De ene woonwijk is de andere niet. Er zijn grote verschillen tussen woonwijken uit de jaren vijftig, zestig, zeventig, tachtig en aansluitend de Vinex-woonwijken uit de vorige eeuw. De verschillen zijn weliswaar niet zo scherp te duiden als de verschillen in personenauto’s en popmuziek uit de laatste helft van die eeuw, maar stedenbouwkundigen hebben daar oog voor. Zij kunnen niet alleen scherp aangeven wat de verschillen tussen de verschillende generaties van woonwijken zijn, maar ook wat de toekomstwaarde van deze woonwijken is. Drie adviseurs van SAB geven elk vanuit het eigen perspectief hun visie op de Nederlandse jarenzestigwoonwijken.
nieuwe toekomst van de jarenzestigwoonwijken46 renda special 2011/1
toekomst van de
jarenzestigwijken
De ene woonwijk is de
andere niet. Er zijn grote
verschillen tussen woonwij-
ken uit de jaren vijftig,
zestig, zeventig, tachtig en
aansluitend de Vinex-woon-
wijken uit de vorige eeuw.
De verschillen zijn weliswaar
niet zo scherp te duiden als
de verschillen in personen-
auto's en popmuziek uit de
laatste helft van die eeuw,
maar stedenbouwkundigen
hebben daar oog voor. Zij
kunnen niet alleen scherp
aangeven wat de verschillen
tussen de verschillende
generaties van woonwijken
zijn, maar ook wat de
toekomstwaarde van deze
woonwijken is. Drie advi-
seurs van SAB geven elk
vanuit het eigen perspectief
hun visie op de Nederlandse
jarenzestigwoonwijken.
tekst wilbert leistra
fotopandionluchtfoto's,duurzamestedenbouw/thenextstepSchalkwijk in Haarlem.
renda special 2011/1 47
"De woonwijken uit de jaren zestig staan voor het ontdekken van een
zekere vorm van optimisme, ontspanning, vrijheid en openheid. De stra-
ten en pleinen swingen niet als The Beatles, maar je moet ze wel zien in
dat tijdsbeeld." Stedenbouwkundige Martin Dubbeling somt de
verschillen tussen de generaties van woonwijken op. "De wederop-
bouwwijken uit de jaren vijftig zijn sober, streng van opzet en introvert
van karakter. De jarenzestigwijken zorgden voor een explosie van
ruimte en strakke lijnen. Flats werden hoger, pleinen en groenvoorzie-
ningen groter, de supermarkt maakte zijn intrede. Het was de tijd van
het modernisme. Men had een onbegrensd vertrouwen in de techniek.
Woonwijken uit de jaren zestig zijn daarom vaak te herkennen aan hun
industri?le aanpak van het woningvraagstuk. Ze werden ontworpen op
snelheid van productie. Niet zelden was de kraanbaan, de route die de
hijskraan zonder onderbrekingen kon afleggen, bepalend voor het
ontwerp. De jarenzeventigwoonwijken waren hier weer een reactie op.
Woonwijken moesten vooral gezelliger worden, in een menselijke maat
en schaal. Met veel kronkelende woonstraten en woonerven als gevolg.
Met een goed gevoel voor humor worden deze wijken ook wel bloem-
koolwijken genoemd. De wijken uit de jaren tachtig zijn zakelijker en
eenvormiger van opzet. Op hun beurt zijn ze een reactie op het egali-
taire, democratische karakter van de wijken uit de jaren zeventig.
Assen, zichtlijnen en een zekere monumentaliteit dienden weer te
zorgen voor ori?ntatie en herkenbaarheid. Het is een opmaat naar de
veelal grotere Vinex-woonwijken uit de jaren negentig en daarna. De
verschillen in karakters en kenmerken van de verschillende generaties
woonwijken zijn in de meeste steden heel goed te onderscheiden, maar
nergens kun je het beter zien dan in Zoetermeer. Daar is vrijwel elke
nieuwe woonwijk opgezet door een nieuwe generatie van stedenbouw-
kundigen en architecten. Zoetermeer is een soort openluchtmuseum
van woonwijken vanaf de jaren zestig tot heden."
