Karin Schrederhof heeft als directielid van verschillende grote woningcorporaties een stevige basis opgebouwd in de corporatiesector. Duurzaamheid is volgens haar noodzakelijk verbonden met elk toekomstscenario. Daarnaast moet de woningmarkt weer in beweging worden gebracht. “Dat lukt als we ons voor langere tijd vasthouden aan het afgesproken beleid”, stelt de vestigingsdirecteur van Woonbron Delft.
1
Visie Karin Schrederhof
Vasthouden aan afgesproken beleid
10-10-2012
Karin Schrederhof heeft als directielid van verschillende grote
woningcorporaties een stevige basis opgebouwd in de corporatiesector.
Duurzaamheid is volgens haar noodzakelijk verbonden met elk
toekomstscenario. Daarnaast moet de woningmarkt weer in beweging worden
gebracht. "Dat lukt als we ons voor langere tijd vasthouden aan het
afgesproken beleid", stelt de vestigingsdirecteur van Woonbron Delft.
Tekst Tosca Vissers Foto's Photoworkx
Karin Schrederhof groeide in de jaren zestig op in de Rotterdamse wijk IJsselmonde, een
deel van een PvdA-stad in de tijd van de wederopbouw. Emancipatie gold als een belangrijk
onderwerp in het basisonderwijs. Uit een soort non-conformisme koos ze voor b?tavakken
op de middelbare school en belandde vervolgens op de HTS. Ze combineerde een baan bij
een architectenbureau met de studie bouwkunde aan de Academie van Bouwkunst. Het was
de tijd van marxistische stromingen in de academie. "Mannen en vrouwen, iedereen met een
bouwkundige opleiding was welkom, en alles kon in die tijd van emancipatiegedachten
bijdragen aan de stad en de maatschappij." Na haar afstuderen werkte Schrederhof als
bewonersondersteuner in Vlaardingen en later als projectleider bij de gemeenten Rotterdam
en Den Haag. In Vlaardingen werden via prijsvragen nieuwe visies en alternatieve
2
architectuurplannen gelanceerd voor een bijzondere locatie in de stad. "Vrij uniek voor die
tijd", stelt Schrederhof vast. "De discussie ging voornamelijk over kwaliteit en commitment
met het gebied, goede architectuur, goede plattegronden, met programmering die past op de
stad en met goed geregeld parkeerbeleid." Voor Den Haag startte de aanpak van naoorlogse
wijken met een geheel nieuw team mensen. Alles moest vanaf nul worden opgebouwd.
Nieuw was ook de intensieve samenwerking tussen de gemeente en de corporaties. Die was
nodig. De corporaties hadden bijna alle woningen in bezit.
Vestia
Via een commercieel adviesbureau
kreeg ze de taak om tijdelijk de
directie te voeren over SVH, de
koepelorganisatie woonruimte-
verdeling in Den Haag. Dit was een
mooie klus; het ordenen van de
organisatie en het zoeken van een
nieuwe directeur. Die vond ze binnen
haar netwerk. Schrederhof zei ja
tegen Vestia toen ze werd gevraagd
als interim hoofd beleid tijdens de
fusieronde met Estrade. Haar taak als
interim hoofd hield in om na de fusie
fusiepartner Estrade naar het Vestia-
model te brengen, waarin ze samen
met de nieuwe vestigingsdirecteuren
een nieuw organisatiemodel in ging
voeren. "Er was veel vertrouwen
vanuit het bestuur naar de mensen
die het moesten uitvoeren", zegt
Schrederhof. "Ondanks wat er
gebeurd is met Staal (Erik Staal, ex-
directeurbestuurder Vestia, red.), heb
ik zeer plezierig met hem samen-
gewerkt. Elke vestiging leverde heel
zelfstandig haar eigen begroting in en zolang op financieel en volkshuisvestelijk gebied de
rapportages op orde waren en je goede prestaties leverde, was het prima." Vanuit Vestia
werd zij gedetacheerd om Pact op Zuid in Rotterdam te co?rdineren. Dat vond ze ook min of
meer haar morele plicht. "Ik kom van Zuid en ken bijna elke straathoek." Niettemin bleek het
project vrij ingewikkeld te zijn, meer dan ze had gedacht. Ook de samenwerking tussen
partijen bleek lastiger te zijn. Schrederhof stopte met het Pact en nam daarmee afscheid van
Vestia.
