De Rotterdamse woningcorporatie Havensteder heeft gekozen voor alternatief teamwork bij een groot onderhoudsproject van de wijk Schollevaar in Capelle aan den IJssel. Een gezamenlijke aanpak met externe partijen op basis van langetermijnvertrouwen. Het project levert naast veel werkplezier een aanzienlijke efficiëntieslag op.
renda special 2012/1project 49
De Rotterdamse woningcor-
poratie Havensteder heeft
gekozen voor alternatief
teamwork bij een groot
onderhoudsproject van de
wijk Schollevaar in Capelle
aan den IJssel. Een geza-
menlijke aanpak met externe
partijen op basis van lange-
termijnvertrouwen. Het
project levert naast veel
werkplezier een aanzienlijke
effici?ntieslag op.
capelle aan den ijssel
schollevaar
project
tekst tosca vissers
foto's ferrymen fotografie
renda special 2012/1 project50
De grootonderhoudswerkzaamheden die Havensteder voor de sociale
huurwijk Schollevaar nu uitvoert, bestaan uit het opknappen van circa
2450 woningen uit de jaren zeventig en tachtig. Het project wordt in
delen opgeleverd. De meeste woningen, zo'n 1950 in totaal, zullen
worden aangepakt door middel van ketenintegratie, iets wat Havensteder
al eerder met succes heeft toegepast op nieuwbouwprojecten. Of deze
vorm van samenwerking zou werken voor een groot onderhoudsproject,
werd de nieuwe uitdaging voor de Rotterdamse woningcorporatie.
DE opDRaCHt
WoontEam+
Om de ketenintegratie bij dit grootonderhoudsproject in goede banen te
leiden, heeft de corporatie een speciaal Woonteam+ samengesteld.
Woonteam+ is een ketensamenwerking van Ballast Nedam Bouw &
Ontwikkeling West, en ketenpartners Giesbers & Van der Graaf, verwar-
ming- en ventilatie-installateur, Electro Groeneweg, Installatiebedrijf
Werkendam voor het loodgieterswerk, en TimmerSelekt Doornenbal
BV. Jeroen Theuns van Havensteder is projectmanager van het Woon-
team+. Hij schetst de wijk in Capelle aan den IJssel als een groene wijk
uit de jaren zeventig en tachtig, met een voor die tijd typische platte-
grond van woonerven en waterpartijen, waarin meergezins- en eenge-
zinswoningen versnipperd liggen aan hofjes en slingerende straten.
Geen strakke rijtjes dus. "Schollevaar is een wijk die destijds snel werd
opgebouwd. Maar de bouw van toen geeft nu condensproblemen, de
isolatie was veel minder en de afwerking van een aantal balkons en gale-
rijen zorgden voor lekkages. Kortom: problemen die eigenlijk nooit
structureel zijn opgelost. De conditie van de woningen en woonomge-
ving verslechterde aanzienlijk door de jaren heen", legt Theuns uit.
Enkel glas in aluminium kozijnen en ge?soleerde daken voldeden allang
niet meer aan de heersende woonnormen van tegenwoordig. Theuns
legt uit dat v??r 2002 onduidelijk was wat er met Schollevaar moest
gebeuren. "Voor de wijk werden grootscheepse herstructureringsplan-
nen opgesteld met als gevolg dat kleinschalige plannen, zoals het plan-
matig onderhoud, voortdurend werden uitgesteld", zegt hij. Ondertus-
sen groeide de behoefte om het achterstallig onderhoud flink aan te
pakken. Klachten van bewoners werden ad hoc opgelost, zonder vast-
gesteld plan of project. In 2006 werd met het vaststellen van het Stra-
tegisch Voorraadbeleid door Havensteder besloten om de woningen in
Schollevaar weer leefbaar te maken en ze met een grootonderhouds-
traject grondig aan te pakken. "Omdat het een groot aantal woningen
betreft, wilden we het liefst een continu proces van aanpak", vertelt
Theuns. "Als het ene project is afgerond, moet vrijwel direct het
volgende project starten. Op deze manier kunnen woningen op een
ideale manier onderhouden worden en lukt het ons ook om elk jaar
circa 400 woningen af te ronden."
