De bedoelingen van de deal die de Stroomversnelling heet, zijn goed. Het gaat om het reduceren van de CO2-uitstoot, het verminderen van het verbruik van fossiele brandstoffen en het verbeteren van het wooncomfort. En dat alles binnen acceptabele grenzen van betaalbaarheid. Als het goed is, worden de kosten van de energie-investeringen in de woningvoorraad grotendeels gecompenseerd door een sterke daling van de energie-uitgaven via de huurders. Een aantal kritische opmerkingen kunnen echter worden geplaatst bij de deal. Naar aanleiding van dit artikel is een levendige discussie ontstaan over aanscherpingen van de deal. Lees de reacties op renda.
vijf verbeterpunten voor de stroomversnelling26 nr 4 2013
vijf verbeterpunten
voor de stroomversnelling
Zoals bekend hebben de bazen van vier grote bouwbedrijven (Volker
Wessels, BAM, Ballast Nedam en Dura Vermeer) en die van zes grote
woningcorporaties (Portaal, Lefier, Woonwaard, Stadlander, Tiwos en
Wonen Limburg) hun handtekening gezet onder de Stroomversnelling.
Daarin worden tot 2020 111.000 huurwoningen zodanig fors gereno
veerd, dat daarna de energiemeter op nul blijft staan. Het gaat om een
combinatie van hoogwaardige isolatie, slimme installaties en de inzet van
lokale duurzame energie. Huurders betalen niet langer hun energielasten
aan het nutsbedrijf, maar aan de corporatie. De corporaties investeren
dat geld op hun beurt in renovatie, en de bouwers leveren duurzaam
gerenoveerde woningen per saldo zonder energielasten. Huurders van
energetisch soms relatief slechte woningen met een hoge energiereke
De bedoelingen van de deal
die de stroomversnelling
heet, zijn goed. Het gaat om
het reduceren van de
co2
-uitstoot, het verminde-
ren van het verbruik van
fossiele brandstoffen en het
verbeteren van het woon-
comfort. en dat alles binnen
acceptabele grenzen van
betaalbaarheid. als het goed
is, worden de kosten van de
energie-investeringen in de
woningvoorraad grotendeels
gecompenseerd door een
sterke daling van de energie-
uitgaven via de huurders.
een aantal kritische opmer-
kingen kunnen echter
worden geplaatst bij de deal.
tekst hugo priemus,
otb, technische universiteit delft
foto's tu delft
vijf verbeterpunten voor de stroomversnelling nr 4 2013 27
ning, krijgen zo een comfortabele en duurzame woning tegen ongeveer
dezelfde totale woonlasten. Corporaties investeren de nieuwe geld
stroom in de waarde van hun vastgoed en de leefbaarheid van wijken,
zonder overheidssubsidies. De deal levert dus een bijdrage aan klimaat
en energiedoelen en levert veel bouwwerkgelegenheid op.
De verrekening van de energiekosten met de huurder realiseert de
corporatie in de vorm van servicekosten. De deal richt zich primair op
grote aantallen, in serie gebouwde woningen uit de jaren vijftig, zestig
en zeventig. Een nieuwsbrief van de rijksoverheid meldt erover: "Door
het bouwproces te industrialiseren kunnen de kosten omlaag".
DRIE FASEN
Voor uitvoering van de Stroomversnelling zijn drie fasen gepland:
Fase 1, prototyping: 1000 woningen, september 2013 tot en met
december 2014;
Fase 2, industrialisatie: 10.000 woningen, januari 2015 tot en met
december 2016; en
Fase 3, opschaling: 100.000 woningen, januari 2017 tot en met
2020.
De deal is tot stand gekomen in het kader van het innovatieprogramma
Energiesprong, gefinancierd door het ministerie van BZK. Platform31
voert het programma in opdracht van dit ministerie uit. Energiesprong
wil alle partijen in de gebouwde omgeving in beweging zetten om inno
vatief het energiegebruik te reduceren. Dat moet leiden tot een sprong
naar grootschalige toepassing van duurzame energie en een forse
reductie van het verbruik van fossiele brandstoffen, aldus het Rijk. Maar
bij de ambities van de Stroomversnelling kunnen enkele kritische
opmerkingen worden geplaatst. Niet om het programma af te schieten,
maar met het oog op het aanpassen en effectiever maken van het
programma.
1. rolverDeling tussen partijen
Een eerste kanttekening betreft de rolverdeling waar de Stroomversnel
ling van uitgaat. De gebruikelijke verdeling van verantwoordelijkheden is
die zoals weergegeven in figuur 1. Deze klassieke verdeling laat een
woondienstenmarkt zien tussen corporatie en huurder, een renovatie
markt tussen corporatie en uitvoerend bouwbedrijf/installateur, en een
energiemarkt tussen bewoner en nutsbedrijf. In de Stroomversnelling
wordt de structuur ge?ntroduceerd zoals in figuur 2.
