Veel woningcorporaties onderzoeken op dit moment hoe zij, binnen de maatschappelijke opgave en marktomstandigheden, de prestaties van hun wooncomplexen kunnen verbeteren. Onder maatschappelijke prestaties vallen bijvoorbeeld goede betaalbaarheid, geschiktheid voor doelgroepen en verbetering van energielabels. Bij financiële prestaties zijn huurinkomsten en onderhoudsuitgaven de belangrijkste posten om op te sturen. Met de methode ‘Moeten en Willen’ kunnen corporaties scherper en bewuster kiezen bij onderhoud en verbetering.
1
Splitsing verplicht en gekozen
onderhoud werkt
27-10-2014
Veel woningcorporaties onderzoeken op dit moment hoe zij, binnen de
maatschappelijke opgave en marktomstandigheden, de prestaties van hun
wooncomplexen kunnen verbeteren. Onder maatschappelijke prestaties vallen
bijvoorbeeld goede betaalbaarheid, geschiktheid voor doelgroepen en
verbetering van energielabels. Bij financi?le prestaties zijn huurinkomsten en
onderhoudsuitgaven de belangrijkste posten om op te sturen. Met de methode
`Moeten en Willen' kunnen corporaties scherper en bewuster kiezen bij
onderhoud en verbetering.
Tekst Maria Besselink, senior beleidsmedewerker Haag Wonen, foto's Ton Groenendijk
De kern van de Moeten en Willen-
methode is het maken van een scherp
onderscheid tussen onderhoud dat
juridisch is verplicht (Moeten) en
overige onderhouds- en verbeter-
activiteiten (Willen). Juridisch verplicht
onderhoud moet een corporatie altijd
uitvoeren. Overige onderhouds- en
verbeterwerkzaamheden zijn een
beleidskeuze van de woningcorporatie.
De methode geeft handvatten om die
beleidskeuze gericht te maken.
Het juridisch verplichte onderhoud is
vastgelegd in de Woningwet, het
Burgerlijk Wetboek, Bouwbesluit
bestaande bouw, Besluit huurprijzen
woonruimte en Gebrekenboek
Huurcommissie. Eenvoudig gezegd
gaat het om al het onderhoud dat nodig
is om de basis goed te houden. Ofwel
om aanschrijvingen, verloren huurcom-
missiezaken en schade die het gebruik
aantast, te voorkomen. Alle overige
onderhouds- en verbeteractiviteiten die
een corporatie kan uitvoeren, schaart
de methode onder Willen.
In 2012 heeft Haag Wonen
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd aan 75
woningen in de Uitgeeststraat, Den Haag. De
maatregelen waren een combinatie van Moeten
(schilderwerk) en Willen (dubbelglas).
2
De methode onderscheidt zeven thema's waarop de corporatie iets kan Willen. Dit zijn:
verbeteren van binnenklimaat, energiezuiniger maken, verbeteren van uitrusting en indeling,
verbeteren van uitstraling, aanpassen of veranderen van doelgroep, verbeteren van
inbraakveiligheid en verminderen van toekomstige onderhoudskosten. Willen-activiteiten
moet een corporatie daarbij goed onderbouwen door een duidelijk meetbaar en toetsbaar
doel te stellen. Bijvoorbeeld het leveren van een maatschappelijke bijdrage, een
vermindering van marktrisico of verbetering van het financieel rendement. Willen lijkt in
eerste instantie vrijblijvend, maar dat is het niet. Willen-activiteiten zijn geen impliciete
keuzen van willekeurige medewerkers, maar expliciete corporatiekeuzen onderbouwd door
meetbare resultaten op de corporatiedoelen. De methode maakt de afwegingen transparant
waardoor onderhoudskeuzen scherp en duidelijk worden.
Aansluiting op werkwijze
Het idee voor een dergelijke methode komt van Vincent Gruis, TU Delft, en Evert van
Diepen, DWVB+, en ontstond in 2011. Haag Wonen stelde jaarlijks haar
onderhoudsbegroting al globaal vast volgens een soort Moeten en Willen-uitgangspunten.
Om elk jaar binnen het onderhoudsbudget optimale keuzen te maken, hanteerde de
corporatie een beslisboom. Reguliere onderhoudswerkzaamheden kwamen in de
onderhoudsbegroting als ze voortkwamen uit een vastgesteld complexbeheerplan, als ze
nodig waren om risico's voor
veiligheid of gezondheid te
voorkomen of als ze de kans
op vervolgschade verkleinden.
