In Deventer wordt zeer duurzaam stadskantoor gerealiseerd, op een nu haveloze plek in de binnenstad. Het definitief ontwerp van Michiel Riedijk toont een compact gebouw, waarbij architectuur en duurzaamheid hand in hand gaan. Door zonnepanelen, warmte-koudeopslag en het gebruik van een warmtewiel voor de ventilatie, gebruikt het stadskantoor geen fossiele brandstoffen. Met de investering in nieuwbouw wil de gemeente daarnaast een impuls aan de bouwsector geven.
1
Kantoor zonder fossiele energie
28-3-2012
In Deventer wordt zeer duurzaam stadskantoor gerealiseerd, op een nu
haveloze plek in de binnenstad. Het definitief ontwerp van Michiel Riedijk toont
een compact gebouw, waarbij architectuur en duurzaamheid hand in hand
gaan. Door zonnepanelen, warmte-koudeopslag en het gebruik van een
warmtewiel voor de ventilatie, gebruikt het stadskantoor geen fossiele
brandstoffen. Met de investering in nieuwbouw wil de gemeente daarnaast een
impuls aan de bouwsector geven.
Aan de duurzaam-
heid van het
stadskantoor stelde
de gemeenteraad
van Deventer hoge
eisen. Deze eisen
zijn uitgedrukt in
`rapportcijfers', die te
behalen zijn door een
gebouw te toetsen
aan GPR-gebouw of
BREEAM-NL. De
GPR-scores liggen
bij bepaalde modules
beduidend hoger dan
de oorspronkelijke
eisen van de raad.
Op basis van
BREEAM-NL wordt
een kwalificatie
`Excellent' behaald.
Geen gas of olie
Het programma
GPR-gebouw laat
precies zien hoe het
is gesteld met de
kwaliteit en milieubelasting van het ontwerp op het gebied van energie, materialen, water,
gezondheid en afval. Op de GPR-score in de module energie heeft het stadskantoor een 9,0
(eis 9,0) behaald. Het kantoor wordt zonder radiatoren opgeleverd en er wordt geen
gebruikgemaakt van gas of olie. Om aan de elektriciteitsbehoefte te voldoen, wordt er op het
dak van het atrium 900 m2
aan PV-cellen geplaatst. De elektriciteit die de gemeente dan nog
moet inkopen, is groen. "Het definitief ontwerp is beduidend compacter en daardoor
energiezuiniger dan het voorontwerp. Op elektriciteit na, gebruikt het gebouw geen fossiele
energie", aldus Paul van Bergen, directeur van ingenieursbureau DGMR en lid van het
ontwerpteam.
Artist impression van het stadskantoor.
2
Energie-uitwisseling
Het stadhuiskwartier krijgt een open warmte-koudeopslagsysteem (wko). In een diepe
grondwaterlaag wordt een warme en een koude bron gecre?erd, waaruit in de zomer koud
grondwater wordt opgepompt. Dit water passeert een warmtewisselaar en koelt het water dat
door de leidingen in de betonnen vloeren van het gebouw loopt. De betonnen vloeren
vervullen zo de functie van koelelement (betonkernactivering). Het water dat de
warmtewisselaar is gepasseerd, is warmer en wordt in de warme bron opgeslagen. In het
najaar wordt de circulatierichting omgedraaid. Het warme grondwater verwarmt het water dat
door de leidingen stroomt en de warmtepomp verwarmt het water eventueel nog wat bij. De
betonnen vloeren geven een comfortabele warmte af. "We onderzoeken ook koeling met
IJsselwater", zegt Van Bergen. "In de winter slaan we de koude uit de IJssel op in de bron,
zodat we er in de zomer het gebouw mee kunnen koelen." Het wko-systeem wordt
gekoppeld aan de al aanwezige stadsverwarming waarmee het historische stadhuis wordt
verwarmd, zodat ook dit deel duurzamer verwarmd en gekoeld kan worden. Het
monumentale deel en het nieuwe stadskantoor wisselen op die manier onderling energie uit.
Ventilatie met warmtewiel
Voor de ventilatie van het gebouw wordt verse buitenlucht naar binnen gebracht. De verse
lucht wordt als een soort deken over de vloeren van de kantoren verspreid, waardoor
luchtverontreiniging en warmte van beneden naar boven worden verdrongen. "De warme
lucht wordt afgevoerd naar het centrale atrium, zodat deze op temperatuur blijft. Vanuit het
hoogste punt in het atrium wordt de warme lucht afgevoerd naar een warmtewiel in de
technische ruimte", legt Van Bergen uit. "Het mechanische wiel (warmtewisselaar, red)
Publieksplein werkplekken
3
gebruikt de warmte om de verse, koude lucht van buiten mee te verwarmen, zodat er nog
maar weinig extra energie nodig is."