Na drie maanden als interim bij Mitros werd ze vervolgens gevraagd als vestigingsdirecteur
van woningcorporatie Woonbron Delft. Dat doet Schrederhof nu bijna vijf jaar. "Met heel veel
3
plezier", geeft ze aan. "Interessant aan het werken bij een corporatie is dat het een zakelijke
en maatschappelijke kant heeft. Het is aanwijsbaar wat er gedaan moet worden."
Discussie
Corporaties staan erg ter discussie. "Zaak is nu om het imago van de sector te verbeteren.
De tijd van ongekende mogelijkheden is voorbij." De vestigingsdirecteur legt uit dat er na de
bruteringsoperatie van corporaties in 1995, veel is veranderd. "Voor 1995 kregen de
corporaties exploitatiesubsidies om het gat tussen huurinkomsten en feitelijke exploitatie te
dekken. Elk jaar werd het exploitatietekort door de overheid bijgelegd en stuurde daarmee op
huurverhoging om de loonkosten in bedwang te houden. Nadat Nederland lid werd van de
Europese Monetaire Unie, is de exploitatiesubsidie afgekocht omdat het een open
eindregeling is. Dat had niets meer met volkshuisvesting te maken, maar met financieel
beleid. Corporaties ontvingen in een keer het totale bedrag van de lopende
exploitatiesubsidie. Kasgeld waarmee van alles gedaan kon worden. Het bedrag was
gebaseerd op parameters zoals huur- en rentestijging. Het risico van de overheid werd
verlegd naar de corporatie. Hiervan werd gedacht dat het risicovol zou zijn, maar het pakte
gunstig uit", vertelt ze.
Volgens Schrederhof zit er een diep
sentiment in de politiek tegenover
corporaties, dat deze rijk zijn geworden
van maatschappelijk geld. "Dat is
feitelijk niet waar", zegt ze.
"Corporaties zijn geprivatiseerd en dat
pakte goed uit. En inderdaad zijn er
corporaties die met dat geld rare
dingen hebben gedaan, zoals
beleggen en ontwikkelen van vastgoed
en daarin overhaaste beslissingen
nemen. Maar niet altijd met een
verkeerde intentie. Sinds de bewoner
klant heet, is het fout gegaan, wordt
wel eens geroepen. En dat is
misschien ook zo. Er is een soort
gelijkwaardigheidsbasis ontstaan die
eigenlijk niet klopt. Bewoners zijn
namelijk nog steeds van ons
afhankelijk en een corporatie moet zich
heel goed bewust zijn van hoe deze
relatie in elkaar zit. Terwijl ik denk dat
een groot deel van de corporaties echt
prima functioneert. En die andere,
inderdaad die hadden het echt beter
kunnen doen", vindt Schrederhof.
4
Stabiliteit
De vestigingsdirecteur van Woonbron Delft vindt dat de politiek duidelijkheid moet scheppen
in haar beleid. "Afschaffing van de hypotheekrenteaftrek was onbespreekbaar. Vervolgens
was dat het weer wel, en toen weer in een andere vorm. Dat moeten we niet doen. Hierop
kun je niet anticiperen. Cre?er stabiliteit", luidt haar advies aan Den Haag. Bovendien hoopt
Schrederhof van harte dat er na de crisis niet meer zo gek wordt gedaan op de woningmarkt
als v??r de crisis. "Het is fout om woningen als beleggingsobject te zien. Een koper koopt
een woning puur als plek om te wonen. Leuk als een huis in inflatiewaarde stijgt, maar het
gehijg van steeds een groter huis, is absolute waanzin. Ik zet vraagtekens bij de heersende
gedachte dat na de crisis de woningmarkt weer snel onder druk zal komen. Demografisch
gezien is er nog steeds sprake van een lichte groei, maar misschien dat mensen hun
kwaliteitseisen bijstellen of dat kinderen langer thuis blijven wonen. We merken sterk dat
mensen nu hun kwaliteitsvragen bijstellen. Voor ons betekent dit dat we veel minder slopen
en veel meer renoveren."
