Gemeenten en gebouweigenaren doen volgens de VROM-Inspectie nog onvoldoende onderzoek naar de veiligheid van gevelconstructies. Met name naoorlogse flats met kopgevels van doorgaand metselwerk vormen een risico, die tot en met de jaren zeventig werden gebouwd en waar de spouwankers door corrosie zijn aangetast. De gemeente Leidschendam-Voorburg heeft daarom in 2011 in het kader van een afstudeeropdracht twee studenten Bouwkunde aan de Hogeschool Rotterdam, 230 gebouwen visueel laten inspecteren. Goed voor een afstudeerprijs, een onderzoeksrapport met aanbevelingen en een nieuw adviesbureau voor gevelconstructies.
renda special 2012/1instortingsgevaar bij kopgevels 55
instortingsgevaar
bij kopgevels
het rapport `Constructieve veiligheid gevels en glazen overkappingen'
uitgebracht. Dit betreft een analyse van achttien incidenten bij gemet-
selde, glazen en natuurstenen gevels. Het onderzoek wijst uit dat het
probleem zich met name voordoet bij spouwmuren van gebouwen van
minimaal vier verdiepingen hoog, die gebouwd zijn in de periode 1940-
1980. In het rapport worden voor wat betreft bestaande gebouwen
aanbevelingen gedaan aan eigenaren en gemeenten. Als het gaat om
tekst ing. frank de groot
foto's wouter van den berg
Gemeenten en gebouweige-
naren doen volgens de
VROM-Inspectie nog onvol-
doende onderzoek naar de
veiligheid van gevelcon-
structies. Met name naoor-
logse flats met kopgevels
van doorgaand metselwerk
vormen een risico, die tot en
met de jaren zeventig
werden gebouwd en waar
de spouwankers door corro-
sie zijn aangetast. De
gemeente Leidschendam-
Voorburg heeft daarom in
2011 in het kader van een
afstudeeropdracht twee
studenten Bouwkunde aan
de Hogeschool Rotterdam,
230 gebouwen visueel laten
inspecteren. Goed voor een
afstudeerprijs, een onder-
zoeksrapport met aanbe-
velingen en een nieuw
adviesbureau voor gevel-
constructies.
Op 9 november 2006 werd een onderzoek bekendgemaakt van de
Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV) naar veiligheidsproblemen met
gevelbekleding. Aanleiding voor dit onderzoek was dat er in de zomer
van 2005 op vier plaatsen gevelplaten naar beneden waren gevallen.
Het ging om het Hilton Hotel in Rotterdam, de Rabobank in Rotterdam,
een winkel in Sneek en een flatgebouw in Sittard. In aansluiting op het
onderzoek van de OVV heeft de VROM-Inspectie1
in oktober 2007
renda special 2012/156
nieuwbouw richten de aanbevelingen zich op alle partijen in het bouw-
proces. Bij brief van 6 november 2007 heeft de inspecteur-generaal
van het ministerie van VROM de gemeenten geattendeerd op de
problematiek en hen verzocht hier rekening mee te houden bij de toet-
sing van bouwaanvragen en bij de controles op bestaande bouwwer-
ken. Daarnaast is de rapportage gestuurd aan verenigingen van
gebouweigenaren, waaronder de Vereniging van Institutionele Beleg-
gers in Vastgoed (IVBN) en Vereniging Eigen Huis (VEH).
Begin 2009 heeft een instortende metselwerkgevel in Den Haag,
waardoor ook brand werd veroorzaakt, voor nieuwe publiciteit
gezorgd. In 2010 heeft de VROM-Inspectie onderzoek gedaan om te
zien in hoeverre eigenaren en gemeenten de aanbevelingen uit 2007
hadden opgevolgd of dat van plan waren. Slechts een kleine minder-
heid van gemeenten had gebouweigenaren ge?nformeerd over de risi-
co's. Meer dan de helft van de gemeenten had helemaal geen actie
ondernomen.
