De vraag naar functieverandering voor bestaande bouw is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Bij een functieverandering geldt vaak een andere norm voor de belasting van bijvoorbeeld verdiepingsvloeren. Waar een woonhuis voldoet bij een minimale vloerbelasting van 175 kg/m², is een vloerbelasting van 400 kg/m² voor een showroom minimaal. Er zijn verschillende manieren om de constructiebelasting te verhogen en tegelijkertijd de veiligheid van het gebouw te waarborgen, zonder daarbij extreem hoge budgetten te gebruiken.
1
Veilige verhoging van
constructiebelasting
27-9-2012
De vraag naar functieverandering voor bestaande bouw is de afgelopen jaren
sterk gegroeid. Bij een functieverandering geldt vaak een andere norm voor de
belasting van bijvoorbeeld verdiepingsvloeren. Waar een woonhuis voldoet bij
een minimale vloerbelasting van 175 kg/m2
, is een vloerbelasting van 400 kg/m2
voor een showroom minimaal. Er zijn verschillende manieren om de
constructiebelasting te verhogen en tegelijkertijd de veiligheid van het gebouw
te waarborgen, zonder daarbij extreem hoge budgetten te gebruiken.
Tekst Rien Krol
Het stationsgebouw in Houten moest vanwege de uitbreiding van het spoor 150 m verplaatst worden.
2
Met regelmaat doet konstruktieburo Snetselaar onderzoek naar de reserves die in gebouwen
aanwezig zijn. Op basis van dit onderzoek adviseert het bedrijf of functieverandering
mogelijk is en of aanpassing van de bestaande constructie nodig is. "Als wij geen fysieke
aanpassingen doen aan een constructie, mogen we in onze berekeningen lagere waarden
hanteren dan bijvoorbeeld bij nieuw- of verbouw. De constructie heeft immers al bewezen
dat het de huidige belasting aankan en niet bezwijkt", licht Jan Henri Snetselaar toe,
hoofdconstructeur bij de onderneming. Deze lagere waarden bieden voor de constructeur de
eerste reserve die ingezet kan worden bij verhoging van de constructiebelasting.
Archiefgegevens
Een onderzoek naar de reserves van een pand begint meestal met een onderzoek op basis
van de aanwezige archiefgegevens. Vanuit de oorspronkelijke ontwerpen en berekeningen
bepaalt de constructeur waar eventuele reserves aanwezig zijn. "Doordat de techniek in de
afgelopen 50 jaar sterk gemoderniseerd is en we met meer geavanceerde methoden
rekenen, zijn we nu in staat om de daadwerkelijke krachten in gebouwen nog beter te
benaderen", zegt Snetselaar. "Vaak blijken ook hier extra reserves te liggen, omdat er
voorheen bij een handberekening grover geschematiseerd werd. De archiefgegevens gaan
we opnieuw doorrekenen om te bepalen of en waar de reserves precies zitten." Zodra deze
gegevens compleet zijn, wordt op de betreffende locatie onderzocht of het gebouw
daadwerkelijk voldoet aan de tekeningen. De combinatie van deze factoren vormt de basis
van de analyse en het uiteindelijke advies aan de opdrachtgever.
Klantwens
Aanleiding voor een onderzoek is altijd de wens van de klant om erachter te komen wat de
huidige constructiebelasting is. Vaak komt deze vraag via een architect bij de constructeur
terecht. "Tijdens ons onderzoek begint een architect vaak al met een ontwerp voor de
functieverandering van het gebouw. Als wij het onderzoek hebben afgerond, bekijken we
samen met de architect de haalbaarheid van zijn plannen op basis van de aanwezige
reserves. Soms is het nog een heel gepuzzel om dit werkbaar te maken zonder
aanpassingen te doen aan de constructie. Andere keren is het precies andersom en kunnen
we de klant juist wijzen op extra mogelijkheden die het gebouw biedt", aldus de
hoofdconstructeur.
Draagvermogen
Voor het draagvermogen van vloeren geldt dat dit hoger moet zijn dan de uiteindelijke
belasting om niet te bezwijken. In Europese normering is opgenomen dat de verhouding
belasting-draagvermogen maximaal 1,0 moet zijn. In de praktijk blijkt dat het niet altijd
mogelijk is om precies op de norm uit te komen en daar ontstaat een derde reserve die
gebruikt kan worden bij de opwaardering van een bestaande constructie. Ditzelfde geldt voor
bijvoorbeeld de kolommen die zijn gebruikt in een tekening. Als er voor een constructie een
3
kolom nodig is die minimaal 285 x 285 mm is, wordt meestal gekozen voor een kolom van
300 x 300 mm. De grotere kolom levert meer draagvermogen en genereert extra reserves in
het gebouw.
Bij een aangepaste constructie geldt dat gerekend moet worden met de minimale waarden
voor nieuwbouw. Hierbij vervallen dus de voordelen die ontstaan bij een constructie die
zichzelf reeds bewezen heeft. Constructiebureaus sturen daarom met name op het zoeken
naar bestaande reserves om daarmee de functie van een gebouw te veranderen.
Bevestiging
In de afgelopen jaren was konstruktieburo Snetselaar betrokken bij een aantal projecten
waarbij nagedacht moest worden over aanpassingen van constructies. Zo onderzocht het
bureau onder andere de mogelijkheden tot het verplaatsen van het monumentale voormalige
stationsgebouw in Houten. Dit pand moest vanwege de uitbreiding van het spoor 150 m
verplaatst worden. Op de nieuwe plek kreeg het gebouw een nieuwe fundering en een
nieuwe functie. "Op papier hadden we berekend hoe zwaar het gebouw was en hoeveel
kracht er nodig was om het gebouw op te tillen. Toen het gebouw opgetild was, bleek dat we
het gewicht op een paar procent na goed hadden berekend. Dat is een mooie bevestiging
van onze berekening", vindt Snetselaar.
Konstruktieburo Snetselaar had voor het stationsgebouw in Houten berekend hoe zwaar het gebouw is en hoeveel kracht
nodig was om dit op te tillen.
Reacties