Midden in de Amsterdamse Jordaan ligt aan de Tuinstraat een hofje verscholen. In opdracht van het bestuur van Stichting Het Hofje De Zeven Keurvorsten heeft woningcorporatie Ymere het deel van de woningen dat werd gebouwd in 1775 gerenoveerd. Niet alle ambities konden worden verwezenlijkt, vanwege de strenge regelgeving van de dienst Monumentenzorg van de gemeente Amsterdam.
nr 1 2013 project26
Midden in de Amsterdamse
Jordaan ligt aan de Tuin-
straat een hofje verscholen.
In opdracht van het bestuur
van Stichting Het Hofje De
Zeven Keurvorsten heeft
woningcorporatie Ymere
het deel van de woningen
dat werd gebouwd in 1775
gerenoveerd. Niet alle ambi-
ties konden worden verwe-
zenlijkt, vanwege de strenge
regelgeving van de dienst
Monumentenzorg van de
gemeente Amsterdam.
amsterdam
tuinstraat
project
tekst wilbert leistra
foto's karin stroo
nr 1 2013project 27
`Die gene, aan dewelke inwoning op het Hofje vergund wordt, zal
moeten zyn Roomsch Katholyk, en boven de vyftig jaren oud; zy zal
hare Doopcedul moeten vertoonen, en eene Verklaring van haar goed
gedrag, ondertekend door den Pastoor waaronder zy behoort'. Deze
tekst is artikel 1 uit het reglement van het Hofje, genaamd De Zeven
Keurvorsten In de Tuinstraat, zoals te lezen in de toegang van het hofje.
Het reglement ? `dat een ieder stiptelyk hebben na te komen volgens
de Onderstaande Artikelen' ? stamt uit de negentiende eeuw, maar de
oudste woningen in het hofje, die aan de straatzijde, zijn vermoedelijk al
in 1645 gebouwd. In 1775 werd het hofje uitgebreid met de bouw van
nog eens zeven kleine huizen aan het binnenterrein. Deze huizen zijn
onlangs door woningcorporatie Ymere in opdracht van eigenaar Stich-
ting Het Hofje De Zeven Keurvorsten gerenoveerd.
OASe
Eenmaal door de poort kom je in het hofje dat normaal gesproken aan
het zicht is onttrokken. Het is een oase van rust, zoals een van de
bewoonsters het omschrijft, ondanks de centraal gelegen locatie in de
Amsterdamse binnenstad. "Bijna niet voor te stellen dat hier vroeger
bijna veertig vrouwen gelijktijdig woonden", zegt Ella van den Bergh,
projectmanager van woningcorporatie Ymere. "De woningen telden
amper vijftien vierkante meter, de toiletten bevonden zich op het
middenterrein en de vrouwen wasten zich met water uit de pomp, ook
gelegen in het hofje. Helaas is die niet behouden gebleven."
De Amsterdamse Jordaan is de bakermat van de sociale woningbouw,
aldus Andr? Bakker. De communicatieadviseur van Ymere wijst op de
vele plaquettes aan de gevels. "De filantropische insteek van de
gegoede families heeft met name in de Jordaan gezorgd voor onderdak
voor de sociaal zwakkeren in de samenleving. Voordat begin vorige
eeuw de Woningwet werd aangenomen, was dat vrijwel de enige
manier voor arme mensen om een dak boven hun hoofd te krijgen. Wij
zijn als woningcorporatie sterk verbonden met deze buurt, want we
hebben ??n op de vier woningen in onze portefeuille."
Het Hofje De Zeven Keurvorsten prijkt niet op de lijst van bezittingen
van Ymere. Toch voelde de woningcorporatie het een beetje als haar
plicht om ervoor te zorgen dat het hofje behouden blijft. "Daarom zijn
we in 2009 een partnerschap aangegaan met het bestuur van het hofje.