BEWONERSGEDRAG
Energiekosten worden niet alleen bepaald door technische specificaties
van de warmteisolatie, maar ook door het gedrag van de huurders. De
hoogte van de energiekosten wordt ? gegeven de woningkenmerken,
het verwarmingssysteem en het ventilatiesysteem ? bepaald door de
huurders (GuerraSantin & Itard, 2010). Of een woning energienotaloos
is, hangt niet zozeer af van technische factoren, maar vooral van de
huishoudenssamenstelling en het gedrag van bewoners (tabel 1 en 2).
Uit onderzoek van Majcen, et al, (2013a; 2013b) blijkt dat het theoreti
sche energiegebruik (voortkomend uit een energielabel) en het feitelijke
energiegebruik (voortkomend uit metingen), vooral aan de boven en
onderzijde van het prestatiespectrum fors van elkaar afwijken.
CORPORATIES IN DE KNEL
Hertz (1996) heeft jaren geleden de milieuprestaties van duurzame
bouwprojecten gemeten en constateerde dat deze prestaties veel
slechter waren dan de ambities van ontwerper en ontwikkelaar. Bewo
ners zetten ramen open, maken ventilatieroosters niet schoon en schaf
fen airconditioninginstallaties aan, waardoor het energiegebruik niet
daalt maar toeneemt. Bewoners gebruiken stroom via domotica, het
uitvoerend
bouwbedrijf/
installateur
uitvoerend
bouwbedrijf/
installateur
huurder huurder
nutsbedrijf nutsbedrijf
woningcorporatie woningcorporatie
renovatie
renovatie
markt
renovatie
kosten
renovatie
renovatie
kosten
woondiensten
woondienstenmarkt
huur +
servicekosten
woondiensten
huur +
servicekosten
energiekosten
energiemarkt
energie
energie
energie
kosten
Tabel 1 Gemiddeld gasverbruik van huishoudens naar woningtype
Woningtype gemiddeld m3
per jaar kosten per maand ()
Flat 900 67
Tussenwoning 1350 92
Hoekhuis 1590 105
Tweeondereenkap 1670 110
Vrijstaand huis 2220 140
totaal gemiddeld 1440 97
Bron: Budget Handboek 2013: 53, NIBUD, Utrecht, 2013
Tabel 2 Gemiddeld stroomverbruik van huishoudens naar omvang huishouden
aantal inwonende personen gemiddeld kWh-verbruik per jaar kosten per maand ()
1 2010 30
2 3360 56
3 4120 71
4 4580 79
5 5450 96
6 5790 102
totaal gemiddeld 3340 56
Bron: Budget Handboek 2013: 54, NIBUD, Utrecht, 2013
Figuur 1 Figuur 2
vijf verbeterpunten voor de stroomversnelling28 nr 4 2013
opladen van iPhones, iPads, laptops en computers en straks meer en
meer door het opladen van elektrische fietsen en auto's. Woningcorpo
raties die de energienota van nutsbedrijven betalen, komen knel te
zitten tussen huurder en nutsbedrijf, respectievelijk tussen bouwbedrijf
en nutsbedrijf, en lopen potentieel zeer grote risico's. Het is de vraag of
op basis van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) of straks
de herziene Woningwet, het betalen van energie namens de huurders
wel als een kerntaak van corporaties mag worden beschouwd. Bouw
bedrijven zullen beweren dat zij de gevraagde bouwkundige specifica
ties hebben geleverd, terwijl huurders zullen betogen dat de hogere
energierekening het gevolg is van een ontoereikende bouwkwaliteit en/
of gebreken bij het woningbeheer door de corporatie. Voor juristen
doemt hier een lucratieve arena op van conflicten en geschillen: als de
becijferde besparing van energiekosten niet wordt gerealiseerd, wie is
dan de schuldige?
2. amBitieniveau kosteneffectief?
