Onlangs is het boek ‘Leren door demonstreren, de oogst van zeven jaar industrieel, flexibel en demontabel bouwen’ verschenen. In dit boek staan de resultaten van het IFDdemonstratieprogramma. Hans Vos begon in 1999 als projectleider van dit programma. Ondertussen zijn we 92 projecten verder en is het programma beëindigd. Samen met bouwIQ blikt Vos terug op zeven jaar IFD.
8 Visie Hans Vos
"IFD is een middel
en niet een doel op zich."
IFD: een terugblik
Foto:SEVREaliSatiE/MikEVanBEMMElEn
IFD: een terugblik 9 Visie Hans Vos
In 1997 bracht het ministerie van economische zaken het rapport `marktpotentie
voor IFD-bouwen' uit. Hieruit bleek dat IFD-bouwen antwoorden kan bieden op het
tekort aan vakmensen en de verscherping van de milieu- en arbo-eisen. Hans Vos:
"De conclusie uit het rapport was dat IFD-bouwen goed mogelijk is, maar dat er wel
een aantal belemmeringen zijn voor de toepassing van het concept. E?n van de
aanbevelingen was om IFD te stimuleren met een voorbeeldenprogramma." EZ en
VROM zetten dit programma op met de SEV als uitvoerder. Vos: "Toen dit program-
ma in beeld kwam heb ik al snel aangegeven dat ik daar wel bij zou passen en ik
ben er dan ook vanaf het moment van werven bij betrokken geweest. Formeel zijn
we december 1998 gestart. De eerste wervingsronde was in 1999."
Wat Vos het best geslaagde IFD-project vindt durft hij niet te zeggen ? "ik vind ze
zelf natuurlijk allemaal goed" ? maar desgevraagd noemt hij er een aantal. "De van
Delft groep heeft in Nieuwkuijk bijvoorbeeld een heel mooi gebouw neergezet. Wat
ik verder een charmant project vond was een project van Panagro aan de Eland-
straat in Den Haag. Hierbij zijn twee woningen op een invullocatie gebouwd. Binnen
een week stond het casco. Dit project demonstreert, net als het veel grotere La
Fen?tre, de kracht van IFD voor bouwen op postzegellocaties. Hetzelfde geldt voor
de Leeuw van Vlaanderen in Amsterdam. Verder vond ik De Kamers in de wijk Vat-
horst in Amersfoort een heel sympathiek project. De flexibiliteit van dit gebouw
werd direct al op de proef gesteld, want al tijdens het ontwikkelproces is het project
naar drie verschillende locaties toe gedirigeerd en op elke locatie was het mogelijk
om met dezelfde bouwstenen net een ander gebouw te maken."
Criteria
Het IFD-programma bestond uit vier verschillende wervingsrondes (1999, 2000,
2002 en 2004). Marktpartijen konden hun project aanmelden voor een demonstra-
tiestatus en de geselecteerde projecten konden rekenen op een subsidie. In totaal
zijn er in de vier rondes zo'n 400 aanmeldingen binnen gekomen, waarvan er 92 de
begeerde status gekregen. De projecten werden uiteraard beoordeeld op de mate
waarin ze industrieel vervaardigd werden, flexibel indeelbaar waren en demontabel
waren, maar er waren meer criteria. Vos: "Andere aspecten waren duurzaamheid,
efficiency en samenwerking. Het laatste slaat terug op het proces waarmee de pro-
jecten tot stand komen. Verder keken we naar de innovativiteit, de volkshuisveste-
lijke aspecten in het geval van woningbouwprojecten en op de navolgbaarheid. Je
kunt namelijk wel een mooi project stimuleren, maar als de werkwijze maar voor
??n bedrijf werkt, heb je er als bouwsector nog steeds niet zo veel aan." En dat is
precies waar het volgens Vos bij het IFD-programma om draait: de massa bereiken.
Visie Hans Vos
IFD: een terugblik
Joost BruystersOnlangs is het boek `Leren door demonstreren, de oogst van zeven jaar industrieel, flexi-
bel en demontabel bouwen' verschenen. In dit boek staan de resultaten van het IFD-
demonstratieprogramma. Hans Vos begon in 1999 als projectleider van dit programma.
