Innovatie ligt per definitie over de grens. Het eurekagevoel gaat altijd gepaard met het beslechten van een barrière. Grenzen bestaan bij gratie van beperkingen en het merkwaardige is dat wij die in hoge mate zelf opleggen. In deze paradox gaat het over het gegeven dat wij de kansen zoeken in het gebied dichtbij het bestaande waar we het wat beter zien, maar waar de succesruimte ook beperkt is. Wat verder van huis laten we in het innovatiespeelveld veel grotere kansen liggen omdat we veronderstellen dat het risicovoller is en het meer pijn kost om er te komen. Dat remt de vooruitgang enorm, en de vraag is dan ook hoe je dat denken kunt doorbreken.
Het innovatie-universum 36 Paradox
De natuurlijke neiging is om gemakzuchtig te zijn, het dichtbij jezelf te zoe-
ken en pas in beweging te komen als er een probleem is. Dat geldt voor
mensen, maar ook voor organisaties. Corporate egocentrism zou je dat
kunnen noemen. Lekker veilig opereren binnen de comfortzone en vooral
niet uit de kudde treden. Dan wordt er vreemd tegen je aangekeken, word
je niet meer serieus genomen. Dat model existeert bij gratie van het feit dat
we het in meer of mindere mate allem??l doen. Daardoor functioneren veel
bedrijven ondanks hun passieve gedrag.
Alien
Pas als zich bedreigingen voordoen, komen we in actie. Het naderende
energieprobleem is een goed voorbeeld, maar ook de huidige crisis dwingt
tot nadenken. De bedreiging kan ook bestaan uit nieuwe concurrenten die
al dan niet uit een andere branche of als een spin-off uit een hoogwaardige
kenniswereld komen. De ruimtevaart is in die zin al vaak voeding voor
verandering geweest. Opeens is er dan een alien die de link met de markt
weet te maken en voor een doorbraak zorgt. Door de overrompeling ont-
staat bij de gevestigde orde de neiging om het bolwerk te gaan verdedi-
gen. Dat gebeurt eerder dan dat ze zelf tot innovatie komt, waarvoor het
dan overigens ook wel laat is.
Kleine stapjes
Een doorbraak geeft ten opzichte van het bestaande een spectaculair ge-
voel. Maar vanuit de innovatieruimte gezien ? je realiserend wat er allemaal
mogelijk zou zijn ? is het doorgaans niet meer dan een druppel op een gloei-
ende plaat. Het universum is namelijk gigantisch en vanuit die ruimte gezien
zijn de meeste innovaties slechts kleine dicht-bij-huisstapjes. Als de innova-
tiebeleving groot is, is dat ook een indicatie dat er nog veel meer in zit. Een
sport waarbij records worden verpletterd geeft het gevoel dat de limiet nog
niet is bereikt. In 1968 werd de 100 m voor het eerst onder de 10 seconden
gelopen (Jim Hines, 9,95). Usain Bolt zette in 2009 9,58 op de klokken. 3,7
Procent verbetering in 41 jaar. Bij de 10 km schaatsen doorbrak Ard Schenk
in 1971 de 15 minutengrens (14.55,9). Sven Kramer is sinds 2007 record-
houder met 12.41,69. Hier is de sprong 15 procent in 36 jaar, aanzienlijk
groter dus. Automatisch verwacht je dan ook meer in de nabije toekomst.
In innovatieland en zeker in de bouw hebben we het over kleine stapin-
novaties. De bouw is nooit gereset en bestaat uit een reeks van optelin-
novaties (innovation by addition). We redeneren vanuit het bestaande. De
technologische innovatie op gebouwniveau is sinds de Romeinen nooit
oorspronkelijk geweest. Het wachten is dus kennelijk op een alien of wel-
licht een driver, zoals een opdoemend collectief probleem.
