Voor een woningcorporatie is het grootste probleem bij de realisatie van kwaliteitsaanpassingen de tegenwerking vanuit de bewoners door het gebrekkig betrekken van bewoners bij de plannen. Op een of andere manier slagen ze er niet in om voor bewoners aantrekkelijke aanbiedingen te doen, of dat nu gelegen is in de weg er naartoe of het aanbod op zich. Met andere woorden, je komt er niet door te denken dat je weet wat goed is voor de bewoner. Je zult op een of andere manier moeten voelen wat de bewoner bezighoudt of beweegt. Met technische uiteenzettingen of uitgebreide procedures alleen weet je de bewoner niet te bereiken.
renda special 2011/2 programma14
Voor een woningcorporatie
is het grootste probleem bij
de realisatie van kwaliteits-
aanpassingen de tegenwer-
king vanuit de bewoners
door het gebrekkig betrek-
ken van bewoners bij de
plannen.1
Op een of andere
manier slagen ze er niet in
om voor bewoners aantrek-
kelijke aanbiedingen te
doen, of dat nu gelegen is in
de weg er naartoe of het
aanbod op zich. Met andere
woorden, je komt er niet
door te denken dat je weet
wat goed is voor de bewo-
ner. Je zult op een of andere
manier moeten voelen wat
de bewoner bezighoudt of
beweegt. Met technische
uiteenzettingen of uitge-
breide procedures alleen
weet je de bewoner niet te
bereiken.
een andere
opgave
tekst martin liebregts
programma
1 Conceptrapportage Doelgroepenonderzoek
Corporaties, renda, Busker, H. & Vogel J., USP
Marketing Consultancy, 27 oktober 2011.
renda special 2011/2programma 15
De tijden dat het paternalisme wist wat goed was voor het volk zijn
voorgoed voorbij. Er is meer nodig om het gewenste resultaat te berei-
ken. Hiervoor zijn twee invalshoeken van belang:
Meer oog hebben voor de woonervaring, met de bijbehorende
verhalen van de bewoners. Een nieuw aanbod moet op een of
andere manier hierin een plaats krijgen.
Ruimte zoeken om de oplossing zoveel mogelijk aan te laten sluiten
bij de wensen van de individuele bewoner (kwaliteit en tijd). En dan
gaat het niet om de bepaling van de kleur van de voordeur, want dat
is bijna symboolpolitiek.
Dus in essentie moet de opgave opnieuw geformuleerd worden. Het
gaat dan niet om de problemen die verband houden met tegenwerking
van huurders of met het betrekken van bewoners, maar om oog te
krijgen voor de vraag en behoefte van bewoners binnen verruimde
technische mogelijkheden. Dan is differentiatie of diversiteit niet een
kwestie van een kleurtje.
Paternalistische hOuding
Het is moeilijk om de houding los te laten dat je het bij voorbaat weet,
omdat je er zogenoemd voor gestudeerd hebt. Maar het gaat niet om
deskundigheid; het gaat om de behoefte van een bewoner en zijn
geschiedenis van het wonen. De paternalistische houding die in het
verleden sturend was bij sloop/nieuwbouw, speelt nu een rol bij aard,
omvang en moment van kwaliteitsaanpassing van bestaande wonin-
gen. Of bij de onderhoudsplanning, het strategisch voorraadbeleid of
? de droom van een bestuurder ? zeggen of er iets moet gebeuren.
Maar zo zit de wereld anno 2011 en 2012 niet meer in elkaar.
Eenzelfde houding is te zien bij de ideevorming over energiebespa-
rende maatregelen. Vanuit een beleid dat gebaseerd is op vele notities
en nog meer vergaderen, wordt er besloten tot energiebesparende
maatregelen. Met bijbehorende huurverhoging, want het is goed voor
het milieu en (misschien) op termijn voor de woonlasten. Als al de
vergaderaars individueel gevraagd wordt wat zij met hun eigen koop-
huis gedaan hebben, dan krijg je vaak een beschamend beeld; dat is
niets of nauwelijks iets als het om energiebesparing gaat.