pIlotpRoJECtEn
Het principe van ketenintegratie sloot naadloos aan op deze aanpak. In
2009 startte Havensteder met pilotprojecten in de wijk. "Aan de hand
van deze eerste projecten, die via de markt zijn aanbesteed, hebben
we een overzicht kunnen maken van wat er nu precies aan de woning
mankeerde, wat eraan moest gebeuren en hoeveel die onder-
houdsingreep dan zou kosten", verklaart de projectmanager. "Die
pilots hebben ertoe bijgedragen dat we budgetten kunnen vaststellen
voor het opknappen van een eengezins- en een meergezinswoning.
Die gegevens zijn uiteindelijk toegepast op het totaal van 2450 wonin-
gen in de wijk. Pas na de oplevering van de pilotprojecten in 2010 zijn
we met de ketenintegratie gestart." Volgens planning zullen in 2014
renda special 2012/1project 51
alle woningen verbeterd zijn. Badkamers, keukens en toiletten worden
meestal vervangen en alle woningen krijgen nieuwe gevelkozijnen en
veelal nieuwe voordeuren. Ook wordt het schilderwerk aan de buiten-
kant grondig aangepakt. Bij een aantal woningen wordt de buitengevel
van nieuwe bekleding of nieuw voegwerk voorzien als dat nodig blijkt,
de platte daken worden bijge?soleerd en de dakbedekking, dakgoten
en regenafvoerpijpen worden waar nodig vervangen. Tot nu toe zijn er
vier deelprojecten opgeleverd. Begin 2012 zijn twee nieuwe deelpro-
jecten gestart.
KEnnIS In DE WIJK
Volgens Theuns is ketensamenwerking een mooie manier van projec-
tongebonden samenwerken om snel het woningenbezit op orde te
krijgen. "Het is een ideaal proces. Door jarenlang samen met gelijkge-
stemde partners aan projecten te werken, raken de teams goed op
elkaar ingewerkt. De klus blijft bij de aannemer, die op deze manier
ook jarenlang betrokken blijft en er dus alles aan doet om de woningen
in optimale conditie op te leveren", aldus de projectmanager. De voor-
delen van ketensamenwerking ten opzichte van een aanbesteding zijn
volgens Theuns eenvoudig op te sommen. "Effici?ntere manier van
werken, snelle beslissingen kunnen nemen, en de mogelijkheid tot
samenwerken met goed opgeleide teams die exact op de hoogte zijn
van wat er in de wijk speelt en die weten wat er in de toekomst moet
gebeuren. Je wilt als opdrachtgevende woningcorporatie commitment
van de aannemer en de zekerheid dat een bepaald kwaliteitsniveau
gehandhaafd blijft", merkt hij op. "Ook is het van belang dat kennis
over het project binnen het team en in de wijk blijft. Zo valt de nazorg
van het project onder de hoede van Bouwborg, een dochterbedrijf van
Ballast Nedam. Het is een langetermijnvisie waarvan we inmiddels vele
vruchten hebben geplukt."
QuICK WInS
De vraag die iedereen hem stelt, is of deze vorm van grootonderhoud
uitvoeren vele malen duurder uitpakt dan een aanbesteding. "Uiteraard
blijven kosten een belangrijk onderdeel van elk project. Maar we maken
met z'n allen de denkfout dat het bij projecten alleen maar om de euro's
gaat. Quick win is ook dat het werk in ketenintegratie goedkoper is en
geld dat `over' blijft direct weer in het werk besteed wordt', zegt
Theuns. "Quick wins zitten wat ons betreft ook in het feit dat bij dit
project huurders snel gehoord worden bij klachtenafhandelingen. Zij
kunnen direct bij de aannemer aankloppen met hun vragen. De aanne-
mer zit immers met zijn uitvoerders al jaren in de wijk en vormt een
gemakkelijk aanspreekpunt voor de bewoners." Winst zit wat Theuns
betreft ook in de continu?teit die ??n aannemer met zich meebrengt.