Op verzoek van dit bestuur hebben we de renovatie uitgevoerd en
zullen we ook zorg dragen voor het beheer", legt Bakker uit.
MONuMeNTAAl KArAKTer
Ieder huisje van de achterste rij van het hofje, bestond na de renovatie-
ingreep in de jaren zeventig van de vorige eeuw uit een boven- en bene-
denwoning. Van de zeven woningen aan het binnenterrein zijn vier
woonruimten gemaakt. "De woningen zijn naar een ontwerp van Archi-
volt Architecten gerenoveerd en samengevoegd, met veel respect voor
het monumentale karakter", vertelt Van den Bergh. De projectmanager
vervolgt: "De woningen zijn gemoderniseerd, onder meer door het
installeren van cv, het aanbrengen van een nieuwe badkamer en het
plaatsen van een nieuwe keuken. Daarnaast is de achtergevel van de rij
huizen ge?soleerd, net als de vloer van de zolder. De ramen hebben
extra isolatie gekregen doordat er aan de binnenkant een voorzetraam
is geplaatst."
De aanpak van de ramen bleek een verhaal apart te worden. "Je hebt
te maken met een rijksmonument", legt Bakker uit. "Dat houdt in dat je
voor elke ingreep een aparte vergunning nodig hebt. Om die vergunnin-
gen te krijgen, moeten erg lange procedures worden gevolgd; vaak
moet je drie maanden of zelfs langer wachten op een oordeel." Volgens
zijn collega Van den Bergh is elk ruitje apart onderzocht. "De woningen
zijn allemaal voorzien van enkel glas. Ieder ruitje is onderzocht op dikte
van het glas en of het op een bepaalde manier was gebold. Dat geeft
een indicatie van de ouderdom van het glas. De conclusie was dat het
glas stamde uit een periode van v??r 1928, hetgeen tot gevolg had dat
we er niets aan mochten veranderen. Een flinke streep door de reke-
ning, want met het plaatsen van dubbel glas en goed ge?soleerde kozij-
nen hadden we een grotere energiebesparing kunnen bereiken dan met
de voorzetramen die nu zijn toegepast. Bovendien is het systeem niet
echt gebruiksvriendelijk, want voordat het raam opengezet kan worden,
moeten de voorzetramen eerst worden weggenomen door twee klem-
men los te draaien."
Een grotere isolatiewaarde had ook kunnen worden bereikt met behulp
van een voorzetwand die aan de binnenkant van de woning werd
geplaatst. "Dat was inderdaad onze wens," verklaart Van den Bergh,
"maar daar werd geen vergunning voor verleend. Het zou technisch
gezien niet kunnen, omdat de originele plafondbalken dan deels aan de
koude buitenmuur zouden grenzen en een deel aan de warmere binnen-
zijde achter de voorzetwand. Dit temperatuurverschil zou kunnen
zorgen voor condensvorming in en op de balk, met rotting als gevolg."
"Dit soort klussen,
dat zijn de juweeltjes,
de pareltjes"
Bert Tervoort, hoofdopzichter Ymere in `Een Vorstelijke renovatie'
"Mag je wonen in
een hofje, dan bof je"
Rose, bewoonster van het hofje in `Een Vorstelijke renovatie'
"De staldeuren zijn
prachtig opgeknapt,
maar omdat ze erg
oud en krom zijn,
bleek het erg moeilijk
om ze passend te
krijgen zodat er geen
tocht zou ontstaan",
aldus Van den Bergh.
nr 1 2013 project28
GeMeeNTe
Met enigszins spijt in haar stem verklaart Van den Bergh dat de renova-
tie slechts een marginale labelverbetering tot gevolg heeft gehad; van
energielabel G naar F. Zij wijt dat aan de starre houding van de
gemeente Amsterdam. "Zo'n twintig tot dertig jaar geleden was de
dienst Monumentenzorg van de gemeente veel soepeler als het ging
om renovatie van monumenten om de panden te kunnen behouden.
