Energieneutraal, CO2-neutraal of zeer energiezuinig: hoge klimaatambities zijn de trend in de gebouwde omgeving. Binnen de EU is zelfs afgesproken dat alle nieuwe gebouwen vanaf 2020 moeten voldoen aan de eis nearly zero energy. Maar hoe is een klimaatambitie goed te formuleren en welke begrippen en definities gebruik je daarbij? W/E adviseurs ontwikkelde een webtool die helpt bij het helder formuleren van de klimaatambitie in de gebouwde omgeving.
1
Klimaatambitie helder geformuleerd
7-6-2012
Energieneutraal, CO2-neutraal of zeer energiezuinig: hoge klimaatambities zijn
de trend in de gebouwde omgeving. Binnen de EU is zelfs afgesproken dat alle
nieuwe gebouwen vanaf 2020 moeten voldoen aan de eis nearly zero energy.
Maar hoe is een klimaatambitie goed te formuleren en welke begrippen en
definities gebruik je daarbij? W/E adviseurs ontwikkelde een webtool die helpt
bij het helder formuleren van de klimaatambitie in de gebouwde omgeving.
Tekst Erik Alsema en Geurt Donze, W/E adviseurs
Aanleiding voor de webtool `Kiezen voor energieneutraal of CO2-neutraal'(1) is de discussie
over de precieze betekenis van begrippen als energie-, CO2- en klimaatneutraal. Het blijkt
dat deze begrippen in de praktijk op uiteenlopende manieren ingevuld worden. Daarom zijn
In Nederland gaan de ambities vaak over gebouwgebonden energieverbruik. Foto Fred Fokkelman
2
in opdracht van Agentschap NL twee studies uitgevoerd naar de definitie van deze
begrippen(2,3), waarbij is geconstateerd dat ??n uniforme definitie niet altijd zinvol is. De
schaal van het project, de lokale context en de beleidsmatige voorkeuren van de
projecteigenaar, zijn mede bepalend voor de wijze waarop de klimaatambities voor het
project gedefinieerd kunnen worden.
Om deze reden is in de eerste plaats een begrippenkader vastgesteld dat helpt om deze
discussie scherper te krijgen. Dit begrippenkader heeft zijn nut al bewezen bij discussie over
de eis van near-zero energy die binnenkort voor gebouwen moet worden vastgelegd, als
uitvloeisel van de Europese richtlijn Energy Performance Directive for Buildings (EPBD).
Project- en systeemgrens
Bij een energie- of CO2-neutraal project is het zinvol om projectgrens en systeemgrens te
onderscheiden. De projectgrens geeft aan welke gebouwen en verbruikers er bij het project worden
gerekend dat neutraal wil worden. De systeemgrens ligt veel wijder en omvat het project zelf, plus
diverse installaties voor energieconversie of CO2-vastlegging die buiten de directe invloedssfeer
van de projecteigenaar liggen. Daarbij kan gedacht worden aan elektriciteits- en warmtecentrales,
maar ook windmolens op zee en biomassaplantages behoren binnen de systeemgrens.
Figuur 1. Schematische weergave van de systeem- en projectgrens.
Het is belangrijk om te beseffen dat het project pas energie- of CO2-neutraal is als er op jaarbasis
geen energie of CO2 meer over de systeemgrens heen getransporteerd wordt. Uiteraard kan
beleidsmatig wel een bepaalde systeemgrens worden voorgeschreven, bijvoorbeeld ten behoeve
van de near-zero energy gebouwen uit de EPBD-richtlijn. Deze definitie voor near-zero energy
moet nog vastgesteld worden. In de studie Uitgerekend Nul van DHV en Agentschap NL(3) wordt
een bepaalde systeemgrens voorgesteld ter defini?ring van energieneutrale gebouwen. Rond deze
definitie lopen echter nog discussies, bijvoorbeeld over de rol van biomassa.
3
Webtool
Als vervolg op de eerder genoemde studies is er nu een webtool beschikbaar die helpt om
de keuzes die ten grondslag liggen aan een energie- of klimaatambitie, scherper in beeld te
krijgen. Dit hulpmiddel is vooral bedoeld voor beleidsmakers bij overheden,
projectontwikkelaars en energieadviseurs die betrokken zijn bij projecten in de gebouwde
omgeving met een klimaatambitie. Het schaalniveau kan lopen van ??n enkel gebouw tot
een complete stad. De tool biedt momenteel nog geen pasklare oplossingen, maar moet
vooral gezien worden als een hulpmiddel bij de communicatie over en het concreet
vaststellen van de klimaatambitie.
Om de achtergrond en de bedoeling van de webtool toe te lichten, wordt een project op het
schaalniveau van een gemeente beschreven. Daarmee kunnen het beste de reikwijdte en de
bredere keuzemogelijkheden ge?llustreerd worden. Daarnaast worden er drie
discussiepunten aangestipt die met de tool aan de orde gesteld kunnen worden.