"Als aannemers voortdurend afwisselen in een wijk heb je elke keer
weer opnieuw opstartkosten en kosten voor het afvoeren van materi-
eel. Dat loopt snel op als er elke keer een nieuwe aannemer aan de
slag gaat. Bij ??n aannemer kan het materieel snel van de ene straat
naar de andere worden verplaatst om ingezet te kunnen worden."
Daarbij komt ook dat aannemers duiken in prijzen, wat het project vaak
niet ten goede komt, vindt de projectmanager van Havensteder. "Je
krijgt als opdrachtgever eigenlijk niet echt wat je wilt. Ondanks deze
crisistijden van snelle winst en lage aanneemsommen, is het maar de
vraag of je op die manier de kwaliteit haalt die je voor ogen hebt. Ik
denk dat het per saldo meer geld zal kosten, achteraf bekeken. Keten-
integratie betekent voor dit project ook dat de huurders al vanaf het
eerste uur betrokken zijn. We hebben ze gevraagd wat zij graag anders
willen in en aan hun woning. Blije en tevreden huurders blijven namelijk
langer in hun woning wonen en willen niet verhuizen. Dat pakt voor een
corporatie weer gunstig uit omdat deze geen mutatieproces op gang
hoeft te zetten en nieuwe huurders hoeft te zoeken", zegt Theuns.
langEtERmIJnSafSpRaKEn
Ondanks dat corporaties lange tijd weinig op hadden met een langeter-
mijnvisie en langetermijnafspraken, ziet Theuns juist veel voordeel in de
nieuwe visie, die door ketenintegratie wordt be?nvloedt. "Ondanks het
zware krachtenveld waarin corporaties verkeren, zie je binnen de orga-
nisatie vaker een nieuwe lichting van medewerkers ontstaan. Jongelui
en mensen jong van geest, die snel en daadkrachtig aan het werk gaan
en de voordelen inzien van het organiseren van projecten op basis van
langetermijnsamenwerking. Ze willen vernieuwen en daarbij vind je in
veel gevallen een langetermijnvisie terug", constateert hij.
DE uItvoERIng
DE aannEmER
Ingrid Ohlsen, senior projectleider bij Ballast Nedam Bouw & Ontwik-
keling, begeleidt de uitvoering van het grootonderhoud in Schollevaar.
De grootonderhoudswerkzaamheden die
Havensteder nu uitvoert, bestaan uit het
opknappen van circa 2450 woningen uit
de jaren zeventig en tachtig. Het project
wordt in delen opgeleverd.
Alle 2450 woningen krijgen
nieuwe gevelkozijnen en
veelal nieuwe voordeuren.
renda special 2012/1 project52
Ook voor haar was ketensamenwerking nieuw. Na twaalf jaar ervaring
als projectleider is Ohlsen gewend dat projecten op de traditionele
manier worden aanbesteed. Ketenintegratie houdt volgens haar in dat
aannemer en opdrachtgever nauw met elkaar samen moeten werken.
Havensteder heeft bij de keuze voor de projectleider voor de uitvoe-
ring naast deskundigheid en ervaring, ook nadrukkelijk gekeken naar
dat aspect. "Grappig is dat ik voor deze functie een heus sollicitatie-
gesprek heb gevoerd", herinnert Ohlsen zich. "Ze kozen uiteindelijk
voor Ballast Nedam en voor mij." Ketensamenwerking was nieuw voor
de projectontwikkelaar, maar vanuit de beide directies, ook bij Haven-
steder, werd wel bepaald dat het alle aandacht verdiende en beide
bedrijven hebben een persoon aangesteld voor de procesbegeleiding.
