Het House of Tomorrow Today (HoTT) levert inmiddels een interessant dossier op; diverse aspecten zijn al belicht. In deze aflevering staat het proces centraal. HoTT is opgezet als experiment en het proces is daarbij een van de onderzoeksgebieden. Hoofdredacteur en eigenaar van HoTT Jos Lichtenberg, heeft deze keer aandacht voor de ervaringen opgedaan sinds de start van het initiatief, en voor welke lering er voor volgende projecten uit kan worden getrokken.
Het voorbereidingsproces 14 bouwdossier ? deel 6
bouwdossier ? deel 6
Het voorbereidingsproces
Jos Lichtenberg
Het House of Tomorrow Today (HoTT) levert inmiddels een interessant
dossier op; diverse aspecten zijn al belicht. In deze aflevering staat het
proces centraal. HoTT is opgezet als experiment en het proces is
daarbij een van de onderzoeksgebieden. Hoofdredacteur en eigenaar
van HoTT Jos Lichtenberg, heeft deze keer aandacht voor de ervaringen
opgedaan sinds de start van het initiatief, en voor welke lering er voor
volgende projecten uit kan worden getrokken.
Het voorbereidingsproces 15 bouwdossier ? deel 6
0
50
100
150
200
250
300
350
400
Klassieken0
Leveranciers(n)
Middeleeuwen500
Exploratie1500
Industrialisatie1800
2011
bouwen valt op hoe vaak de installateur moet terugkomen en wat dat aan
wachttijden oplevert, ook voor derden. Slimbouwen reageert daar dus op.
Het organiseren van de installatietechniek is leidend in dit denken.
Door projecten op deze wijze aan te pakken, ontstaat een effici?nt bouw-
proces met een beperkt aantal partijen dat elk verantwoordelijk is voor een
belangrijk onderdeel van het proces. De partijen zijn wel zo gekozen, dat
de onderlinge afhankelijkheid beperkt is. Op knooppunten en overgangen
moet wat afstemming worden gepleegd, maar binnen de eigen deelklus
kan men helemaal losgaan en creatief zijn in bijvoorbeeld prefabricage of
het anders invullen van een functioneel programma van eisen binnen een
bepaald budget.
Beperkt aantal partijen
Een zeer belangrijk gegeven ? en ook streven ? is dat bij deze aanpak een
gering aantal partijen betrokken is. Strikt genomen is dat, afgezien van de
bouwmeester, ??n partij voor het casco, ??n voor de omhulling, ??n voor
de installaties en ??n voor de afbouw. Enige verdere opsplitsing kan en
mag, al was het maar omdat de uitvraag dan beter aansluit bij de aanbod-
wereld. Zo bleek het bij het HoTT-project al onmogelijk om ??n partij te
vinden voor het casco (fundering, skelet en vloeren), want de aanbodwe-
reld is op dat gebied al te versnipperd geraakt. Verder zijn gevel en dak
nog wel in ??n hand, maar de transparante delen (puien) zijn weer bij een
gespecialiseerde gevelbouwer ondergebracht. De installaties zijn verdeeld
in E en W en verder bestaat de afbouw uit circa twaalf onderdelen, die ook
niet allen door slechts ??n partij worden ingevuld. Die laatste opsplitsing is
wel minder storend, omdat je dan al in het inspraakdomein van de klant zit
en het over de vage grenzen tussen afbouw en inrichting gaat.
Anders
Ook na de opsplitsing is het aantal betrokken partijen nog steeds beperkt.
In dit geval ? afhankelijk van een nog te maken keuze ? zes of zeven par-
tijen. Het idee is dat die partijen al bij het ontwerpproces betrokken zijn,
zodat zij hun kennis vroegtijdig kunnen inbrengen. Ook bij het HoTT-pro-
ject was dat het geval. Al medio 2010 was de formatie rond. Het betreffen
dan overwegend bedrijven die in de conventionele bouw gewend zijn als
onderaannemer op te treden. Voor die bedrijven blijkt het heel moeilijk te
zijn om, opgevoed in het `oude denken', opeens een proces anders aan te
vliegen. Dat vraagt training en dat is vooraf duidelijk onderschat bij HoTT.