Ondertussen zijn we 92 projecten verder en is het programma be?indigd. Samen met
bouwIQ blikt Vos terug op zeven jaar IFD.
Ir. Hans Vos
Hans Vos werkt 10 jaar bij de SEV, waarvan de laatste 3 jaar bij SEV
Realisatie. Zijn carri?re in de bouwsector begon met de opleiding
bouwkunde en de afstudeerrichting bouwproductietechnologie. Vos:
"Dat was de groep waarvan we zelf altijd zeiden dat daar de link
tussen ontwerpen en vervaardigen werd gemaakt. ik ben afgestu-
deerd op een project wat ook nu nog een iFD-project zou kunnen
zijn: flexibele flatrenovatie. Hierbij haalden we woningen leeg tot aan
het casco en zetten we er een flexibele indeling in. Dit was overigens
ook een SEV experiment en de eerste keer dat ik met de SEV in
aanraking kwam." na zijn afstuderen is Vos werkzaam geweest aan
de universiteit, als freelancer bij een industrieel ontwerpbureau en bij
een adviesbureau voor de scholenhuisvesting. "Daarna ben ik bij de
SEV aan de slag gegaan met een project waarmee we het opplussen
van woningen wilden stimuleren. toen op een gegeven moment het
iFD-programma in beeld kwam heb ik al snel aangegeven dat ik daar
wel bij zou passen."
10 Visie Hans VosIFD: een terugblik
Houtje-touwtje
"We kregen af en toe wel eens het verwijt dat er projecten tussen zaten die niet
achttien karaats IFD zijn. Dat klopt, we hebben heel bewust gezocht naar een goede
spreiding. Als je namelijk alleen de hoogvliegers selecteert, krijg je een heel select
clubje met allemaal mooie projecten, maar kom je te ver af te staan van de regu-
liere bouwstroom. Ik heb er daarom liever ook projecten tussen zitten die op een
`houtje-touwtje manier' invulling geven aan IFD en daarin gestimuleerd worden
door zo'n subsidie. Je ziet dat de betrokken partijen nog een tandje bij zetten en
zich verder verdiepen in de IFD-gedachte. Er zit dus een aantal projecten bij van
mensen die in de gewone bouwpraktijk zitten en die normaal nooit iets met IFD
zouden doen. Met de demonstratiestatus kregen ze een kans en voelden ze zich
gestimuleerd om hun nek uit te steken."
"Het Scharnier in Hoogvliet, een project uit de eerste selectieronde, is hiervan een
mooi voorbeeld. Het is een verzamelgebouw dat door een woningcorporatie is ge-
realiseerd. Er zaten wel wat aardige idee?n achter, maar er waren geen partijen bij
betrokken die normaal ook bezig zijn met IFD. De betrokkenen voelden zich door
het programma gestimuleerd om extra inspanningen te leveren. Zo hebben ze bij-
voorbeeld een ??n-op-??n maquette gemaakt waar de bewoners de verschillende
indelingsvarianten konden ervaren en hebben ze een flexibiliteitsdeskundige van
de TU Delft bij het project betrokken. Het project is begonnen op een normaal ni-
veau en ze zijn steeds verder gekomen en dat is precies wat je wil!"
I, F of D?
Als u terugkijkt: op welk gebied ? I, F of D ? zijn de belangrijkste stappen gemaakt?
"De meeste aanvragen waren op het gebied van flexibiliteit. Dat is toch wel het
hoofdthema van de drie en dat is op zich ook wel logisch vind ik. Flexibiliteit verte-
genwoordigt namelijk waarde. Opdrachtgevers zijn ge?nteresseerd in wat een ge-
bouw kan en minder in hoe het gemaakt is." Toch wordt de waarde van flexibiliteit
lang niet altijd voldoende op waarde geschat volgens Vos. "Ik denk dat beleggers
en instellingen die hun vastgoed langere tijd in beheer hebben veel meer zouden
kunnen leren van hun eigen facilitaire diensten. Er valt veel te leren door gewoon te
kijken wat er de afgelopen tien jaar met een gebouw is gebeurd en welke kosten
hiermee gemoeid waren. Dit gebeurt in mijn ogen veel te weinig. Er wordt teveel
gestuurd op investeringskosten en te weinig op exploitatiekosten."
