Als het om gevels gaat staat Nederland bekend om zijn baksteencultuur. De laatste decennia is daar weliswaar enige verandering in gekomen maar bijvoorbeeld sierpleisterwerk hielden we tot voor die tijd het liefst binnen onze muren. Sinds het begin van de tachtiger jaren is daarin verandering gekomen. Zonder nu direct over een pleistercultuur te spreken, kunnen we vaststellen dat gepleisterde gevels momenteel een stabiel marktaandeel hebben verworven. Een ontwikkeling die voornamelijk te danken is aan de toepassing van buitengevelisolatiesystemen.
Systemen voor de toekomst 15 c Vitrine: buitengevelisolatie
`Systemen voor de toekomst' staat er boven dit artikel. Dat klinkt alsof we
spreken over nieuwe systemen. Dat is natuurlijk niet het geval; buitengeve-
lisolatiesystemen bestaan in ons land al meer dan dertig jaar en hebben
hun waarde bewezen. Maar, als het gevolg van de alsmaar stijgende ener-
gieprijzen wordt het isoleren van woningen en gebouwen steeds belangrij-
ker. De steeds hogere eisen die de overheid stelt aan de energiezuinigheid
van woningen en gebouwen doet daarbij ook een duit in het zakje zodat
we rustig kunnen stellen dat gevelisolatie de toekomst heeft.
Energiecrisis
Kort na de energiecrisis in de zeventiger jaren kwamen buitengevelisolatie-
systemen overgewaaid vanuit Duitsland, waar ze al sinds de jaren vijftig in
zwang zijn.
Aanvankelijk werden ze voornamelijk toegepast bij grote renovaties. Wo-
ningen moesten worden opgeknapt en beter ge?soleerd en met de toepas-
sing van buitengevelisolatiesystemen werden deze twee vliegen in ??n klap
geslagen. Al spoedig verwierven ze zich echter ook een plaats in de nieuw-
bouw sector. Inmiddels staan er in Nederland vele miljoenen vierkante me-
ter gevel voorzien van een gepleisterd buitengevelisolatiesysteem.
Verreweg de meeste in Nederland toegepaste systemen zijn de zoge-
naamde `volkunststof systemen'. Deze bestaan uit een isolatieplaat van
kunststofschuim (meestal EPS) afgewerkt met een kunstharsgebonden
sierpleister (fig. 1). Daarnaast komen alle denkbare varianten voor met mi-
nerale isolatiematerialen en diverse afwerklagen. Ieder met zijn specifieke
eigenschappen. In de tabel zijn deze voor verschillende afwerkingen weer-
gegeven.
Voordelen
De doorbraak in de tachtiger jaren kwam niet uit de lucht vallen. Uit bouw-
fysisch oogpunt zijn buitengevelisolatiesystemen namelijk onovertroffen.
Nagenoeg elke R-waarde kan worden gerealiseerd en de isolatielaag zit
bouwfysisch gezien op de meest logische plaats in de gevel. Door hun
gepleisterde afwerking bieden de systemen de ontwerper bovendien een
grote mate van vrijheid om met vormen, kleuren en structuren te werken.
Andere voordelen zijn:
x het totale systeem is relatief licht in gewicht (15 - 35 kilo per vierkante
meter, afhankelijk van het soort systeem);
x in de afwerking zijn vele structuren mogelijk; van vlakke schuurpleister
tot grove spuitpleister;
x de systemen zijn nagenoeg op elke dragende ondergrond aan te bren-
gen;
x de systemen kunnen worden geleverd en aangebracht met een scala
aan goede en sluitende garantievoorwaarden.
Vitrine: buitengevelisolatie
cSystemen voor de toekomst
Als het om gevels gaat staat Nederland bekend om zijn baksteen-
cultuur. De laatste decennia is daar weliswaar enige verandering in
gekomen maar bijvoorbeeld sierpleisterwerk hielden we tot voor
die tijd het liefst binnen onze muren. Sinds het begin van de tachti-
ger jaren is daarin verandering gekomen. Zonder nu direct over een
pleistercultuur te spreken, kunnen we vaststellen dat gepleisterde
gevels momenteel een stabiel marktaandeel hebben verworven. Een
ontwikkeling die voornamelijk te danken is aan de toepassing van
buitengevelisolatiesystemen.