Defini?ring
Voor een klimaatambitie moeten in de eerste plaats de reikwijdte en de begrenzingen van
die ambitie vastgesteld worden. Daarvoor zijn het type gebouwen, de soorten energiegebruik
en de geografische grenzen van het project essenti?le karakteristieken. In discussies over
energie- of klimaatneutraliteit bestaat vaak de indruk dat alle oplossingen binnen de
projectgrenzen gezocht moeten worden. Bij zorgvuldige beschouwing blijkt echter dat vrijwel
altijd uitwisseling van energie plaatsvindt met installaties buiten de projectgrens. Dat geldt
soms ook voor de compensatie van CO2-emissies. De vaststelling of een project energie- of
CO2-neutraal is, vindt dan ook niet plaats op de projectgrens maar op de wijdere
systeemgrens.
Door een bepaalde systeemgrens vast te leggen, wordt feitelijk de klimaatambitie van het
project voor een belangrijk deel vastgesteld. Deze keuze wordt nu meestal door de
projecteigenaar gemaakt maar kan ook beleidsmatig worden vastgesteld. De webtool helpt
de gebruiker vooral om voor zijn situatie alle relevante keuzes te maken en deze eenduidig
vast te leggen. Het doel is vervat in de keuze tussen energie- of CO2-neutraliteit, samen met
een bepaald doeljaar. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen doel, scope en middelen.
De scope geeft de reikwijdte van het project en van de klimaatambitie aan: het type
gebouwen, de soorten energiegebruik en de projectgrens. Ten slotte moet de gebruiker
kiezen welke middelen hij of zij wil toepassen om de ambitie te realiseren. Deze zijn
onderverdeeld in enkele categorie?n: energiebesparing, duurzame energieopwekking en
CO2-vastlegging. Bij deze drie opties wordt bovendien de keuze voorgelegd of een maatregel
binnen of buiten de projectgrens wordt toegepast. Voor de volledigheid zijn de opties
kernenergie en CO2-opslag toegevoegd, hoewel deze in de praktijk niet vaak zullen worden
gekozen.
4
Shoppen
Het lijkt wat paradoxaal dat in deze benadering een projecteigenaar zijn eigen definitie van
energie- of CO2-neutraliteit bij elkaar kan shoppen. Goed beschouwd ligt de definitie wel
vast, maar kan hij shoppen onder de middelen. Er zijn twee redenen waarom de
bovengenoemde keuzes niet vastliggen.
1. Er is wetenschappelijk gezien geen voorkeur aan te geven voor bepaalde middelen.
Opwekking van duurzame energie buiten de projectgrens met bijvoorbeeld wind op
zee, kan aanzienlijk effectiever zijn dan een klein molentje bovenop een gebouw. Een
goed beheerd project voor boomaanplant kan zinvoller zijn dan een stel PV-panelen
met veel schaduw. Uiteraard kan men wel op basis van morele, politieke of
publicitaire argumenten bepaalde voorkeuren hebben. Niet iedereen wil bijvoorbeeld
de eigen CO2-emissies via CO2-credits afkopen. Vaak is er een sterke voorkeur voor
oplossingen binnen de grenzen van het eigen project.
2. Er is vanuit de politiek nog geen definitieve keuze gemaakt voor een bepaalde
invulling van het begrip energie- of CO2-neutraal. Door het ontbreken van
wetenschappelijke argumenten is dit ons inziens ook niet direct zinvol. Pas wanneer
er een juridische noodzaak bestaat, zoals de EPBD-richtlijn, is een precieze definitie
gewenst.
Breder dan lokaal
De trend van energieneutrale projecten wordt gevoed vanuit het ietwat romantische ideaal
dat ieder huishouden of bedrijf in zijn eigen energie moet voorzien. Omdat energieautarkie in
onze stedelijke samenleving vrijwel onmogelijk is, is dit ideaal al wat opgerekt door
neutraliteit op
jaarbasis na te
streven. Daarmee
wordt impliciet de
context verbreed
naar het wijdere
systeem van de
energievoorziening
op landelijke of zelfs
Europese schaal.
Ook de oplossingen
voor energie-
neutraliteit kunnen
dus breder gezocht
worden dan alleen
lokale maatregelen.
Energieopwekking buiten de projectgrens kan effectiever zijn dan een kleine windmolen op
een gebouw. Foto Erik de Graaf
5
Uiteraard zijn er goede redenen om eerst in eigen huis orde op zaken te stellen, voordat
oplossingen buitenshuis worden gezocht. Daarom is de Trias Energetica een goede leidraad
bij deze zoektocht. Dat betekent eerst op zoek gaan naar besparingen op het eigen verbruik,
vervolgens de inzet van duurzame opwekking en ten slotte effici?nte omzetting van fossiele
brandstoffen. Pogingen om het ideaal van lokale oplossingen in een definitie voor energie- of
CO2-neutrale projecten vast te leggen, stuiten onvermijdelijk op arbitraire keuzes, vooral als
het gaat om windmolens of warmteopwekking buiten de projectgrenzen.