"Ik ben persoonlijk geen liefhebber van de jarenzestigwoonwijken,"
vervolgt Dubbeling, "maar ze hebben ontegenzeggelijke voordelen. Om
te beginnen hebben deze woonwijken nu veelal een goede ligging ten
opzichte van het centrum, voorzieningen en openbaar vervoer. De ruim-
telijke opzet maakt dat ze flexibel zijn om toekomstige veranderingen op
te vangen. Aan de andere kant trokken de ontwerpers van de jarenzes-
tigwijken zich weinig of niets aan van het onderliggende landschap,
ondergrond en watersysteem. Dit speelde toen nog geen rol. Als je de
verschillende generaties naast elkaar zet, dan valt op dat de wijken uit
de jaren zestig in positieve zin opvallen door hun gevarieerde opzet,
afwisseling van laagbouw, middelhoogbouw en hogere flats, afgewis-
seld met ruime singels en groenvoorzieningen tussen de woningen. De
flats zijn ruim en er werd ge?xperimenteerd met allerlei woningtypen,
zoals de doorzonwoning, de Z-woning, de L-kamerwoning, en de wonin-
gen werden doorgaans op grote kavels geplaatst. Vaak genoeg zie je
ook dat in deze woonwijken vrij veel grotere kantoorgebouwen zijn
neergezet die nu structureel leegstaan."
ToEkomSTwAArDE
Voor econoom Bart Kennis zijn de gunstige ligging, de goede ontslui-
ting, het robuuste karakter en de multifunctionaliteit van de jarenzestig-
wijken belangrijke pluspunten voor het bepalen van de toekomstwaarde
van de woonwijk. "Woonwijken uit de jaren zestig worden vaak door-
kruist door tramlijnen die de stad met de latere uitleggebieden verbin-
den. Daarnaast zijn de plinten van flats vaak voorzien van ruimtes waar
winkels en zakelijke dienstverlening zich kunnen vestigen. Er is een
toenemende behoefte aan levendige woongebieden. Ik voorzie dat in
de komende jaren actieve ouderen en ondernemende starters deze
woonwijken gaan herontdekken als een goedkoop en aantrekkelijk
alternatief voor de binnenstad en de negentiende-eeuwse gordel. In de
kantoorgebouwen en in de plinten is namelijk veel ruimte voor het
ontwikkelen van lofts en voor het vestigen van creatieve, innovatieve en
startende bedrijfjes. Leven en werken of wonen en werken zullen daar-
door nog verder met elkaar worden vermengd. De aanleiding hiervoor is
heel simpel. Enerzijds is dat de toename van het aantal zzp'ers en
ouderen die langer moeten doorwerken. Anderzijds is er een overaan-
bod aan kantoorruimte in deze gebieden. De vastgoedeigenaren doen
er goed aan om naar deze gebouwen te kijken als solids, die je heel
flexibel zou kunnen gebruiken en verhuren."
VErgrijZENDE BEVolkiNg
"Steden krijgen in de komende decennia te maken met een snel vergrij-
zende bevolking en we moeten met elkaar langer doorwerken", zegt
Kennis. "Bovendien verandert de wereld om ons heen razendsnel. Veel
sneller dan we doorhebben. Dit geldt voor de economie en daarmee
ook voor de arbeidsmarkt. Ook het gebruik van internet neemt nog
verder toe. Het wonen wordt steeds meer een uiting van identiteit en
verweeft steeds meer met werken en leren. We werken meer en vaker
thuis en we loggen thuis vaker in op het netwerk van de zaak en de
universiteit om berichten uit te wisselen en bestanden en artikelen te
delen. Aangezien we met elkaar veel langer moeten en willen doorwer-
ken, hebben we meerdere carri?res, moeten we ons blijven ontwikkelen
fotosab
"Woonwijken uit de
jaren zestig zijn vaak
te herkennen aan
hun industri?le
aanpak van het
woningvraagstuk. Ze
werden ontworpen
op snelheid van
productie", legt
stedenbouwkundige
Martin Dubbeling uit.
