Het belangrijkste aspect bij renovatieconcepten is een andere ontmoeting van vraag en aanbod, verklaart Pieter Huijbregts, directeur van adviesbureau Pieter Huijbregts Innovatie. Dat betekent dat het conceptuele van renovaties vooral zit in het proces en de samenwerking en niet noodzakelijk in de techniek. “Traditioneel heeft in de bouw techniek altijd centraal gestaan. Maar misschien klopt dat helemaal niet en moet marketing centraal staan.”
nr 6 2014 interview pieter huijbregts4
"Je bent niet klaar
als je voor elk
woningtype een
renovatieconcept
bedenkt"
CV PIETER HUIJBREGTS
1949 geboren in Vlijmen
1969-1977 master bouwkunde,
Technische Hogeschool
Eindhoven
1979-2000 directeur
BouwhulpGroep
2000-heden eigenaar Coficient
2007-heden initiatiefnemer en
bestuurder Netwerk Conceptueel
Bouwen
2010-heden directeur
Pieter Huijbregts Innovatie
nr 6 2014interview pieter huijbregts 5
interview
"Mensen weten vaak niet dat er renovatieconcepten zijn. En als ze
ermee werken, zijn ze zich er in veel gevallen niet van bewust." Dit
maakt volgens Pieter Huijbregts duidelijk dat renovatieconcepten nog
vaak onzichtbaar zijn. De bedenker van het idee achter Conceptueel
Bouwen schreef er in 2009 de uitgave `Conceptueel Bouwen'1
over.
Hierin wordt de werkwijze toegelicht die een oplossing kan bieden voor
lange doorlooptijden, hoge prijzen, onzekerheid en rompslomp in de
bouw. "Het belangrijkste aspect van Conceptueel Bouwen is een
andere ontmoeting van vraag en aanbod", zo verwoordt Huijbregts het.
"Normaal zou een opdrachtgever, de vrager, een oplossing bedenken
voor het renoveren van een wooncomplex. Bij conceptueel renoveren
komt juist de aanbieder met een oplossing; de markt is proactief, de
opdrachtgever reactief. Dat is precies andersom dan traditioneel het
geval is."
Huijbregts ziet conceptueel renoveren dan ook als een nieuwe manier
van werken en een andere manier van het organiseren van vraag en
aanbod. Daarbij moet verder worden gekeken dan alleen naar de tech-
niek. "Als je kijkt naar samenwerking en proces dan zie je dat concep-
ten ook in de renovatie al worden toegepast. Het gaat dus over veel
meer dan alleen techniek. Bij renovatie is techniek moeilijk te standaar-
diseren, zeker als je industrialisatie in gedachten hebt. Je kunt niet alles
voorkoken voor al die verschillende woningtypen. Per opgave is
misschien 60% tot 90% standaard en dat betekent nog altijd dat 10%
tot 40% dat niet is. Voor nieuwbouw is dit vaak al een probleem en bij
renovatie helemaal." Vanwege het niet-standaard karakter van renova-
tieprojecten bepleit Huijbregts flexibiliteit in concepten. "De mogelijkhe-
den moeten open zijn. Naast standaardisatie moet er dus ook iedere
keer maatwerk worden toegepast voor de klant, de locatie en de omge-
ving. Hierbij bepaalt het flexibele concept het maatwerk."
DOORONTWIKKELEN
Huijbregts is initiatiefnemer van het Netwerk Conceptueel Bouwen dat
de bedoeling heeft partijen bij elkaar te brengen. Begin 2007 begon hij
de Conceptenboulevard, een website waarop honderden Nederlandse
bouwconcepten zijn verzameld. "De bouw is erg versnipperd. Je hoeft
maar een trekhaak en een aanhangwagen te hebben en je mag jezelf
aannemer noemen. Hierdoor is het erg lastig om dingen van de grond
tekst joop van vlerken
foto's roel simons
Het belangrijkste aspect bij
renovatieconcepten is een
andere ontmoeting van vraag
en aanbod, verklaart Pieter
Huijbregts, directeur van
adviesbureau Pieter Huij-
bregts Innovatie. Dat bete-
kent dat het conceptuele van
renovaties vooral zit in het
proces en de samenwerking
en niet noodzakelijk in de
techniek. "Traditioneel heeft
in de bouw techniek altijd
centraal gestaan. Maar
misschien klopt dat helemaal
niet en moet marketing
centraal staan."
