Vastgoed is een middel om bewoners trots op hun omgeving, hun woning en vooral op henzelf te laten zijn. Daarom is de kwaliteit van dat vastgoed erg belangrijk; enerzijds door renovatie en transformatie, anderzijds door nieuwbouw en ingrepen in de (openbare) omgeving. De monumenten van de toekomst moeten nu worden gerealiseerd. Aan het woord is Janine Gerardts, directeur vastgoed van Wonen Limburg.
nr 1 2013 interview janine gerardts6
"Het is
belangrijk
dat onze
huurders
zich goed
voelen
en zich
verbonden
voelen met
de wijk"
nr 1 2013interview janine gerardts 7
interview
"Ik snap het beleid van Rutte II wel, het kabinet wil dat het aantal soci-
ale huurwoningen beter aansluit op de noodzakelijke sociale behoefte.
Daar is niets mis mee, er wonen genoeg mensen onterecht in een
gesubsidieerde woning. Het dwingt corporaties om heel kritisch naar
zichzelf te kijken." Janine Gerardts reageert op de berekeningen van
het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) die uitwijzen dat heel wat
corporaties in de problemen kunnen komen als de kersverse minister
Blok van Wonen en Rijksdienst het voorgenomen beleid doorzet. De
directeur vastgoed van Wonen Limburg vindt het een belangrijk
moment voor de corporatiesector. "Ik zou het een slechte zaak vinden
als de sector zich nu lam laat slaan. Er is een andere dynamiek nodig
om mee te kunnen gaan met de tijd die voor ons ligt. Samen een vuist
maken, de corporaties moeten zich verenigen. Wonen 4.0 zie ik als het
begin van deze nieuwe periode. Dit moet nu worden doorgezet."
Ook voor Wonen Limburg kan het voorgenomen beleid aanzienlijke
gevolgen hebben. De WOZ-waarde van de huizen in vooral het zuidelijk
deel van Limburg is namelijk erg laag. Gerardts beaamt dit, maar brengt
een kanttekening aan: "Ons bezit ligt erg verspreid over de provincie.
Grofweg hebben we van Venray tot en met Heerlen woningen, waarbij
de WOZ-waarde vooral in het krimpgebied Parkstad laag ligt. Maar we
hebben nog niet te maken met structurele leegstand. In krimpgebieden
krijgen we altijd nog meerdere reacties op een vrijgekomen woning.
Vanochtend ben ik in Weert geweest waar een jarenzestigwoning vrij
stond met een behoorlijk verouderde plattegrond. Daar zijn toch nog
zo'n tweehonderd reacties op gekomen."
De Limburgse woningcorporatie zal in de nabije toekomst rekening
moeten houden met het verschijnsel krimp, zo geeft de directeur vast-
goed aan: "We hebben relatief veel bezit in de dorpen, vaak relatief
ruime woningen op ruime percelen. De krimp is in die dorpen het
grootst. Dat betekent dat wij ons beleid hierop afstemmen en werken
aan een ge?ntegreerde, herziene aanpak binnen gebieden waar bevol-
kingsdaling een feit is."
Herstructurering
Gerardts kwam als afgestudeerd bedrijfskundige terecht bij een klein
adviesbureau in Maastricht. Daar maakte zij voor het eerst kennis met
het fenomeen wonen en wijken. "Bij dat adviesbureau werkte ik aan
een opdracht om de herstructurering van woonwijken in Venlo, Heerlen
en Sittard te onderzoeken. Ik raakte helemaal gefascineerd door de
tekst wilbert leistra
foto's youri claessens
Vastgoed is een middel om
bewoners trots op hun
omgeving, hun woning en
vooral op henzelf te laten
zijn. Daarom is de kwaliteit
van dat vastgoed erg belang-
rijk; enerzijds door renovatie
en transformatie, anderzijds
door nieuwbouw en ingrepen
in de (openbare) omgeving.
