De gebruikelijke opties om onze voor- en naoorlogse woningvoorraadop te waarderen, zijn renovatie of sloop met nieuwbouw. In het door TNO opgezette project ReFlex hebben onderzoeksinstellingen, vastgoedbeheerders en industrie samen gewerkt aan het ontwikkelen van integrale bouwkundige alternatieven. De eerste resultaten zijn er: de optop- en de uitbuikmodule. Snel, efficiënt, hoge kwaliteit en vooral nauwelijks overlast voor bewoners.
Uitbuiken en optoppen 26 Artikel
"Onderzoek wijst uit dat de draagconstructies van onze woningvoorraad
twaalf procent sterker is dan nodig," aldus dr. ir. Bart Luiten van TNO Bouw
en Ondergrond. Luiten is de projectleider van het samenwerkingsproject
ReFlex. Die overmaat aan sterkte is ??n van de uitgangspunten bij de ge-
zamenlijke ontwikkeling van modules die aan woningen kunnen worden
toegevoegd. Door in de modules ook nieuwe en energiezuinige installaties
op te nemen, worden aan bestaande, vaak te kleine woningen niet alleen
vierkante meters toegevoegd, maar wordt ook het totale wooncomfort flink
opgekrikt. Bovendien is een niet onbelangrijk voordeel dat bewoners nau-
welijks overlast ondervinden bij het opwaarderen van hun woning. Luiten:
"Omdat de werkzaamheden binnen de bestaande woning heel beperkt
blijven, hoeven bewoners niet of nauwelijks hun huis uit. Er zijn geen ver-
huispremies of dure wisselwoningen nodig. Voor die paar dagen is het
goedkoper om ze in een hotel of een vakantiepark onder te brengen." Lui-
ten voegt daar nog een ander financieel voordeel aan toe: "Door de wo-
ningvergroting is het wettelijk toegestaan om de huren aan te passen."
Samenwerking
Sleutelwoord in het ReFlexproject is innovatieve samenwerking. TNO Bouw
en Ondergrond heeft naast haar eigen expertise en die van TNO Industrie
& Techniek, ook de vraagkant (woningcorporaties en particuliere eigena-
ren) en de aanbodkant (de toeleveranciers) aan tafel gebracht. De behoef-
te om tot innovatieve samenwerking te komen, komt voort uit de stagne-
rende herstructureringsopgave. Bestaande oplossingen, die veelal op
ambachtelijke bouwprocessen zijn gestoeld, blijken vaak duur en leiden tot
een vlucht van de bestaande bewoners naar elders. Ongewenste sociale
verstoringen in woonwijken zijn dan het gevolg. De opgave voor ReFlex
was het ontwikkelen van waardevaste en zorgenvrije bouwsystemen. Re-
Flex werd door TNO in 2003 gestart. Als onafhankelijke partij en kennisma-
kelaar bracht zij een vitale coalitie tot stand waarin naast de Haagse wo-
ReFlex: Integrale alternatieven woningrenovatie
Uitbuiken en optoppen
De gebruikelijke opties om onze voor- en naoorlogse
woningvoorraad op te waarderen, zijn renovatie of sloop
met nieuwbouw. In het door TNO opgezette project
ReFlex hebben onderzoeksinstellingen, vastgoed-
beheerders en industrie samen gewerkt aan het
ontwikkelen van integrale bouwkundige alternatieven.
De eerste resultaten zijn er: de optop- en de uitbuik-
module. Snel, effici?nt, hoge kwaliteit en vooral
nauwelijks overlast voor bewoners.
Optopmodule
TNOBOuwENONDERgROND
Uitbuiken en optoppen 27 Artikel
Tom de Vries, Deventer
kende units zijn bedoeld voor renovatie van portiekwoningen. Ze worden,
nadat de bestaande gevel is verwijderd, op elkaar gestapeld. TNO heeft
berekend dat bij een volledige woningrenovatie, inclusief uitbuikmodule, de
bestaande EPC van gemiddeld 2,1 tot 0,77 gereduceerd kan worden.
Voor zowel de optop- als de uitbuikmodule is een consortium van betrok-
ken partijen opgericht. In het consortium van de optopmodule waren ook
de bewoners van de duplexwoningen vertegenwoordigd. woningcorpora-
tie Staedion uit Den Haag, die een zeer groot aantal woningen beheert in
herstructureringswijken, is partner in het uitbuikconsortium. De corporatie
onderzoekt nu de mogelijkheden om de `Reflex uitbuik Module' te gaan
toepassen in een woningbouwcomplex van circa 125 woningen in Den
Haag.