"renoveren is als
maatwerkconfectie"
1
Huijbregts, P., Conceptueel Bouwen, Uitgeverij ?neas, november 2009.
nr 6 2014 interview pieter huijbregts6
tiesector zou dat natuurlijk net zo moeten zijn. Conceptueel renoveren
zou ik in deze context beschrijven als een soort maatwerkconfectie. Bij
renovatie kun je bovendien ge?nspireerd raken door wat er al is. Hier is
het aanbod in zekere zin bepalend voor de vraag."
Hij noemt het bestaande gebouw bepalend en dat betekent dat aanbie-
ders de oplossingen maar gedeeltelijk kunnen hebben klaarstaan.
"Compleet voorkoken zoals dat in andere sectoren gebeurt, kan
natuurlijk niet. Het is niet zo dat je klaar bent als je voor elk woningtype
een renovatieconcept bedenkt. De opgave in wonen is wat dat betreft
compleet anders. Naast standaardisatie is ook iedere keer weer maat-
werk nodig op het niveau van de klant, de locatie en de omgeving. Het
beste concept zal dus in iedere situatie tot andere oplossingen leiden."
Aan drie voorwaarden moet worden voldaan om te komen tot een
succesvol renovatieconcept. Huijbregts: "Het systeem moet technisch
in orde zijn, er moet een goede samenwerking zijn tussen de aanbie-
dende partijen en er dient een goede interactie te zijn met de markt.
Daarbij moet je laten weten dat je er bent, anders kun je niet worden
gekozen. Dat betekent dus dat naast techniek ook andere dingen
belangrijk zijn. En dat zijn aspecten die binnen de renovatie goed zijn te
standaardiseren." Hiermee doelt hij op marketing en samenwerking, die
binnen de renovatiesector prima zijn te regelen. Hij adviseert aanbie-
ders hierop in te spelen, maar vindt het niet vreemd dat de bouw vanuit
de techniek redeneert. "Traditioneel heeft in de bouw techniek altijd
centraal gestaan. Maar misschien klopt dat helemaal niet en moet
marketing centraal staan."
KETENSAMENWERKING ALS CONCEPT
Renovatieconcepten kunnen dus ook een andere focus hebben. Huij-
bregts noemt als voorbeeld ketensamenwerking. "Dat zou je ook
kunnen beschouwen als een renovatieconcept. Daar ben ik helemaal
voor, maar dan niet op de manier zoals het nu door veel partijen wordt
toegepast. Bouwers zien ketensamenwerking nog altijd als bouwteam
in een nieuw jasje. Het gaat dan vooral over de projectmatige samen-
werking tussen opdrachtgever en de bouwende partij, maar niet over
projectoverstijgende samenwerking binnen de hele keten. Terwijl dat
toch de bedoeling is van deze samenwerkingsvorm; samen met produ-
centen en toeleveranciers op zoek naar de beste en flexibel haalbare
oplossing."
"Ook de architect wordt onderdeel van de aanbiedende keten, terwijl hij
eerst nog duidelijk onderdeel was van de vraagzijde", vervolgt hij. "Hij
bedacht een concept voor een bepaalde wijk, gebouw of complex en
vervolgens ging hij samen met de opdrachtgever naar de markt toe om
te vragen wie het wilde maken." Huijbregts ziet een verschuiving
plaatsvinden, waarbij architecten steeds vaker onderdeel zijn van de
aanbodzijde. "Dat is omdat ze samen met de bouwers oplossingen
moeten bedenken. Daar hebben ze moeite mee, want ze hebben het
idee dat ze daardoor niet meer worden vertrouwd door opdrachtge-
vers."
Op de lijn tussen vraag en aanbod ontstaan zo steeds meer varianten,
die ervoor zorgen dat ook de rollen binnen de ketens veranderen. "Je
te krijgen. Daarom is een partij nodig die vragers en aanbieders bij
elkaar brengt om de markt te ontwikkelen." Hij ziet Conceptueel
Bouwen als een marktinnovatie, waarbinnen weer allerlei sub-innovaties
nodig zijn. "De toepassing van het concept in de bestaande bouw is
daar een voorbeeld van. Maar ook energieneutraal renoveren moet
worden doorontwikkeld in het kader van Conceptueel Bouwen."
