Een nieuwe vorm van samenwerking in de keten is noodzakelijk. Om hiertoe te komen heeft Omnia Wonen uit Harderwijk een intensieve weg afgelegd om de juiste ketenpartners te vinden. Drijvende kracht achter het selectieproces is Eric Zuidwijk, sinds 2008 manager Vastgoed van de corporatie. Afkomstig uit de gezondheidszorg was hij een buitenstaander in de woonsector. Na een aantal jaren werkzaam geweest te zijn bij een andere woningcorporatie, kwam hij bij Omnia Wonen terecht. Zuidwijk: “Ik kwam bij de afdeling Vastgoed Onderhoud terecht met bijzonder betrokken en deskundige mensen, maar ze hadden de ramen en deuren jarenlang dichtgehouden.”
nr 2 2011 interview eric zuidwijk4
'Domweg voor het
goedkoopste kiezen is
geen houdbaar concept'
www.renda.nl
nr 2 2011interview eric zuidwijk 5
interview
Genuanceerd maar met overtuiging schetst Zuidwijk de beschermende
cultuur die sinds jaar en dag binnen corporaties de norm is: "Bij corpo-
raties kwam het geld altijd gegarandeerd binnen. Ging er iets niet hele-
maal naar wens, dan legde je gewoon wat bij. De medewerkers die ik
hier aantrof waren naar binnen gericht en hadden ontelbaar veel regel-
tjes ontworpen om hun werk binnen veilige kaders uit te voeren. Het
grote gevaar daarvan is dat mensen zelf ophouden met nadenken."
Als manager bij een tbs-kliniek in de gezondheidszorg had Zuidwijk
eenzelfde beschermende (bedrijfs-)cultuur meegemaakt. Bij een tbs-
kliniek stond er zelfs letterlijk een hek omheen. Bij zijn overstap naar de
wooncorporatie had Zuidwijk een belangrijke missie: net als bij de tbs-
kliniek de buitenwereld naar binnen halen. "Om dat te bereiken wilde ik
drie dingen: de klant weer centraal stellen, de blik van de medewerker
ook weer op die klant en zijn omgeving richten en tot slot de medewer-
ker weer zelf laten nadenken", aldus Zuidwijk.
de huurder bestaat niet
De klanten van corporatie Omnia Wonen vormen een heel kwetsbare
groep met een minimum aan inkomsten. Daar houdt de overeenkomst
tussen de 6000 klanten ongeveer op, want in de ogen van Zuidwijk
bestaat de huurder niet. "Het is geen eenheidsworst", stelt hij. "Het
zijn allemaal individuele mensen met een eigen cultuur, manier van
denken, wensen, dromen en soms ook een heel aparte eigen `gebruiks-
aanwijzing'. Wanneer je als corporatie de klant centraal stelt voor wat je
doet, zul je dus met ze in contact moeten treden. Je zult moeten
communiceren en je moeten inleven in deze mensen. Het helpt enorm
als je hun taal verstaat en hun manier van denken begrijpt. Uiteraard
vergt dat van onze medewerkers een heel andere benadering."
Passie
Volgens Zuidwijk werken er bij corporaties vaak door idealisme gedre-
ven mensen. Ze vinden niet alleen het wonen van belang, maar voelen
zich medeverantwoordelijk voor maatschappelijke opgaven en de eman-
cipatie van kwetsbare groepen. Hij gelooft dat die passie voor hun werk
een krachtige motor is om op een verantwoorde manier de werkzaam-
heden te kunnen verrichten. "Ik wil iedereen zijn vak teruggeven en
weer verantwoordelijk maken voor de beslissingen die ze zelf kunnen
nemen. Hier dreigde precies te gebeuren wat ik in de gezondheidszorg
tekst eva-marije smit
foto's william moore
een nieuwe vorm van
samenwerking in de keten is
noodzakelijk. Om hiertoe te
komen heeft Omnia Wonen
uit harderwijk een inten-
sieve weg afgelegd om de
juiste ketenpartners te
vinden. drijvende kracht
achter het selectieproces is
eric Zuidwijk, sinds 2008
manager Vastgoed van de
corporatie. afkomstig uit de
gezondheidszorg was hij een
buitenstaander in de woon-
sector. na een aantal jaren
werkzaam geweest te zijn bij
een andere woningcorpora-
tie, kwam hij bij Omnia
Wonen terecht. Zuidwijk: "ik
kwam bij de afdeling Vast-
goed Onderhoud terecht met
bijzonder betrokken en
deskundige mensen, maar
ze hadden de ramen en
deuren jarenlang dichtge-
houden."