Opbouw van een buitengevelisolatiesysteem
stucmortel
isolatie
ankers (eventueel)
lijmlaag
1
cIng. J.C. van Es
Joop van Es heeft een eigen advies
bureau op het gebied van gevelisolatie
en is projectmanager bij SBR. Het arti
kel is geschreven in opdracht van SBR.
Afbeeldingen: Van Es / TPA
vragen om moeilijkheden als de kozijnen zonder neggekant worden ont-
worpen. Vlak in de gevel gemonteerde kozijnen of zelfs voor de gevel uit-
stekende kozijnen worden ontraden. Natuurlijk is elke aansluiting water-
dicht te maken, maar vergeet niet dat het aanbrengen van een buitengeve-
lisolatiesysteem een uitermate ambachtelijke bezigheid is. De praktijk heeft
ook uitgewezen dat er bij kozijnen zonder negge een risico is op vocht-
doorslag (fig. 2 en 3).
Verwerking
In de praktijk blijkt dat dragende buitengevels, de ondergrond voor de bui-
tengevelisolatiesystemen, niet altijd even vlak zijn, zelfs niet bij nieuwbouw-
projecten. Ongelijkheden van meerdere centimeters komen voor. Met de
bouwlijm waarmee de isolatieplaten op de ondergrond worden gelijmd
kunnen die centimeters niet worden overbrugd. De gevel moet in die geval-
len eerst worden uitgevlakt.
De isolatieplaten kunnen op twee manieren op de ondergrond worden ge-
lijmd: met een `volle verlijming', of volgens de zogenaamde `moppenme-
thode'. Bij de `volle verlijming' wordt de lijm met een getande spaan (tan-
den van 10 mm) opgebracht. Deze methode levert een lijmlaag van 4 ? 5
mm dik op. Hiermee kunnen ten hoogste ongelijkheden van 3 ? 4 mm in
de ondergrond worden opgevangen. Bij de `moppenmethode' worden
(minstens) de randen van de platen van lijm voorzien, waarna in het midden
van de plaat meerdere lijmmoppen worden aangebracht. Deze methode
wordt vooral gebruikt in situaties waar sprake is van een min of meer onef-
fen ondergrond. Men kan dan namelijk iets meer oneffenheden opvangen.
Echter, ongelijkheden boven de 10 mm zijn ook met deze methode niet te
vereffenen, aangezien de platen ook nog voldoende hechtend oppervlak
moeten overhouden.
De gevoeligheid voor beschadigingen en het onderhoud worden als nadelen
van de systemen genoemd. Om beschadigingen te voorkomen zijn er echter
meerdere praktische oplossingen beschikbaar. Zo kunnen er extra wape-
ningslagen worden aangebracht, maar ook een stootvaste afwerking met
tegels behoort tot de mogelijkheden. Gepleisterde gevelafwerkingen moeten
inderdaad onderhouden worden, maar zijn hierin zeker niet uniek, elke gevel
vraagt wel om een vorm van onderhoud. In elk nadeel schuilt een voordeel:
bij een onderhoudsverfbeurt kan een nieuwe kleurkeuze gemaakt worden
waardoor een gepleisterde gevel weer een volledige nieuw uiterlijk krijgt.
Ontwerpfase
Om een duurzaam goed functionerend systeem te krijgen moet al in de
ontwerpfase aandacht worden besteed aan een paar belangrijke zaken.
Vervuiling, met name onregelmatige verontreiniging van de gevel, kan al in
het ontwerpstadium worden bestreden door goede waterslagen en ruime
overstekken voor te schrijven. Ook moet in de ontwerpfase al aandacht
worden besteed aan de detaillering van de kozijnen in de gevel. Het is
2
5 6
43
2 Een keurige waterslag maar een kozijn vlak in de
gevel. Toch niet zo'n goed idee. 3 Het kozijn steekt
voor de gevel uit. Een vergroot risico op vocht
problemen. 4 Water en winddicht afgeplakt kozijn.