Materialen
Voor het stadskantoor
worden robuuste, harde
materialen gebruikt zoals
steen, beton, gietijzer en
eikenhout met FSC-
keurmerk. Om sober en
doelmatig met materialen
om te gaan, wordt er
gebruikgemaakt van
standaardmaten voor
bijvoorbeeld vloeren,
plaatmaterialen en
wanden. "De
kostenadviseur rekent uit
wat de exploitatiekosten
van energieverbruik,
onderhoud, reparatie en
vervanging zijn van de
verschillende afwerkingsmaterialen. Zo kiezen we het meest duurzame materiaal met de
laagste levensduurkosten", vertelt de directeur. "Gevels, daken en vloeren zijn bovendien
uitstekend ge?soleerd en er is glas gekozen dat in de winter de warmte zo veel mogelijk
binnenhoudt en zomers de zon reflecteert." De aanpak levert een GPR-score op van 8,6
voor materialen (eis 8,5).
De gevel bestaat voor een groot deel uit robuust prefab beton met daarin gerecycled
natuursteengranulaat (haksel). Mogelijk wordt hiervoor natuursteen uit het oude stadskantoor
gebruikt. "Zink is een waardevol materiaal, daarom gebruiken we het zink van het oude
stadskantoor om de nieuwe kappen mee te bedekken. Ook verwerken we veel FSC-hout,
omdat dit materiaal hernieuwbaar is", vertelt Van Bergen.
Groene daken
Voor water is de behaalde GPR-score 8,9 (eis 8,0). Tal van maatregelen, zoals toiletten met
spoelonderbrekers, kranen met volumebegrenzers en waterbesparende douchekoppen,
minimaliseren het watergebruik. Daarnaast krijgt het gebouw deels groene daken: sedums
en mossen houden het regenwater als een spons vast, zodat het in droge perioden kan
verdampen. "Op de schuine daken wordt het hemelwater afgevoerd naar een vijver in het
Burgemeestershof. Dit voorkomt overbelasting van het riool en het water wordt gebruikt voor
de planten. Het regenwater wordt niet gebruikt om de toiletten te spoelen, omdat dit de
levensduur niet ten goede komt. Ook moet je dan agressieve schoonmaakmiddelen gaan
gebruiken", legt de directeur uit.
Buitengevel
4
Afval
Op het gebied van gezondheid voor medewerkers en bezoekers behaalt het ontwerp voor
het Deventer kantoor een GPR-score van 9,4, (eis 8,5). Zo kunnen medewerkers zelf de
temperatuur, ventilatie en zonwering regelen, is er een goede akoestiek en geluidsisolatie,
stinken materialen niet en geven ze geen gassen af. Van Bergen licht toe: "Door de hoge
ramen en het licht vanuit het atrium is er tot diep in het gebouw helder daglicht. Daarnaast
kunnen er volop ramen open en dat is goed voor de ventilatie en het gevoel van welzijn."
Tijdens de sloop van het oude en de bouw van het nieuwe stadskantoor zal bouwafval
zorgvuldig worden gescheiden en worden onnodige (plastic) verpakkingen voorkomen. Na
de sleuteloverhandiging is er volop mogelijkheid om het afval zodanig te scheiden, dat er
vooral grondstoffen overblijven. In de kelder zijn opslagruimten beschikbaar voor recyclebaar
materiaal en compost. Hiermee wordt de GPR-score voor afval een 9,4 (eis 8,0).
Robuust in de tijd
Architect Riedijk heeft
vooral een flexibel gebouw
ontworpen.
Compartimentering,
materialen en
lastenverdelingen zijn zo
gekozen dat het
stadskantoor in de
toekomst (deels) een
andere functie kan krijgen,
van winkels tot verzorging.
Door te kiezen voor royale
vrije hoogten zijn er
mogelijkheden om in de toekomst installaties in te bouwen. Jos Pierey, wethouder
duurzaamheid in de stad, is erg tevreden over het ontwerp van het nieuwe stadskantoor.
"We realiseren hoge eisen op het gebied van energie, gezondheid, materialen, water en
afval en we verduurzamen de bestaande gebouwen van het stadskwartier. Dat is iets waar
Deventer trots op kan zijn."
Werkruimte op de zolder
Gemeente Deventer verzorgde een
impressie van de omgeving en de
binnenzijde van het definitieve
ontwerp van het stadhuiskwartier.
Bekijk de impressie van architect
Michiel Riedijk via
www.deventer.nl/stadhuiskwartier .
Reacties