De focus van Woonbron komt hierdoor meer op renovatie te liggen. Schrederhof verwacht
wel dat de vraag naar betaalbare en duurdere huurwoningen zal toenemen. "Het is belangrijk
ervoor te zorgen dat hetgeen je bouwt, duurzaam is. Wij hebben in het recente verleden
hoge duurzaamheidsambities geformuleerd. We zijn daarin een stuk terughoudender
geworden. Dat wordt natuurlijk sterk financieel ingegeven. We zijn niet meer de enige partij
die nieuwbouw ontwikkelt in onze gebieden. Daarvoor zijn we samenwerkingsrelaties
aangegaan met andere partijen." Een voorbeeld hiervan is te zien in de Delftse wijk
Poptahof, waar Woonbron aanvankelijk de enige partij was in de ontwikkeling van koop- en
huurwoningen. "Institutionele belegger Syntrus Achmea heeft 27 koopwoningen van
Woonbron gekocht en wil in dit gebied meer duurdere, grondgebonden huurwoningen
realiseren", legt Schrederhof uit. "Ik vind het prachtig dat een andere partij toekomst ziet in
de herontwikkeling van de wijk en dus ook het vertrouwen in de wijk uitspreekt. De verkoop
van de Poptahof-woningen liep
bepaald niet soepel, maar aan de
andere kant merk je ook dat het in
Delft ontbreekt aan een aanbod in
het duurdere huursegment." Volgens
haar is er ook niets mis mee om juist
duurdere huurwoningen aan de stad
toe te voegen. "Je ziet dat steeds
meer beleggers ? ondanks een
beperkt investeringsvolume ? met
corporaties in gesprek zijn om
projecten over te dragen of samen
verder te ontwikkelen."
Poptahof Delft
Poptahof hoort bij de Delftse wijk Voorhof, een typische jarenzestigwijk in het zuiden van
Delft. Hij ligt vlakbij de TU-campus, waar circa 12700 mensen zijn gehuisvest. Het is een van
de dichtstbevolkte wijken van de stad, met een zeer divers bewonerspubliek, voornamelijk in
5
de sociale huursector. In Poptahof staan verschillende typen woningen bij elkaar: flats van
11 en 4 verdiepingen hoog en eengezinswoningen. Destijds ontwikkeld volgens het populaire
concept van de Functionele Stad. Hoogbouw met portiek- en galerijflats deed daarmee zijn
intrede in Delft, waarin ruim 1000 woningen werden ondergebracht. In 2005 zijn de
gemeente Delft en woningcorporatie Woonbron een samenwerkingsverband aangegaan om
de wijk te vernieuwen en te herontwikkelen.
De hoge Poptahof-flats met een eenzijdig woningbestand ? voornamelijk sociale
huurwoningen in de vorm van galerijflats en portiekwoningen ? voldeden niet meer. Plannen
werden ontwikkeld voor renovatie van de wijk. "Het eerste woonveld is nu gereed en een
tweede is in ontwikkeling", vertelt Schrederhof. Midden in de wijk is een park aangelegd. "Het
vertrouwen in de wijk is terug. We kijken nu hoe de versterking van de wijk kan worden
voortgezet." Vernieuwing van Poptahof staat bij Woonbron hoog op de agenda. Het precieze
vervolg op de vernieuwing of sloop van de woongebouwen is nog niet duidelijk. Wel staat
vast dat de samenwerkingsvorm, tempo en instrumenten veranderen. De PPS is ontbonden,
met volledige instemming van de gemeente. De gemeente Delft draagt tevens meer taken en
bijbehorende budgetten voor de wijk over aan de corporatie. Woonbron is nu zelf
verantwoordelijk voor het ontwikkelgebied van de Poptahof, voor zowel vastgoed- als
grondexploitatie, het sociaaleconomische programma en het beheer. De gemeente heeft ook
de openbare ruimte, inclusief de beheerbudgetten, naar Woonbron geschoven. "Dat houdt in
dat wij op basis van een stevig vertrouwens-fundament in ons eigen gebied, veel meer zelf
kunnen sturen. Dat is fijn. We kunnen nu veel meer anticiperen op de markt." Schrederhof
woont in Delft en ze vindt het een stad en een dorp tegelijk. "Iets wat me bijzonder
aanspreekt." Ze is erg blij met het college van b en w, waarin D66 als grootste partij is
vertegenwoordigd. "Het college bestaat uit jonge mensen die zo veel energie steken in de
stad en haar opgave.