Dit programma is geenszins een pleidooi om niets te doen, maar wel
een betoog om te beginnen met goed en zorgvuldig te luisteren naar
bewoners. Het gaat niet in eerste instantie om slimme procedures en
uitgekiende rekenmethoden, maar om een houding van luisteren naar
de behoeften en problemen van bewoners ten aanzien van comfort,
woonlasten en gebruik.
Verhalen in beeld
Op de koffie gaan bij bewoners is zo'n voorbeeld, waarbij vanuit een
corporatie gericht naar de verhalen van de individuele bewoner geluis-
terd wordt. Maar dit is slechts ??n van de vele vormen om de belevin-
gen en behoeften van bewoners boven tafel te krijgen. En het gevaar
van een model is dat het snel verwordt tot een trucje in plaats van een
uitdrukking van een houding. Het is de kunst om de kennis, ervaring
en wensen van bewoners helder te krijgen en weer te geven in
herkenbare verhalen.
De bewoner heeft de bestaande woning in de loop der tijd weten te
gebruiken, en heeft de mogelijkheden om het comfort van het wonen
te verbeteren als het ware op zijn eigen wijze benut door zelf aange-
brachte voorzieningen. Bewoners kennen als het ware de eigenheid
van de woning. Bij kwaliteitsaanpassing is het van belang dit gebrui-
kersverhaal te kennen en bij de aanpassing hier rekening mee te
houden. Het moet niet zo zijn dat je eerst als bewoner een cursus
moet volgen voordat je het vernieuwde huis kunt gebruiken en de
installatie, bij wijze van spreken, kunt bedienen.
De aanpassing van het comfort van de woning begint bij het nauwkeu-
rig vastleggen van de bestaande situatie en het gebruik ervan. Als
voorbeeld is te benoemen de bestaande ventilatievoorzieningen in de
woningen, zoals die dagelijks worden gebruikt. Hierbij moet duidelijk
worden wat bij dit gebruik minder optimaal is. Pas tegen de achter-
grond van het bestaande gebruik is het zinnig over de aangepaste
kwaliteit te communiceren. Ditzelfde geldt voor bestaande verwar-
mingsmogelijkheden en het bijbehorende energiegebruik als basis voor
de te nemen maatregelen.
Wat betreft energiebesparing en de bijbehorende verbetering van het
(thermisch) comfort, begint het nooit uitgebreid bij de situatie van de
bewoners. Het gaat vaak over algemeenheden, percentages,
toekomstscenario's en het milieu, maar niet zo dat het voor de indivi-
duele bewoner als iets herkenbaars voelt. Dus omdat de corporatie
een toekomst schetst, zal deze de huidige situatie nauwkeurig in beeld
moeten brengen. Dat vereist nauwkeurig kijken en registreren.
1900
huishoudens-
grootte
plattegrond
wonen/zitten
koken
slapen
baden
toilet
buitenruimte
vrije tijd
mobiliteit
1950 2000
renda special 2011/2 programma16
KeuzeMOgeliJKheden
Het wordt tijd dat we in de sociale huursector gaan beseffen dat
wonen een sterk individueel karakter heeft binnen globale, gemeen-
schappelijke kaders. Een van die gemeenschappelijke kaders is de
beeldkwaliteit van de straat, het complex of de buurt. Vervolgens moet
er meer ruimte zijn om de passende individuele keuzen te maken.
Maar de voorgestelde keuzen moeten wel betaalbaar zijn.
Om een vergelijking met de auto te maken: als de keuzemogelijkheid
alleen uit exclusieve, handgemaakte auto's bestaat, dan geldt de
keuze en zeggenschap maar voor een betrekkelijk klein groepje.