De monumenten van de
toekomst moeten nu worden
gerealiseerd. Aan het woord
is Janine gerardts, directeur
vastgoed van Wonen
Limburg.
janine
gerardts
nr 1 2013 interview janine gerardts8
huurders zich goed voelen, elkaar op diverse manieren kunnen ontmoe-
ten, zich verbonden voelen met hun wijk of dorp. Daarom stimuleren we
hen om zich op een positieve manier in te zetten voor de buurt.
Daarnaast zijn wij als corporatie nu verantwoordelijk voor het bouwen
van de monumenten van de toekomst. We moeten ervoor waken dat
onze opvolgers over veertig jaar voor de opgave van herstructurering
staan omdat we het nu niet goed hebben gedaan", redeneert Gerardts.
Als goed voorbeeld uit het verleden noemt ze de zogenoemde begij-
nenhofjes: "Tijdloos zijn die en daarom zijn ze nog steeds erg gewild.
Maar als je dat zou vertalen naar ons streven om de monumenten voor
de toekomst te bouwen, dan zou je ze nu wat betreft indeling en
gebruik flexibeler en super duurzaam moeten bouwen."
sAmenWerking
Wonen Limburg is volgens Gerardts een voorloper op het gebied van
het zoeken naar en het aangaan van verschillende samenwerkingsvor-
men. Zo ook met het onderwijs, stelt ze. "En dan bedoel ik op allerlei
niveaus van het onderwijs. Zo werkt onze woningcorporatie samen met
Hogeschool Zuyd in het project De Wijk van Morgen, waar allerlei inno-
vaties op het gebied van energie en duurzaamheid worden getest. Maar
we werken ook nauw samen met de vmbo's in de regio's. Hoe eerder je
kinderen bewust kunt maken van hun mogelijkheden, des te grotere
stappen kunnen ze in hun ontwikkeling maken, daar ben ik van over-
tuigd."
De woningcorporatie zet ook haar eigen bezit in voor onderwijsdoelein-
den, al was dat oorspronkelijk geen onderdeel van het beleid. Gerardts
legt uit: "We zaten op een gegeven moment met een penthouse, dat
door de vorige bewoner in een staat was achtergelaten die ervoor
zorgde dat de woning niet direct verhuurbaar was. Niet dat de woning
uitgewoond was, integendeel, er was heel veel luxe aan de woning
toegevoegd. Probleem was echter dat dit door een beunhaas was
combinatie van vastgoed en de sociale aspecten in zo'n wijk. Daarom
heb ik mijn Master of Real Estate (MRE) gehaald." Met die titel op zak
deed Gerardts haar intrede in de corporatiesector, als beleidsmedewer-
ker bij woningcorporatie Woonpunt in Maastricht. "De sociale sector in
Maastricht is erg boeiend. De stad kent wel zo'n acht aandachtswijken,
met de Vogelaarwijk Maastricht Noordoost voorop. Daar heb ik het
spel leren kennen tussen de vastgoedingrepen en wat die doen met de
mensen die ermee te maken krijgen. Het proces om de mensen weer
trots te laten worden op hun eigen wijk, het stimuleren van de
opwaartse sociale spiraal."
Toch besloot Gerardts om na vier jaar haar werk bij de grote Limburgse
corporatie op te zeggen om manager wonen te worden bij de buurtwin-
kel in Panningen van de andere Limburgse woningcorporatie, Wonen
Limburg. "Mijn werk als (senior) beleidsmedewerker bij Woonpunt hield
ook in dat ik op regelmatige basis rapporten moest schrijven. Laat ik
het er maar op houden dat dit niet mijn favoriete bezigheid is. Daarom
zocht ik een nieuwe uitdaging, die ik in Panningen vond. Eerst als mana-
ger wonen en later als vestigingsmanager."