Sinds de binnenstad vijf jaar geleden op de Werelderfgoedlijst van
Unesco is beland, is het beleid radicaal omgeslagen. De monument-
waarde van een pand gaat voor alles. De behoudende koers van de
gemeente gaat ten koste van andere ambities. Denk aan duurzaamheid
of levensloopbestendigheid. Terwijl je juist in deze tijd zou verwachten
dat de gemeente ook met een soort duurzaamheidsvergunning zou
moeten komen waaraan een renovatie-ingreep zou moeten voldoen",
aldus de projectmanager.
Bakker legt uit in welke spagaat de woningcorporatie zich bevindt.
"Ymere heeft relatief veel monumentaal bezit dat door de strenge
regels van Monumentenzorg niet voldoende kan worden aangepakt om
de ambitie van energieneutraal in 2020 te halen. Dit moeten we dus
compenseren met nieuwbouw. Binnenstedelijk is dit echter vrijwel
onmogelijk. We krijgen namelijk geen sloopvergunning. De politiek
heeft slechts ??n boodschap: maak gebruik van de bestaande bouw.
Dit betreft veelal woningen met een kleine beukmaat die niet voldoen
aan de huidige woonwensen van mensen. Ik pleit zeer zeker niet voor
sloop van monumenten, maar de buurten in de binnenstad kennen
genoeg woningen en panden die heus niet zo bijzonder zijn dat ze per
se behouden moeten blijven. Wij willen echt wel voldoen aan onze
maatschappelijke plicht om in 2020 een voorraad te hebben die zo veel
mogelijk energieneutraal is, maar de gemeente mag ons wel wat meer
tegemoet komen", luidt zijn pleidooi.
WeNSeN
De bewoners van het hofje hebben voor de renovatie hun wensen
kenbaar kunnen maken. Zo had een stel dat in twee aparte woningen
woonde, de wens dat bij het samenvoegen van de woningen een
badkamer met ligbad werd aangelegd, zo vertelt projectmanager Van
den Bergh. "We hebben aan die wens voldaan, maar ik kan niet zeggen
dat de bewoners er tevreden mee zijn, want ze zijn niet teruggekeerd
op het hofje. Ze woonden al twintig jaar aan de Tuinstraat, maar de
wisselwoning die we beschikbaar hadden gesteld, beviel hen zo goed
dat ze daar wilden blijven. Aan de ene kant begrijp ik dat wel, want daar
hebben ze een eigen dakterras, terwijl de buitenruimte hier in het hofje
gezamenlijk moet worden gedeeld. Maar toch blijft het jammer dat je
een woning op de wensen van de bewoners afstemt, terwijl die bewo-
ners ten slotte niet terugkeren."
Benieuwd naar de film
over de renovatie van het
hofje? Scan hier de code
of ga naar www.renda.nl/
webtv voor `Een Vorste-
lijke renovatie'.
www.renda.nl
"Het is een luxe waar
ik nog even aan moet
wennen, maar waar
ik heel blij mee ben"
Peggy de Rijke, bewoonster van het hofje in `Een Vorstelijke renovatie'
Het hofje is een oase
van rust, ondanks de
centraal gelegen
locatie in de Amster-
damse binnenstad.
nr 1 2013project 29
Dit verhaal ging volgens Van den Bergh ook op voor de enige woning
die `klein' was. "In de hoek van het hofje ligt een halve woning, oftewel
een woning zonder aparte woonkamer op de begane grond. De
bewoonster wilde graag dat de originele keuken behouden bleef. Daar
hebben we zelfs door een truc handig rekening mee gehouden", lacht
de projectmanager. Ze doelt op het probleem dat zich voordeed met
het aanbrengen van de nieuwe riolering voor de badkamer. "We wilden
de riolering onder de vloer aanbrengen, maar dat bleek niet mogelijk.
