Stel huurders centraal bij energiebesparing. Start als corporatie bij hun ervaring en beleving en kijk pas daarna naar de technische doelstellingen. Dit is de kern van het interview met collega Onno van Rijsbergen uit renda 2011/4. De focus in dit artikel ligt op het belang om huurdersorganisaties te betrekken bij de vorming van energiebeleid van corporaties. Veel professionals kennen het bestaan van vertegenwoordigingen van huurders namelijk niet of negeren deze. Dit, terwijl zij juist een essentiële rol (kunnen) vervullen bij de vergroting van draagvlak onder huurders, voor een nieuw voorstel of beleid.
renda special 2012/2streven naar honderd procent draagvlak 55
streven naar honderd
procent draagvlak
Stel huurders centraal bij
energiebesparing. Start als
corporatie bij hun ervaring
en beleving en kijk pas
daarna naar de technische
doelstellingen. Dit is de
kern van het interview met
collega Onno van Rijsber-
gen uit renda 2011/4. De
focus in dit artikel ligt op het
belang om huurdersorgani-
saties te betrekken bij de
vorming van energiebeleid
van corporaties. Veel
professionals kennen het
bestaan van vertegenwoor-
digingen van huurders
namelijk niet of negeren
deze. Dit, terwijl zij juist een
essenti?le rol (kunnen)
vervullen bij de vergroting
van draagvlak onder huur-
ders, voor een nieuw voor-
stel of beleid.
tekst jaap van leeuwen,
nederlandse woonbond
HVDeKoepel
renda special 2012/2 streven naar honderd procent draagvlak56
Bovendien hebben huurdersorganisaties een wettelijk vastgelegde rol
in beleidsprocessen als het gaat om hun woning, met advies- of
instemmingsrecht en zelfs initiatiefrecht. Dit geldt nadrukkelijk ook
voor energiebesparende maatregelen. Sterker nog, uit de praktijk blijkt
dat hoe eerder en serieuzer een corporatie een huurdersorganisatie
betrekt bij de voorbereiding van een plan of nieuw beleid, hoe groter
het draagvlak is bij de uitvoering ervan.
EnERgiEbESpaRing
Als energieconsulent bij de Nederlandse Woonbond ondersteun ik
huurdersorganisaties door het hele land. Mijn rol is om hen te helpen
een goed energiebeleid bij hun verhuurder tot stand te brengen, dat
zowel rekening houdt met de belangen van huurders als ervoor zorgt
dat de woningvoorraad beter wordt ge?soleerd. Het doel is dat huur-
ders besparen op hun energieverbruik en daarmee op de woonlasten.
Die energiebesparing is van groot belang, aangezien van alle woonlas-
ten de energierekening het meest gestegen is de afgelopen jaren en
zal blijven stijgen in de toekomst.
Huurdersorganisaties behartigen de belangen van huurders (vaak bij
??n verhuurder) in een bepaald complex woningen, een gemeente of
een regio. De meeste organisaties hebben een wettelijke basis (stich-
De straatsgewijze dakisolatie-
campagne in uitvoering,
opgezet door Woonservice
en huurdersvereniging Samen
Sterk (Drenthe).
ting of vereniging), maar dat hoeft niet altijd. Ze bestaan uit vrijwilli-
gers, die het op de eerste plaats belangrijk vinden dat huurders goed
en betaalbaar kunnen wonen, maar daarnaast ook bereid zijn om met
de verhuurder in overleg te gaan over zaken die de individuele woning
overstijgen. Denk aan zaken als een meerjaren onderhoudspro-
gramma, het strategisch voorraadbeleid, leefbaarheid, kwaliteit van de
dienstverlening, het huurbeleid, onderhoud en renovatie. De afgelopen
jaren is daar met stip het onderwerp energiebesparing aan toege-
voegd. Het is bijzonder dat er mensen zijn die in hun vrije tijd daarover
willen meedenken. Het kan niet anders dan dat zulke mensen, net als
medewerkers van de corporatie, het wonen aan het hart gaat.
UitDaging
Voor een huurder lijkt het onmogelijk om zich als vrijwilliger in te
werken in deze omvangrijke materie en om zo de kennislacune met
een professional van de corporatie of adviesbureau te overbruggen.
Voor een huurdersorganisatie is het dan ook een uitdaging om zich
een goed onderbouwde mening te vormen die ook serieus genomen
wordt. Daarbij is het mijn taak om een huurdersorganisatie te onder-
steunen. Bestuursleden kunnen zich laten bijscholen in cursussen.