Voor Schollevaar is een speciaal comit? Havensteder-Ballast samen-
gesteld, waaraan in totaal vijf ketenpartners deelnemen.
pRoCESmanagEmEnt
Als afgevaardigde procesmanager van Ballast Nedam, werd Ilse Brou-
wers verantwoordelijk voor Schollevaar als manager ketensamenwer-
king. Naast de begeleiding van de keten kreeg zij eveneens de taak
om intern een breder draagvlak te krijgen voor het begrip ketensamen-
werking. "Ketensamenwerking werkt alleen als de organisatie ervoor
openstaat." Brouwer legt uit dat het bedrijf het traditionele model van
gesplitste inkoop en calculatie al ruime tijd v??r de start van de keten-
integratie had losgelaten. "Er is bij ketensamenwerking geen afzonder-
lijke inkoop en calculatie noodzakelijk. Ketensamenwerking betekent
ook dat de ketenpartners zo vroeg mogelijk in de ontwikkelingsfase bij
het project betrokken moeten worden. Op deze manier wordt de
vakkennis van de ketenpartners optimaal benut. Het haalt het beste uit
de ketenpartners die je contracteert, omdat de verantwoordelijkheid
grotendeels bij de partner zelf ligt", zegt zij. Brouwers geeft toe dat in
deze crisistijd de ketenpartners niet de goedkoopste partijen zijn.
"Maar als een hoofdaannemer zijn onderaannemers vraagt om onder
de prijs te duiken, kan hij verwachten dat dit ten koste gaat van de
kwaliteit. Of het kan dat er een lijst van meerwerken ontstaat na
contractvorming, of dat afspraken toch minder goed worden nageko-
men dan verwacht. Toegevoegde waarde zit bij ketensamenwerking
niet in de laagste kostprijs, maar in het beste product voor de beste
prijs, in een gedegen plan met weinig financi?le risico's door een
goede afstemming in het voortraject ?n door het nakomen van
gemaakte afspraken", legt Brouwers uit.
KRItISCH
Ohlsen vertelt dat zij aan het begin van de werkzaamheden een groot
deel van haar tijd kwijt was met het bestuderen van het fenomeen
ketenintegratie. "Als werk wordt aangenomen, is het gebruikelijk dat
je eerst bekijkt welke aannemers worden ingezet. Belangrijke expo-
nenten zijn cijfers, offertes en prijsaanbiedingen. Bij ketenintegratie is
een aantal onderaannemers zelf de geselecteerde ketenpartner. Bij de
keuze voor onderaannemers, zoals installateur en kozijnenfabrikant,
gaat het sterk om wie het beste overkomt. Collectief wordt dan beslo-
ten wie als nieuwe ketenpartner aan tafel mag schuiven. Natuurlijk
blijven kosten een belangrijk uitgangspunt", geeft Ohlsen toe. "Maar
kosten zijn niet meer het leidende argument bij keuzes. Zaken als
betrouwbaarheid en transparantie zijn bijvoorbeeld net zo doorslagge-
vend voor partners om samen te willen werken. Dat geldt niet alleen
voor het product op dat moment, maar ook voor wat een partij in het
renda special 2012/1project 53
verleden heeft gepresteerd. Dus hoe kritisch hij is en hoe hij samen-
werkt en meedenkt over duurzame, goedkopere of alternatieve
producten, over nazorg en klantgerichtheid. Zaken die bij grootonder-
houd zeer belangrijk zijn," zegt Ohlsen. "Een van de ketenpartners is
de kozijnenfabrikant Doornenbal, die een complete nieuwe pui inclusief
het glas en deuren aanlevert en de oude pui vervangt."
WERKplEzIER
Theuns en Ohlsen werken intensief samen aan het Schollevaarproject
en wandelen regelmatig bij elkaar binnen op kantoor. Die korte lijnen
zijn nodig om gezamenlijk besluiten te kunnen nemen en dat maakt het
samenwerken ook erg plezierig. "Alles gaat in overleg, keuzes worden
samen gemaakt. We vullen elkaar ook aan. Jeroen (Theuns red.) is
minder goed bekend met inkopen en ik bereid hem daarin voor",
vertelt Ohlsen. "Gesprekken met partners duren langer, zeker voor de
eerste deelprojecten, en vinden vaker plaats dan we gewend zijn.
Geen enkele partner is echt al goed vertrouwd met ketenintegratie. Er
ontbreken nog duidelijke kaders of richtlijnen voor houvast, dus moet
er veel meer met elkaar afgestemd worden. Voorbereidingen kosten
daardoor wel meer tijd." Daar staat wel tegenover dat er een heel
andere verhouding is onder de betrokkenen, gebaseerd op een stevig
vertrouwen. "Je hebt niets te verbergen, alle mappen met informatie
en werkzaamheden zijn voor elkaar in te zien. Successen worden
elkaar ook gegund. Dat is volgens mij het grote verschil met de traditi-
onele manier van samenwerken in de bouw. En het werkt veel relax-
ter", besluit Ohlsen.