Een grootscheepse organisatieverandering bij Wonen Limburg zorgde
ervoor dat Gerardts haar toekomst ging overwegen. "De reorganisatie
dwong ons eigenlijk om meer te specialiseren, ik moest in feite kiezen
tussen het vastgoeddeel en het sociale deel van mijn werk", legt ze uit.
"Deze keuze vond ik dermate moeilijk dat ik zelfs heb overwogen om
elders aan de slag te gaan. Uiteindelijk kreeg ik de kans om me als
directeur vastgoed waar te maken. Een mooie baan in een geweldig
dynamische en vooruitstrevende organisatie. In deze functie zijn alle
steengerelateerde zaken onder ??n vlag terechtgekomen; vastgoedont-
wikkeling, vastgoedbeheer en het bedrijfsbureau."
combinAtie
De voornaamste uitdaging voor Gerardts zit in de kwaliteitsborging van
de voorraad en het acceptabel houden van de woonlasten, zoals ze het
zelf verwoordt. "Vanuit mijn functie ben ik verantwoordelijk voor reno-
vatie en onderhoud, nieuwbouw en transformatie, voor eigen panden,
maar na werving ook voor gebouwen van anderen. Juist deze combina-
tie van activiteiten wordt steeds belangrijker in de toekomst, vandaar
dat Wonen Limburg ze organisatorisch bij ??n stuurlijn heeft onderge-
bracht."
De directeur vastgoed heeft een uitgesproken mening over haar vakge-
bied. "Vastgoed is een middel, het behelst veel meer dan alleen een
dak boven het hoofd", zegt ze stellig. "Je hebt veel meer nodig om
ervoor te zorgen dat mensen zich thuis voelen. Vastgoed moet worden
ingezet om bewoners zich weer trots te laten voelen; trots op de omge-
ving, trots op de woning en vooral ook trots op zichzelf. En of dat nu
kan door een woning goed te onderhouden, te renoveren of te transfor-
meren, dat maakt dan niet uit. Maar het geldt natuurlijk ook voor nieuw-
bouw. De opgave van onze corporatie gaat veel verder dan het ontwik-
kelen, onderhouden en beheren van vastgoed. Ook in leefbaarheid en
de zachtere kant van wonen-zorg-welzijn en wonen-leren-werken nemen
we onze verantwoordelijkheid. We richten ons op het stimuleren van de
zelfredzaamheid van bewoners en stimuleren mensen hun eigen
bijdrage te leveren aan goede leefomstandigheden en prettig samenle-
ven. Een brede maatschappelijke taak ligt hier voor de corporatie, die
gericht is op wijkontwikkeling en buurtaanpak. Het is belangrijk dat onze
nr 1 2013interview janine gerardts 9
gedaan. Gevolg was dat bijvoorbeeld de marmeren vloer veel scheuren
vertoonde, dat in het glazen plafond barsten zaten en dat de aange-
brachte domotica er onbetrouwbaar uitzag. De kosten om alles in
verhuurbare staat te brengen bedroegen maar liefst 75.000 euro. Dat
zagen we eerlijk gezegd niet zitten, en verkoop in een verslechterende
markt was ook niet echt een optie. Toen kwamen we op het idee om er
een soort praktijkplek voor leerlingen van te maken. Zij kunnen in de
praktijk hun kennis toepassen onder begeleiding van de school, en ons
penthouse wordt opgeknapt. Duidelijk een geval van een win-winsitua-
tie."
De Limburgse woningcorporatie onderzoekt momenteel hoe ze social
return onderdeel kan laten uitmaken van haar aanbestedingsbeleid.
"Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan een minimaal aantal leerplek-
ken dat een aannemer moet hebben, wil hij in aanmerking kunnen
komen voor een opdracht die wij aan te besteden hebben. Maar je zou
je ook kunnen voorstellen dat wij als voorwaarde stellen dat bij een
renovatieproject het bouwbedrijf werkloze bewoners uit die buurt moet
aanstellen. Dan snijdt het mes namelijk ook aan twee kanten; het bouw-
bedrijf krijgt personeel en wij bestrijden de werkloosheid in de buurten.
