De titel van deze Paradox is zoals het hoort een echte schijnbare tegenstelling en doet al even de wenkbrauwen fronsen. Maar ook de tekst heeft meervoudig iets paradoxaals. Het doel is om een grote groep lezers aan te spreken in de hoop iets in beweging te zetten, maar deze groep is nu juist ‘onbewust onbekwaam’ en denkt dus dat dit niet over haar gaat. Als dat niet paradoxaal is. Het gaat in ieder geval ook over de contradictie tussen de noodzaak van veranderen en de gelijktijdige innovatie passiviteit. Een opiniërende mijmering met een stevige kern van waarheid.
Onbewust onbekwaam 14 Paradox
Als je op deze wijze de lezers toespreekt komt dat heel belerend over. Het
zal je maar gezegd worden: `U bent onbewust onbekwaam'. Het is overi-
gens niets meer of minder dan een aanduiding die hoort bij een indeling
die de bekende Amerikaanse psycholoog Abraham Maslow ooit maakte
om leerstadia van elkaar te onderscheiden en te benoemen. De eerste
fase heet `onbewust bekwaam'. Daarin is de persoon of het bedrijf in
kwestie zich nog niet bewust van een probleem, waardoor men ook niet
gaat twijfelen of de bestaande kennis wel toereikend is of innovatie wellicht
noodzakelijk zou zijn. Het lijkt een kleine stap, maar het kost veel kruim om
tot dit inzicht te komen. Sterker nog, de primaire neiging is om het te ont-
kennen (`Ik lees bouwIQ, dus wie doet mij wat?').
Zodra die (h)erkenning er wel is, wordt men per definitie `bewust onbe-
kwaam'. Vanuit dat bewustzijn ga je vervolgens iets ondernemen om de
achterstand ongedaan te maken. De kennis wordt opgekrikt en wellicht
wordt er een nieuw product ontwikkeld. Zo word je `bewust bekwaam'. De
nieuwe kennis of de innovatie is in die fase nog geen routine of automa-
tisme. Zodra men niet meer in oude gewoontes vervalt, heet het `onbe-
wust bekwaam'. Dat is wat je wilde. Maar zodra de omgeving weer nieuwe
eisen stelt, kom je vanzelf weer terecht in de rol van `onbewust onbe-
kwaam' en begint het proces opnieuw.
Choqueren
Als je aangesproken wordt als zijnde `onbewust onbekwaam' kan dat dus
choqueren, maar in het licht van de theorie van Maslow is het slechts een
aanduiding, meer niet. Onlangs hoorde ik iemand, nota bene van een cor-
poratie, met droge ogen beweren dat het Bouwbesluit de wensen van de
gebruiker representeert. Boven het Bouwbesluit uitsteken zou wegge-
gooid geld zijn. Ik riep toen wat onbezonnen: "Meneer, u bent onbewust
onbekwaam!". Als hij Maslow had gekend, althans de theorie, had hij wel-
licht belangstellend met een `hoezo?' gereageerd. Maar nu voelde hij zich
in het gezelschap voor schut gezet, deinsde zichtbaar terug en verzamel-
de, na enige tijd en naar adem snakkend, weer energie om in de tegen-
aanval te gaan. Dat had ik beter niet kunnen zeggen, bedacht ik toen.
Ambacht
De bouwwereld heeft geen innovatieroutine. De reputatie is dat we weinig
innovatief zijn. Door allerlei mechanismen (al in andere artikelen door mij
besproken) gaan de veranderingen inderdaad sluipend. Vooral als je naar
het eind van de keten kijkt. Meer vooraan in de keten, in de industrie, ge-
beurt wel het een en ander, echter het innoverende effect op het totaalpro-
duct bouw is beperkt. Aan het eind van de keten zitten net voor de op-
drachtgever onder andere de aannemers en onderaannemers. Voor hen is
bouwen nog ambacht. Zoals altijd heb ik het even niet over de tien procent
uitzonderingen, niet geheel toevallig ook vaak de wat grotere bouwers en
gespecialiseerde aannemers. Nu is er niets mis met ambacht, integendeel,
het is juist dat wat bouwen zo mooi kan maken. Alleen het gaat vergezeld
Paradox
Onbewust onbekwaam
De titel van deze Paradox is zoals het hoort een echte schijnbare
tegenstelling en doet al even de wenkbrauwen fronsen. Maar ook
de tekst heeft meervoudig iets paradoxaals. Het doel is om een
grote groep lezers aan te spreken in de hoop iets in beweging te
zetten, maar deze groep is nu juist `onbewust onbekwaam' en
denkt dus dat dit niet over haar gaat. Als dat niet paradoxaal is.