nieuwe toekomst van de jarenzestigwoonwijken48 renda special 2011/1
en moeten we nagenoeg permanent studeren om langer en op hogere
leeftijd dan nu het geval is op niveau te kunnen acteren. We krijgen een
hele nieuwe generatie mondige en actieve ouderen. De nieuwe genera-
tie ouderen is qua levensstijl en instelling niet te vergelijken met de
huidige generatie ouderen. Deze nieuwe groep is fitter, actiever, onder-
nemender en over het algemeen welvarender. Zij stellen hele specifieke
eisen aan hun directe woonomgeving. Die moet toegankelijk zijn, met
allerhande voorzieningen (winkels, zorg, horeca) binnen handbereik,
sociaal veilig en goed bereikbaar. Laten we daar duidelijk over zijn, daar
voldoen de meeste nieuwe woonwijken niet aan."
giDSlAND uiT hET VErlEDEN
"Tijdens mijn studie in Duitsland was Nederland samen met Zwitser-
land, Oostenrijk en de Scandinavische landen een van de landen waar
we met regelmaat gingen kijken naar de laatste ontwikkelingen op het
gebied van stedenbouw en architectuur", zegt stedenbouwkundige
Stefan Netsch. "Ik was gefascineerd door de nieuwe concepten en de
constante drang om te bouwen en te ontwikkelen. Dit heeft mij doen
besluiten om een jaar of tien geleden in Nederland naar werk te zoeken.
Ten opzichte van Duitsland werden en worden in Nederland erg veel
nieuwbouwwoningen in uitleggebieden gebouwd, veel meer dan strikt
noodzakelijk is. Daar heb ik heel erg aan moeten wennen. Ik heb me
altijd afgevraagd wat de effecten van die bouwwoede op de bestaande
woonwijken zou zijn. Je zou toch zeggen dat het aanleggen van al die
grote nieuwbouwwijken een leegzuigende en verschralende werking
zou hebben op de bestaande woonwijken. Tot mijn verbazing werd hier
in Nederland niet of nauwelijks over gesproken of gediscussieerd, laat
staan dat er aandacht was voor het zuinig omgaan van de beschikbare
ruimte. In Duitse steden en dorpen wordt veel meer gestuurd op het in
stand houden en het verbeteren van bestaande stadsdelen en woonwij-
ken. En waar nodig wordt aan Nachverdichtung gedaan, veelal in de
vorm van (collectief) particulier opdrachtgeverschap."
ouDErE wooNcoNSumENT
"Dat de bouw van nieuwbouwwoningen in Nederland nagenoeg tot stil-
stand is gekomen verbaast mij niet", vervolgt Netsch. "Er zijn in de
afgelopen decennia te veel eenvormige woningen met een matige bouw-
kwaliteit in woonwijken ver buiten de steden en de dorpen gebouwd.