Zeggenschap staat dus niet op zichzelf, maar is onlosmakelijk verbon-
den met een betaalbaar aanbod. Of zoals dat in de jaren zeventig werd
gesteld: `Betaalbare huren is onze leus, wij willen een huis naar onze
keus'. In die zin is er in essentie niets nieuws onder de zon. Hoe
gebruiksvriendelijk iets ook is en hoe groot de keuzemogelijkheid ook
zal zijn, als het niet betaalbaar is, is het niet bereikbaar. Daarmee is
`social design' onlosmakelijk verbonden met de verbetering van de
kosten-kwaliteitsverhouding van het aanbod. Dan pas kunnen nieuwe
verhalen van bewoners betekenis krijgen.
serie Van ??n
We moeten op zoek naar verhalen van bewoners. Gepoogd is hier te
laten zien dat dit alleen mogelijk is als de beschouwing over kwaliteit
van het wonen begint bij het beeld dat de bewoners hebben. En daar
is niets nostalgisch aan. Integendeel, het begint bij het respect voor de
wooncultuur die in de afgelopen decennia is vormgegeven. Met
andere woorden, je moet er als deskundige naar kijken alsof je thuis
een aanpassing zou overwegen. Zo eenvoudig is het. Dus zeggen-
schap wordt pas echt zinvol als er maatschappelijk een aanbod is om
hier een passende invulling aan te geven. Zo niet, dan wordt het terug-
gebracht tot de keuze uit een zwarte Ford of een zwarte Ford. Het
begint derhalve niet met verkopen, maar met luisteren naar de vraag-
kant van de bewoner(s). En zo ontstaat in het hoofd van de aanbieder
geleidelijk een concreet beeld van de gedachte van de serie van ??n.
Kun je voetballen als je de spelregels en alle tactische boekjes over het
spelletje gelezen hebt? Het antwoord dat iedere voetballer zal geven, is
driedubbel neen. Hetzelfde geldt voor het betrekken van bewoners bij
de kwaliteitsaanpassingen van hun woning. Het leren luisteren, het
koppelen van de wensen aan de mogelijkheden, en het verhaal van de
specifieke aspecten van het wonen in de betreffende woningen en buurt
begrijpen, vereisen tijd en ruimte. En dat alles moet gekoppeld worden
aan het vernieuwd aanbod, gebaseerd op de serie van ??n.
grootste problemen bij het renoveren van woningen waarbij ... aan de orde is
Energie-prestatie
verbeterd
Duurzame
maatregelen
Technische
levensduur verlengd
Wooncomfort
verbeterd
Veiligheid Leefbaarheid in
de wijk verbeterd
Financiering 16% 47% 6% 19% 9% 22%
Tegenwerking vanuit huurders 17% 29% 11% 21% 20%
Betrekken van huurders 12% 7% 9% 32% 16% 21%
Technische beperkingen 17% 11% 19% 11%
Overlast voor de bewoners 14% 6% 14% 11% 7%
Afstemming / samenwerking tussen partijen 7% 18%
Onvoldoende kennis binnen corporatie 8% 11%
Onvoldoende kennis bij uitvoerende partijen 11% 14%
Realistisch tijdsplan en uitvoering 2% 7%
Anders 7% 18% 14% 11% 7% 12%
Geen 10% 2% 2% 7%
Weet niet/geen mening 7% 25% 7% 32% 49%
aanpak voor deze problemen
Energie-prestatie
verbeterd
Duurzame
maatregelen
Technische
levensduur verlengd
Wooncomfort
verbeterd
Veiligheid Leefbaarheid in
de wijk verbeterd
Informeren van huurders 38% 7% 24% 42% 30% 60%
Huurders vroegtijdig betrekken 6% 15% 32% 43% 21%
Externe partijen vroegtijdig betrekken 10% 12% 3%
Proces volledig bij marktpartijen neerleggen 8% 12% 3%
Externe adviseurs inschakelen 10% 15% 8%
Prestatieafspraken maken 2% 3% 12% 8%
Bouwteam / vroegtijdig met partijen om tafel 2% 11%
Gemeente vroegtijdig betrekken 3% 16%
Anders 41% 51% 66% 43% 49% 32%
Weet niet/geen mening 4% 3%
Reacties