Bij het bouwconcept past een nieuwe manier van uitvragen die grote
gevolgen heeft voor de opdrachtgever, legt Huijbregts uit. "Die moet
zijn vraag anders formuleren. De prestatie-eisen moeten daarbij leidend
zijn. De opdrachtgever gaat niet alvast het bestek tekenen, maar zegt
alleen: `het moet warm en comfortabel zijn en het moet voldoen aan dit
energielabel', punt. Dat betekent niet dat het voor de opdrachtgever
per se makkelijker wordt, want hij moet veel beter nadenken over wat
hij wil, zonder dat hij de oplossing al gaat bedenken."
AANBIEDER IS SPECIALIST
Omdat de aanbieder specialist is in zijn vakgebied zou het bedenken van
de oplossing de taak van de aanbieder moeten zijn, vindt Huijbregts. "De
aanbieder komt daarmee steeds meer in een positie die vergelijkbaar is
met industri?le sectoren zoals kleding of auto's. In plaats van dat de
producent voor iedereen een op maat gemaakt jasje maakt, maakt hij een
hele lijn jasjes in verschillende maten. Op die manier zit er voor iedere
consument wel een geschikt product bij", legt hij uit. "Binnen de renova-
"Met een trekhaak en een
aanhangwagen mag je jezelf al
aannemer noemen"
nr 6 2014interview pieter huijbregts 7
hebt natuurlijk bouwers die aanbieder van concepten worden. Maar wie
voorheen vragers en aanbieders waren, maakt niet zo veel uit; ook een
adviseur, architect, onderaannemer of toeleverancier kan aanbieder zijn.
Op dit moment worden er ook al compleet nieuwe identiteiten ontwik-
keld in de renovatiemarkt. Dat zijn bijvoorbeeld vergaande samenwer-
kingen van meerdere partijen onder een nieuwe merknaam."
HET MOET GOEDKOPER
Deze nieuwe samenwerkingen en de integratie van vraag en aanbod
sluiten goed aan bij de huidige ontwikkelingen rond de financi?n van
woningcorporaties, vindt Huijbregts. "Corporaties moeten het met
minder middelen doen. Dat betekent onder meer dat het product, de
renovatie, goedkoper moet worden en zo beter bij de sociale huursec-
tor past. Dit kan bijvoorbeeld doordat je de proceskosten helemaal
weghaalt bij de vraagzijde waardoor er nog maar ??n vastgoedmanager
nodig is. In de praktijk kan de ontwikkelingsafdeling van een gemiddelde
corporatie nu al met de helft minder mensen en dat kan nog verder
afgeslankt als een groot deel van het ontwikkelproces extern komt te
liggen", meent hij.
De voordelen van Conceptueel Bouwen zijn voor alle partijen groot.
"Bewoners krijgen meer waar voor minder geld. Maar ook corporaties
gaan erop vooruit. Als je zonder bestek de vraag uitzet, wil je garanties.
Zoals dat de woning echt energieneutraal is en niet onverwacht toch
een energierekening heeft. Bouwers willen deze garanties wel geven,
maar vragen daarbij wel om het onderhoud bij hen onder te brengen. Zo
gaan zij erop vooruit. En omdat ze iets maken waarvoor ze zelf langere
tijd verantwoordelijk zijn, wordt de kwaliteit hoger." Daarnaast maken
bouwers minder fouten door standaardisering, denkt Huijbregts. "Ze
halen uit ieder project een les voor het volgende project."
Hoewel hij voor samenwerking is, ziet hij niet veel in het idee dat
woningcorporaties deel uitmaken van de keten. "Vaste ketensamen-
werking tussen corporaties en de bouwketen levert onnodige transac-
tiekosten op en onvoldoende prikkels om scherp te blijven. Verschil-
lende ketens moeten met elkaar in concurrentie blijven. Er moet wel
iets te kiezen zijn." De Stroomversnelling is daarvan een mooi voor-
beeld, vindt hij. "Daar zie je dat binnen het concept verschillende
ketens autonoom met elkaar concurreren om de gewaagde doelstelling
van nul-op-de-meter te realiseren."
