“We moeten geen stenen en dakpannen meer verkopen.” Misschien een vreemde uitspraak van de commercieel directeur Wienerberger Nederland, maar het zegt alles over de richting die Dick Winkelmeijer op wil in de nabije toekomst. In plaats van stenen verkopen moet het gaan over het adviseren (en verkopen) van oplossingen voor gevels, en in plaats van dakpannen zal het in de toekomst moeten gaan over daken. “Ik realiseer me heel goed dat een opdrachtgever op een ochtend niet wakker wordt met de gedachte ‘welke stenen of dakpannen zal ik vandaag eens uitkiezen’.” Bot gezegd interesseert hem dat weinig. Wat hij wel zoekt zijn slimme oplossingen en methoden om een aantal actuele problemen het hoofd te bieden. “Daar moeten wij in meedenken.”
renda special 2011/2 interview6
"We moeten
geen stenen en
dakpannen
meer verkopen"
renda special 2011/2interview 7
interview
www.renda.nl
Met enige terughoudendheid, tilt Winkelmeijer een tipje op van de
sluier van wat nu nog een droombeeld lijkt. "Het is koffiedik kijken,
maar stel...," zo denkt hij hardop, "stel, dat het mogelijk wordt om
bijvoorbeeld in het glazuur van dakpannen zonnecellen te verwerken.
Dan heb je een prachtige oplossing. Nu lacht iedereen om het idee,
maar misschien vinden we dat over pakweg twintig jaar de normaalste
zaak van de wereld."
Maar voor het zover is, moet er eerst meegedacht worden in het
ontwikkelen van concepten en is er nog een lange weg te gaan voor-
dat technologische innovaties nieuwe producten gaan opleveren.
Hoewel de wereldwijde beursgenoteerde onderneming graag wil inves-
teren in nieuwe ontwikkelingen, is er op dit moment geen R&D-afdeling
intensief bezig met het ontwikkelen van zonnecellen in glazuur. Wel
investeert Wienerberger in uitbreiding van extra kennis en een andere
manier van denken. Winkelmeijer vergelijkt het veranderproces met
een olietanker: als je een bocht wilt maken, moet je ver van tevoren
gaan sturen en geduld hebben met het effect. "Wij hebben duizenden
jaren steen op steen gemetseld. Het is niet niks om dat in te ruilen
voor iets nieuws waarvan we nog niet precies in beeld hebben wat dat
dan gaat worden. E?n ding weten we zeker: we gaan de `oorlog' niet
winnen met het bakken van blokjes klei en het fabriceren van enkel
dakpannen", stelt hij.
Puzzelstukjes
Het is alom bekend dat in de renovatiemarkt op zeer korte termijn
pittige doelstellingen gehaald zullen moeten worden als het gaat om
energiebesparing. Hoewel stenen en dakpannen op zichzelf "energe-
tisch weinig doen", kan Winkelmeijer wel een bijdrage leveren aan
energiebesparing. Bijvoorbeeld door de gangbare afmeting van een
baksteen te verkleinen. De productie van een smallere baksteen
draagt bij aan minder CO2
-uitstoot en ook de footprint van een
gebouw blijft gelijk. Maar belangrijker nog, een slankere baksteen
geeft letterlijk de ruimte aan andere materialen om hun energiebespa-
rende maatregel, zoals isolatiemateriaal in de spouwmuur, toe te
passen. De commercieel directeur zou nog allerlei nieuwe producten
kunnen noemen, ook van collega's in de branche, maar waar het nu
volgens hem werkelijk om gaat, is dat iemand de puzzel moet gaan
leggen. "Ik zie allerlei slimme oplossingen en mooie producten voor
bijvoorbeeld dakisolatie, maar het zijn allemaal puzzelstukjes die her entekst en foto's eva-marije smit
"We moeten geen stenen en
dakpannen meer verkopen."
Misschien een vreemde
uitspraak van de commerci
eel directeur Wienerberger
Nederland, maar het zegt
alles over de richting die
Dick Winkelmeijer op wil in
de nabije toekomst. In
plaats van stenen verkopen
moet het gaan over het advi
seren (en verkopen) van
oplossingen voor gevels, en
in plaats van dakpannen zal
het in de toekomst moeten
gaan over daken. "Ik reali
seer me heel goed dat een
opdrachtgever op een
ochtend niet wakker wordt
met de gedachte `welke
stenen of dakpannen zal ik
vandaag eens uitkiezen'."
