Het opbouwen van bouwwerken uit gestandaardiseerde gebouwonderdelen vindt binnen de woning- en utiliteitsbouw steeds meer toepassing. Er komen steeds meer concepten op de markt waarmee marktpartijen hun eigen gestandaardiseerde woningen aan de man willen brengen. Veel aannemersbedrijven zijn tot inzicht gekomen dat door het standaardiseren van gebouwonderdelen en het doorbreken van het traditionele bouwproces, zij niet telkens opnieuw het wiel uit hoeven te vinden. Het stelt deze bedrijven in staat om projecten niet alleen effectiever en efficiënter te realiseren op het gebied van tijd en geld (geen ontwerpkosten, prefab bouwen, verbeterde inkoop, logistiek et cetera), het helpt hen ook om faalkosten terug te dringen, innovaties door te voeren in hun ontwikkelde concepten en mogelijke conflicten op de bouwplaats reeds in een vroeg stadium te bespreken en te voorkomen.
1
(On)mogelijkheden voor
standaardiseren bouwobjecten
4-10-2012
Het opbouwen van bouwwerken uit gestandaardiseerde gebouwonderdelen
vindt binnen de woning- en utiliteitsbouw steeds meer toepassing. Er komen
steeds meer concepten op de markt waarmee marktpartijen hun eigen
gestandaardiseerde woningen aan de man willen brengen. Veel aannemers-
bedrijven zijn tot inzicht gekomen dat door het standaardiseren van
gebouwonderdelen en het doorbreken van het traditionele bouwproces, zij niet
telkens opnieuw het wiel uit hoeven te vinden. Het stelt deze bedrijven in staat
om projecten niet alleen effectiever en effici?nter te realiseren op het gebied
van tijd en geld (geen ontwerpkosten, prefab bouwen, verbeterde inkoop,
logistiek et cetera), het helpt hen ook om faalkosten terug te dringen,
innovaties door te voeren in hun ontwikkelde concepten en mogelijke
conflicten op de bouwplaats reeds in een vroeg stadium te bespreken en te
voorkomen.
Tekst ir. Wouter H.B. Schepers, kieftdieks@hotmail.com
Waar partijen in de woning-
bouw reeds een eind op weg
zijn met het standaardiseren
van gebouwonderdelen,
blijven de utiliteitsbouw en
civieltechnische bouwsector
ver achter. Dit is opmerkelijk
want als we kijken naar
kunstwerken als viaducten of
spooronderdoorgangen, zien
deze objecten er op het oog
allemaal gelijk uit. Elk nieuw te
ontwikkelen object wordt
echter telkens opnieuw
volledig ontworpen en door-
berekend. Namens de
Universiteit Twente (UT) is
onderzoek verricht naar de
mogelijkheden voor het
standaardiseren van deze
soortgelijke infrastructurele
objecten. In dit artikel wordt
een samenvatting van dit onderzoek gegeven.
Fig. 1. Vier verschillende productentypen; een afweging tussen
standaardisatie en maatwerk. In de figuur worden vier verschillende producten
weergegeven met alle een verschillend standaardisatieniveau. De producten zijn
uitgezet aan de hand van de vier stadia uit de waardeketen van een
fabricagebedrijf. Met de positie van de vier plaatjes wordt aangegeven waar elke
sector zich ongeveer in het schema bevindt. Kijkend naar de in dit geval
infrastructurele bouwsector, worden alle opgeleverde objecten telkens opnieuw
ontworpen.
2
Overbodige dubbele ontwerpwerkzaamheden
In de huidige civieltechnische bouwsector wordt bij voorkeur gewerkt met topdown
ontwerpmethodes voor het ontwikkelen van infrastructurele objecten. Het door
opdrachtgevers voorgeschreven Systems Engineering is hier een voorbeeld van. Topdown
ontwerpen houdt in dat vanaf de start van een project, uit het niets het gehele object
ontworpen wordt. Voordelen van dergelijke methodes zijn dat een project integraal kan
worden bekeken, dat de oplossing voldoet aan de gestelde eisen en dat ontwerpbeslissingen
genomen kunnen worden in het licht van de gehele levenscyclus van het bouwwerk.