AAnBeVeLInGen
Naar aanleiding van het nadere onderzoek door de VROM-Inspectie
zijn in 2010 de volgende aanbevelingen gestuurd naar de gemeenten:
Inventariseer zo snel mogelijk de aanwezigheid van risicovolle
gebouwen in de gemeente. Schrijf de eigenaren daarvan aan en zie
erop toe dat onderzoek wordt uitgevoerd.
Neem in het handhavingsbeleid op dat toezicht op de kwaliteit van
de bestaande voorraad een wezenlijk onderdeel van de gemeente-
lijke taak is en zich ook moet richten op risicovolle gevelconstruc-
ties. Ruim hier middelen en tijd voor in.
Pas de toetsings- en toezichtprotocollen aan, zodat de construc-
tieve veiligheid van gevels daarin een specifiek toetspunt is en,
afhankelijk van het gebouwtype, een hogere prioriteit krijgt.
Gebouweigenaren is aanbevolen om onderzoek uit te voeren naar de
constructieve staat van (gemetselde) gevels van met name oudere
gebouwen. Gevraagd is dit onderzoek periodiek te herhalen, waarbij
de in eerste instantie aangetroffen staat van de gevels leidraad kan
zijn voor het aan te houden inspectie- en/of onderhoudsinterval.
Aanbevolen is ook om bij de controles met name te letten op:
Staat en het aantal van de ankers (roestvorming bij verzinkte en
ontzinking bij messing ankers);
Kwaliteit van het metselwerk (hechtsterkte, scheurvorming);
Kwaliteit van de opvangconstructie.
HBO'eRs InscHAkeLen
De gemeente Leidschendam-Voorburg heeft naar aanleiding van de
aanbevelingen van de VROM-Inspectie direct actie ondernomen. "Ons
grootste probleem was echter om capaciteit vrij te maken voor de
selectie en visuele inspectie van alle risicogebouwen", zegt Fons van
der Hulst, allround bouwinspecteur bij de gemeente Leidschendam-
Voorburg. "Wat dat betreft is het jammer dat de VROM-Inspectie niet
eerst aanstuurt op de vorming van bijvoorbeeld een werkgroep van
diverse grote gemeenten, waarbinnen je dan een eenduidig protocol
kunt ontwikkelen. Nu zie je dat na zo'n inspectiesignaal iedere
gemeente maar voor zichzelf wat gaat doen."
Gedreven door gebrek aan capaciteit, heeft de gemeente drie hbo-
scholen benaderd met de vraag of er studenten bereid waren dit
onderzoek uit te voeren. "Daarmee hopen we tevens om hbo'ers te
enthousiasmeren voor een loopbaan bij een gemeente. We zien name-
lijk dat steeds meer hbo'ers voor het bedrijfsleven kiezen, waardoor er
in toenemende mate een tekort aan kennis en capaciteit dreigt bij de
afdelingen bouwtoezicht en ruimtelijke ordening van gemeenten. Dat is
jammer, want ons werk is zeer veelzijdig en kent veel verantwoordelijk-
heden", aldus Van der Hulst. Al vrij snel kwamen Wouter van den Berg
en Quint Bierhuis in beeld, die een studie Bouwkunde volgden aan de
Hogeschool Rotterdam. "Aangezien wij door de vele media-aandacht
al eerder in aanraking waren gekomen met het onderwerp instortings-
gevaar bij metselwerk kopgevels, was de keuze snel gemaakt. Het
leek ons een uitdaging om hier ons afstudeeronderzoek aan te
wijden", zegt Wouter van den Berg. Het onderzoek werd in de eerste
helft van 2011 uitgevoerd en werd op 16 november 2011 door
Bouwend Rijnmond (Bouwend Nederland regio Rijnmond) beloond met
de HBO-afstudeerprijs Bouwkunde 2011 voor studenten, op het Insti-
tuut voor Bouw- en Bedrijfskunde van de Hogeschool Rotterdam.