Daar waar opdrachtgevers meer aandacht besteden aan de flexibiliteit, besteden
de bouwende partijen volgens Vos meer aandacht aan het industri?le aspect. "Bou-
wers zijn er in ge?nteresseerd hoe je iets op de meest effici?nte manier maakt en
dan bij voorkeur met zo min mogelijk vakmensen. Van het demontabele aspect kun
je zeggen dat dit een beetje het ondergeschoven kindje is geweest. Hier is niet zo
veel specifiek voor ontwikkeld. Natuurlijk werd hier bij de projecten die zeer tijde-
lijk waren wel aandacht aan besteed, maar bij een hoop andere projecten was het
demontabel omdat het montabel was. Als je industrieel en flexibel aan het bouwen
bent zullen dingen nou eenmaal uit elkaar gehaald kunnen worden."
Streven naar een tien
Dat er niet meer ontwikkeld is op het gebied van demonteerbaarheid beschouwt
Vos niet direct als een gemis. "Het is vooral belangrijk om van tevoren goed te be-
denken wat je met een bepaald gebouw wil. Je moet weten op welke onderdelen je
wil inzetten en op welke onderdelen minder. Als je van tevoren weet dat een ge-
bouw ergens 200 jaar kan blijven staat, hoef je natuurlijk minder te investeren in
demonteerbaarheid dan als een gebouw ergens maar 20 jaar blijft staan."
"We hebben bijvoorbeeld ook voorstellen gehad waarbij opdrachtgevers ernaar le-
ken te streven een 100 procent flexibel gebouw te maken. Als je met zo iemand aan
tafel gaat zitten en vraagt of ze al die flexibiliteit ook echt nodig hebben, dan blijken
er genoeg onderdelen waar dit helemaal niet noodzakelijk is. Je moet niet altijd
streven naar een tien. Het mag natuurlijk wel, maar je moet je wel realiseren dat je
streeft naar een tien die je niet echt nodig hebt en die je wel geld gaat kosten."
Samenwerking
Ondertussen is de subsidiekraan van het project dichtgedraaid. Dit houdt echter
niet in dat er niet meer IFD gebouwd wordt. Een aantal bouwers is zich volgens Vos
bewust geworden van de waarde van flexibiliteit en het nut van een andere aanpak
en is omgeschakeld. Als voorbeeld van zo'n IFD-bouwer noemt hij Nijhuis met het
Trento systeem. "Ze zijn daar nu een jaar of zeven op een totaal andere manier
bezig met hun proces. Dat zie je misschien niet direct aan alle gebouwen en of ze
allemaal even flexibel zijn weet ik ook niet, maar ze hebben het industrieel bouwen
omarmd. Ze hebben andere samenwerkingsvormen gezocht en organiseren heel
veel in de voorfase. Hierdoor kun je snel bouwen en houd je de faalkosten in de
hand. Dit is een voorbeeld van een goede procesaanpak. Maar, deze omslag kost
wel veel tijd."
Het ontstaan van vaste samenwerkingsvormen noemt Vos ??n van de belangrijke
resultaten van het IFD-programma. "Vaste samenwerking haalt een hoop spanning
uit projecten, want het gaat ineens niet meer om enkel en alleen de prijs, maar
meer om het resultaat zelf en dat is een goede zaak. In de industrie zie je het wer-
ken met co-makers en preferred suppliers natuurlijk al veel langer, maar nu komt
het ook op in de bouw. Te vaak wordt er in de bouw gezegd dat we met unieke
projecten bezig zijn, maar dat is niet het geval. Veel gebouwen zien er van buiten
wel anders uit, maar het systeem erachter is dat niet."
Bekendheid
De twee hoofddoelstellingen van het IFD-programma waren `het stimuleren van
toepassingen' en `meer bekendheid verlenen aan het begrip IFD-bouwen'. Het eer-
ste is gelukt met 92 demonstratieprojecten, maar hoe zit het met de bekendheid?