Topdown ontwerpmethodes hebben echter ook een nadeel: er wordt telkens opnieuw een
andere klantspecifieke oplossing ontwikkeld. Je zou ook kunnen zeggen dat in dit geval
telkens opnieuw het wiel wordt uitgevonden. Op het oog vinden er dus overbodige, dubbele
ontwerpwerkzaamheden plaats, waarmee onnodig veel ontwerpkosten en -tijd verloren gaat.
Gestandaardiseerde
differentiatie
Het is dan ook niet
voor niets dat er door
verschillende
bouwexperts wordt
gepleit voor een
andere insteek van
projecten. Zij schetsen
een toekomstbeeld
voor de bouwsector
gebaseerd op
industrieel maatwerk,
waarbij bouwwerken
worden opgebouwd
vanuit standaard
modulaire elementen.
Dit ontwikkelen van
een bouwwerk door het
in elkaar zetten van
standaard modulaire
elementen heeft veel weg van de idee?n achter LEGO. De elementen kunnen namelijk ook
wel worden gezien als de afzonderlijke LEGO-steentjes waarmee ontelbare combinaties
kunnen worden gevormd. Binnen een bouwproject is het natuurlijk allemaal veel complexer,
de idee?n zijn echter in de basis gelijk.
Volgens de bouwexperts kunnen met dit toekomstperspectief op termijn sneller en
goedkoper, kwalitatief betere bouwwerken worden gebouwd. Ook zullen concepten als Lean
Bouwen en ontwikkelingen op het gebied van BIM, duurzaam bouwen en innovatie dan pas
echt tot zijn recht komen. Om dit perspectief in de praktijk te brengen, zal het traditionele
Fig. 2. De kern van Systems Engineering (SE). De belangrijkste structuren van de SE-
ontwerpwijze zijn weergegeven. Aan de linkerkant is een functieboom gevisualiseerd en
in deze boom zijn de functies van het object gestructureerd; wat moet het object doen?
Aan de rechterkant is een systeemboom weergegeven. Deze structuur geeft de
bouwonderdelen weer die gezamenlijk de functies van het systeem invullen; hoe gaan
we het doen?
3
bouwproces doorbroken moeten worden en zullen aannemersbedrijven de vrijheid moeten
krijgen om gestandaardiseerde concepten te ontwikkelen en aan de man te brengen.
Platformgedreven concept
Ondanks dat er al veel bekend is over de rol van standaardisatie (het opbouwen van
bouwwerken uit standaard modulaire elementen) in bouwprocessen, is de toepassing ervan
nog beperkt. Deze beperking is gelegen in het standaardiseren op het niveau van
projectspecifieke elementen, ofwel standaardisatie op elementniveau. Denk hierbij aan
simpele gestandaardiseerde onderdelen
als betontegels, spoorrails of een hek. Ook
komt het voor dat binnen een project
betonnen onderdelen, zoals liggers of
landhoofden, prefab worden aangeleverd.
Projectoverstijgende standaardisatie of
standaardisatie op een hoog detailniveau
zien we echter zelden. Dit lijkt toch wel
degelijk mogelijk als we kijken naar
soortgelijke objecten als viaducten,
spooronderdoorgangen of kademuren.
In dit onderzoek is de handschoen
opgepakt en zijn de mogelijkheden
aangaande het standaardiseren van
soortgelijke civieltechnische objecten
onderzocht. De oplossing is daarbij
gezocht in platformgedreven engineering.