Dat zie je doordat er in de nieuwbouwwijken al weer heel veel woningen
te koop staan. Ik verwacht dat door natuurlijk verloop als gevolg van de
vergrijzing en door de onvermijdelijke daling van de huizenprijzen, het
wonen in de binnensteden in toenemende mate attractief wordt, zowel in
nieuwbouw als in bestaande woningen of vrijkomende kantoren die aan
specifieke wensen kunnen worden aangepast. Hierbij spelen aspecten
zoals een barri?revrije toegang naar de woning en sociale veiligheid een
net zo belangrijke rol als energiezuinigheid. Voor het eerst in jaren heeft
de woonconsument wat te kiezen. Er staan nu veel woningen te koop in
vrijwel alle soorten van woonwijken. De vraag die mij bezighoudt, is waar
de snel vergrijzende bevolking van Nederland behoefte aan heeft. Ieder-
een heeft zijn mond vol over krimp, maar de vergrijzing van Nederland is
een veel groter probleem. De ouder wordende woonconsument staat
voor een dilemma. Ga ik mij vestigen in een van de nieuwe en eenvor-
mige buitenwijken, zoek ik een woning in de stad, bijvoorbeeld in een
van de vele stedelijke inbreidingslocaties, of in een van de oudere woon-
wijken dicht bij de stad? Wanneer je de jarenzestigwoonwijken aantrek-
kelijk wilt maken voor deze snel groeiende doelgroep, dan heb je het wel
over een stevige opgave. Dat gaat verder dan het bouwkundig renove-
ren van de woningen. De woningen in deze woonwijken zijn veelal te
klein, te gehorig, te weinig flexibel, niet energiezuinig en niet onderschei-
dend genoeg. We moeten daarbij niet onze ogen sluiten voor de sociale
problemen die in veel van de jarenzestigwijken spelen. De woonomge-
ving moet veilig, toegankelijk en goed bereikbaar zijn met voorzieningen
binnen handbereik".
kANSEN Voor VErDuurZAmiNg
"Wanneer ik alle generaties van woonwijken met elkaar vergelijk, dan
verwacht ik dat de jarenzestigwoonwijken de meeste kansen bieden
voor een verduurzamingslag", zegt Dubbeling. "Veel van deze woonwij-
ken zijn ruim opgezet, al goed ontsloten door openbaar vervoer en
bieden volop ruimte voor nieuwe vormen van waterberging en lokale
energieopwekking. Schalkwijk in Haarlem is zo'n woonwijk waar in de
afgelopen jaren heel veel is bereikt op het gebied van integraal waterbe-
heer en het benutten van de ondergrond voor het opslaan van warmte
en koude in de ondergrond. De daken van de grotere wooncomplexen
zijn voorzien van grote hoeveelheden aan zonnecollectoren en in de
breed opgezette profielen van de wegen was voldoende ruimte voor
het aanleggen van nieuwe en vrijliggende busbanen. Deze woonwijk is
niet voor niets als een van de zes voorbeelden opgenomen in het vorig
jaar verschenen voorbeelden-
boek Duurzame Stedenbouw.
Het is de kernmerkende ruimte-
lijke opzet van deze woonwijken
die een energiesprong naar een
zeer energiezuinige en wellicht
energieproducerende woonwijk
mogelijk maken. Je kunt hele
tapijten van zonnecollectoren
aanleggen, je kunt de onder-
grond benutten, woningen ener-
getisch renoveren van label E
naar A, noem het maar op. Daar-
fotosab
Voor econoom Bart Kennis (rechts) zijn de
gunstige ligging, de goede ontsluiting, het
robuuste karakter en de multifunctionaliteit
van de jarenzestigwijken belangrijke plus-
punten voor het bepalen van de toekomst-
waarde van de woonwijk. Zijn collega
Stefan Netsch verbaast zich over het feit
dat in Nederland niet of nauwelijks
aandacht was voor het zuinig omgaan van
de beschikbare ruimte. "Je zou toch
zeggen dat het aanleggen van al die grote
nieuwbouwwijken een leegzuigende en
verschralende werking zou hebben op de
bestaande woonwijken."
nieuwe toekomst van de jarenzestigwoonwijken renda special 2011/1 49
naast biedt de ruim beschikbare openbare buitenruimte veel kansen
voor niet alleen nieuwe parkeervoorzieningen, stadslandbouw, sport,
nieuwe natuur en bergingsvijvers, maar ook voor het naverdichten met
kwalitatief hoogstaande woningbouw. Een van de vele mooie voorbeel-
den hiervan is de realisatie van 119 woningen van Eurowoningen en
architectuurstudio Herman Hertzberger tussen Schalkwijk en het
Spaarne op een locatie waar wat kleinschalige bedrijfjes waren geves-
tigd. Hier zijn woningen gerealiseerd die energiezuinig en duurzaam zijn
gebouwd, zijn voorzien van mossedumdaken en zonnecollectoren en
die vergaand flexibel indeelbaar zijn. Dergelijke hoogwaardige projecten
dragen bij aan het opwaarderen van de jarenzestigwijken. In veel
grotere steden liggen woonwijken die goed te vergelijken zijn met
Schalkwijk. Of het nou Ommoord is in Rotterdam, Mariahoeve in Den
Haag, het zijn er zeker enkele tientallen."