De vraag is waarom het betrekken van een huurdersorganisatie bij het
opstellen van een energiebeleid zo belangrijk is. Allereerst vormt het
inschakelen van een huurdersorganisatie een belangrijke eerste test
bij de vertaalslag die een corporatie moet maken. Deze probeert
immers vanuit een technisch denkkader en een professioneel jargon
bij de werkelijkheid en beleving van de huurder uit te komen. Kan de
corporatie uitleggen wat dit beleid betekent voor de kwaliteit en
betaalbaarheid van het wonen? En welke aanpassingen zijn nodig om
de huurders mee te krijgen? Een mooi voorbeeld van zo'n gezamenlijk
proces is de totstandkoming van het klimaatconvenant in 2011 tussen
corporatie Woonstede en de Huurdersbond Ede en omgeving. Samen
hebben zij een langetermijnvisie ontwikkeld (vooruitkijkend naar 2018
en 2025) en onderlinge afspraken over de uitvoering vastgelegd. Ook
de gemeente Ede heeft zich erbij aangesloten.
Daarnaast is het voor een verhuurder niet mogelijk om alle woningen
in de voorraad in ??n keer te isoleren, noch is het handig om alleen bij
mutatie woningen te verbeteren. En dus koppelt de verhuurder de
verbeteringen aan al ingeplande momenten van onderhoud en renova-
tie. Deze vinden vaak complexgewijs plaats. Het is dan het meest effi-
ci?nt om zo veel mogelijk woningen in ??n keer te betrekken bij het
nOORD-HOllanD ? OVEREEnStEmming
Een succesvol voorbeeld is te vinden in de provincie Noord-
Holland. De Samenwerkende Huurdersorganisaties (SHO, Noord-
Holland) kreeg van corporatie Wooncompagnie in 2010 een uitge-
breide, financieel technische analyse voorgelegd om energiebespa-
rende maatregelen in de woningvoorraad door te voeren. Er zaten
meerdere varianten in, waarbij de corporatie een lichte voorkeur gaf
aan een model waarmee de huurverhoging gelijk was aan de theo-
retische energiebesparing. De SHO schakelde de Woonbond in en
na goed overleg kwam de SHO met een tegenaanbod voor de
corporatie. Beide partijen kwamen elkaar uiteindelijk tegemoet.
Energiebesparingsmaatregelen worden voortaan doorgevoerd met
als richtlijn dat de huurverhoging aan de zittende huurder niet m??r
mag bedragen dan 60 procent van de theoretische besparing. De
partijen bezegelden dit met een feestelijke ondertekening.
Woonservice
renda special 2012/2streven naar honderd procent draagvlak 57
proces. Want het moeten verbeteren van veel woningen apart na
mutatie, kost meer geld en bij gestapelde bouw is dat bij veel maatre-
gelen niet mogelijk.
Een derde punt is dat huurders in complexen zelf ook om energiebe-
sparende maatregelen kunnen vragen. Hoe reageert de corporatie
daarop? Het is handig om de te maken afwegingen samen met de
huurdersorganisatie te maken. Zo heeft bijvoorbeeld corporatie Woon-
service in Drenthe samen met huurdersvereniging Samen Sterk in
2009 een beleidsplan geschreven. In nauw overleg voert Woonservice
per woonblok nu een effectieve dakisolatiecampagne uit.
an OffER yOU can't REfUSE
Het is aan te raden om alle zeilen bij te zetten als het gaat om het krij-
gen van toestemming van huurders. Begin lang van tevoren met huur-
ders te polsen, vragen te stellen en hen te informeren. Neem hun
wensen vanaf het begin mee en behandel ze serieus. Wat kan nu
meegenomen worden en wat niet? Veel huurders zijn bang voor over-
last. De huurverhoging moet aantoonbaar lager zijn dan de besparing
op de energierekening (gemeten op complexniveau). In die zin is het
belangrijk dat een corporatie de huurders een aanbod doet dat niet is
af te slaan. An offer you can't refuse, omdat het een erg goed aanbod
is. In sommige complexen loopt dat vanzelf, maar in andere kan het
moeilijk zijn voor de corporatie om genoeg draagvlak te vinden voor
uitvoering. Daar zijn huis-aan-huis-bezoeken vereist en dan nog zijn er
mensen die de corporatie niet kan overtuigen. Juist hier kan een posi-
tieve bijdrage van een huurdersorganisatie van doorslaggevende bete-
kenis zijn, want deze kan soms deuren openen die voor de corporatie
gesloten blijven. Daarbij helpt het enorm als de huurdersorganisatie
ook oprecht vindt dat energiebesparingsplannen goed zijn en tot een
beter comfort en lagere woonlasten leiden. Van Noord-Limburg tot
Stadskanaal en in grote steden en kleine kernen hebben we voorbeel-
den van de positieve rol die een huurdersorganisatie hierbij speelt.