eric zuidwijk
nr 2 2011 interview eric zuidwijk6
met de nodige confrontaties. Zuidwijk: "Een van de presentaties werd
gedaan door de oprichter, eigenaar van een schildersbedrijf. Hij had zijn
commercieel directeur meegenomen die ook een deel van de presenta-
tie voor zijn rekening zou nemen. Maar het lukte deze directeur maar
niet om de ander het woord te geven. Het was een buitengewoon
bevlogen man met goede idee?n, maar ook bijzonder directief en een
man van controle. Tijdens zijn presentatie zei ik: `U neemt iemand mee,
maar de beste man krijgt geen ruimte. U praat er telkens doorheen'. De
directeur ging zitten, bleef draaien op zijn stoel. Hij nam zelfs nog een
paar keer het woord, maar de ander kreeg nu wel de ruimte om zijn
zegje te doen!"
harde Waarden
Het aantal aannemers en schildersbedrijven werd gereduceerd tot vier.
Deze werden in een volgende gespreksronde doorgezaagd op de `harde
waarden', zoals kosten, planning en logistiek. Veel bedrijven en ook
corporaties werken nog kostengedreven. In de ogen van Zuidwijk ga je
het daar op de langere termijn niet mee redden. Zijn invalshoek is die
van maatschappelijk ondernemen waarbij de mens centraal staat. Zowel
extern, de klant, als tussen partners in de keten. "Natuurlijk moet er
door iedereen geld worden verdiend en dat kan ook. Maar domweg voor
het goedkoopste kiezen is geen houdbaar concept", stelt hij. Na deze
ronde bleven drie aannemers en drie onderhoudsbedrijven over.
PrOefjaar
De overgebleven bedrijven zijn een proefjaar ingegaan. De directies van
de zes partners en Zuidwijk komen elke maand samen. Ze schrijven
een gemeenschappelijke visie op hun samenwerking en ontwikkelen
een kwaliteitsstandaard. Zuidwijk vindt het schrijven van de gemeen-
schappelijk visie op ketensamenwerking soepel verlopen: "Je merkt
tijdens de sessies dat iedereen hetzelfde wil; werken op basis van
vertrouwen in plaats van wantrouwen. Het wordt ook als een logische
stap ervaren dat je zaken wilt meten om aan elkaar verantwoording af
te leggen. Dit wordt niet als bedreigend ervaren, want iedereen weet
inmiddels dat je er niet meteen uitligt wanneer je een keer slecht(er)
scoort."
Uiteraard verloopt nog niet alles van een leien dakje. Mensen zitten
volgens Zuidwijk nog vastgeroest in hun eigen vertrouwde patronen. Het
maandelijks overleg is er ook voor om elkaar aan de tand te voelen en
waar nodig op een nieuw spoor te zetten. "Een van onze partners had
ook al eerder had meegemaakt; managers die alles wilden uitdrukken in
tijd en geld en dus in regels. Een verpleegkundige bijvoorbeeld kreeg 1
minuut en 22 seconden voor het wisselen van steunkousen. Dat is
natuurlijk waanzin en stompt vaklieden af", betoogt hij fel.