Toegevoegde waarde zit bij ketensamen-
werking niet in de laagste kostprijs, maar
onder andere in het beste product voor
de beste prijs, en in een gedegen plan
met weinig financi?le risico's, volgens
procesmanager Ilse Brouwers.
Bij een aantal woningen worden de platte
daken bijge?soleerd en de dakbedekking,
dakgoten en regenafvoerpijpen worden
waar nodig vervangen.
KEtEnIntEgRatIE
De theorie
Ruben Vrijhoef promoveerde eind 2011 aan de TU Delft op
het onderwerp ketenintegratie in de bouw. Hij onderzocht
welke lessen en bijbehorende voordelen ketenintegratie
vanuit andere sectoren voor de bouw kunnen opleveren. Het
begrip is uiteraard niet nieuw. Immers, betere samenwerking
ontstaat meestal als partijen in een hecht teamverband
kunnen en willen samenwerken. Communicatie blijft het sleu-
telwoord. Hoe beter men elkaar begrijpt, hoe succesvoller het
project verloopt. Met ketenintegratie wordt dus een eeuwen-
oud begrip nieuw leven ingeblazen.
Vrijhoef stelt vast dat ketenintegratie is gericht op het leveren
van een gezamenlijk product op een gezamenlijke markt aan
een gezamenlijke klant via een gezamenlijk proces. "Ketenin-
tegratie is geen doel op zich. Het moet leiden tot structureel
betere prestaties in tijd, geld en kwaliteit. Dat impliceert dat er
structurele maatregelen en investeringen worden gedaan om
als ketenpartijen gezamenlijk te verbeteren. De basis daar-
voor is strategische samenwerking. Een ketenstrategie is dus
niet meer, maar ook niet minder dan een optelsom van de
eigen bedrijfsstrategie, toeleveringsstrategie en marktstrate-
gie, waarbij de keten als ??n organisatie moet worden gezien.
Want," zo citeert Vrijhoef de tegeltjeswijsheid van Loesje,
"waarom moeilijk doen als het samen kan?"
Gelijke belanGen
Ketenintegratie probeert een structurele oplossing te bieden
voor de fragmentatie van de bouwketen, waarmee faalkosten
gereduceerd kunnen worden. "Ketenintegratie kan ook het
ontwikkeltraject aanzienlijk versnellen. Een belangrijke zoek-
richting is de fragmentatie van de keten te verminderen door
belangen gelijk te richten en processen op elkaar af te stem-
men. Grote opdrachtgevers zoals woningcorporaties kunnen
een strategische samenwerking met uitvoerende partijen op
poten zetten, om samen tot een beter resultaat te komen.
Niet alleen door anders en slimmer met elkaar te werken, of
op een cultuuromslag te vertrouwen. Maar vooral door uit te
gaan van een langdurige samenwerking, volledige transparan-
tie, integratie van processen, en het actief opdoen en te gelde
maken van leereffecten", aldus Vrijhoef.
Volgens Vrijhoef is ketensamenwerking niet mogelijk met de
huidige projectencultuur en het eindeloos uitbesteden in de
bouwketen. "Een belangrijke oplossing bestaat uit het doorbre-
ken van de vicieuze projectencirkel, waarin telkens opnieuw
projecten worden opgestart met compleet nieuwe samenstel-
lingen van partijen. Ketenintegratie vereist een projectongebon-
den visie en een hoog niveau van gemeenschappelijk onderne-
merschap en zakelijk vertrouwen. Vanuit corporaties bezien zijn
bouwbedrijven meestal de meest logische partners om ketenin-
tegratie mee te starten", stelt Vrijhoef.
Bron: Ketenintegratieprogramma, Ruben Vrijhoef en Jurgen Wicherson,
Kenniscentrum CPI, TU Delft.
Reacties