Een tweede punt van kritiek heeft betrekking op het extreem hoge
ambitieniveau in de Stroomversnelling: energiegebruik = nul. Voor zover
niet of nauwelijks duurzame energie wordt ingezet, zal dit doel alleen
(op papier) kunnen worden gerealiseerd door steeds verder oplopende
bouw en installatiekosten. Gedacht wordt aan een investering van
gemiddeld 60.000 euro per woning. Maar het is de vraag of de margi
nale investering opweegt tegen de marginale energiereductie. De eisen
die aan bewonersgedrag worden gesteld, worden steeds strenger naar
mate het ambitieniveau hoger is. Hasselaar (2006) laat zien dat er grote
gezondheidsproblemen bij bewoners kunnen ontstaan, als binnenlucht
wordt hergebruikt en de ventilatie niet zorgvuldig wordt ingeregeld. Er
treden reboundeffecten op doordat de bewoners thuis in zomerkleding
lopen (ook als het winter is), meer elektrische apparaten inzetten en
(waar mogelijk) de ramen vaker openzetten. Het is zeer de vraag of de
nagestreefde energieinvesteringen uiteindelijk wel kosteneffectief zijn.
3. te Weinig focus op Duurzame energie
De derde kritieke noot gaat over de grote nadruk op de besparing van
fossiele energie. Lokale duurzame energie wordt wel genoemd, maar
lijkt weinig nadruk te krijgen. Juist een Energiesprong of een Stroom
versnelling zou primair gericht moeten zijn op de energietransitie naar
duurzame energie, inclusief smart grids, die vraag naar en aanbod van
energie in balans brengen. Hoe meer elektrische fietsen en auto's in of
om de woning energie opladen, des te essenti?ler is een smart grid.
De Stroomversnelling komt in overwegende mate uit de koker van rela
tief grote uitvoerende bouwbedrijven die van grote series houden, van
bouwkundige ingrepen en die weinig expertise hebben op het terrein
van zonnepanelen, windenergie, geothermie en smart grids. De nadruk
op industrialisatie en seriegrootte weerspiegelt de wijze waarop de
meeste woningcomplexen tot stand zijn gekomen: door systeembouw,
grote series, arbeidsbesparing op de bouw en vergaande standaardisa
tie (Van Elk & Priemus, 1970; Thijssen, 1990). Deze aanpak heeft tot
grote bouwtechnische en bouwfysische problemen geleid: lekkages,
condens, geluidshinder en tocht. De problemen waartoe de arbeidsbe
sparende bouw in de jaren 19501970 heeft geleid, moeten niet worden
binnengehaald door een soortgelijke aanpak van een renovatie. Delen
van de naoorlogse woningcomplexen zijn al gerenoveerd of geeno
veerd. In menig geval is de energiebesparing al fors verbeterd.
Als renovatieinvesteringen nodig zijn en als een verhoging van huren
en/of servicekosten dreigt, is van tevoren, volgens de huidige regelge
ving, de instemming nodig van ten minste 70 procent van de huurders.
Minister Blok is over deze regelgeving niet enthousiast, maar hij kan
zich niet aan deze regel onttrekken. Alleen al deze (zinvolle) spelregel
indiceert een kleinschalige, gedifferentieerde aanpak. In deze sector
kunnen vooral kleine bouwbedrijven, kleine installateurs, kleine consor
tia en zzp'ers een concurrerende en creatieve bijdrage leveren.
4. zonnepanelen: verscHillenDe BesluitvormingsmoDellen
Een vierde kanttekening is dat ingrepen om de energieisolatie te
verbeteren, een ander besluitvormingsmodel vragen dan het plaatsen
van zonnepanelen op het dak van een flatgebouw. Woningcorporaties
kunnen in zonnepanelen investeren en de huurders een bedrag in
rekening brengen ter hoogte van de uitgespaarde energiekosten.
Maar huurders kunnen ook een co?peratie vormen en zelf zonnepane
Het is de vraag of het betalen
van energie namens de
huurders wel als kerntaak
van corporaties mag worden
beschouwd
Juist een Energiesprong of
een Stroomversnelling zou
primair gericht moeten zijn
op de energietransitie naar
duurzame energie
vijf verbeterpunten voor de stroomversnelling nr 4 2013 29
len laten aanbrengen: zij betalen zelf voor de investeringen en profite
ren van de financi?le voordelen. Nu de terugverdientijd thans zeven ?
acht jaar is, kan dit als een business case worden beschouwd. Bij
steeds meer woningcomplexen is het collectief beheer in handen van
een Vereniging van Eigenaren (al of niet met een corporatie als lid).
Ook VvE's kunnen initiatieven nemen om zonnepanelen op het dak te
plaatsen.
In vele opzichten ? bouwkundige variatie, variatie in bewonersgedrag en
variatie in institutionele aanpak ? is een kleinschalige, gedifferentieerde
en procesmatige aanpak ge?ndiceerd die niet in het teken staat van
seriegrootte, opschaling en industrialisatie.
In alle gevallen blijft de relatie tussen bewoners en nutsbedrijf intact en
zal de nadruk liggen op een toenemende energiereductie, niet op een
permanente energienota = nul.
5. portemonnee van De HuurDers
Een laatste punt van kritiek betreft de portemonnee van de huurders.