OnafHankElijkE ExpERtiSE
Via de huurdersorganisatie kan een deskundige worden ingeschakeld
die niet direct in opdracht van de corporatie werkt, maar wel veel erva-
ring kan inbrengen. Het moet een voor huurders onafhankelijke, deskun-
dige partij zijn. De huurdersorganisatie bouwt uiteraard ook zelf kennis
en ervaring op en kent vaak de lokale context in wijken en gemeente erg
goed. Maar toch is er onafhankelijke expertise nodig om op al die
verschillende beleidsterreinen te kunnen beoordelen of een door de
corporatie gemaakte afweging of ingeslagen weg juist is. Hier speelt de
Woonbond als landelijke onafhankelijke vertegenwoordiger van huur-
dersbelangen een grote rol. De bond is in staat om snel te schakelen
tussen verschillende voorbeelden en terug te vallen op specialisten van
allerlei pluimage: juridisch, beleidsmatig, financieel, technische begelei-
ding, procesbegeleiding en communicatie met huurders.
Lokale ondersteuning is bovendien van grote betekenis voor een huur-
dersorganisatie om continu?teit en kennis van en inbedding in de lokale
StaDSkanaal ? tOcH OVERStag
Huurdersorganisatie De Koepel in Stadskanaal is ? naar
aanleiding van een energiebusbezoek op verzoek van huur-
ders ? het overleg aangegaan met zowel de verhuurder
(corporatie Lefier) als de huurders, om energetische verbete-
ringen tot een succes te maken. Er heerste aanvankelijk veel
scepsis onder de huurders ten aanzien van de plannen van
Lefier, maar door actieve tussenkomst van De Koepel zijn
veel huurders toch overstag gegaan. De corporatie heeft er
daardoor vervolgens voor gekozen om met de uitvoering te
beginnen en via het zwaan-kleef-aan-effect huurders de tijd te
geven om mee te doen. De Koepel heeft geholpen met voor-
lichting en heeft voor ge?nteresseerde huurders een fietstocht
langs projecten georganiseerd.
Huurdersvereniging De Koepel
organiseerde in de omgeving
van Stadskanaal met succes
een fietstocht voor huurders,
langs energieverbeterprojecten
van Lefier.
Glaszetters aan de
slag in het project
van Wonen Limburg
in Venray.
HVNL
HVDeKoepel
renda special 2012/2 streven naar honderd procent draagvlak58
context (gemeente, andere maatschappelijke organisaties) te garande-
ren. Een organisatie als de Huurdersbond Ede vraagt regelmatig een
second opinion van de Woonbond aan op complexplannen van Woon-
stede. Op beleidsniveau heb ik als energieconsulent veel verbeterin-
gen kunnen laten doorvoeren en nuttige tips kunnen geven. Soms ligt
de nadruk te veel op sloop-nieuwbouw en wordt de bestaande voor-
raad genegeerd. Het kan ook dat er geen langetermijnambitie is gefor-
muleerd of dat er geen financi?le doorrekening van het beleid is
gemaakt. Daarnaast werkt een enkele corporatie nog wel penny wise
pound foolish: alles moet tegen kostprijs, binnen ??n project of zelfs
per woning worden terugverdiend. Terwijl dat helemaal niet nodig is als
je naar de ontwikkeling van de hele voorraad kijkt.
