Er zijn veel verschillende gevelmaterialen en vele typen vervuiling. Welke reinigingstechniek in een bepaalde situatie het gewenste reinigende effect heeft is soms lastig te voorspellen. Veel situaties blijken complex en de kans op schade is groot als er niet gestructureerd nagedacht wordt over de juiste reinigingstechniek. Met name bij het reiniging van monumenten ligt het gevaar van directe of indirecte schade op de loer en verdient het gebouw een zorgvuldige besluitvorming omtrent de keuze van de reinigingstechniek. In dit artikel een stappenplan dat het proces om tot een goede keus te komen structureert.
13 c Vitrine
Vitrine: gevelreiniging
cReinigen in stappen
Er zijn veel verschillende gevelmaterialen en vele typen vervuiling. Welke reinigingstech
niek in een bepaalde situatie het gewenste reinigende effect heeft is soms lastig te voor
spellen. Veel situaties blijken complex en de kans op schade is groot als er niet gestruc
tureerd nagedacht wordt over de juiste reinigingstechniek. Met name bij het reiniging van
monumenten ligt het gevaar van directe of indirecte schade op de loer en verdient het
gebouw een zorgvuldige besluitvorming omtrent de keuze van de reinigingstechniek.
In dit artikel een stappenplan dat het proces om tot een goede keus te komen structureert.
Witte uitslag op dit metselwerk is verwijderd met
behulp van fosforzuur. Het achtergebleven
reinigingsmiddel blijkt een goede
voedingsbodem voor een nieuwe
vervuiling: algen.
1
2
Stappenplan
TNO
TNO/SBR
Reinigen in stappen
14 c Vitrine
staan tot de grootte van het gebouw en dient een reiniging duurzaam te
zijn in die zin dat de gebruikte techniek niet de oorzaak mag zijn dat de
gevel na reiniging weer versneld vervuilt. Figuur 1 geeft hier een voorbeeld
van.
Een verantwoorde reiniging is reiniging waarbij geen schade ontstaat aan
het gebouw. Bij de keuze van de optimale reinigingstechniek zal ook reke-
ning gehouden moeten worden met mens en milieu, wat gestalte heeft
gekregen in Arbo- en milieuwetgeving. Tenslotte speelt bij de reiniging van
(met name) monumenten dat rekening gehouden moet worden met de
uitstraling en ouderdom van een gebouw. Een strak wit monument uit het
begin van de twintigste eeuw wil men misschien weer volledig spik en span
krijgen, maar het is maar de vraag of men zo'n resultaat ook moet nastre-
ven bij een vergrijsde zandstenen gevel uit de zeventiende eeuw.
Stappenplan
De keuze voor een reinigingstechniek hangt af van de volgende drie facto-
ren: de aard van de vervuiling, het type ondergrond en het gewenste resul-
taat. Omdat de combinatie van deze drie factoren leidt tot unieke combi-
naties, dient de keuze van de reinigingstechniek zorgvuldig gemaakt te
worden. Het stappenplan kan hierbij een belangrijke rol spelen (zie ook
figuur 2).
In tegenstelling tot het wassen van kleding of auto's, is het reinigen van
gebouwen geen vanzelfsprekendheid. Toch zijn er voldoende redenen te
bedenken waarom gevelreiniging wel wenselijk is: een vervuilde gevel geeft
een gebouw een verwaarloosde aanblik; men wil de gevel weer als nieuw
laten zijn, om de economische waarde te verhogen; om het gebouw onder-
scheidend laten zijn van de omgeving of men beoogt door reiniging ver-
volgschade te voorkomen. Valide redenen om tot gevelreiniging over te
gaan, mits dit op een effectieve en verantwoorde manier gebeurt. Welke
reinigingstechniek voldoet aan het predikaat effectief en verantwoord is
volledig afhankelijk van de situatie. Een techniek die in de ene situatie opti-
maal is kan in een ander geval desastreuze gevolgen hebben. De keuze en
uitvoering van de reiniging dient daarom zorgvuldig te worden uitgevoerd.
Effectief
Onder een effectieve reiniging verstaan we een reiniging waarbij de reini-
gingstechniek is aangepast aan het type ondergrond en het type vervuiling.
Niet alle technieken zijn geschikt om elk type vervuiling te verwijderen.
Daarnaast hebben sommige technieken een grotere kans om op bepaalde
ondergronden schade te veroorzaken In het verleden is bijvoorbeeld vaak
schade ontstaan omdat allerlei gevelmaterialen gereinigd werden door
middel van zandstralen. Verder moet de reinigingstechniek in verhouding
3
Welke reinigingstechnieken zijn geschikt voor het verwijderen van welke typen vervuiling?
TNO/SBR
Reinigen in stappen
15 c Vitrine
Stap 1 ? Bepaling van de aard van de vervuiling (figuur 3)
Zoals gemeld bepaalt de aard van de vervuiling de technieken die in aan-
merking komen. In het geval van bijvoorbeeld een gipskorst heeft het geen
zin om een zuur reinigingsmiddel te gebruiken. Anderzijds zal zo'n middel
weer bijzonder goed kunnen werken als de vervuiling uit kalkhoudende
bestanddelen bestaat. Figuur 3 geeft een overzicht van technieken die
geschikt zijn voor verwijdering van verschillende typen vervuiling.
Stap 2 ? Bepaling van de ondergrond (figuur 6)
Sommige ondergronden kunnen worden aangetast door reinigingsmidde-
len. Een bekend voorbeeld is kalk dat oplost in zoutzuur. Hierdoor zijn
diverse gevelmaterialen zoals voegwerk en betonsteen, kwetsbaar voor dit
reinigingsmiddel. Bij straalmiddelen ligt het veel genuanceerder. Bijna elk
materiaal is wel te beschadigen als er met te hoge druk of te korte afstand
wordt gewerkt, zelfs met een relatief zacht straalmiddel. (figuur 4). Figuur 6
geeft een overzicht van technieken die, mits vakkundig uitgevoerd, in prin-
cipe geschikt zijn voor de genoemde ondergronden.