Linksom (energienota) of rechtsom (servicekosten) is het altijd de huur
der die de rekening van de renovatie betaalt. Op dit moment is de deal
tussen Aedes en het kabinet van kracht, waarbij de komende jaren de
verhuurdersheffing zal oplopen tot 1,7 miljard euro per jaar en geheel of
grotendeels zal worden afgewenteld op de huurders. Zij betalen de
rekening via extra huurverhogingen. Daar zouden dan de kosten van de
ingrepen volgens de Stroomversnelling bovenop komen.
Maar ook zonder Stroomversnelling is voor vele bewoners de betaal
baarheid van de huisvesting in toenemende mate een probleem. Voor
de minima biedt de huurtoeslag ? binnen bepaalde grenzen ? soelaas.
Maar de huurtoeslag is niet van toepassing op energiekosten, ook al
worden deze aangeduid als `servicekosten'. In het programma de
Stroomversnelling wordt de indruk gewekt dat energie niets kost (ener
gienota = nul) (K?nig, 2013), maar de investeringen in betere isolatie,
slimmere installaties en zonnepanelen zullen moeten worden afgelost
en moeten in rekening worden gebracht. Juist nu, in crisis en bezuini
gingstijd, komt deze lastenverzwaring voor vele huurders uiterst
ongelegen.
tijD voor stroomversnelling 2.0
Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de Stroomversnelling
veel te veel als topdownaanpak is uitgewerkt. Een globaal kader dat
wordt ingevuld door bottomup initiatieven verdient de voorkeur. De
nadruk zou vooral moeten worden gelegd op de energietransitie van
duurzame naar hernieuwbare energie, waarbij de aanpak en de bouw
kundige uitwerking gevarieerd en overwegend kleinschalig zouden
kunnen zijn.
De overzichtelijke verantwoordelijkheidsverdeling op renovatie, woon
diensten en energiemarkt moet niet worden verstoord. Er zal meer
rekening moeten worden gehouden met draagkrachtproblemen van een
deel van de huurders die thans meerjarig worden geconfronteerd met
uitzonderlijk grote huurverhogingen.
In het algemeen is een procesmatige aanpak ge?ndiceerd waarbij de
energienota niet in ??n keer naar nul terugloopt, maar waarbij het ener
gieverbruik geleidelijk wordt gereduceerd en waarbij vooral de toepas
sing van hernieuwbare energie centraal staat. Als energie 100 procent
hernieuwbaar is (zoals zon en wind), is de energieisolatie strikt geno
men niet van belang.
In alle toe te passen varianten zal het gedrag van bewoner en beheer
der meer op de voorgrond moeten worden geplaatst. De aard van de
bouwtechnische en installatietechnische ingrepen komt op de tweede
plaats. Kortom: het is hoog tijd voor Stroomversnelling 2.0.
op WWW.renDa.nl/stroomversnelling
leest u meer over de kwestie stroomversnelling.
Bedenkers en buitenstaanders van de deal
noemen positieve en negatieve punten en komen
met aanvullende oplossingen.
Denk mee en laat ook uw mening achter op de
website.
literatuur
1. Elk, R.S.F.J. van, & Priemus, H., Niettraditionele woningbouwmethoden in
Nederland, Samsom uitgeverij, Alphen aan den Rijn, 1970.
2. GuerraSantin, O. & Itard, L.C.M., Occupants' behaviour: determinants and
effects on residential heating consumption, 38 (3): 318338, Building
Research & Information, 2010.
3. Hasselaar, E., Health Performance of Housing, Indicators and Tools,
dissertatie TU Delft, Delft University Press, 2006.
4. Hertz, B., Bewonersgedrag in duurzaam bouwen projecten, Milieu,
1996/4: 161169.
5. K?nig, E., De huurder betaalt voor gratis stroom, NRC Handelsblad, 20
juni 2013.
6. Majcen, D., Itard, L.C.M. & Visscher, H., Theoretical vs. actual energy
consumption of labelled dwellings in the Netherlands: Discrepancies and
policy implications, Energy Policy, 54: 125136, 2013a.
7. Majcen, D., Itard, L.C.M. & Visscher, H., Energielabels en werkelijk ener
giegebruik, TVVL Magazine, 2013/1: 27, 2013b.
8. Budget Handboek 2013, NIBUD, Utrecht, 2013.
9. Thijssen, C.C.F., Technische kwaliteit van etagewoningen (twee delen),
dissertatie TU Delft, Delftse Universitaire Pers, 1990.
Linksom (energienota) of
rechtsom (servicekosten) is
het altijd de huurder die de
rekening van de renovatie
betaalt
Reacties