infORmatiE DElEn
Om een goed functionerende, lerende organisatie te kunnen zijn, is
een gezonde relatie tussen verhuurder en huurdersorganisatie van
belang. Essentieel hierbij is dat deze elkaar serieus nemen en begrip
tonen voor elkaars positie. Zij moeten niet blijven hangen in een
conflictmodel en alles afkeuren, maar ook niet ingekapseld en
verstrengeld raken en geen nee meer durven zeggen. Maar hoe blijf je
een volwassen, zelfstandig denkende partner, die in staat is om
VEnRay ? HOnDERD pROcEnt
In Venray speelt huurdersvereniging Noord-Limburg (HV
Noord-Limburg) een belangrijke rol in energiebesparings-
projecten van corporatie Wonen Limburg. Ook hier speelde
het probleem dat de corporatie niet van alle huurders in
complexen een reactie kreeg op overigens mooie en
acceptabele plannen om de woningen te isoleren. Afhanke-
lijk van het benodigde pakket bedraagt de huurverhoging
maximaal 35 tot 70 procent van de bereikte besparing op
de energierekening. De vereniging komt in bepaalde
complexen wel bij huurders binnen en legt uit dat het zonde
is als ze niet meedoen, dat ze zichzelf financieel echt in de
vingers snijden of dat de overlast wel meevalt. Het stand-
punt van HV Noord-Limburg is dan ook: `Wij gaan niet voor
70 procent. Wij gaan voor honderd procent draagvlak
onder huurders voor energiebesparing.' In meerdere
projecten heeft deze insteek daadwerkelijk tot een hogere
deelname van huurders geleid. Bij de Bomenbuurt in
Venray was dit maarliefst 100 procent.
kritisch te zijn en goed weerwoord te geven, maar die tegelijkertijd
samen kan werken en de successen kan vieren? Om een oordeel te
kunnen vormen is het delen van (achtergrond)informatie erg belangrijk.
Juridisch gezien is het delen van informatie onderbouwd in de overleg-
wet. Die stelt dat de corporatie bij de vorming van nieuw beleid voor
de woningvoorraad, verplicht is om de huurdersorganisatie op tijd te
informeren en om deze gelegenheid te geven vooraf advies te geven.
In veel gevallen is instemming vereist voordat de corporatie tot actie
mag overgaan. Op welke punten die instemming vereist is en op welke
niet, kan onderling verder worden uitgewerkt en vastgelegd worden in
een samenwerkingsovereenkomst.
Daarnaast geldt dat voor veranderingen aan het gehuurde bij
complexen, van 70 procent van de huurders instemming vereist is. Dit
is ook van toepassing op verbeteringen zonder huurverhoging. Betreft
het alleen vervanging of onderhoud, dan is geen instemming van de
huurder nodig. Een ander artikel uit het Burgerlijk Wetboek geeft huur-
ders de mogelijkheid om zelf initiatief te nemen om isolatie en betere
ketels te vragen aan de verhuurder.
WOOnlaStEnWaaRbORg
Ondertussen zijn er meer dan 30 woningcorporaties in Nederland die
met de woonlastenwaarborg werken, waarbij de huurverhoging niet
hoger mag zijn dan de besparing die het oplevert op de energiereke-
ning van huurders. Nog meer corporaties werken met verschillende
varianten op deze woonlastenwaarborg, die allemaal gemeen hebben
dat de woonlasten (huur en energie) van huurders niet mogen stijgen
na uitvoering van de maatregelen. De meest voorkomende vorm is het
werken met een huurverhoging ter grootte van ongeveer 50 procent
van de theoretisch bespaarde energie op complexniveau. Dit gebeurt
vaak in combinatie met het ter controle opvragen van werkelijke ener-
gieverbruikgegevens bij de netbeheerder.
Daarnaast komt ook op gemeentelijk niveau steeds vaker de betrok-
kenheid van huurdersorganisaties tot stand bij beleidsvorming. Dit is
onder meer het geval bij energie-convenanten, zoals in Kerkrade,
Tilburg en Amsterdam, maar ook bij een initiatief van milieufederaties
en de Woonbond in meerdere steden. Daar zijn beleidsplannen en
gemeentelijk beleid in workshops en openbare avonden naast elkaar
gepresenteerd en is het publiek en de corporaties gevraagd om te
reageren op elkaars plannen en ervaringen en behaalde resultaten. Dit
heeft geresulteerd in afspraken over monitoring van resultaten en de
voortzetting van lokale samenwerking en overlegprocessen.
VERStERkEnDE ROl
De geschetste succesverhalen in dit artikel laten zien dat huurdersor-
ganisaties hun nut en rol volop bewijzen bij de verbetering van projec-
ten met betrekking tot energiebesparing. Op vele verschillende manie-
ren zijn zij betrokken bij energiebeleid en het laat zien welke positieve,
versterkende rol huurdersorganisaties kunnen spelen bij het energie-
beleid van corporaties. Mits zij die rol ook toebedeeld krijgen.
Huurdersvereniging Noord-
Limburg op bezoek bij huurders
van Wonen Limburg om meer
uitleg te geven over een energie-
besparingsvoorstel voor hun
woningen.
HVNL
Reacties