn, is op dit moment nog niet zo interes
sant. Interessanter is aan te geven wat de oplossingsrichting moet zijn.
Bijvoorbeeld dat de oplossingen niet bij sloop nieuwbouw liggen, maar
bij het renoveren. Dat de middelen aan kennis, vakmanschap en finan
ci?n zijn beperkt voor een nationaal programma en daarmee vraagt om
een gedifferentieerde aanpak. Plus dat de overheid niet de oplossing
bedenkt, maar optimalisatie en innovatie initieert.
Betaalbare oplossingen vragen om veranderingen in het bouwen. Veran
deringen in zowel het proces als de producten. Bouwen wordt monteren
en de kostprijs moet naar beneden. Daarvoor is massa nodig. Er wordt
wel gepoogd om massa te cre?ren met concepten, maar de schaal blijft
nog beperkt tot enkele projecten. Waardoor de massa niet op gang komt.
Investeringen blijven op die manier hoog en drukken de betaalbaarheid.
DUURZAAMHEID
Duurzaamheid wordt wel eens als een containerbegrip omschreven.
Vanuit wereldwijde vergaande verdragen (Kyoto, Rio, Kopenhagen)
wordt de milieubelasting (gepoogd) te sturen. In de praktijk komt hier
nog maar weinig van terecht, onder meer omdat de benodigde kennis
hiervoor complex is. Met energiebesparing zijn we op de goede weg.
Nulopdemeter is een term die snel raakt ingeburgerd. We halen het
nog niet, maar het streven is er. Duurzaamheid is echter meer dan ener
gie besparen. Voor een gemiddelde rijtjeswoning in Nederland is de
milieubelasting door energieverbruik ongeveer gelijk aan die van materi
alen. Heel simpel gezegd: wanneer we nu woningen gaan vervangen
door nieuwbouw met nulopdemeter, is dat goed voor de energiebe
sparing, maar neemt de milieubelasting door materiaalgebruik evenredig
toe (fig. 3). Door woningen lange tijd goed te onderhouden, kun je over
een lange periode aan de wensen voldoen zonder extra milieulast te
genereren. Iets wat bij vroegtijdige sloop wel het geval is [6]. In figuur 4
is duidelijk zichtbaar hoe vroegtijdige sloop tot een hogere milieulast
leidt. Het zoeken naar een evenwicht tussen behoud en vernieuwen en
tussen energie besparen en zuinig zijn met materialen, is vanuit duur
zaamheid gezien een van de belangrijkste opgaven.
DENKEN IN PROJECTEN BELEMMERT
Hoe kunnen we die mondiale problemen aanpakken met de juiste slag
kracht? Traditioneel denken we in projecten. Elke opdrachtgever heeft
andere eisen en elk project is anders en moet afzonderlijk worden inge
kocht. Deze hardnekkige gedachte belemmert de innovatie omdat op
Figuur 2.
Ruimte in
beleid
gebruiken
voor betaal
baarheid
Figuur 3. Verschuiving van energie naar materiaal
programma nr 4 2015 29
een aanzienlijk aandeel in de ontwikkeling van dat aanbod moeten krij
gen. Zij kan investeren als ze de richting maar ziet. Zo zal ook het
bouwen kunnen profiteren van de kracht van grenzeloos samenwerken.
HET MOET ANDERS
Een voorwaarde voor verandering zal moeten zijn dat we het anders
gaan organiseren dan in de laatste twee decennia. De opgave zal breder
moeten worden gesteld dan in haar huidige projectvorm. We zullen
moeten leren om de vraag projectoverstijgend te stellen, zodat het loont
om oplossingen te ontwikkelen die breed toepasbaar zijn. Dit betekent
dat we nieuwe `dragers' moeten formuleren om de vraag te kunnen
stellen en snel met elkaar over de oplossing te kunnen communiceren.
Projecten worden nog te veel beschouwd als eenmalige, unieke vraag
stukken, terwijl we ? als we wat preciezer kijken ? onderdelen zien die
over projecten heen grote overeenkomsten vertonen. Voor industriali
satie als middel om goedkoper, beter, meer en met ruimte voor keuze
vrijheid en vervangbaarheid de bestaande woningvoorraad te verbete
ren, is het nodig de hedendaagse snelheid van communicatie te kunnen
toepassen en tot nieuwe oplossingen te komen [8]. Op deze wijze
kunnen we ons beter spiegelen aan industrie?n waar dan ook ter
wereld, waar innovatie een vanzelfsprekendheid is geworden. Net zo
vanzelfsprekend als een blik tomatensoep.
