Een nieuw kader om te beslissen of je als corporatie kan investeren in het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad, is dat nodig? EnergieSprong, ontwikkelt samen met woningcorporaties, Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) een financieel afwegingskader om investeringen vanuit meerdere perspectieven te overwegen. Een dergelijk kader bestaat op dit moment nog niet.
renda special energiesprong januari 2012 interview54
interview
"Om uit te rekenen of herstructurering van bestaande woningen de
investering waard is, gebruiken corporaties op dit moment rekenmo-
dellen die bedoeld zijn voor nieuwbouw. Die werken niet voor dit doel.
Daarmee komt elke duurzame renovatie er slecht uit." Aan het woord
is Frans Versteeg, projectmanager bij EnergieSprong. Namens de SEV
heeft hij een missie. Corporaties bezitten 30 procent van de
bestaande woningvoorraad en kunnen daardoor een grote slag maken
in het seriematig verduurzamen. Dat is volgens hem hard nodig in een
markt waar stijgende energieprijzen ervoor kunnen zorgen dat huur-
ders straks de huur niet meer kunnen opbrengen. Maar klopt die
gedachte? Is een nieuw financieel afwegingsmodel relevant voor de
corporaties en vervult deze een behoefte? Versteeg legt dit voor aan
Dirk Jan van der Zeep, lid van de Raad van Bestuur van woningcorpo-
ratie Portaal.
tekst marleen buwalda
foto's johan koelen
Een nieuw kader om te
beslissen of je als corporatie
kan investeren in het ver
duurzamen van de bestaande
woningvoorraad, is dat
nodig? EnergieSprong,
ontwikkelt samen met
woningcorporaties, Centraal
Fonds Volkshuisvesting
(CFV) en Waarborgfonds
Sociale Woningbouw (WSW)
een financieel afwegings
kader om investeringen van
uit meerdere perspectieven
te overwegen. Een dergelijk
kader bestaat op dit moment
nog niet.
rekenen
in scenario's
renda special energiesprong januari 2012interview 55
AAnnAmES
Van der Zeep ziet dat investeringsbeslissingen soms op te beperkte
basis genomen worden. "Om te investeren, moet je berekenen wat je
financieringsruimte is. Dat is een soort spel waarin we elkaar gevan-
gen houden", vindt hij. "We gebruiken nu allerlei parameters, calcula-
ties en aannames. Zo'n aanname is bijvoorbeeld de economische
levensduur van een woning. Die staat nu op 50 jaar. Maar in werkelijk-
heid is die veel langer, 80 of zelfs 120 jaar. Verander je die aanname,
dan zie je een enorm effect op je financieringsruimte. Een andere
aanname is de discontovoet. Het Centraal Fonds schrijft 5,25 procent
voor, maar onze gemiddelde kosten voor een lening zitten onder de 4
procent. Dus als we die 5,25 procent aanhouden, hebben we minder
investeringsruimte dan de werkelijke financieringslasten. We zouden
de aannames eens kunnen herzien, want hiermee zijn onze berekenin-
gen aan de voorkant conservatief. We weten van tevoren al dat de
werkelijkheid gaat afwijken. Ik vind het goed daar met de hele sector
onderbouwing aan te geven."
OnrEndAbElE tOp
"SEV heeft het gevoel dat de traditionele rekenmodellen te beperkt
zijn, omdat ze werken met het begrip `onrendabele top' (het percen-
tage investeringen dat niet terugverdiend kan worden met de huur,
red.)", haakt Versteeg erop in. "Daarbij kijken ze vooral naar de finan-
ci?le haalbaarheid per project. Een herstructurering kan er per project
onrendabel uitzien, maar wordt dezelfde aanpak gerepeteerd in een
andere wijk, dan kan de investering zichzelf terugverdienen. Dit scena-
rio komt terug in het nieuwe afwegingskader. Daarnaast gaat het er
vanuit dat investeringen in vastgoed de waarde ervan vergroten." De
initiatiefnemers van de nieuwe richtlijn willen alle afwegingen naast
elkaar kunnen zetten, om de corporaties te helpen tot een gefun-
deerde strategie te komen. Je kunt meerdere kansen en bedreigingen
in scenario's uitdrukken. Versteeg: "Een bedreiging is bijvoorbeeld dat
de energieprijzen zullen drukken op de huren, maar de re?le levens-
duur van woningen geeft weer meer ruimte. We willen uitgangspunten
uitwerken waaraan we sectorbreed kunnen zien wat ree?l is."
