In de dagelijkse praktijk van de aanpassing van de bestaande woningvoorraad is er nog weinig vastgelegd over de eisen die eraan gesteld kunnen worden. Manifest, Renovatievisie 2050 is samengesteld om hier een eerste, gemeenschappelijke stap in te zetten. Zeventien vertegenwoordigers van de toeleverende industrie – die samen met adviseurs de Coalitie Bestaande Woningbouw (CEBEWE 2050) vormen – laten in dit boek zien wat hun visie is op de aanpassing van de bestaande woningbouw en wat hun aanbod is, gespecificeerd naar de verschillende exploitatieperiodes vijftien, dertig en vijfenveertig jaar.
artikel manifest www.renda.nl
manifest
In de dagelijkse praktijk van
de aanpassing van de
bestaande woningvoorraad
is er nog weinig vastgelegd
over de eisen die eraan
gesteld kunnen worden.
Manifest, Renovatievisie
2050 is samengesteld om
hier een eerste, gemeen-
schappelijke stap in te
zetten. Zeventien vertegen-
woordigers van de toeleve-
rende industrie ? die samen
met adviseurs de Coalitie
Bestaande Woningbouw
(CEBEWE 2050) vormen ?
laten in dit boek zien wat
hun visie is op de aanpas-
sing van de bestaande
woningbouw en wat hun
aanbod is, gespecificeerd
naar de verschillende exploi-
tatieperiodes vijftien, dertig
en vijfenveertig jaar.
tekst wilbert leistra
De titel Manifest, Renovatievisie 2050 moet volgens de samenstellers
van BouwhulpGroep niet worden gezien als een voorspelling van de
toekomst. Ze zien het als een startpunt voor de visieontwikkeling, de
innovatie en de vernieuwde praktijk van kwaliteitsaanpassing. Daarom
wordt de horizon bijna twee generaties verder gelegd. Kwaliteitsaan-
passing kan immers niet zonder een visie op de toekomst. Daarom
komt ook het thema levensduurdenken voortdurend terug in het boek.
En als het over duurzaamheid gaat, moet er volgens de samenstellers
vooral meer oog zijn voor de langere termijn.
LEvEnsduuRdEnkEn
De lezer krijgt als eerste een inleiding in levensduurdenken voorgescho-
teld, een hoofdstuk verder uitgewerkt tot levensduurdenken over de
bestaande voorraad. De invloeden van het energieverbruik wordt aan
de hand van vijf thema's uitgewerkt: `wooncultuur en het energiever-
bruik', `oog voor de mogelijkheden van het bestaande', `woonlasten
versus milieu', `een goed aanbod' en `het draait om het proces'. Het
hoofdstuk sluit af met een uitgangspunt voor verandering. De samen-
stellers bepleiten dat vanuit de vraagstelling en het gebruik het nieuwe
aanbod zich moet ontwikkelen. `Laten we stoppen voortdurend nieuwe
processen en stroomschema's te maken, maar ons richten op het in
kaart brengen van de dagelijkse praktijk en van daaruit vraag en aanbod
met elkaar ontwikkelen', luidt de oproep.
In het vierde hoofdstuk pogen de schrijvers naar eigen zeggen de
hocuspocusverhalen over duurzaamheid te vermijden. Ze willen in deze
beschouwing op zoek naar de eenvoud van duurzaamheid en het feno-
meen terugbrengen tot de dagelijkse praktijk. Dit wordt onder andere
gedaan met behulp van een duurzaamheidtoets, waarbij de belangrijk-
ste maatregelen, respectievelijk prestaties die verband houden met de
kwaliteit(aanpassing) van een woning, worden langs de `duurzaamheid-
lat'gelegd en zo getoetst.
PREstatIEs
Voordat de prestaties van een woning kunnen worden beoordeeld,
moet eerst de vraag worden beantwoord uit welke onderdelen een
woning of woongebouw is opgebouwd, die voorzien in een specifiek
gebruik en een relatief autonome levensduur kennen. Dit denken in
componenten komt aan bod in het vijfde hoofdstuk en is wezenlijk om
te bepalen op welke wijze de bouw, de aanpassing en het gebruik van
een woning kan bijdragen aan de gewenste duurzaamheid. Maar niet
alleen de technische kwaliteit is van belang, zo betogen de samenstel-
lers, zeker zo belangrijk zijn de ruimtelijke kwaliteit en woninggrootte in
relatie tot de grootte van de huishoudens. Overzichtelijk wordt per
component uiteengezet waar het aan moet voldoen bij een levensduur-
verlenging van respectievelijk vijftien, dertig en vijfenveertig jaar.
OPLOssIngEn
De zeventien marktpartijen uit de Coalitie Bestaande Woningbouw
(CEBEWE 2050) leveren een belangrijke bijdrage aan het Manifest. Elke
marktpartij geeft een voorbeeld van de mogelijkheden bij exploitatie-
perioden van vijftien jaar (conserveren), dertig jaar (renoveren) en vijf-
enveertig jaar (transformeren). De mogelijkheden zijn gerangschikt per
component; dak, gevel, casco, installaties, keuken-douche-toilet, plat-
tegrond, directe woonomgeving, gemeenschappelijke ruimten en
gemeenschappelijke installaties.
HandEn En vOEtEn
Het Manifest Renovatievisie 2050 moet worden gezien als een poging
van de samenstellers en de zeventien marktpartijen om de discussie
over kwaliteitsaanpassingen in de bestaande woningbouw handen en
voeten te geven. Als volgende stap staat het gezamenlijk opstellen van
een programma voor innovatie op de agenda. Het laatste hoofdstuk ?
De horizon van 2050 ? poogt hiervoor een bescheiden begin te maken.
Reacties