Dubbeling heeft een duidelijke visie als het gaat om het verduurzamen
van de bestaande voorraad. "Wanneer je de woonwijken uit de jaren
zestig een nieuwe, duurzame en robuuste toekomst wil gegeven is het
niet voldoende wanneer je de energielabels gaat opschroeven, water-
berging gaat toevoegen, het openbaar groen duurzaam gaat beheren of
een trambaan aanlegt", stelt hij. "Die nieuwe, duurzame en robuuste
toekomst valt of staat met drie cruciale factoren. In willekeurige volg-
orde gaat het om een lange afschrijftermijn van de investeringen, het
stevig verbeteren van de kwaliteit van de woning en woonomgeving en
het aanbieden van nieuwe vormen van voorzieningen. De nieuwe gene-
ratie ouderen zoekt een balans tussen individuele vrijheid en sociale
verbondenheid en wil zowel ont- als verzorgd worden. Alles bij elkaar
vraagt dit om een nieuwe visie, een nieuwe aanpak en in zekere zin een
andere vorm van gebieds(her)ontwikkeling dan we tot nu toe kennen."
mAATSchAppElijkE koSTEN EN BATEN
"Op een gegeven moment ga je je afvragen of het investeren in nieuwe
uitleggebieden eigenlijk wel loont," zegt econoom Kennis met een
bedenkelijk gezicht. "Bij een afnemende en sterk vergrijzende bevolking
en in de wetenschap dat woningen niet meer als vanzelf sterk in waarde
stijgen, zal je zien dat het aantrekkelijker wordt om woningen te huren.
Dit wordt versterkt door het onvermijdelijk afbouwen van de hypotheek-
renteaftrek en doordat banken niet meer zo makkelijk als voorheen
aflossingsvrije hypotheken afsluiten. Koopwoningen zijn daarmee niet
meer de zekere vorm van pensioenvoorziening als in de afgelopen
decennia." Netsch sluit zich hierbij aan. "Ik kan er maar niet aan
wennen dat een gemiddelde tweede- of derdehands woning in een
Nederlandse uitbreidingswijk, waar er al zo veel van zijn, duurder is dan
een vergelijkbare nieuwbouwwoning. Dat is toch gek. De Nederlandse
woningmarkt zit wat dat betreft raar in elkaar. Men is hier gewend
geraakt aan het idee dat woningen elk jaar 3 tot 5 procent in waarde
stijgen. In een korte periode van economische groei is dat heel goed
mogelijk, maar dat zie ik in de komende jaren echt niet meer gebeu-
ren." Kennis besluit: "Ook voor veel gemeenten zal gelden dat elke
nieuwe uitbreidingswijk de leefbaarheidproblemen in de bestaande
wijken zal vergroten. Met alle noodzakelijke investeringen van dien. Ik
ben ervan overtuigd dat de maatschappelijke kosten en baten van het
duurzaam, robuust en toekomstbestendig maken van een bestaande
jarenzestigwoonwijk voor de nieuwe generatie ouderen, veel gunstiger
zullen zijn dan van het ontwikkelen en aanleggen van weer een nieuwe
en eenvormige woonwijk."
"Wanneer ik alle generaties van woonwijken met elkaar vergelijk, dan
verwacht ik dat de jarenzestigwoonwijken de meeste kansen bieden
voor een verduurzamingslag", zegt Dubbeling.
fotosab
Reacties