Daarnaast is er de gevoelige kwestie of een biomassa-wkk nu wel of niet toelaatbaar is voor
een energieneutraal gebouw. Om de bouw van energieneutrale utiliteitsgebouwen mogelijk
te maken, is biomassa-wkk vaak de enige haalbare oplossing. Maar de vraag is
gerechtvaardigd of een biomassa-wkk met van buitenaf ge?mporteerde brandstof principieel
gezien kan worden als lokale energieopwekking. De keuze tussen lokale of externe
oplossingen moet daarom een afweging zijn van kosteneffectiviteit, beleidsmatige
overwegingen zoals de onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen, morele overwegingen en
psychologische factoren zoals zichtbaarheid van maatregelen.
Internationale discussie
Ook in de internationale discussie over de definitie van zero carbon- of zero energy-projecten
stuit men op de onmogelijkheid om op wetenschappelijke gronden een rangorde in lokale
dan wel externe maatregelen te defini?ren, die de basis kan vormen voor een strenge
definitie van neutraliteit. In het recente paper `Net Zero Energy Buildings' van Task 40 van
het Internationale Energie Agentschap (IEA) wordt dan ook gekozen voor het beschrijven
van een definition framework, in plaats van simpelweg een definitie. In grote lijnen komt dit
definition framework overeen met het geschetste definitiekader uit de webtool.
In de Nederlandse discussie wordt een energie- of CO2-neutrale ambitie vaak versmald tot
uitsluitend het gebouwgebonden energiegebruik. Het energiegebruik van bewoners of
gebruikers en de bijdrage van materiaalgebonden energie of CO2, worden dan buiten de
balans gehouden. Maar naarmate het gebouwgebonden verbruik door strengere regelgeving
steeds verder daalt, wordt beschouwing van het gebruikersdeel en het materiaaldeel
urgenter(4). Daarnaast zien we dat de nieuwe bouwregelgeving de evaluatie van
materiaalgebonden CO2-emissies verplicht gaat stellen. Het ligt daarom voor de hand om
deze bijdrage in de beschouwing van CO2-neutraliteit te betrekken. Deze verbreding van de
scope is minder ingewikkeld dan vaak verondersteld wordt. De rekenmethoden die
ontwikkeld zijn voor de evaluatie van de milieuprestatie van gebouwen, zoals GPR Gebouw,
bieden een eenvoudige mogelijkheid om de materiaalgebonden CO2-emissie van
bouwwerken te bepalen.
Ambitie
Bij het formuleren van de ambitie voor een energie- of CO2-neutraal project moet een aantal
keuzes gemaakt worden. Met de webtool `Kiezen voor energieneutraal of CO2-neutraal'
6
worden gebruikers geholpen om hun eigen, bewuste keuze te maken en deze keuze goed te
beschrijven. Met deze beschrijving kan de buitenwereld ge?nformeerd worden over de
reikwijdte van de vastgestelde ambitie en kan men gefundeerd aan de slag met realisatie.
Tilburg CO2-neutrale stad
De gemeente Tilburg heeft als ambitie om in 2045 een klimaatneutrale stad te zijn. In 2010 heeft W/E
adviseurs onderzocht hoe deze doelstelling voor de sociale woningvoorraad gerealiseerd kan worden.
Startpunt voor dit onderzoek was de precieze defini?ring van de doelstelling voor 2045 door de
corporaties. Hiervoor is vastgesteld welk deel van het energiegebruik in de ambitie betrokken zou
worden en welke middelen toegepast kunnen worden om het doel te bereiken. Er werd besloten om de
emissie door gebouwgebonden energiegebruik en huishoudelijk verbruik in de doelstelling onder te
brengen, maar de materiaalgebonden emissies erbuiten te houden. Verder is afgesproken dat
energiebesparing door stadverwarming, inkoop van groene stroom en duurzaam opgewekte warmte
de toelaatbare middelen zijn bij het bereiken van de doelstelling. CO2-compensatie, kernenergie en
CO2-opslag zijn dat echter niet.
Figuur 2. Voorbeelduitvoer webtool voor doelstelling Tilburgse woningcorporaties.
7
Bronnen
(1) Kiezen voor energie- of CO2-neutraal, webtool, mede mogelijk gemaakt door
Agentschap NL www.we.nl/energieneutraal.
(2) Stevige ambities, klare taal. i.o.v. PeGO en Agentschap NL, W/E adviseurs, 2009.
(3) Uitgerekend Nul, i.o.v. Agentschap NL, DHV, 2010.
(4) Materialen, een blinde vlek in klimaatbeleid, W/E adviseurs, Bouwfysicablad, 2009.
Reacties