ALARMeRenD
"Aan het begin dachten we nog dat het een kleinschalig probleem
betrof, maar al snel ontdekten we de grote impact van ons onderzoek.
Constructieve problemen met kopgevels komen in heel Nederland
voor en de situatie is bij een aantal gebouwen zelfs alarmerend", stelt
1 De VROM-Inspectie (VI) en de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) zijn gefuseerd. Sinds 1 januari
2012 vormen zij samen de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Na de afronding van hun studie medio 2011
hebben Van den Berg en Bierhuis een onafhanke-
lijk deskundig adviesbureau met geveladvisering als
specialisatie opgericht: BB-Consulting te Voorburg.
"Er komt zo veel kijken bij gevelveiligheid dat we
hebben besloten om een adviesbureau te starten.
Desgewenst geven we presentaties aan gemeen-
ten en gebouweigenaren over de constructieve
veiligheid van gevels", aldus Van den Berg.
www.bb-consulting.nl
renda special 2012/1instortingsgevaar bij kopgevels 57
Van den Berg. Uiteindelijk hebben de beide studenten 230 risicoge-
bouwen ge?nspecteerd. "Voor ons bestond de visuele inspectie
slechts uit een klein praktijkonderzoek, als onderdeel van de totale
eindrapportage. Maar voor de gemeente had dit praktijkonderzoek
prioriteit. Na intensief overleg met de gemeente en onze begeleider
vanuit school zijn wij uiteindelijk tot een praktijk- en onderzoeksvraag
gekomen. De praktijkvraag was welke mogelijke inspectiemethoden
kunnen worden geadviseerd aan gebouweigenaren, bij gevels met een
potentieel instortingsgevaar. De onderzoeksvraag daarbij was hoe je
(effectieve) bouwkundige ingrepen bepaalt bij gevels waarbij instor-
tingsgevaar wordt verondersteld", legt Van den Berg uit.
De eindrapportage is een dik boekwerk geworden met daarin aandacht
voor de problematiek, het opstellen van een stappenplan, de mogelijke
inspectiemethoden en herstelmogelijkheden. In een aparte bijlage zijn
ook verschillende typen renovatieankers getest. Van den Berg: "Het is
eigenlijk een kant-en-klaar protocol voor gemeenten, woningbouwver-
enigingen en verenigingen van eigenaren, over hoe om te gaan met de
constructieve problemen bij kopgevels."
OORzAAk In BeeLD
De oorzaak van de losrakende geveldelen blijkt voornamelijk de
slechte staat van spouwankers en eventuele uitstekende betonnen
vloerranden voor metselwerkondersteuning te zijn. "Door slecht voeg-
werk en scheuren kan vocht in de spouw komen. Bij langdurige vocht-
belasting corroderen de massaal toegepaste verzinkt stalen spouwan-
kers veel sneller", licht Van den Berg toe. "Een ander probleem zijn
de uitstekende vloerranden die het buitenspouwblad dragen. Soms zijn
de vloerranden in de gevel zichtbaar. Maar er zijn ook gevels waarbij
de vloerranden iets terugliggen en zijn weggewerkt achter steenstrips.
Door te weinig betondekking breken betonneuzen soms af. Het gevolg
is roestvorming van de wapening, waardoor de betonnen neuzen hun
draagkracht verliezen. Bij doorlopend metselwerk aan de buitenzijde
zijn soms zelfs delen van betonneuzen weggehakt, omdat er anders te
weinig ruimte was om het metselwerk te laten doorlopen."
Ook in de uitvoering zijn volgens de jonge ingenieur fouten gemaakt.