Bot gezegd interesseert
hem dat weinig. Wat hij wel
zoekt zijn slimme oplossin
gen en methoden om een
aantal actuele problemen
het hoofd te bieden. "Daar
moeten wij in meedenken."
dick
winkelmeijer
renda special 2011/2 interview8
der in de kast verspreid liggen. Er moet iemand komen die dat bijeen
schraapt en gaat puzzelen", meent Winkelmeijer.
Wienerberger wil investeren in strategische samenwerkingen om de
puzzel gezamenlijk op te gaan lossen. Op dit moment wordt door
BouwhulpGroep, een advies- en architectuurbureau gericht op renova-
tie, het initiatief genomen om verschillende marktpartijen in allianties
bijeen te brengen. Doel is de puzzelstukjes bij elkaar te leggen en tot
nieuwe concepten te komen. De insteek van de samenwerking is het
samenvoegen van oplossingen, kennis en netwerken. Winkelmeijer:
"Door samen te werken binnen de toeleverende industrie, en daar-
door producten en oplossingen te bundelen, cre?ren we een samen-
hangend aanbod voor de bestaande woningbouw. Een aanbod dat
bijvoorbeeld de gevel als geheel beschouwt en niet als losse compo-
nenten. Juist de samenhang bepaalt het geheel en de totaaloplos-
sing."
slaPPe haP
De fabrikant die zich hardop afvraagt wat de vraag van de potenti?le
opdrachtgever dan precies is, wordt door sommigen als `slappe hap'
van tafel geveegd. Het is te gemakkelijk om te klagen over `opdrachtge-
vers die niet weten wat ze willen', maar, zo weet Winkelmeijer ook uit
eigen ervaring, gesprekspartners zijn ook nog niet altijd ontvankelijk
voor zijn verhaal. Hij vertelt: "Wanneer ik een afspraak met de afdeling
Inkoop heb, is de eerste vraag of we rechtstreeks kunnen leveren. Niet
met een knipoog, maar in volle ernst. Mensen denken nog steeds dat
het hem daarin zit. Het zit psychologisch heel diep, die ene euro korting.
Dan moet ik het gesprek over mogelijke concepten nog beginnen!"
Volgens Winkelmeijer kunnen vooral directies van corporaties en bouw-
bedrijven ervoor zorgen dat er op de inkoopafdeling anders gedacht
gaat worden. "Nu werken de meeste corporaties en aannemers nog
kostengedreven en richten ze zich uitsluitend op de laagste prijs,
ondanks de ketenintegratie. Dat moet veranderen", zegt hij stellig.
GelD IN De Pot
Ketenintegratie is volop in ontwikkeling. Ook Winkelmeijer wil graag
een vaste plek in de keten, als partner. In die rol denkt hij na over de
mate waarin hij mogelijk risicodragend mee kan participeren. Dat lijkt
verre van eenvoudig, maar het zou een aantal standaard mechanismen
in de bouw wezenlijk kunnen veranderen. Hij beredeneert: "Na afloop
van een bouwproject loopt iedereen naar de volgende klus. Bij klach-
ten wordt er heel veel tijd en energie gestoken in het aanwijzen van
een schuldige. Eenmaal vastgesteld, kan die opdraaien voor de
kosten. Dat is killing en werkt faalkosten in de hand. Partnership bete-
kent samen uit, samen thuis. Vooraf harde afspraken op papier zetten
scheelt ongelooflijk veel tijd, energie en wrevel na afloop. De klant
behoudt een goed gevoel over het verloop van een project en voelt
zich niet langer een speelbal van partijen in de keten. Bovendien zullen
alle betrokken partijen het bouwproces beter met elkaar afstemmen
om geen fouten te maken, je bent tenslotte partners."
Een verdergaand dragend risico in het bouwproces stuit ook op
problemen, want Winkelmeijer voelt er niets voor om een soort onder-
aannemer van de aannemer te worden. "Dat gaat mij te ver. Het is niet
logisch dat ik moet opdraaien voor kosten die de aannemer moet
maken, buiten het budget om. Omgekeerd verwacht ik ook niet van
een aannemer dat hij financieel bijdraagt als wij ? vanwege welke
reden dan ook ? onze ovens bijvoorbeeld drie weken plat moeten
leggen.