Daar word je vrolijk van.
Het huidige college zoekt
sterk de samenwerking
op met corporaties. De
gemeente kiest meer
voor een regisserende
rol en geeft de
corporaties ruimte. De
nieuwe werkwijze in de
wijk Poptahof is daar een
voorbeeld van", zegt
Schrederhof.
Duurzame ambities
Voor het duurzaamheidsbeleid dat Woonbron zeven jaar geleden lanceerde, werd een
centrale duurzaamheidsambassadeur aangesteld met een uitgebreid team van
`duurzaamheidsmensen'. Daarmee werd het thema duurzaam bovenaan op de agenda
gezet. "Dat het beleid door de centrale organisatie werd geregeld en niet vanuit de
6
verschillende vestigingen, was op zich al bijzonder", noemt Schrederhof. "Dat is nu anders.
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het duurzaamheidsbeleid is bij de
vestigingen gelegd en daarmee veel meer effectief. De duurzaamheidsambities zijn nu ook
praktisch; de woningen moeten ge?soleerd om energieverbruik te beperken en de
woonlasten van onze klanten te temperen."
De `extra's' komen uit de installaties of nieuwe energiebronnen. Woonbron onderzoekt
binnen het duurzaamheidsbeleid de optimale inzet van nieuwe energievormen en
samenwerkingsverbanden met warmtebedrijven. De voordelen van zonne-energie worden
steeds duidelijker. Goedkoper in aanschaf, zijn de zonnepanelen ook individueel toe te
passen op eengezinswoningen. "Probleem is nu dat de btw-constructie nog steeds een
lastige is. In Duitsland zijn dat soort zaken beter geregeld", aldus de vestigingsdirecteur. "We
staan nu voor het vraagstuk of wij het aandurven om van een energiebedrijf onze
energieleverancier te maken. Dat kan zijn collectief of individueel een ketel leveren, via het
warmtenet leveren of ze eigenaar maken van zonnepanelen. Dat is de zoektocht. We
moeten ervoor waken om nu zaken in te voeren die later de boel kunnen blokkeren.
Collectieve cv-installaties moet je nu niet individueel verketelen, want dan kun je nooit meer
aansluiten op een warmtenet of omschakelen naar biomassa. Bij nieuwbouw geldt de
noodzaak dat we het Bouwbesluit volgen. Op termijn komen daar nieuwe energiebronnen,
zoals PV-panelen of andere groene energiebronnen. Zo is er veel te winnen met nieuwe
installatiesystemen, bijvoorbeeld lagetemperatuurverwarming." Schrederhof let er scherp op
dat er niet met bewoners wordt ge?xperimenteerd. "Het verwarmingssysteem moet altijd
klantvriendelijk in gebruik zijn. Eenvoudig bedienbaar en goed te snappen, anders zit je op
slopershoogte. Of je geeft heel veel voorlichting, anders gaat het radicaal mis. Houd het
simpel als je nieuwe duurzame installaties wilt." De vestigingsdirecteur van Woonbron Delft
ziet het als bijzondere en boeiende zoektocht voor een corporatie naar haar klanten toe.
"Wat we goed doen is dat we aan de voorkant heel goed weten wie onze gebruikers zijn en
weten hoe ze systemen gebruiken", besluit Schrederhof.
Reacties