HOOgniVEAurEnOVAtiES
"Ik vind de nieuwe richtlijn interessant," reageert Van der Zeep,
"omdat het meerdere kanten van de medaille laat zien. Zo kun je er
ook mee kijken naar de locatie van de woningvoorraad. Investeringen
in Nijmegen zijn anders dan in Leiden." Hij wil breed kunnen bezien
welk effect een investering heeft. "Graag volgens nieuwe modellen,
bijvoorbeeld volgens woonlastenbenadering. Hiermee kijk ik vanuit het
oogpunt van de huurder hoe de woonlasten zich de komende periode
zullen ontwikkelen. Als ik hier de component energie bijvoeg, zie ik
hoeveel huur hij zich kan veroorloven en wat dat betekent voor de
investeringen van de corporatie."
Versteeg stelt dat corporaties steeds meer gaan renoveren in plaats
van nieuw te bouwen en vraagt zich af of dat bij Portaal ook zo is.
"Dat is nog pril, want het heeft te maken met de discussie over duur-
zaamheid die we net zijn begonnen: is een nieuwbouwwoning met een
EPC-norm van 0,6 echt duurzaam? Of is renovatie duurzamer? Tot op
heden lijkt het duurder om hoogniveaurenovaties ? zulke maatregelen
treffen dat bestaande woningen de kwaliteit van nieuwbouw krijgen ?
toe te passen", aldus Van der Zeep.
"Dus is de vraag: kloppen die berekeningen, of zijn er richtlijnen voor
beslismodellen mogelijk waarmee die duurzaamheid beter en realisti-
scher in beeld gebracht kan worden?", stelt Versteeg. Van der Zeep:
"Dit soort hoogniveaurenovaties moeten zich nog bewijzen. Het is
interessant, ik ben er zelf van overtuigd dat duurzaamheid inderdaad
betekent dat je duurzaam investeert in je bestaande woningvoorraad in
plaats van dat je nieuw bouwt. Maar niet ten koste van alles. We
hebben recent gekeken naar verduurzaming van jarenvijftigportiekwo-
ningen. Het viel qua prijs volledig buiten onze normen."
"Mijn grootste zorg is dat we focussen op ??n soort beslismodel",
stelt de corporatiebestuurder. "Voor je het weet ga je het traditionele
model optimaliseren door de parameters aan te passen. Je hebt meer-
dere beslismodellen nodig voor je besluitvorming, bijvoorbeeld door te
kijken naar waarde: direct en indirect rendement. Veel interessanter
dan alleen de onrendabele top en bedrijfswaardes."
rAtiOnEEl
"Besluitvorming lijkt altijd zo rationeel. Het lijkt alsof ik met parameters
wiskundig kan invullen wat het meest optimale beslismodel is en dat de
eindconclusie dan altijd zou moeten kloppen. Dat is natuurlijk niet zo",
zegt Van der Zeep. "Elke afweging gaat uit van meerdere perspectie-
ven. Vanuit waardedenken, vanuit de onrendabele top, vanuit volkshuis-
vesting. We moeten proberen al die perspectieven in samenhang af te
wegen en dan besluiten te nemen. We proberen het rationeel te doen,
maar besluitvorming gaat altijd gepaard met enige mate van subjectivi-
teit. Daar is niks mis mee." "Een richtlijn noch een model kan een
besluit voor je nemen. Wat is dan de toegevoegde waarde?", vraagt
Versteeg aan Van Der Zeep. "Deze nieuwe richtlijn voldoet absoluut
aan een sectorbrede behoefte. Het doet recht aan de uitdagingen die er
zijn. Zoals die duurzame herstructureringen: ze lijken volgens de traditio-
nele manier van berekenen onbetaalbaar, maar met deze richtlijn kunnen
we ze in meerdere perspectieven zetten", luidt het antwoord.
`Je hebt meerdere beslismodellen
nodig voor je besluitvorming'
Reacties