De corporatie besloot in die
tijd om een aantal
woongebouwen met lage
huurprijzen niet te slopen,
maar te behouden. Woningen
met een relatief lage huurprijs
zijn schaars in Den Haag.
Deze keuze betekende wel dat
er werkzaamheden aan de
onderhoudsbegroting moesten
worden toegevoegd. De
woongebouwen verdienden
immers op bepaalde punten
een kwaliteitsslag. Het gevolg
was meer druk op het budget
van Haag Wonen, wat een
belangrijke drijfveer was om
scherpe keuzen te maken.
Een proefcomplex
Tegen die achtergrond startte de corporatie met de Moeten en Willen-methode, die vanaf
eind 2011 samen met Gruis en Van Diepen werd uitgewerkt. De eerste stap was een
Aan de Lozerlaan in de Vrederust staan vier hoge woongebouwen van Haag Wonen. Het
achterhout van de gevelpanelen is over de volle hoogte vervangen (Moeten).
3
workshop voor corporatiemedewerkers om de methode op papier bij ??n proefcomplex uit te
proberen. Gekozen werd voor een gebouw waarvan de levensduur was verlengd. De
bijbehorende meerjarenonderhouds- en investeringsplanning voor het gebouw bevatte een
flink aantal verschillende werkzaamheden waarmee goed kon worden geoefend.
Uitkomst van de workshop? Het bleek goed
mogelijk om binnen het geplande onderhoud
een objectief onderscheid te maken tussen de
onderdelen Moeten en Willen. De planning van
dit complex bleek voor 62% uit Moeten en 38%
uit Willen te bestaan. Vaak ging het bij Willen
om investeringen die de corporatie kon terug-
verdienen door een directe huurverhoging voor
de zittende huurders (aanbrengen van een cv-
installatie) of door de langere levensduur van
het complex (planmatig vervangen van asbeststandleidingen met aangrenzende badkamer
en keuken). Terugverdienen kon echter niet altijd. Zoals het schoonmaken van de gevels,
dat binnen het onderhoud valt onder Willen.
Een andere bevinding van de workshop was, dat enkele onderhoudswerkzaamheden
waarvan de corporatie altijd dacht dat het Willen betrof, Moeten bleken te zijn. Bijvoorbeeld
het herstellen van onderdelen in portieken.
Gemeenschappelijke taal
De workshop leverde nog een verrassende uitkomst op; tijdens de gesprekken over de
methode ontstond een gemeenschappelijke taal tussen medewerkers van verschillende
teams. Onderhoudsmensen, beheerders en beleidsmensen begrepen elkaar beter en
konden dankzij de methode beter met elkaar praten over onderhoud: "moet dit of wil jij dit?".
En in plaats van het gevoel dat het onderhoud dat wordt uitgevoerd soms niet genoeg is,
ontstond juist ook het inzicht dat alles wat meer is dan Moeten, feitelijk extra is.
Deze gemeenschappelijke taal bleek ook zeer toepasbaar in de cursus Huurdersparticipatie,
die Haag Wonen samen met haar huurdersverenigingen in 2012 gaf aan de
bewonerscommissies. Ook hier kwam naar voren dat de taal van Moeten en Willen een
goede manier is om huurders uit te leggen waar ze juridisch gezien recht op hebben; "wat
moet, dat moet". Maar Willen is een keuze en geen recht van de huurder of plicht van de
corporatie. Zo kan een corporatie er op basis van goede gronden voor kiezen om met de
beperkte middelen geen energiebesparende maatregelen uit te voeren aan een
wooncomplex met energielabel D (er wordt voorrang gegeven aan complexen met label F of
G). Huurders vinden dat dankzij de methode de onderbouwing van keuzen duidelijker is.
Onderhoudsbegroting opstellen
Haag Wonen bereidt sinds de onderhoudsbegroting 2013-2014 de begroting voor planmatig
en groot onderhoud voor met de methode Moeten en Willen. Planvoorbereiders inspecteren
woongebouwen waaraan volgens de onderhoudsplanning de komende jaren iets moet
gebeuren. Zij bekijken welke zaken Moeten worden aangepakt. Bij twijfel maken ze foto's en
De Moeten en Willen-methode is
ontwikkeld door woningcorporatie Haag
Wonen, in samenwerking met prof.dr.ir.