Stap 3 ? Vastleggen van de uitgangssituatie
Om discussie achteraf te voorkomen is het raadzaam de uitgangssituatie
goed vast te leggen. De opdrachtgever zal voorafgaand aan de reiniging
duidelijk moeten uitspreken welke verwachting hij heeft. Figuur 5 toont een
voorbeeld van een zwarte gevel, het Trippenhuis in Amsterdam; als dit
gebouw gereinigd zou worden, verwacht de opdrachtgever misschien een
mooi, egaal lichtgeel gebouw te krijgen, maar aangezien de gevel nu niet
egaal van kleur is, zal dat dit na reiniging waarschijnlijk ook niet het geval
zijn. Ook schade aan geveldelen dient voorafgaand vastgelegd te worden
om te voorkomen dat na reiniging discussie ontstaat over wie deze bescha-
digingen heeft veroorzaakt.
Stap 4 ? Keuze mogelijke reinigingstechnieken
Op basis van de twee tabellen (figuur 3 en 6) kan een selectie worden
gemaakt van reinigingstechnieken die de vervuiling kunnen verwijderen en,
bij vakkundige uitvoering, geen schade aan de ondergrond veroorzaken.
Welk resultaat met deze techniek verkregen kan worden zal echter in prak-
tijk getest moeten worden aan de hand van proefvlakken. Bij de keus wel-
ke technieken bij de proefvlakken gebruikt gaan worden spelen natuurlijk
nog andere aspecten een rol.. Te denken valt hierbij aan kosten, plaatse-
lijke omstandigheden en eerdere ervaring met bepaalde reinigingstechnie-
ken of ?bedrijven.
Stap 5 ? Proefvlakken
De proefvlakken dienen zo gekozen te worden dat ze representatief zijn
voor de gevel. Figuur 7 toont twee proefvlakken op baksteenmetselwerk.
Beide vlakken zijn groot genoeg om ze te reinigen zoals dat in praktijk
gebeurt en om een goed beeld te krijgen hoe de gevel er na reiniging uit-
ziet.
Stap 6 ? Evaluatie van de proefvlakken
Om te kunnen beoordelen welke reinigingstechniek het beste resultaat
geeft, dienen de proefvlakken ge?valueerd te worden op de volgende drie
aspecten:
x reinigend effect
x directe schade
x indirecte schade
Het reinigend effect kan veelal met het blote oog worden beoordeeld,
waarbij het gewenste uiterlijk een belangrijk aspect is. De opdrachtgever of
eigenaar van het gebouw zal hier een duidelijke stem in hebben. Directe
schade is schade aan het gevelmateriaal die tijdens het reinigen ontstaat.
4 5
Schade aan het voegwerk en oppervlak van de bakstenen als gevolg van reiniging
met straalmiddel.
TNO
Trippenhuis in Amsterdam.
TNO
cTomas J. Wijffels
Tomas Wijffels is werkzaam bij TNO
Bouw en Ondergrond. Het artikel is
geschreven in opdracht van SBR.
Reinigen in stappen
16 c Vitrine
Hierbij valt te denken aan putjes in het oppervlak bij straaltechnieken, deels
verwijderd voegwerk of opgeloste kalkhoudende materialen. Ook verlies
van materiaal aan het oppervlak is een vorm van directe schade.
Indirecte schade is schade die pas ontstaat na verloop van tijd, maar die
wel het directe gevolg is van de reiniging. Zo heeft gevelreiniging vaak een
toename van de waterindringing tot gevolg. Een hoger vochtgehalte in de
gevel kan weer leiden tot vochtdoorslag, vorstschade en zoutschade. Het
risico op indirecte schade is het groots bij reiniging van monumenten.
Stap 7 ? Keuze reinigingstechniek en vastlegging van de uitvoering
Op basis van de proefvlakken wordt de definitieve techniek gekozen. Om
tot een vergelijkbaar resultaat te komen zal vastgelegd moeten worden hoe
de proefvlakreiniging precies is uitgevoerd Bij het gebruik van een che-
misch reinigingsmiddel zal bijvoorbeeld afgesproken moeten worden met
hoeveel reinigingsmiddel en met welke verdunning gewerkt wordt. Bij
straaltechnieken is het toegepaste straalmiddel, de druk en de afstand van
belang voor het resultaat.
Stap 8 ? Uitvoering en monitoring
Tijdens de uitvoering is het uiteraard raadzaam te monitoren of er gewerkt
wordt volgens de afspraken. Het proefvlak kan tijdens de uitvoering steeds
als referentie gebruikt worden. b Leestip
De vraag hoe een gevel gereinigd moet worden is niet altijd eenvoudig te beantwoor-
den, dat mag duidelijk zijn. De aard van de vervuiling, het materiaal en de omvang
van een gebouw zijn bepalend voor de juiste keuze van de methode. De onlangs
uitgekomen SBR-publicatie `Gevelreiniging' geeft een helder overzicht van de ver-
schillende soorten vervuiling, de reinigingsmethoden, de aandachtspunten en veel
voorkomende problemen. Gevelreiniging is de vierde uitgave in de Praktijkserie Ge-
vels van SBR en is voor 29,00 te bestellen via www.sbr.nl.
7
6
Twee proefvlakken op een metselwerk gevel
Technieken die geschikt voor de verschillende ondergronden, waarbij de kans op schade aan de ondergrond minimaal is
TNO/SBR
TNO
Reinigen in stappen
Reacties