Het gaat in ieder geval ook over de contradictie tussen de nood
zaak van veranderen en de gelijktijdige innovatiepassiviteit. Een
opini?rende mijmering met een stevige kern van waarheid.
Paradox15Onbewust onbekwaam
Jos Lichtenberg
wel weer een keer klimmen, maar we komen nooit meer op het oude ni-
veau. En wat er ook overblijft, het zal effici?nter moeten. De markt krimpt
tot minder projecten waar ook nog minder omzet behaald kan worden.
Daarmee lijkt een shake-out onvermijdelijk. Niets doen is dus geen optie
zou je zeggen, en toch zie je nog weinig bedrijven zenuwachtig worden.
We gaan overwegend door met waar we mee bezig waren. Dat is zorgelijk
en tegelijkertijd een symptoom van het `onbewust onbekwame'.
Overigens geldt dat voor de uitvoerende wereld, maar evenzeer voor de
wereld van beleggers en ontwikkelaars, die ook nog een naijleffect onder-
gaan van de nog recente periode dat we bouwden als belegging. Ook zij
zullen op zoek moeten naar nieuwe verdienmodellen die in ieder geval niet
op waardegroei gebaseerd zullen zijn. En dat is lastig, want dat is precies
waar ze aan waren gewend; hun routines en automatismen.
Ook voor architecten geldt dat zij achter de werkelijkheid van de marktver-
andering aanlopen. Zij ontwerpen met een specifieke gebruiker op het net-
vlies met steeds weer een originaliteitsdrang waar de markt om een he-
dendaags industrieel ontwerp vraagt. Dat geldt althans voor 90 procent
van de opdrachten. Wellicht zelfs functieneutraal. De architect zou weer
met meer bouwtechnische bagage als bouwmeester centraler in het pro-
ces kunnen staan. De indruk is echter merkwaardig genoeg dat dit door
slechts weinigen wordt geambieerd.
Bewust onbekwaam
De bouwwereld is dus massaal `onbewust onbekwaam'. Of het nu om de
afbouwbranche gaat, de staalwereld, de dakenbranche, de houtverwer-
kende industrie, de aannemerij, projectontwikkelaars, de makelaardij, be-
leggers, de handel of ontwerpers; overal zijn zegeningen te tellen, maar de
achterban is overwegend afwachtend waar actie dringend gewenst is. De
kunst is om een fors aantal in het `bewust onbekwame' te krijgen. Als dat
wordt bereikt, zijn we al een heel eind opgeschoten. De herkenning en
erkenning van de ziekte als begin van de genezing.
Verliezers
Ach... en niet iedereen hoeft om. Er blijft een weliswaar kleine plek in de
markt voor bedrijven die het ambacht beheersen. Zoals er na de opkomst
van de confectie-industrie toch ook nog een kleine markt voor de kleermaker
is gebleven. En verder kan het in een gekrompen markt niet anders dan dat
er ook spelers verdwijnen. In bedrijfsjargon: er moet worden gesaneerd. Voor
een deel met zachte hand waar 60-plussers gaan pensioneren en geen op-
volger hebben. Het natuurlijk verloop zal echter onvoldoende zijn dus valt hier
niet te ontkomen aan een groot aantal bedrijfsbe?indigingen en faillissemen-
ten. Er moeten ook gewoon verliezers zijn. Waarschijnlijk en hopelijk zijn het
dan de kansarme bedrijven die verdwijnen, maar er zal ook hier en daar wel
een goeie sneuvelen, wellicht als slachtoffer van een faillerende klant met een
forse openstaande schuld. Ook dat hoort bij een krakende markt.
met veel dure manuren die de klant (ook hier zijn weer uitzonderingen) niet
langer kan en wil betalen.
De groep uitvoerende bouwbedrijven, de meer bouwplaatsgebonden be-
drijven zeg maar, zijn veelal leverancier van handjes om een klus te klaren.
Eigenlijk dienstverleners. Ze opereren veelal niet-strategisch en hoppen
van project naar project. Men maakt zich pas druk als er werkhonger is. Of
over werkgebrek of over de slechte prijzen (of beide). Ze hebben geen ei-
gen product, vaak zelfs geen specialisatie. Sommigen roepen het ook luid-
keels: `Schilder & Zn, voor al uw schilderwerk'. Nee niet gespecialiseerd in
interieurs, in woningbouw of in snelheid. Nee, voor ?l uw schilderwerk!
Shake-out
En toch is de wereld in hoog tempo aan het veranderen. Ik heb dit onder-
werp al vaker aangeroerd en ga het niet herhalen. Er spelen te veel items
om te kunnen hopen dat het nu slechts om een crisis gaat. Zeker, we gaan
Reacties