Vincent Gruis, TU Delft, en ir. Evert van
Diepen, adviesbureau DWVB+.
4
wordt gekeken naar het aantal reparatiemeldingen in de afgelopen jaren. Vervolgens
bepalen betrokken medewerkers tijdens een technische bespreking welk onderhoud per wijk
de komende twee jaar dient te worden uitgevoerd. Daarna volgt een bespreking met het
wijkteam (verantwoordelijk voor verhuur en dagelijks beheer), waarin vooral het Willen-deel
van de begroting wordt besproken.
In 2013 bestond de onderhoudsbegroting van
Haag Wonen voor 98% uit Moeten en 2% uit
Willen. In 2014 was dit, met een iets ruimer
budget, respectievelijk 93% en 7%.
Daarnaast bevat de jaarlijkse
investeringsbegroting Willen-activiteiten die
worden terugverdiend door huurverhoging of
levensduurverlenging.
Dankzij deze werkwijze ontstaat op een
effici?nte manier een onderhoudsbegroting
waarover weinig discussie meer nodig is. Als
er moet worden bezuinigd, zorgt Moeten en
Willen voor de prioriteitsstelling. Die is
duidelijk: eerst Moeten, dan Willen.
Besluitvormers hoeven zich niet te verdiepen
in de details van de onderhoudsbegroting,
maar kunnen zich concentreren op de
beleidsruimte binnen die begroting. Dit zijn de
Willen-thema's en hun onderbouwing: welke
thema's behandelen we nu even niet en wat voor gevolgen heeft dat? Zo heeft Haag Wonen
een aantal jaar achtereen besloten om het opknappen van portieken en bergingsgangen op
de reservelijst te zetten bij de onderhoudsbegroting. Dit werd alleen uitgevoerd als er in de
loop van een jaar financi?le ruimte ontstond door financi?le meevallers binnen de
onderhoudsbegroting.
Splitsing corporatie- en huurdersonderhoud
De vastgestelde basiskwaliteit voor interieur en buitenruimte van woningen van Haag
Wonen, is in 2013 opgesplitst in corporatieonderhoud en huurdersonderhoud. Dit is gedaan
door DWVB+. Het bureau heeft binnen het corporatiedeel de werkzaamheden beoordeeld
volgens de Moeten en Willen-methode en keek hierbij naar de bouwvoorschriften en de
uitspraken van de Huurcommissie in Den Haag. In een volgende stap heeft het adviesbureau
dat ook gedaan voor de bouwkundige elementen van planmatig en groot onderhoud.
De richtlijnen liggen vast in boekjes met per bouwelement kolommen voor Moeten en Willen
voor de corporatie, en een Moeten-kolom voor huurders, voorzien van toelichtende foto's.
Het onderdeel Willen voor huurders is apart vastgelegd in nieuw beleid voor zelf
aangebrachte voorzieningen dat aansluit bij Moeten en Willen. De boekjes en dit nieuwe
beleid hebben van de huurdersorganisaties een positief advies gekregen. Opzichters,
planvoorbereiders en projectleiders gebruiken de boekjes als richtlijn bij het dagelijks,
planmatig en groot onderhoud.
Haag Wonen heeft de afgelopen jaren meer dan 8000 geisers verwijderd uit
huurwoningen. Dit is goed voor de veiligheid en het binnenklimaat en
daarmee het wooncomfort. Het valt in de categorie Willen omdat het niet
juridisch is verplicht.
5
Tijdens bijeenkomsten bekeken verhuurconsulenten en opzichters foto's van situaties die
zich bij verhuizingen voordeden. Met Moeten en Willen als richtlijn, was het daarbij telkens
de vraag of in een situatie onderhoud moest worden uitgevoerd en zo ja, of het voor rekening
van de corporatie of van de huurder kwam. Soms leverde dat veel discussie op. Wat doet
een corporatie bijvoorbeeld bij een plafond dat door sigarettenrook flink is vervuild? Is het
overschilderen voor rekening van de vorige huurder? Wie beslist dat en waar is dat op
gebaseerd?