VELE MISLUKKINGEN
Op de vraag waarom je conceptueel zou willen bouwen, stelt Huijbregts
een wedervraag. "Waarom wil je af van traditioneel bouwen? Het is
belangrijk om eerst te kijken waarom je iets wilt veranderen voordat je
dat doet. Traditioneel duren grote renovatieprojecten van idee tot
uitvoering erg lang, soms wel vijf tot tien jaar. Daarnaast is er sprake
van een hoog afbreukrisico, omdat renovaties vaak stokken doordat het
geld op is of er problemen zijn met bewoners. En: projecten zijn erg
foutgevoelig, dat blijkt wel uit de vele mislukkingen uit het verleden."
Al toen hij nog Bouwkunde studeerde aan de Technische Hogeschool
(nu TU/e) in Eindhoven, verwonderde hij zich over de vele problemen
waar de bouw mee worstelt. Naar zijn idee is de kwaliteit in de bouw
sindsdien niet evenredig gestegen met de prijs. Gevolg voor de
vragende partijen is dat de geboden oplossingen niet meer zijn te beta-
len. "Die problemen zijn bij Conceptueel Bouwen niet aan de orde.
Omdat de oplossing niet telkens opnieuw wordt bedacht, zijn er nauwe-
lijks faalkosten en wordt de kwaliteit beter. Bovendien is het afbreukri-
sico minder groot, omdat je bewoners vooraf betrekt bij de oplossing",
legt Huijbregts uit.
SOCIALE VERSUS PARTICULIERE SECTOR
Voor nieuwbouw wordt Conceptueel Bouwen al volop toegepast, maar
conceptueel renoveren is lastiger, geeft hij toe. "Er zijn nog maar weinig
renovatieconcepten. Dat is op zich niet vreemd, want in de nieuwbouw
heeft het ook even geduurd. De markt is eigenlijk pas net begonnen
met het ontwikkelen van renovatieconcepten. Geef het nog eens een
paar jaar en je zult zien dat er dan veel meer zijn." Daar komt nog bij
dat conceptueel renoveren ingewikkelder is voor de particuliere markt
dan voor de sociale huursector. "De particuliere markt is moeilijker
omdat de voorraad moeilijker is te clusteren. En je weet niet wat je
tegenkomt. Als huizen er van de buitenzijde hetzelfde uitzien, wil dat
niet zeggen dat ze ook hetzelfde zijn. In de particuliere sector kom je
veel meer aanbouwen, erkers en dakkappellen tegen, terwijl de sociale
woningbouw veel eenvormiger is en daardoor makkelijker aan te
pakken. Corporaties denken vanuit het complex en bepalen van daaruit
hoeveel ruimte ze geven aan de individuele gebruiker. Dat is voor
aanbieders makkelijk om mee te werken, omdat het massa heeft."
Huijbregts gelooft niet dat het nodig is om vergaand maatwerk te
maken voor iedere bewoner in de sociale woningbouw. "Je krijgt wat
dat betreft waar je voor betaalt. Ik vind niet dat huurders in de sociale
sector een op maat gesneden woning kunnen verwachten." Voor parti-
culieren met een ruimere portemonnee is dat een ander verhaal, omdat
zij als eigenaren zelf kunnen bepalen wat er met hun huis gebeurt. "De
eigenaar-bewoner heeft zijn eigen huis en gaat daarmee de markt op.
Dat vraagt om een individuele oplossing. Een particulier wil bovendien
steeds meer met ??n partij zaken doen. Ik denk dat de renovatiewinkels
die op het moment hier en daar ontstaan, een goede oplossing kunnen
zijn voor deze woningmarkt." Wel vindt hij dat ook in de particuliere
renovatiemarkt de focus te veel ligt op techniek. "Marketing is in de
particuliere markt juist heel belangrijk. Het is bijvoorbeeld slimmer om
renovatieconcepten te maken voor bepaalde doelgroepen dan voor een
bepaald type woning, net als in andere sectoren gebeurt. Maar dan
moet er wel eerst onderzoek worden gedaan naar die doelgroepen en
wat zij willen", sluit hij af.
"Bouwers zien ketensamenwerking nog
altijd als bouwteam in een nieuw jasje"
"Vaste ketensamenwerking tussen
corporaties en bouwketen levert
onvoldoende prikkels om scherp te
blijven"
Reacties