Maatschappelijk verantwoord ondernemen, kortweg MVO, betekent dat je als organisatie rekening houdt met de effecten van je bedrijfsvoeringop het milieu en de mensen binnen en buiten de organisatie. De traditionele wijze van aanbesteden in de bouw beperkt bedrijven in hun mogelijkheden om maatschappelijk verantwoord te ondernemenen producten aan te bieden met een duurzaam karakter. Sterker nog, soms wordt het tegenovergestelde juist in de hand gewerkt.
30 c Artikel
Opdrachtgevers in de bouwsector kunnen door een andere marktbenade-
ring bedrijven aanmoedigen om hun bedrijfsvoering duurzamer in te richten
en duurzaamheid te integreren in het aanbod van producten en diensten.
De overheid kan hierin als grootste marktpartij in de sector een sterke sti-
mulans wegzetten en heeft daarin een voorbeeldfunctie voor de rest van
de markt. Echter, de Europese aanbestedingsregelgeving is een belem-
mering om hiermee aan de slag te gaan.
Onlangs verschenen rapporten tonen wederom aan dat de klimaatverande-
ring desastreuze gevolgen kan hebben. In het rapport `Stern Review on the
Economics of Climate Change' van de Brit Sir Nicholas Stern (oktober
2006), voorheen de meest belangrijke econoom bij de Wereldbank, worden
de financi?le consequenties geschetst als er geen actie wordt ondernomen.
De kosten van de klimaatverandering zijn vergelijkbaar met een verlies van
ten minste vijf procent van het wereldwijde bruto binnenlands product per
jaar. In het rapport `De staat van het klimaat
2006' (januari 2007) van het Platform Communi-
cation on Climate Change (PCCC) wordt aange-
geven dat het behoud van gevoelige ecosyste-
men zelfs lastig is met een beperkte tempera-
tuurstijging van twee graden. De natuur blijkt na-
melijk sterker te reageren op veranderingen in
temperatuur dan eerder werd aangenomen. Dit
heeft onder andere tot gevolg dat diersoorten die
normaal meer in het zuiden voorkomen, zoals de
processierups, onze kant opkomen.
De politiek heeft deze vraagstukken dan ook niet
voor niets hoog op de agenda gezet. De Rijks-
overheid heeft zich ten doel gesteld om in 2010
100 procent duurzaam in te kopen. Voor de ove-
rige overheden geldt een streefpercentage van 50 procent. Om deze am-
bitie te faciliteren worden hulpmiddelen ontwikkeld voor de overheden.
Vreemd genoeg merkt de bouwsector hier nog nauwelijks iets van. En dat
terwijl de sector een enorme impact heeft op de samenleving (zie kader).
De overheid kan door haar grote inkoopvolume, met name in de Grond-,
Weg- en Waterbouw, een duidelijke beweging op gang helpen.
Steeds meer publieke opdrachtgevers in de bouwsector zijn zich hiervan
bewust en willen maatschappelijke criteria meenemen in het aanbeste-
dingsproces, zowel voor de keuze van een bouwpartner als in het bouw-
object. Daarbij stuiten ze echter op de Europese regelgeving, die een be-
lemmering vormt om maatschappelijke criteria mee te nemen. Uiteindelijk
resulteert dit in een aanbesteding waarin weinig overblijft van de oorspron-
kelijke ambities.
Selectiecriteria
Het lijkt vanzelfsprekend dat publieke opdrachtgevers die Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen hoog in het vaandel hebben staan, ook graag
zaken willen doen met bedrijven die MVO in hun bedrijfsvoering een plek
hebben gegeven. Door middel van selectiecriteria kunnen opdrachtgevers
eisen stellen aan de persoon van de aanbieder. De criteria die gemeen-
goed zijn kunnen echter niet garanderen dat een maatschappelijk verant-
woorde bouwonderneming geselecteerd wordt. Slechte prestaties of on-
verantwoord gedrag zijn in principe geen belemmering om een volgende
keer weer in aanmerking te komen voor een opdracht. De criteria richten
zich momenteel met name op het eindproduct, nog nauwelijks op het pro-
ces waarmee de opdracht tot stand is gekomen en al helemaal niet op de
bedrijfsvoering van de bouwonderneming.
Wanneer we spreken over maatschappelijke criteria valt te denken aan crite-
ria die zich richten op prestaties, beleid en activiteiten op het gebied van
veiligheid, afvalreductie, recycling of innoverend vermogen. Uitgangspunt
van de regelgeving is dat de selectiecriteria in re-
latie staan tot de opdracht en proportioneel zijn.
Dit betekent bijvoorbeeld dat van een gegadigde
niet mag worden ge?ist dat alle voertuigen in haar
wagenpark van roetfilters zijn voorzien. In de richt-
lijnen staat bovendien zelfs nauwkeurig omschre-
ven waarmee bedrijven kunnen aantonen dat ze
aan de criteria voldoen. Deze criteria richten zich
met name op de technische bekwaamheid. Uit-
eindelijk blijven er nauwelijks mogelijkheden over
om maatschappelijke criteria te formuleren.