In industrie?n als bijvoorbeeld de
Fig. 3. Een viaduct als bouwpakket in de vorm van LEGO (bron: VHB Infra)
Fig. 4. De kern van het platformgedreven concept. In
de figuur zijn drie verschillende producten weergegeven
die gezamenlijk een productfamilie vormen. De
producten delen de modules 1, 3 en 4, inclusief de
gekoppelde functies. Deze modules vormen tezamen
het productplatform.
4
autobranche heeft dit concept van standaardisatie zich reeds bewezen op verschillende
detailniveaus. Het concept is daarnaast ook toepasbaar gebleken binnen de woning- en
utiliteitsbouw. Platformgedreven engineering is gesitueerd rondom een platform. Dit platform
zijn alle onderdelen die worden gedeeld door meerdere producten. De groep gerelateerde
producten die dezelfde onderdelen delen (het platform), worden gezamenlijk een
productfamilie genoemd.
In de binnen het onderzoek ontwikkelde onderzoeksmethodiek is het platformgedreven
concept ge?ntegreerd binnen een context van de civieltechnische sector en in het bijzonder
binnen het Systems Engineering-traject. In het platformgedreven concept worden enkele
voorwaarden aangetroffen die we niet terugvinden binnen deze voorgeschreven werkwijze.
Zo worden er voorwaarden gesteld aan de manier waarop functies worden toegewezen aan
elementen en aan de wijze waarop raakvlakken tussen elementen worden vastgelegd. In dit
onderzoek zijn deze aspecten uit het platformgedreven concept toegevoegd aan de Systems
Engineering-werkwijze. Dit heeft geresulteerd in een methodiek met bijbehorende
gereedschappen, waarmee de mogelijkheden omtrent het ontwikkelen van een
productplatform (de standaard) kunnen worden bepaald.
Het object spooronderdoorgang
Door middel van een casestudy is de ontwikkelde methodiek toegepast op een ontwerp van
een spooronderdoorgang. Een spooronderdoorgang is niets meer dan een ondergrondse
passage van het spoor ter vervanging van een overweg. Het voornaamste doel van het
object is om de kruising van het wegverkeer met het spoorverkeer veilig en conflictvrij te
laten plaatsvinden. Het wegverkeer kan daarbij bestaan uit zowel gemotoriseerd verkeer,
fietsverkeer als voetgangersverkeer. Afhankelijk van de benodigde overspanning van het
betondek wordt er in sommige gevallen gebruikgemaakt van een extra tussensteunpunt.
ProRail, steevast de opdrachtgever voor realisatie van dit type object, is van plan de
aankomende jaren 2500 spooronderdoorgangen te realiseren en daarmee alle bestaande
overwegen op het spoor te vervangen. Door het repeterende karakter van deze grote klus
Fig. 5. Voorbeelden van productfamilies met een gedeeld platform. In de figuur zijn twee productfamilies
weergegeven. Zo maken de automodellen Citro?n C1, Toyota Aygo en Peugeot 107 onder andere gebruik van dezelfde
1.0 liter driecilinder motor met een vermogen van 68 pk, het productplatform. Ook al het elektrisch gereedschap van Black
& Decker vormt samen een productfamilie; dit maakt onder andere gebruik van dezelfde accu.
5
ziet ProRail mogelijkheden voor standaardisatie. Middels het opzetten van een tunnelalliantie
verwacht het bedrijf op termijn spooronderdoorgangen te bouwen, voor de helft van het
bedrag van wat er nu aan wordt besteed. In het licht van deze interessante ontwikkelingen is
gekozen om een spooronderdoorgang als onderzoeksobject te nemen.
Aan de hand van de resultaten uit de casestudy kan worden geconcludeerd dat binnen de
huidige ontwerpaanpak van een spooronderdoorgang, geen standaardisatie op hoge
detailniveaus mogelijk is. Standaardisatie blijkt slechts mogelijk op ruwweg elementniveau.
De analyse van de twintig vraagspecificaties uit de geanalyseerde tenderdocumenten, laat
zien dat de oplossingsruimte al zodanig is dichtgetimmerd dat er geen noemenswaardige
ontwerpvrijheid meer overblijft voor opdrachtnemende partijen.