Bijkomend voordeel is ook dat je uiterst gemotiveerde werklui hebt,
want werken aan je eigen huis is natuurlijk de beste motivatie die je
maar kunt hebben."
mAAtscHAppeLiJke pLicHt
Gerardts ziet het als een maatschappelijke plicht van de woningcorpo-
ratie om zich voor de regio en de mensen uit de regio in te zetten. "Wij
zijn met een bezit van zo'n 24.000 woningen ook in de positie om iets
af te kunnen dwingen. Zo streven wij ernaar dat de leerplekken voor
mensen met een `plakkertje' worden uitgebreid, dus om gehandicapten
aan het werk te krijgen, of bijvoorbeeld om ex-gedetineerden een kans
te bieden om terug in de maatschappij te komen."
De corporatie stelt daarnaast eisen aan de producten die bij onderhoud,
renovatie en nieuwbouw worden gebruikt. "Hierbij staat de regio ook
centraal, dat wil zeggen: de producten moeten zo veel mogelijk uit de
regio komen en door Limburgse bedrijven gemaakt zijn." Gerardts wil
zelfs nog een stapje verder gaan als het gaat om het gebruik van bouw-
materialen. "Het meest ideale plaatje is als we de materialen afkomstig
uit sloop in Zuid-Limburg weer kunnen hergebruiken op andere plekken
in de provincie."
opgAVe
Ongeveer 9000 woningen van Wonen Limburg moeten in de komende
tijd energetisch worden aangepakt, aldus de directeur vastgoed. "Wij
hebben ook het convenant van Aedes ondertekend, wat inhoudt dat we
tot 2020 een bezit met gemiddeld energielabel B hebben. Om dat te
bereiken moeten we het genoemde aantal woningen aanpakken. Niet
allemaal even rigoureus, het ene blok wat forser en het andere blok wat
meer richting groot onderhoud."
Voor de grotere aanpak van woningen hanteert Wonen Limburg het
principe van MIMI, oftewel Meer Isolatie Minder Installatie. Gerardts
legt uit waarom: "Het installatiegedeelte vergt veelal de grootste inves-
teringen, hetgeen nu geen verstandige keuze is gezien de positie
waarin corporaties zich bevinden. Ook al omdat installaties een bedui-
dend minder lange levensduur hebben dan de verlenging van minimaal
25 jaar die wij met een renovatie beogen. Ik denk dat het nu aan de
installatiesector is om de productinnovatie te richten op de ontwikkeling
van goedkopere en duurzamere installaties."
Naast de fysieke aanpak van de woningen is het volgens Gerardts erg
belangrijk om het gedrag van bewoners te stimuleren. "Om de duur-
zaamheidsdoelstellingen te bereiken is het wat mij betreft net zo
belangrijk om de bewoners mee te krijgen. En dat is misschien wel de
moeilijkste opgave. Het is bijvoorbeeld niet eenvoudig om aan bewo-
ners uit te leggen waarom het voordeel dat hen wordt voorgespiegeld
bij een energiezuiniger huis, in de praktijk anders uit kan pakken en
minder kan zijn. Daarom proberen wij zo veel mogelijk de woningpresta-
tie en de specifieke energierekening als basis te nemen en geen labora-
toriummetingen van de fabrikant."
Binnen dit bewustwordingsproces moeten de medewerkers van de
woningcorporatie volgens Gerardts het goede voorbeeld geven. "Ik zie
het als mijn taak dat over pakweg vijf jaar vernieuwing en innovatie
dusdanig door het bloed van de medewerkers stroomt als ware het hun
tweede natuur. Dat we ruim 270 ambassadeurs hebben op het gebied
van fysieke en sociale duurzaamheid. Dan heb ik het goed gedaan",
besluit ze.
Reacties