Daarom hebben we de leiding op de vloer achter het keukenblok
weggewerkt met als bijkomend voordeel dat het keukenblok werd
verhoogd naar de huidige standaard. Maar helaas is deze bewoonster
ook niet teruggekeerd."
VrOuWeN
Cornelis Martenszoon Pronck had bij het stichten van Het Hofje De
Zeven Keurvorsten bedacht dat de `oudere rooms-katholieke vrouwen
van onbesproken gedrag' er gratis konden wonen. Verhoging van de
onroerendgoedbelasting noopte de familieleden van de stichter om in
1739 huur te vragen. De woningen die nu door Ymere zijn aangepakt,
waren betiteld als `de beste en mooiste woningen' waardoor de huur
acht stuivers voor de benedenwoningen betrof, terwijl voor de kamer-
tjes erboven de helft moest worden betaald. De renovatie heeft er
volgens Van den Bergh voor gezorgd dat bijna drie eeuwen na de stich-
ting van het hofje de woningen nog steeds bereikbaar zijn voor de
oorspronkelijke doelgroep. "Dan hebben we het over de minder kapi-
taalkrachtigen, want bepalingen uit het oorspronkelijke reglement als
dat de woningen alleen voor rooms-katholieke vrouwen van onbespro-
ken gedrag beschikbaar zijn, gelden tegenwoordig niet meer. We
hadden extra punten kunnen rekenen omdat het hier een monument
betreft, maar wij vinden het als woningcorporatie belangrijker dat de
woningen betaalbaar blijven voor mensen die in de sociale sector
moeten huren. Daarom ligt de gemiddelde huur voor een woning hier
op ongeveer 620 euro. Niet slecht voor hartje Jordaan, zou ik zeggen."
KrOONlANTAArNS
De witte was ligt te drogen op de twee veldjes, een aantal vrouwen
haalt water bij de pomp in het hofje, weer anderen komen terug van de
winkel waar ze warm water hebben gekocht. Zo maar een voorstelling
van hoe het leven er zo'n drie eeuwen geleden uitgezien moet hebben
in Het Hofje De Zeven Keurvorsten. De bleekveldjes hebben plaatsge-
maakt voor bloembedden en een aantal bomen. De waterpomp is in de
loop der jaren verdwenen. Wat is gebleven, zijn de staldeuren bij de
ingang van de woningen. Deze zorgden voor heel wat denkwerk en
vakinzicht, aldus Van den Bergh. "Ze zijn werkelijk prachtig opgeknapt,
maar omdat ze erg oud en krom zijn, bleek het erg moeilijk om ze
passend te krijgen zodat er geen tocht zou ontstaan. Dit is helaas niet
gelukt, waardoor er tochtstrips zijn geplaatst. Dit is typisch een geval
dat je het met alle moderne middelen toch nog verliest van het oude
gebouw", glimlacht ze.
Om de sfeer van vroegere tijden nog wat terug te laten komen, zijn er
twee kroonlantaarns geplaatst. "De lantaarns zijn uit 1883 en hebben
nog tot 1917 op de Westermarkt gestaan. Dankzij de inzet van het
Amsterdams Kroonlantaarn Comit? zijn deze zeer verantwoord gere-
construeerd. Fraai detail is dat de lantaarns zijn voorzien van de kroon
van de verderop gelegen Westerkerk. Een mooi historisch overblijfsel in
een historische omgeving, maar net als de woningen aangepast aan de
moderne tijd. Want daar waar het eerst gaslantaarns waren, brandt nu
een spaarlamp", besluit Bakker lachend.
"Er is een pareltje
bijgekomen"
Guido Frankfurther, Amsterdams Kroonlantaarn Comit?
in `Een Vorstelijke renovatie'
De renovatie heeft ervoor gezorgd dat bijna
vier eeuwen na de stichting van het hofje de
woningen nog steeds bereikbaar zijn voor
minder kapitaalkrachtigen.
Reacties