GeestVerWanten
Bij de corporatie uit Harderwijk heeft een frisse wind gewaaid, er is een
veranderingsproces op gang gekomen dat nog niet teneinde is. Intus-
sen was Zuidwijk ook op zoek naar geestverwanten in de keten. In `het
huis' van de traditionele ketensamenwerking was volgens hem frisse
lucht pure noodzaak. In het najaar van 2009 begon hij met een intensief
selectieproces om de juiste partners te vinden voor samenwerking in
de keten. Hij nodigde ruim twintig bedrijven uit te solliciteren en stelde
intussen een selectiecommissie samen van zijn eigen mensen. In deze
commissie zaten medewerkers uit alle geledingen, bijvoorbeeld een
medewerker bedrijfsbureau, een financieel medewerker, de manager
woondiensten, een projectleider en een woonconsulent. Bij de beoor-
deling van de brieven uit de eerste ronde lette het team met name op
de zogenoemde zachte waarden. De harde waarden, zoals de techniek,
waren al een criterium voor selectie geweest. Partijen waren gevraagd
in een notendop hun visie te geven op mensbeeld, maatschappijvisie,
duurzaamheid, milieu, natuur en logistiek, om te kijken of die aansloten
op de maatschappelijke, sociale en bedrijfsmatige filosofie van Omnia
Wonen. "Bedrijven die zo maar wat teksten van internet hadden
geplukt, pikte je er zo uit", verduidelijkt hij.
Aan de negen aannemers die de eerste ronde waren doorgekomen,
werd gevraagd zich te presenteren, zodat de selectiecommissie nog
dieper kon ingaan op de genoemde thema's. Hierdoor konden Zuidwijk
en zijn team gemakkelijk diegenen herkennen die al langer met maat-
schappelijk ondernemen en duurzaamheid bezig waren. Dat gold even-
zeer voor de vijf onderhoudsbedrijven, de schilders, die een aantal jaren
eerder waren geselecteerd en die zich ook via een presentatie kandi-
daat moesten stellen voor het ketenpartnerschap.
bijZOndere lOcatie
Deze negen aannemers en vijf schildersbedrijven werden uitgenodigd
om een presentatie te geven, waarvoor Zuidwijk een bijzondere locatie
uitzocht. Het werd uiteindelijk een ingetogen kasteel, maar het liefst
had hij een ruimte in een oude fabriekshal gehad waar je water hoort
druppelen, de muren kaal zijn en de ramen ontbreken. Het had er
volgens hem zelfs koud moeten zijn. "Je wilt eigenlijk veroorzaken dat
mensen een beetje uit hun doen raken. Dan zie je eerder wie ze werke-
lijk zijn. In de bekende veilige vergaderzalen, inclusief stropdas en maat-
pak, speelt iedereen zijn bekende rol. Daarachter kunnen ze zich
verschuilen, maar ik wil zien wie ik werkelijk voor me heb", geeft hij als
verklaring.
Alle partijen werd ook gevraagd `mensen uit hun keten' mee te nemen.
Zuidwijk en zijn team wilden namelijk graag een indruk krijgen of deze
bedrijven in staat waren hun eigen werkvloer te betrekken bij een
nieuwe manier van samenwerken. Men was vrij in de creatieve invulling
daarvan. De meesten namen hun directe collega (-directeur) mee en
een paar werden vergezeld door hun calculator, werkvoorbereider,
projectleider of zelfs hun timmerman. Het werd een interessante dag
eric Zuidwijk discussieert
met ketenpartners in de
talkshow Vernieuwend
Opdrachtgeverschap,
zie www.renda.nl.
www.renda.nl
nr 2 2011interview eric zuidwijk 7
een bepaald project gierend uit de hand laten lopen. Daar praat je dan
stevig over door. Het bleek dat er intern een heel nieuw team aan de
slag was gegaan, dat kennelijk nog niet goed op elkaar was ingespeeld.
Voor de partners is zo'n verklaring belangrijk voor het onderlinge begrip.
Maar we hebben toen wel de eis op tafel gelegd dat het bewuste team
met spoed op cursus zou gaan en dat is opgepikt. Een paar dagen later
werd ik door de directeur gebeld die me bedankte omdat ? zo zei hij ? dit
net het duwtje in de rug was dat ze nodig hadden."