"Op veel plaatsen zijn te weinig spouwankers per vierkante meter
gebruikt. Of men heeft inferieure ankers gebruikt. Ook hebben we
situaties gezien waarbij een aantal spouwankers nog tegen het binnen-
spouwblad was gebogen; die hadden ze dus vergeten uit te buigen",
zegt hij. "Daarnaast worden er tijdens renovaties veel verschillende
renovatieankers gebruikt, met verschillende prestaties. Niet iedereen
heeft een keurmerk of een overzicht met behaalde prestaties van
renovatieankers tijdens laboratoriumproeven, waardoor een eerlijke
vergelijking door zowel adviseurs als gebouweigenaren erg lastig
wordt. Slecht metselwerk is een andere oorzaak van de vochtproble-
men in de spouw. Denk aan een te geringe hechtsterkte van de
metselmortel. Tot slot kan het ontbreken van dilataties tot construc-
tieve problemen leiden. Uiteindelijk gaat het dan mis wanneer er
bijvoorbeeld na een vochtige periode veel wind komt te staan. Het
metselwerk is dan extra zwaar door de vochtopname, waarna door
windzuiging het buitenspouwblad geheel of gedeeltelijk loskomt van de
draagconstructie."
OnDuIDeLIjkHeID ReGeLGeVInG
De bepaling van het juiste aantal spouwankers roept ook tegenwoor-
dig nog veel verwarring op. De berekeningen kunnen worden gemaakt
met behulp van de Nederlandse praktijkrichtlijn NPR 6791:2009 ?
`Steenconstructies - Eenvoudige ontwerpregels, gebaseerd op NEN
6790'. Deze praktijkrichtlijn eist als koppeling per vierkante meter
metselwerk bij spouwmuren tot 150 mm en tot 10 m hoogte, 4 corro-
sievaste ankers met een diameter van 4 mm. Op hoogten tussen 10
en 20 m worden 6 van deze ankers voorgeschreven. Door de toene-
mende prestatie-eisen op het gebied van thermische isolatie zal de
spouwbreedte van 150 mm al snel worden overschreden, zeker bij
gebruik van traditionele isolatiematerialen. Dit heeft gevolgen voor het
aantal spouwankers, het type en de zwaarte in verband met knikge-
vaar. Ook CUR-Aanbeveling 71 `Constructieve aspecten bij ontwerp,
berekening en detaillering van gevels in metselwerk', geeft aanbevelin-
gen voor de toepassing van spouwankers. Volgens Van den Berg is
dat in Eurocode 6 `Constructies van metselwerk' anders geregeld.
"Volgens deze Eurocode moet je het aantal spouwankers berekenen
op basis van diverse parameters. Dat wijkt dus af van de keuze voor
vier of zes spouwankers per vierkante meter. Als op 1 april 2012 het
nieuwe Bouwbesluit van kracht wordt dan zal met deze Eurocode
moeten worden gerekend", aldus Van den Berg.
VeRAntwOORDeLIjkHeID
De verantwoordelijkheid van eigenaren, gebruikers en
gemeenten voor een bouwwerk is vastgelegd in de Woning-
wet. In het kort staat hierin dat de eigenaar of gebruiker van
een bouwwerk verantwoordelijk is voor de bouwtechnische
staat daarvan. De gemeente ziet daarop toe.
Woningwet Artikel 1a
1. De eigenaar van een bouwwerk, standplaats, open erf of
terrein, of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het
daaraan treffen van voorzieningen, draagt er zorg voor dat
als gevolg van de staat van dat bouwwerk, die standplaats,
dat open erf of terrein geen gevaar voor de gezondheid of
veiligheid ontstaat dan wel voortduurt.
2. Een ieder die een bouwwerk of standplaats bouwt,
gebruikt, laat gebruiken of sloopt, dan wel een open erf of
terrein gebruikt of laat gebruiken, draagt er, voor zover dat
in diens vermogen ligt, zorg voor dat als gevolg van dat
bouwen, gebruik of slopen geen gevaar voor de gezondheid
of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt.
Woningwet Artikel 1b
2a. Het is verboden een bestaand gebouw in een staat te
brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet aan
de op de staat van dat gebouw van toepassing zijnde voor-
schriften (Bouwbesluit).