"Het thema flexibiliteit staat, net zoals het thema industrieel bouwen, veel meer in
de belangstelling. Goed, er was al een autonome verschuiving aan de gang richting
industrialisatie, maar ik heb wel het idee dat deze verschuiving onder invloed van
het IFD-programma is versneld. Verder merk je gewoon dat de term IFD is ingebur-
Leren door demonstreren
`iFD-bouwen werkt!' Met die zin opent `leren door demonstreren, de oogst van
zeven jaar industrieel, Flexibel en Demontabel bouwen' van SEV Realisatie. En als je
de publicatie leest lijkt die conclusie volledig terecht. Het boek bevat een bloemlezing
van zeven jaar iFD-bouwen. De publicatie bestaat naast een toelichting op het begrip
iFD-bouwen en een evaluatie van het programma, uit een uitgebreid overzicht van de
verschillende demonstratieprojecten en haalbaarheidsstudies die binnen het pro-
gramma zijn uitgevoerd. De projecten zijn per thema gegroepeerd en deze thema's
worden ingeluid met een beschrijving van de specifieke kenmerken en uitdagingen,
gevolgd door een analyse van de gevonden oplossingen en een beschrijving van de
verschillende projecten. tot slot wordt het iFD-gehalte van de verschillende projecten
beoordeeld. `leren door demonstreren' wordt uitgegeven door SEV Realisatie en is
voor 20,- te bestellen via www.sev-realisatie.nl. Eerder gaf SEV Realisatie `De
kunst van rekbaar vastgoed' uit, waarin een aantal opdrachtgevers aangeeft wat zij
belangrijk vinden aan gebouwen die de toekomst kunnen trotseren. Deze publicatie
is verkrijgbaar voor 15,00.
11 Visie Hans Vos
gerd; ik zie de term steeds vaker. Laatst zag ik hem zelfs in een personeelsadver-
tentie waar ze zochten naar een IFD-projectleider."
"Al heel snel in het programma zag je dat ook fabrikanten de term gingen gebrui-
ken:`ons product past binnen de IFD-criteria'. Dan vraag ik me af welke criteria dat
zijn ? want wij hebben nooit harde criteria opgesteld ? maar het geeft wel aan dat
mensen er mee willen werken. Stel dat we de definitie heel precies hadden uitge-
werkt en we hadden gesteld dat de term alleen gebruikt mocht worden met onze
toestemming, dan had niemand het nu nog over IFD gehad..."
"Wat ons in de beeldvorming wel parten heeft gespeeld is dat IFD-bouwen al heel
snel werd geassocieerd met tijdelijk bouwen. Slechts een klein gedeelte van de
voorbeeldprojecten bestaat uit tijdelijke bouw, maar qua beeldvorming zit dit an-
ders."
Of de term IFD over tien jaar nog gebruikt wordt durft Vos niet te zeggen. "Dat weet
ik niet en dat maakt me ook niet zo veel uit om eerlijk te zijn. Zaken worden teveel
in hokjes gestopt als je het mij vraagt. Je hoort opdrachtgevers wel eens zeggen:
`we doen nu een duurzaam project, daarna een flexibel project en daarna weer iets
anders...'. In mijn ogen kan dat niet; duurzaamheid en flexibiliteit zijn dingen die
altijd tussen je oren moeten zitten. Ik vind het dus niet zo erg als het label IFD ver-
dwijnt, zo lang de gedachte erachter maar niet verloren gaat. IFD is een middel en
niet een doel op zich."
Toekomst
Nu het IFD-programma is afgerond houdt Vos zich met verschillende onderwerpen
bezig: "We hebben een transformatieplatform opgericht om wonen in kantoren te
stimuleren. Verder ben ik bezig met een programma op het gebied van collectief
opdrachtgeverschap. Daarnaast ben ik nog steeds aan het kijken hoe je IFD verder
kunt verankeren in de maatschappij. Ik kom hierbij vanzelf uit op de duurzaam-
heidsgedachte die achter IFD zit, zeker gezien de sterke belangstelling voor duur-
zaamheid die de laatste jaren is ontstaan. Hierbij wil ik, net als bij het IFD-pro-
gramma, focussen op de materialen en de integrale gebouwconcepten."
Foto:SEVREaliSatiE/MikEVanBEMMElEn
IFD: een terugblik
Reacties