Het schuimband zorgt er voor dat er geen vocht
achter de isolatieplaten kan komen. 5 Voor het
aanbrengen van de wapeningslaag worden de hoek
weefsels en de hoekbeschermingsprofielen ge
plaatst. 6 De wapeningslaag wordt aangebracht.
SBR
Waterdichtheid
Om een waterdichte constructie te realiseren is het van belang dat de onder-
grond waarop het buitengevelisolatiesysteem aangebracht wordt water- en
luchtdicht is. De isolatiebestekken laten daarover meestal geen onduidelijk-
heid bestaan. De draagconstructie moet waterdicht zijn en het isolatiesy-
steem moet isoleren. Zo zijn de afspraken. Een goed applicatiebedrijf zal dan
ook van de aannemer eisen dat de ondergrond geschikt, dat wil dus zeggen
voldoende vlak en lucht- en waterdicht is, alvorens montage van het sy-
steem wordt aangeboden (fig. 4) (wat betreft de vlakheid wordt in bestekken
meestal verwezen naar de Stabu standaard voor `Pleisterwerk buiten').
Om te zorgen dat er geen water achter of in het isolatiesysteem kan ko-
men, moet het systeem zelf waterdicht zijn bij aansluitingen of be?indigin-
gen zoals bijvoorbeeld bij kozijnen of dakranden. Dat gebeurt door gebruik
te maken van kit of van voorgecomprimeerd opencellig schuimband.
Schuimbanden moeten echter, afhankelijk van het type, 30 tot 50 procent
gecomprimeerd blijven om een waterdichte aansluiting te garanderen. De
isolatieplaten moeten dus goed strak aansluiten tegen het betreffende
bouwdeel waarop het dichtingsband is bevestigd. Er mogen geen open
stuiknaden in het band zitten, dus de banden moeten met overlap worden
aangebracht.
Op de isolatieplaten wordt een wapeningslaag aangebracht. Deze wape-
ningslaag bestaat uit een glasvezelweefsel, ingebed in een mortel. De laag
dient om spanningen in het systeem op te vangen die optreden onder in-
vloed van temperatuurverschillen. Bij hoeken van geveldoorbrekingen wor-
den extra weefselstroken gezet (fig. 5 en 6). Als de wapeningslaag is aan-
gebracht kan het systeem afgewerkt worden met een sierpleister naar
keuze. De keuze voor de soort sierpleister, kunstharsgebonden of mine-
raal, moet overigens wel van te voren gemaakt zijn, want wapening en af-
werking moeten zorgvuldig op elkaar worden afgestemd.
Voorzieningen aan de gevel.
Op bijna elke gevel worden vroeg of laat verschillende voorzieningen aange-
bracht zoals, verlichtingsarmaturen, straatnaamborden, zonwering, et cete-
ra. Het systeem behoeft absoluut geen belemmering te vormen voor het
aanbrengen van deze voorzieningen. Maar, om geen kans te lopen op be-
schadiging van het isolatiesysteem, moeten de voorschriften voor het mon-
teren van dergelijke voorzieningen in acht worden genomen. Bij niet te grote
systeemonderbrekingen worden voor het aanbrengen van het isolatiesy-
steem, ter plaatse van de later aan te brengen voorzieningen klossen op de
muur gemonteerd. Daarover wordt dan een (dubbele) weefsellaag gezet en
wordt de sierpleisterlaag naadloos doorgezet. Ook elektradozen en ankers
voor de bevestiging van hekken en windschermen en dergelijke zijn dan
eenvoudig te monteren en strak af te werken. Maar wat te doen als de geve-
lisolatie al aangebracht is? Een naamplaatje of huisnummer kan natuurlijk
altijd door middel van kit aan de gevel `gelijmd' worden. Zwaardere voorwer-
pen die op het isolatiesysteem moeten worden aangebracht, dienen door
het systeem direct in de draagkrachtige ondergrond bevestigd worden.