Woningwet Artikel 100
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de
bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of
krachtens de hoofdstukken I tot en met IV.
Door onbekende oorzaak viel op 2
januari 2009 een gedeelte van een
gevel op een ketelhuis van een flatge-
bouw aan de Treublaan in Den Haag.
Hierdoor ontstond een uitslaande
brand. Niemand raakte gewond.
renda special 2012/1 instortingsgevaar bij kopgevels58
PRAktIjkOPLOssInG
Inmiddels hebben alle eigenaren van de onderzochte 230 gebouwen
een bericht van de gemeente Leidschendam-Voorburg ontvangen, over
de uitkomsten van de visuele inspectie. "We adviseren daarin destruc-
tief onderzoek en geven ook de wijze aan waarop je dat moet doen",
licht Van der Hulst toe. "Je kunt bijvoorbeeld met een metaaldetector
precies zien waar de spouwankers zitten. Vervolgens haal je bij enkele
spouwankers de stenen weg en controleer je de trekkracht van de
spouwankers. Ook kun je dan de hechting van de metselmortel contro-
leren en de spouw en spouwankers visueel inspecteren. Controle met
een endoscoop kan ook, maar gebleken is dat je dan vaak niet alles
ziet. Denk aan speciebaarden die de spouwankers omringen, waardoor
roestvorming aan het anker niet goed is waar te nemen."
Bij 26 gebouwen gaf de eerste visuele inspectie aan dat snel ingrijpen
noodzakelijk was. "Daarbij zijn bijvoorbeeld bij de visuele inspectie
vervormingen, vochtplekken, scheuren, verkleuringen en/of slecht
voegwerk geconstateerd", vertelt Van den Berg. "Voor deze gebou-
wen moet er op korte termijn destructief onderzoek worden uitge-
voerd. Het probleem was echter dat de gebouweigenaren wachtten op
het SBR-handboek `Constructieve veiligheid van gevels' dat eind 2011
zou verschijnen. Dus hebben ze het destructieve onderzoek pas voor
2012 gebudgetteerd. Of nog later, omdat het dan past in de onder-
houdsplanning van een woongebouw. Maar daar hoeven ze helemaal
niet op te wachten. Op onze site staat een compleet stappenplan. Als
de gebouweigenaar alles wil weten over de technische mogelijkheden
van gevelrenovatie dan kan hij bijvoorbeeld gebruikmaken van de eind-
rapportage die wij hebben opgesteld."
Het SBR-handboek vervangt een SBR-richtlijn die de stichting samen
met TNO aan het ontwikkelen was naar aanleiding van de construc-
tieve problemen met gevels. Dit bleek al snel te ambitieus, omdat de
kennis over veiligheid van gevels nog volop in ontwikkeling is. Daarom
werd besloten een handboek over de constructieve veiligheid van
gevels uit te brengen. Hierbij is geen gebruikgemaakt van het protocol
van de studenten.
Kopgevel met uitstekende betonnen vloerranden
voor metselwerkondersteuning.
Op 18 januari 2007 kwam tijdens een zware storm de kopgevel van
deze flat in Zwolle naar beneden. Een geparkeerde auto werd bedol-
ven onder de stenen. Niemand raakte gewond.
weeR kOPGeVeL InGestORt
Dat de problematiek rond kopgevels zeer actueel is mag
blijken uit het feit dat er op 5 januari 2012 wederom een
kopgevel is ingestort. Ditmaal betrof het de kopgevel
van een portiekflat aan de Tubasingel in Rijswijk. Deze
stortte in door de harde wind.
De brandweer heeft de woningen van de desbetreffende
portiek ontruimd. Enkele bewoners zoeken de oorzaak in
achterstallig onderhoud in combinatie met de harde
wind. De politie heeft nadien de omgeving afgezet.
Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente Rijswijk
heeft het gebouw ge?nspecteerd.
Reacties