Ervaringen delen
Ervaringen die Haag Wonen heeft opgedaan met de methode, zijn in drie workshops aan de
TU Delft aan de orde gekomen. Deelnemers waren drie andere corporaties die ook met
Moeten en Willen bezig zijn. Daarnaast zette de corporatie haar ervaringen uiteen tijdens
een presentatie voor het Platform Technisch Beheer, dat bestaat uit managers
onderhoudsbeleid van diverse woningcorporaties.
Het gebruik van de methode is in het begin lastig, bleek tijdens de workshops. Zo leidt het
strikte juridische onderscheid soms tot verwarring en misverstanden. Neem de stelling: `Bij
onze corporatie moeten alle geisers weg'. Binnen de methode is dit: `Onze corporatie wil,
gezien haar maatschappelijke taak of convenanten die ze heeft gesloten, alle geisers weg
hebben'. Het is een prima te onderbouwen corporatiestandpunt, maar het blijft een
beleidskeuze en dus Willen.
Juridisch verplicht is het
niet. Een ander voorbeeld:
`Deze portieken moeten
worden opgeknapt, anders
verhuur ik deze woning niet'.
Dat is heel goed mogelijk,
maar zolang de portieken
geen juridische gebreken
vertonen, blijft het Willen.
Ook leidt de methode in de
beginperiode best wel eens
tot weerstand. Maatschap-
pelijk betrokken onder-
houdsmensen zijn bang dat
alleen het juridisch ver-
plichte onderhoud wordt
uitgevoerd. Dit is zeker niet
de bedoeling, want de
boodschap is juist: Willen is
toegestaan, maar moet wel
worden onderbouwd en tot
meetbare en toetsbare resultaten leiden. Moeten en Willen leidt er vooral toe, dat de
maatschappelijke inzet en het kostenbewustzijn van de corporatie geen persoonlijke
beoordelingen van de betrokken medewerkers meer zijn. Onderhoudsplanningen en -
werkzaamheden worden breed gedragen als transparante corporatiebesluiten.
Tijdens werkzaamheden in de Van der Neerstraat in de Schilderswijk zijn beschadigingen aan het
hout hersteld en vervolgens geschilderd. Dit is juridisch verplicht onderhoud (Moeten). Het houtwerk
blijft aan de wettelijke eisen voldoen.
6
Andere kwaliteitsprincipes
De Haagse corporatie gaat langs twee sporen verder aan de slag met de methode. Het
eerste spoor is dat op basis van een analyse van de uitgevoerde grootonderhouds- en
verbeterplannen, er richtlijnen worden gemaakt voor Willen bij levensduurverlengingen. Die
worden een nieuw onderdeel van de methode. In plaats van een standaard programma van
eisen bij renovatie en nieuwbouw, streeft Haag Wonen naar kwaliteitsprincipes op basis van
Moeten en Willen. Deze komen terug in de richtlijnen.
Het tweede spoor is het digitaliseren van het Moeten en Willen-model. Adviesbureau
DWVB+ maakt samen met de corporatie een gegevensmodel waarmee de methode
gemakkelijk kan worden beheerd en geactualiseerd. Het moet een levende methode blijven
waar een corporatie eenvoudig nieuwe foto's of nieuwe huurcommissie-uitspraken aan kan
toevoegen.
Nu de workshops in Delft zijn afgerond, is het plan dat Haag Wonen samen met betrokken
en ge?nteresseerde corporaties en DWVB+ een platform organiseert. Doelstelling daarvan is
dat alle partijen van elkaar blijven leren en de methode verder ontwikkelen. De corporatie
verwacht dat Moeten en Willen een goede opmaat is tot ketensamenwerking, omdat op basis
van de methode de opdrachtgeversrol van de corporatie nog steviger kan worden ingevuld.
Even wennen
De Moeten en Willen-methode is dus even wennen, vooral door het strikte juridische
onderscheid. Maar eenmaal gewend, leidt het tot minder impliciete en meer expliciete
keuzen binnen het onderhoud. De methodiek zorgt voor onderbouwing van en transparantie
over werkzaamheden die niet strikt noodzakelijk zijn en ze legt de besluitvorming bij de
besluitvormers neer. Ook schept de methode duidelijkheid over het onderhouds- en
verbeterbeleid richting huurders en andere externe partijen. En tot slot zorgt Moeten en
Willen voor een gemeenschappelijke taal waarmee iedereen over onderhoud kan
meepraten.
Reacties