VERWIJZINGEN
[1] Wat zit er eigenlijk achter uw soep?, 12 september 2015, nrc.nl.
[2] Bergen, Y., van, Arts, S., Traktaat, voetafdrukken van de samenleving, Aeneas Media,
2015. De uitgave geeft een beeld van het wonen vanaf het begin van de twintigste eeuw.
[3] Liebregts, M., Nunen, H. van, Essay, de toekomst van de woningvoorraad, Aeneas
Media, 2014. De uitgave geeft een beeld van de ontwikkeling in de woningkwaliteit
vanaf het begin van de twintigste eeuw.
[4] In de novelle is een onderdeel opgenomen waarin voor corporaties wordt bekeken of
ze niet te veel overheidssteun hebben ontvangen.
[5] Visie en Roadmap Eindhoven Energieneutraal 2045, TU/e en gemeente Eindhoven, 2014.
[6] Nunen, H., van, Duurzaamheid, het is maar hoe je het bekijkt', kennisbank bestaande
woningbouw.nl, 5 oktober 2015.
[7] Artikelserie `Alles of niets', kennisbank bestaandewonignbouw.nl, 2014.
[8] Liebregts, M., Communicatie over het renovatieplan: de stapvoorstapmethode
en coengineering', kennisbank bestaandewonignbouw.nl, 26 juni 2014.
projectbasis de investeringen te laag zijn om daadwerkelijk te innove
ren. Ketensamenwerking en lean bouwen veranderen dit niet. Concep
ten zoals nulopdemeter geven in principe die mogelijkheid wel. Echter
wel ten koste van specifieke en individuele wensen [7].
Door de wijze waarop het bouwproces is georganiseerd, blijven de partijen
die wel investeringskracht hebben buiten schot. De industrie, die internati
onaal is geori?nteerd en investeringskracht heeft, levert uitsluitend
producten en heeft geen zicht op de bouwopgave. Daardoor is er weinig
mogelijkheid om verder te kijken dan sec hun product. De gevraagde
ontwikkeling gaat juist om afstemming op de vraag middels concepten,
waarbij diverse industrie?n samenwerken om op elkaar afgestemde
producten te leveren die eenvoudig kunnen worden gemonteerd. Wanneer
we kijken naar de bestaande bouw is er voldoende vraag naar oplossingen
voor bijvoorbeeld dak, gevel en installatie, om een aanbod met diverse
smaken op te ontwikkelen. De potentie van die vraag is zo groot dat
industrie?n in samenwerking autonoom een aanbod kunnen ontwikkelen.
BEWONER AAN ZET
De vraag om industrialisatie in de bestaande woningbouw neemt rap toe;
het moet effici?nter, beter en goedkoper kunnen. Niet alleen vanwege de
behoefte aan een technologische voortuitgang in de wijze waarop we onze
productieprocessen en organisaties benutten. Maar juist vanwege de
behoefte naar sociale verandering, waarbij de gebruiker aan de knoppen zit
en kwaliteit weer aandacht krijgt binnen de kaders van betaalbaarheid en
duurzaamheid. De hoofdvraag blijft: hoe moet die industrialisatie er uitzien
en waarom zou het nu in de bestaande bouw wel lukken? Is het een doel
op zichzelf? Of is het slechts een manier waarmee we ons doel sneller
weten te bereiken? En wat betekent die industrialisatie voor onze huidige
visie op volkshuisvesten en de wijze waarop we met elkaar samenwerken?
Om aan de traditie te ontsnappen, is het denken in concepten maar ten
dele een oplossing. Zeker wanneer je blijft vasthouden aan projectmatig
renoveren, waarbij eenieder moet meedoen, of hij nou wil of niet. Er
moet een aanbod komen waaruit bewoners kunnen kiezen en zo de
verbetering op hun wensen kunnen afstemmen. Alleen dan kun je
betaalbaarheid, kwaliteit en duurzaamheid realiseren. De industrie zal
Figuur 4.
Voortijdig slopen
van woningen
slecht voor het
milieu
Reacties