archItect als co?rDINator
Onder druk van de financi?le crisis wordt overal in den lande nage-
dacht en ge?xperimenteerd met andere vormen van samenwerking in
de keten. Er gebeuren interessante dingen. Het lijkt erop dat alle
betrokkenen bereid zijn kritisch te kijken naar hun eigen meerwaarde
en ze zien vaak een nieuwe rol voor hen weggelegd in het bouwpro-
ces. Zo vindt de bouwer zichzelf vaak de aangewezen partij om de
nieuwe bouwprocessen te co?rdineren. Die mening deelt Winkelmeij-
er niet. Naar zijn smaak moet de bouwer bouwen en is de architect
veel beter in staat om te co?rdineren. Hij vindt dat de architect al veel
langer gewend is om allerlei invalshoeken van een complex bouwpro-
ces te combineren, bijvoorbeeld bestemmingsplannen met wijkveilig-
heid, materiaalkeuze en de wensen van de opdrachtgever. Winkelme-
ijer: "Dit werkt overigens alleen als de architect dan ook mandaat
krijgt en niet als partijen na de aanbesteding weer gewoon voor korte-
termijnsuccessen gaan, zoals het toepassen van de goedkoopste
producten."
renda special 2011/2interview 9
suBjectIef
Mooi is een subjectief begrip. Vaststaat dat materialen een bepaalde
uitstraling hebben. Net als bij auto's zal het ene gebouw een solide,
dure en chique uitstraling hebben, terwijl andere eerder aan een plastic
wegwerpartikel doen denken. Algemeen gesproken zullen de meeste
mensen zich aangetrokken voelen tot huizen die degelijk gebouwd zijn.
De kracht van materialen om door de jaren, zelfs eeuwen heen, over-
eind te blijven en er eerder op vooruit te gaan dan in kwaliteit in te
boeten, heeft alles te maken met duurzaamheid. "Onze bakstenen en
dakpannen zijn esthetische producten. In de duurzaamheidsdiscussie
is gelukkig ook aandacht voor esthetische waarde. Want wanneer je
een bestaande wijk aanpakt, doe het dan goed. Zorg ervoor dat een
wijk weer aantrekkelijk wordt, status krijgt en de kwaliteit van leven
een impuls krijgt", aldus Winkelmeijer.
De vraag is wat de balans moet zijn tussen die investering en de peri-
ode dat de huizen er nog staan. Volgens sommige professionals in de
renovatiemarkt zal een substantieel deel van de bestaande woning-
voorraad te zijner tijd toch tegen de vlakte moeten. In dat geval zullen
corporaties met minimale middelen de wijk slechts een beetje opknap-
pen en komen duurzame renovaties met een behoorlijke levensduur-
verlenging niet op het programma te staan. Toch blijkt uit onderzoek
dat huizen heel veel langer staan dan oorspronkelijk ooit de bedoeling
was. Om die reden pleit de commercieel directeur voor een langeter-
mijnvisie bij corporaties, waarbij het gebruik van duurzame materialen
een kleine investering is ten opzichte van wat je er voor ruim 100 jaar
voor terugkrijgt; huizen(blokken) in een wijk waar mensen zich goed
voelen en met trots kunnen wonen. Winkelmeijer: "Ik weet dat het uit
mijn mond verdacht klinkt, maar waarom wijst altijd iedereen dezelfde
wijk aan als je hen vraagt waar ze zouden willen wonen? Dat zijn niet
de uit betonblokken opgetrokken flats en woonwijken, waar alles zo
lelijk is dat de aanwezige graffiti nog het mooist is wat in de wijde
omgeving te vinden is."
Getto
Esthetiek als duurzaamheidsmaatregel is in de ogen van Winkelmeijer
legitiem waarbij veel voordelen bij elkaar komen. "Denk aan minder
gebruik van (inferieure) materialen, lange levensduur, hergebruik van
materialen en vooruitgang van de leefomgeving, zeker gecombineerd
met groen en goede voorzieningen in een wijk." Maar voor de
verduurzaming moeten al deze bestaande woningen kierenvrij worden
gemaakt, zodat niet voor de voorbijgangers buiten gestookt wordt.
Dat betekent hoge kosten voor bijvoorbeeld het isoleren van muren en
daken en het plaatsen van dubbelglas en een zuinige ketel. Voor een
gezond binnenklimaat komt daar ook nog een ventilatiesysteem bij, dat
ook weer veel geld kost. Zou het budget voor esthetiek niet beter
kunnen worden ingezet voor het financieren van deze noodgedwongen
maatregelen? Winkelmeijer ziet daar geen link: "Ik hoor niemand die
connectie leggen. Het staat in mijn beleving ook echt los van elkaar,
energetische maatregelen en esthetiek. Ze zijn wel beide een compo-
nent van duurzaamheid en levensduurdenken. Maar als je niets aan
esthetiek in de sociale woningbouw doet, dan ontstaan daar rap
getto's waar niemand wil wonen."
scan deze code met
je smartphone om de
roundtable te bekijken
waar Dick Winkel
meijer aan deel heeft
genomen.
www.renda.nl
Reacties