Voor alle duidelijkheid 35 Column
Veel zaken in het leven berusten op afspraken. Als ik thee bestel, wil ik
geen koffie geserveerd krijgen. En bij het pompstation ga ik ervan uit dat er
ook werkelijk benzine komt uit de slang waar `benzine' boven staat. Het-
zelfde geldt voor termen bij de ontwikkeling van gebouwen. Steeds vaker
worden daarbij afspraken gemaakt over CO2-doelstelling of een hoge
energieambitie. Men hanteert hiervoor ? en voor andere producten of dien-
sten ? begrippen als energieneutraal, CO2-neutraal en klimaatneutraal. Al-
leen is het niet altijd duidelijk wat deze begrippen feitelijk betekenen, hoe
die worden vastgesteld en welke inspanningen daarvoor zijn gedaan. Het
gebruik van de terminologie is tenslotte vrij. Om in het voorbeeld te blijven:
wat de een koffie noemt, is voor de ander thee. En wat de een onder diesel
verstaat, vindt de ander benzine. Dat kan dus verwarrend zijn. Wat reken
je wel en wat niet tot een energieneutraal gebouw? Gaat het om het ge-
bouw alleen of om de hele organisatie?
Daarom heeft Agentschap NL advies- en ingenieursbureau DHV opdracht
gegeven een onderzoek en marktconsultatie uit te voeren dat voortbor-
duurt op een rapport van PeGO Stevige ambities, klare taal. Dat heeft
geresulteerd in het rapport Uitgerekend Nul. Dit biedt een leidraad voor
eenduidig gebruik van begrippen en de manier van berekenen waarop de
terminologie is gebaseerd. Het rapport ? in zijn geheel te vinden op web-
site energieneutraal bouwen van Agentschap NL ? stelt de volgende af-
spraken voor:
`Energieneutraal' gebruiken we als het om de prestaties van gebouwen
gaat. Het energiegebruik wordt primair bepaald door het ontwerp en de
inrichting van een gebouw. De energievraag wordt bepaald op basis
van het gebouwgebonden en gebruikersgebonden energiegebruik.
`CO2-neutraal' reserveren we voor de prestaties van een organisatie.
De term CO2-neutraal is breder en dekt onderwerpen als energiebe-
sparing in gebouwen, de inzet van duurzame energie, CO2-compensa-
tie en dergelijke.
`Klimaatneutraal' gebruiken we bij voorkeur niet. Klimaat is veel breder
dan alleen energie of CO2, het raakt aan duurzaamheid in de volle
breedte en is in de praktijk nauwelijks haalbaar.
Het blijkt dat in de bouwwereld inderdaad behoefte is aan duidelijke begrip-
pen en definities. Een aantal partners van het Lente-akkoord, zoals NE-
PROM, reageerde positief op het referentiekader dat Agentschap NL nu
biedt. Hiermee is het mogelijk in de gebouwde omgeving klimaatambities
vorm te geven en doelstellingen vast te stellen. De route naar het ontwik-
kelen van energie- en CO2-neutrale gebouwen is zo duidelijker te bepalen.
Waar die route heen leidt, is bekend: de herziene Richtlijn energieprestatie
van gebouwen (2010/31/EU) bepaalt namelijk dat alle nieuwe gebouwen
uiterlijk 31 december 2020 `bijna energieneutrale gebouwen' moeten zijn.
Utiliteitsgebouwen moeten in 2015 50 procent energie-effici?nter zijn dan
in 2007. Wie nu energieneutraal bouwt, anticipeert dus op wettelijke ver-
plichtingen en zorgt dat gebouwen in de toekomst hun waarde behouden.
Het eenduidige begrippenkader zorgt ervoor dat alle betrokkenen onder
dezelfde termen hetzelfde verstaan.
Marian Poolen
Unitmanager Energie &
Gebouwde Omgeving
Agentschap NL
Column
Voor alle duidelijkheid
`Wat reken
je wel en
wat niet tot
een energie-
neutraal
gebouw?'
Reacties