escalatie
Intussen moeten de mensen van de eigen afdeling van Zuidwijk ook
nog veel leren. Wekelijks zijn er volgens hem kleine brandjes te blus-
sen. "Een medewerker had een mailtje naar een van de partners
gestuurd waarin hij eindigt met de korte zin `ik ga ervan uit dat het bij dit
incident blijft'. Paniek! En terecht. Ik vroeg mijn medewerker of hij zich
realiseerde wat hij geschreven had. Niet echt dus. Ik zei hem dat er in
feite stond dat hij `het' dit keer door de vingers ziet, dat hij de volgende
keer een tik op de vingers zal uitdelen en dat hij zich bij de derde keer
genoodzaakt ziet de samenwerking op te zeggen. Dat was helemaal
niet wat hij bedoelde, maar het stond er in feite wel", geeft hij als voor-
beeld. "Omdat de nadruk nu op de onderlinge relatie ligt, was de direc-
teur van het betreffende bedrijf alert en hij belde direct met een van
onze adviseurs. Hiermee is een verdere escalatie voorkomen.
Om elkaar door en door te leren kennen en `het nieuwe samenwerken'
vorm te geven en te onderhouden, worden tijdens het proefjaar functio-
neringsgesprekken op basis van wederkerigheid gehouden. De corpo-
ratie beoordeelt niet alleen de partners, de partners mogen ook zeggen
wat ze van het functioneren van de corporatie vinden. Zuidwijk moedigt
de partners aan dat ook daadwerkelijk te doen, maar hij ziet ook een
hoge drempel. "Partners zien ons als de opdrachtgever op wie ze liever
geen kritiek uiten. De angst om daarmee in de problemen te komen is
ingebakken. En het is ook lastig; enerzijds wil je gelijkwaardigheid
tussen partijen, anderzijds zijn wij de opdrachtgever, de betaler. De
manier om er mee om te gaan, is dit te benoemen. Wanneer je het niet
benoemt, vul je elkaars gedachten in en daarmee cre?er je weer
wantrouwen. Het gaat er telkens om iets bespreekbaar te maken en
dan blijkt dat je over alles kunt communiceren", legt hij uit.
transParant
In de maandelijkse bijeenkomsten wordt ook gewerkt aan een kwali-
teitsstandaard. Daarin zijn de zachte en harde waarden opgenomen.
Deze waarden worden gemeten, waardoor de prestaties van alle part-
ners afgelezen kunnen worden. Zuidwijk: "Sinds kort hebben we dat
online staan voor geautoriseerde mensen van onze partners. Ook dat
veroorzaakte in eerste instantie opschudding, want zij kunnen nu dus
van elkaar zien wat ze presteren in relatie tot de corporatie. Maandelijks
worden nu ook een aantal vragen voorgelegd aan de diverse niveaus
van de keten ? directie, middenkader en werkvloer ? die betrekking
hebben op vier kritieke prestatiefactoren (kpi's). Deze prestatiefactoren
zijn door de directies van de aannemers, schildersbedrijven en Omnia
Wonen geformuleerd en zijn onder andere een graadmeter voor samen-
werking. Ook worden de resultaten van een klanttevredenheidsonder-
zoek, dat na afloop van een project plaatsvindt, meegenomen in de
kwaliteitsstandaard." Zo wordt de ketensamenwerking transparant,
volgens Zuidwijk een voorwaarde voor succes.
Er wordt intussen ook hard gewerkt aan nieuwe software waarmee de
corporatie procesgestuurd kan werken. De binnenkant van de woning
wordt het domein van de klant. De klant bepaalt straks of, en zo ja,
wanneer er vernieuwingen worden uitgevoerd binnen de woning. De rol
van de corporatie verandert volgens Zuidwijk van plannen naar registre-
ren: "Het is `omgekeerd ondernemen'. Het begint bij de vraag van de
klant. Wil een huurder 30 jaar met dezelfde keuken leven, dan gebeurt er
niets. Wil de klant elk jaar een nieuwe keuken, dan kan dat. Uiteraard
moet de klant de 19 jaar afschrijving van de 1 jaar oude keuken zelf
bijleggen. Het is natuurlijk een enorme omslag; plannen, beheersen,
controle houden en het uitsluiten van verrassingen, moeten onze mede-
werkers `loslaten' en ze moeten gaan registreren en faciliteren. Na een
moeizaam begin ? men moest echt worden overtuigd ? krijgen mensen
nu weer plezier in hun werk. Ik ben trots op hun veranderingsgezindheid."
Reacties