Paradox
Het innovatie-universum
Innovatie ligt per definitie over de grens. Het
eurekagevoel gaat altijd gepaard met het
beslechten van een barri?re. Grenzen bestaan bij
gratie van beperkingen en het merkwaardige is
dat wij die in hoge mate zelf opleggen. In deze
paradox gaat het over het gegeven dat wij de
kansen zoeken in het gebied dichtbij het
bestaande waar we het wat beter zien, maar
waar de succesruimte ook beperkt is. Wat
verder van huis laten we in het innovatiespeel
veld veel grotere kansen liggen omdat we
veronderstellen dat het risicovoller is en het
meer pijn kost om er te komen. Dat remt de
vooruitgang enorm, en de vraag is dan ook hoe
je dat denken kunt doorbreken.
Jos Lichtenberg
moet lijden. Waarschijnlijk is het als je het precies zou onderzoeken een
kromme, en dus iets als D = (aW+x)/(bP+y), maar ik heb de indexen a en
b even op 1 gesteld en x en y op 0. Daarmee wordt het een rechte lijn. Het
gaat hier immers om de trend. De essentie is dat de meesten al goed
overzien dat het offers gaat vragen en pijn gaat kosten. Ook het risicoge-
voel is onderdeel van de pijnverwachting. Zonder erin te investeren, is de
Worst aanwezig, maar wordt hij automatisch te klein verondersteld. Hij is
bij een zoektocht in het innovatie-universum altijd groter dan je vooraf
denkt. Als je de omvang van de Worst zichtbaarder maakt, bijvoorbeeld
door de verwachting in kaart te brengen, wordt de bereidheid om door de
zure appel te bijten automatisch ook groter.
Versnelling
Opdrachtgevers die, gevangen in het oude denken, investeringen met te-
rugverdientijden kapot rekenen, zouden met een andere benadering geba-
seerd op opbrengsten op termijn, even gemakkelijk in een euforische
stemming gebracht kunnen worden. Soms is dat ingewikkeld, omdat de
voordelen versnipperd zijn over de keten, maar als het profijt groot is,
wordt de verleiding ook groter.
Juist die attitude zou de wereld nu in een broodnodige versnelling kunnen
brengen. Voor de vlakken waarop we binnen een jaar of tien tegen een
reeks van nijpende problemen gaan oplopen, is het nu moeilijk de aanbod-
wereld daarvan te doordringen. Hopelijk zijn er ondernemers die nu met
visie de vrije ruimte zoeken die straks noodzaak wordt.
Innovatieruimte
Vreemd eigenlijk dat we een probleem nodig hebben om tot daden te ko-
men. We zouden het innovatie-universum ook actief kunnen exploreren,
maar dat doen we niet. Kennelijk ervaren we innovatie als een zure appel
en daar bijt je pas doorheen als het niet anders meer kan. Slechts zelden
ontstaan doorbraken vanuit een kans. Wel kleine stapinnovaties, maar
geen doorbraken. Het zoeken van innovatieruimte op een vreemd terrein
of nieuw kennisgebied, op macroniveau of in een verre toekomst, vraagt
veel meer van ons dan de vernieuwingen die dichtbij het bestaande liggen.
Een variant voor een bekende markt is veiliger dan een geheel nieuw pro-
duct voor een nieuw segment.
Wellicht komt het ook doordat we aan de voorkant de omvang van het
succes niet overzien. Als we zeker zouden weten hoe groen het dal aan de
andere kant is, zouden we misschien met meer drive de berg over willen.
De kost gaat voor de baat, maar je bent bereid om meer kost te maken als
je weet hoe groot de baat is.
Worst
Wat dus helpt, is om het toekomstperspectief te schatten, te becijferen.
Op basis van aannames wellicht, maar zelfs het worstcasescenario kan
nog buitengewoon aantrekkelijk zijn. Mijn stelling is dat als de Worst aan-
trekkelijk is, je ook meer bereid bent om in beweging te komen om drem-
pels te beslechten en zelfs pijn te lijden. In formule: D=W/P oftewel de
Drive (D) is rechtevenredig met de omvang van de Worst of Worstverwach-
ting (W) en omgekeerd evenredig met de Pijn of Pijnverwachting (P) die je
Reacties