Naast een maatschappelijk betrokken partner is
er de wens van een duurzaam product dat met
een duurzaam productieproces tot stand is ge-
Naar een nieuw gunningcriterium
cMaatschappelijk Meest Verantwoorde Aanbieding
cIr. Robert ten Bras
(rtenbras@yahoo.com)
Maatschappelijk verantwoord ondernemen, kortweg
MVO, betekent dat je als organisatie rekening houdt met
de effecten van je bedrijfsvoering op het milieu en de
mensen binnen en buiten de organisatie. De traditionele
wijze van aanbesteden in de bouw beperkt bedrijven in
hun mogelijkheden om maatschappelijk verantwoord te
ondernemen en producten aan te bieden met een
duurzaam karakter. Sterker nog, soms wordt het
tegenovergestelde juist in de hand gewerkt.
Impact van de bouwsector
x De bouwsector verbruikt meer dan 50 procent van
het totaal aan ruwe natuurlijke materialen dat ge-
wonnen wordt.
x Tussen de 40 en 50 procent van al het afval is
afkomstig uit de bouw.
x 25 tot 40 procent van alle werkgerelateerde onge-
lukken vindt plaats in de bouw.
x De sector zorgt voor 7,5 procent van de totale
werkgelegenheid in de Europese Unie.
x Bijna 50 procent van alle Europese investeringen
vindt plaats in de bouwsector.
Maatschappelijk Meest
Verantwoorde Aanbieding
Titel 31 c Artikel
ven in de aanbesteding. De discussie begint met wat allemaal niet mag, in
plaats van wat allemaal w?l kan.
Alhoewel de mogelijkheden voor duurzaamheid in de aanbestedingsregel-
geving steeds ruimer worden, kan nog een grote slag gemaakt worden. In
de richtlijn staat een limitatieve opsomming van bewijsmiddelen om de
technische geschiktheid aan te tonen. Deze dient uitgebreid te worden,
zodat ook de maatschappelijke geschiktheid aangetoond kan worden.
Ook met betrekking tot gunningcriteria kunnen meer handvatten geboden
worden om een aanbieding te beoordelen op maatschappelijke aspecten.
Het zou niet vreemd zijn om in plaats van de Economische Meest Verant-
woorde Aanbieding, te spreken van de Maatschappelijk Meest Verant-
woorde Aanbieding. In het kader van de klimaatdiscussie in Europa past
dit prima binnen de doelstellingen.
De intentie om maatschappelijke criteria op te nemen in het aanbeste-
dingsproces is er bij publieke opdrachtgevers zeker. Echter, door de (ver-
wachte) beperking van de regelgeving worden ze terughoudend. Ze heb-
ben behoefte aan een leidraad met `copy-paste criteria'. Een leidraad met
maatschappelijke criteria, die regelgevingproof zijn. Dit voorkomt dat pu-
blieke opdrachtgevers zelf het wiel moeten uitvinden en het biedt de mo-
gelijkheden voor publieke opdrachtgevers om hun ambities waar te ma-
ken. Trouwens, een dergelijke leidraad biedt ook voor marktpartijen hou-
vast, omdat ze weten wat ze kunnen verwachten en hierop hun bedrijf
kunnen inrichten. b
komen. De opdrachtgever kan deze wens door middel van gunningcriteria
vormgeven. Deze criteria richten zich op de aanbieding en het productie-
proces hiertoe. Gunning kan plaatsvinden op basis van de laagste prijs en
op basis van de Economisch Meest Voordelige Aanbieding (EMVA-criteri-
um). Gunning op basis van de laagste prijs is een dooddoener voor het
bevorderen van innovatie en werkt zelfs maatschappelijk onverantwoord
ondernemen in de hand. De inschrijver wordt namelijk impliciet gevraagd
beperkt te investeren in haar medewerkers en de goedkoopste materialen
te gebruiken, wat ten koste kan gaan van duurzaamheid.
Het EMVA-criterium biedt mogelijkheden om maatschappelijke criteria op
te nemen. Hierbij valt onder andere te denken aan criteria die zich richten
op de energieprestaties van het bouwobject, de te gebruiken materialen of
de bereikbaarheid tijdens de uitvoering.
Belemmering
De Europese regelgeving is niet alleen een directe belemmering voor maat-
schappelijk verantwoord aanbesteden, maar ook nog eens een indirecte.
Door de angst voor juridische procedures bij publieke opdrachtgevers wor-
den opdrachtgevers voorzichtig en kiezen het zekere voor het onzekere. Er
is bovendien nog nauwelijks ervaring met maatschappelijke criteria in het
aanbestedingsproces (zowel in positieve zin wat betreft ervaring met wat
acceptabele criteria zijn om op te nemen, als in negatieve zin voor wat
betreft de aanwezige jurisprudentie voor wat niet mogelijk is). Opdrachtge-
vers staan hierdoor bij voorbaat al sceptisch tegenover ambitieuze initiatie-
ISTOCkPHOTO
Reacties