Nog een lange weg te gaan
Wanneer vanuit opdrachtgevers meer ruimte wordt gegeven aan het uitwerken van het
ontwerp, zijn er wel aanknopingspunten voor standaardisatie. Echter ook dan is er nog een
lange weg te gaan. De bouwonderdelen van de spooronderdoorgang worden vrijwel allemaal
Fig. 6. Van overweg naar spooronderdoorgang
Fig. 7. Vormen van vraagspecificaties in projectbeheersingsstructuren SE (functieboom/systeemboom). In de
figuur zijn twee verschillende vraagspecificaties weergegeven. Het eerste is het RAW-bestek waarin de opdrachtgever
(OG) reeds tot in detailniveau aangeeft hoe het ontwerp er uitziet. Deze contractvorm is dus bijna volledig
dichtgetimmerd. In een ideale situatie voor standaardisatie geeft de opdrachtgever slechts in grove termen aan hoe
het ontwerp eruit moet zien. Vervolgens kan de aannemer dit ontwerp verder ontwikkelen en gestandaardiseerde
onderdelen inpassen.
6
op enigerlei wijze be?nvloed door ofwel interne (vanuit raakvlakken) ofwel externe factoren
(omgevingsinvloeden) die het standaardiseren bemoeilijken. Een voorbeeld van
laatstgenoemde is dat sterkte, stijfheid en stabiliteit, en daarmee de afmetingen van de wand
van de onderdoorgang, worden be?nvloed door een variabele als de grondwaterstand
(externe factor). Een wijziging in de factoren die de afmetingen van de aangrenzende
module vloer bepalen, heeft daarnaast ook consequenties voor de module wand. Dit komt
door de aard en vorm van het raakvlak waardoor deze modules verbonden zijn (interne
factor). Een spooronderdoorgang heeft bovendien een voornamelijk integrale
productarchitectuur. Dit levert beperkingen op voor standaardisatie wanneer de te vervullen
functies van het systeem per vergelijkbaar object verschillen.
Initiatieven om
succesvol te worden
Uit de bovenstaande
bevindingen van het
onderzoek blijkt dat de
mogelijkheden voor het
standaardiseren van
bouwobjecten beperkt
zijn. Dit moet echter wel
veel genuanceerder
worden gezien. Een
voorbeeld is dat het
gekozen object
spooronderdoorgang
zich bevindt onder het
maaiveld, waardoor het logischerwijs onderhevig is aan invloeden vanuit zijn omgeving. Voor
zeer veel objecten is dit in veel mindere mate aan de orde. Daarnaast zijn er verschillende
technieken ontwikkeld om genoemde complicaties (interne/externe factoren en integrale
productarchitectuur) af te zwakken, waarmee standaardisatie van bouwobjecten toch
mogelijk zou moeten zijn.
Zoals reeds in het begin is aangegeven, heeft een bouwsector gebaseerd op
gestandaardiseerde differentiatie een enorme potentie. Het schreeuwt dan ook om
initiatieven van zowel de opdrachtgever (het bieden van ontwerpruimte) als de
opdrachtnemer (ontwikkelen gestandaardiseerd concept) om succesvol in gang te worden
gezet. Om opdrachtnemers alvast een idee te geven over hoe een dergelijk concept vorm
kan worden gegeven, is als voorbeeld een indicatie van een mogelijke spooronderdoorgang-
configurator weergegeven. Binnen deze kapstok, welke is afgeleid van configuratoren uit de
auto-industrie, kunnen alle gestandaardiseerde onderdelen worden ingepast en vergeleken.
Het is nu aan ge?nteresseerde bouwpartijen om de handschoen op te pakken, want het
concept verdient een eerlijke kans in de alledaagse bouwpraktijk.
Fig. 8. De configurator Spooronderdoorgang
Reacties