7 Flatgebouw aan het Kruisplein te Rotterdam; de minerale sierpleister zit er al ruim twintig jaar op en toont nog als nieuw. 8 Hotel `De Borgh' in Zevenbergen.
7 8
SBR publicatie
In de SBR publicatie `Buitengevelisolatie met gepleisterde afwerking' wordt het toe-
passen van een buitengevelisolatiesysteem uitvoerig besproken. Van de hand van de
auteur van deze publicatie, Rob van Boxtel, verscheen eerder al het `Handboek
Gevelisolatie'. In de SBR publicatie gaat hij in op alle aspecten die van belang zijn bij
het ontwerp, het aanbrengen en het beheren van een buitengevelisolatiesysteem. De
publicatie is ruim ge?llustreerd en zeer lezenswaardig. Ze is bestemd voor architec-
ten, aannemers en afbouwbedrijven. De publicatie `Buitengevelisolatie met gepleis-
terde afwerking' (ISBN: 90-5367-419-5) is voor 29,00 te bestellen via www.sbr.nl.
Systemen voor de toekomst 18 c Vitrine: buitengevelisolatie
Belangrijk is wel dat de aangebrachte voorzieningen geen spanningen
overbrengen op de toplaag van het gevelisolatiesysteem waardoor scheur-
vorming op zou kunnen treden en dat de afdichting tussen het voorwerp
en de sierpleisterlaag absoluut waterdicht is. Alle leveranciers van geveliso-
latiesystemen beschikken over een scala van principedetails voor het mon-
teren van de voorzieningen.
Onderhoud
Met name de met lichte tinten afgewerkte gevels kunnen na verloop van
jaren vervuiling gaan vertonen die als storend wordt ervaren. Normale ver-
vuiling kan met warm water en een niet te harde borstel verwijderd worden.
Eventueel kan aan het water een beetje normaal huishoudafwasmiddel
worden toegevoegd. In geen geval mogen agressieve of oplosmiddelhou-
dende producten gebruikt worden. Stoom is uit den boze en hoge druk
reinigen wordt ontraden. Schakel bij ernstige verontreiniging liever een pro-
fessioneel bedrijf in. Dat voorkomt teleurstelling en mogelijk beschadiging
van de toplaag.
Overschilderen van het systeem mag alleen in overleg met de systeemle-
verancier die een daarvoor geschikte verfsoort kan aanwijzen. Voor het
verwijderen van algen zijn eveneens bij de systeemleveranciers speciale
algdodende middelen verkrijgbaar. Het voorkomen en verwijderen van
graffiti is specialistisch werk. Ook hiervoor moet men contact op te nemen
met de systeemleverancier.
Om beschadigingen van de sierpleisterlaag te vermijden bij (normaal)
schoonmaakonderhoud kan men ladders het beste voorzien van een bre-
de balk als raakvlak tegen de gevel, bij voorkeur voorzien van een hardrub-
beren druklaag.
Ten slotte
Systeemleveranciers, verenigd in de PGB (Producenten Gepleisterd Bou-
wen) maken zich sterk voor nieuwe productontwikkelingen. Water en
vuilafstotende pleisters en verven en betere verwerkingsmethoden zijn
daar nog maar de eerste voorbeelden van. Andere innovaties zullen vol-
gen. De verwerkers beschikken bijna allemaal over een KOMO procescer-
tificaat voor het aanbrengen van buitengevelisolatiesystemen. Vanuit de
branche is ook nog eens een garantiefonds voortgekomen. Vrijwel alle
grote systeemhuizen en verwerkers zijn aangesloten bij het Garantiefonds
Gevelisolatie. Dus als er al iets mis zou gaan... Kortom, gepleisterde geve-
lisolatie lijkt een zonnige toekomst tegemoet te gaan. b
9
Stadhuis gemeente Moerdijk te Zevenbergen
Reacties