Gemeenten
"Naast de technische expertise is de bijdrage van TNO aan ReFlex in de
kern het bij elkaar brengen van partijen om met bestaande bouwkundige
oplossingen een nieuw concept te ontwikkelen dat beter aansluit bij de
wensen van bewoners en woningcorporaties," aldus Luiten. Het is de be-
doeling dat deze ReFlexaanpak een brede toepassing gaat krijgt, overal
waar herstructurering in Nederland aan de orde is. Luiten: "Er is bij veel
partijen belangstellig voor deze aanpak. TNO is in het thans opererende
consortium steeds de facilitator en de penvoerder richting subsidiever-
strekker EET (het Economie, Ecologie en Technologie programma van
SenterNovem). Dergelijke innovatieve samenwerkingsmodellen zijn nodig
rond de fasen in de herstructurering die vooraf gaan aan de daadwerkelijke
renovatie." Naast de betrokken opdrachtgevende partijen - zoals Staedion
voor het prototype uitbuiken - kunnen volgens Bart Luiten ook gemeenten
een belangrijke rol spelen in het succes van zo'n samenwerking. Innova-
tieve samenwerkingsverbanden leiden immers tot collectieve kwaliteitsver-
hoging, zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde. Deze kwaliteitsverho-
ging wordt moeilijker te realiseren als er sprake is van een versnipperde
aanpak, die toeneemt naarmate er meer particulier woningbezit aan de
orde komt. Luiten: "Het zou mooi zijn als gemeenten het oprichten van
consortia zouden stimuleren door eisen te stellen die alleen door samen-
werking uitvoerbaar zijn. Bijvoorbeeld door overlast voor de omgeving (bij-
voorbeeld steigerwerk op straat) maar een week toe te staan. Dan moet je
wel snel en effici?nt werken." En dat lukt alleen door alle betrokken partijen
samen te brengen en innovatieve (in de praktijk: geprefabriceerde) oplos-
singen te bedenken.
ningcorporatie Staedion ook JE StorkAir, CRH Clay Products, Xella
Droogbouwsystemen, BEL bv, IsoBouw, A+, later aangevuld met Van der
Maazen BV, Feenstra en architect Ton Kowalczyk, als vertegenwoordigers
uit het bedrijfsleven participeerden. Na een periode van twee jaar, waarin
op een hoog abstractieniveau werd gesproken over de vraag hoe verande-
ringen in de bestaande werkwijzen en processen konden worden inge-
voerd, volgden twee jaar waarin technisch onderzoek werd gedaan naar
concrete oplossingen. Daarbij richtte de aandacht zich op twee woningty-
pen: vooroorlogse portiekwoningen en naoorlogse stapelbouw. Er werden
twee modules ontwikkeld. Naast de `optopmodule' (vooral voor vooroor-
logse woningen) werd een `uitbuikmodule' (als gevelrenovatie van de por-
tiekflats uit de jaren 50-60) uitgewerkt. Over de in deze onderzoeksfase
gemaakte kosten/batenanalyse zegt Luiten: "Voor de business case heb-
ben we dat op de spreekwoordelijke achterkant van een sigarendoosje
gedaan. Die calculatie was voldoende positief om verder te gaan."
Resultaten
De eerste resultaten van het ReFlexproject zijn inmiddels geboekt. Zo wor-
den in de wijk Rustenburg-Oostbroek in Den haag diverse woningen opge-
topt in samenwerking met de bewonersvereniging. Het betreft een duplex
bovenwoning in particulier bezit waarvan het dak voor driekwart wordt
voorzien van een extra bouwlaag in bijpassende Dudok-stijl. De optopmo-
dule heeft een lage milieubelasting en is opgebouwd uit lichte, geprefabri-
ceerde Isobouwpanelen die ter plekke in twee dagen wind- en waterdicht
worden geassembleerd. Een tweede resultaat is een prototype van een
uitbuikmodule die door CRH Clay Products in samenwerking met de an-
dere deelnemers uit het ReFlexteam is ontwikkeld. De compleet afgewerk-
te module is in baksteen uitgevoerd en voorzien van beglaasde kozijnen
van FSC-hout, een HR-ketel, wtw-ventilatieunit en een brandwerend be-
klede leidingkoker. De circa 1 meter buiten de bestaande gevellijn uitste-
Uitbuikmodule
TNOBOuwENONDERgROND
Reacties