Achteraf kun je inderdaad constateren dat het niet zo vanzelfsprekend is
voor bijvoorbeeld een leverancier om proactief mee te denken, als hij ge-
Sinds de industri?le revolutie is de wereld enorm versnipperd geraakt. Die
revolutie lijkt al weer lang geleden, maar op een evolutie van enkele millen-
nia is het een fractie. Eeuwenlang ? vanaf het Romeinse Rijk maar eigenlijk
al daarvoor ? hebben we gebouwd met een beperkt aantal leveranciers.
Tot voorbij de middeleeuwen werden grote objecten als markthallen, stad-
huizen, kastelen en kathedralen gerealiseerd met slechts een beperkt aan-
tal leveranciers. Als regel werd gebouwd met lokale materialen en lokale
bedrijven. Al die tijd hebben we het volgehouden om met slechts vijf tot
tien partijen indrukwekkende projecten te realiseren.
Versnippering
Voor de bouw kwam de industri?le revolutie pas in de negentiende eeuw
op gang. Daarmee explodeerde het aantal betrokkenen bij een bouwpro-
ject. De bouwmeesterrol was inmiddels al uiteengevallen in de architect
en de aannemer. Er werd over grotere afstanden gedistribueerd en daar-
door ontstond de bouwmaterialenhandel. Produceren is processpecifiek
en dat werkt specialisatie en dus opdeling ? lees versnippering ? in de
hand. Later, vooral in de twintigste eeuw, ontstonden op kennis gespeci-
aliseerde adviseurs, zoals de constructeur, de bouwfysicus, de installatie-
adviseur et cetera. En zelfs tot op de dag van vandaag groeit de bouw-
community. Banken en adviseurs met betrekking tot de financiering van
projecten, de projectmanager om supervisie te voeren, de duurzaamheid-
assessor et cetera.
Het aantal partijen verbonden aan een bouwproject, de industrie meege-
rekend, loopt inmiddels in de honderden. En dat is ernstig, omdat iedereen
zich verantwoordelijk voelt op onderdeelniveau, maar niemand komt meer
op voor het eindresultaat (het gebouw) c.q. is daartoe in staat. De architect
claimt nog het meest de rol van resultaatverantwoordelijke, maar is, uit-
zonderingen daargelaten, niet in staat gebleken om de projectmanager
buiten boord te houden. Een architect is ook niet meer de alleenontwerper
en overziet niet meer wat er in de industrie allemaal mogelijk is. De affiniteit
met het maken is verloren gegaan. Dat is niet zozeer gebeurd met het
ambacht op de bouwplaats, voor zover dat nog aanwezig is, maar wel met
wat er allemaal in die gespecialiseerde productiebedrijven gebeurt en wat
de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn.
Reorganisatie bouwproces
De grote vraag is: hoe krijg je die honderden partijen weer op een logische
manier bij elkaar georganiseerd? Dat is de kernvraag waar Slimbouwen
een antwoord op geeft. HoTT is een proefproject voor onder andere Slim-
bouwen, waarbij de opzet is om de bouwtechniek aan de voorkant van het
proces zodanig in te richten, dat de installateur een periode op het werk
krijgt toegewezen waarin de kern van de installatie (met name de `spa-
ghetti') kan worden aangelegd. Liefst in een gereserveerd tijdvak, waarin
ook niemand anders op de bouwplaats aanwezig is. In het traditionele
Ontwikkeling aantal
leveranciers per
bouwproject
Het voorbereidingsproces 16 bouwdossier ? deel 6
wend is om door de aannemer gedirigeerd slechts braaf te doen wat er in
het bestek staat. In de rol van toeleverancier heeft een partij natuurlijk ken-
nis die met het maken en het proces van doen heeft, maar qua ontwerp is
men gewend dat de kennis wordt aangereikt of in ieder geval van buiten
komt. Dat verschilt wel per partij overigens, maar in het geval van HoTT
was men als aanbieder zeker in het begin van het proces over het alge-
meen niet proactief betrokken en moest het eruit worden getrokken. Van
een skeletleverancier moet je kennelijk niet verwachten dat die ook con-
structieve ontwerpkennis inbrengt, en van een gevelbouwer niet dat die
veel bouwfysica meebrengt. Ze weten overigens binnen de eigen speciali-
satie precies hoe je iets moet maken, maar ontwerpend is men weinig
vermogend en is men gewend te wachten op instructies over welke kant
het op moet. In een Slimbouwen-rol vraag je overigens wel wat van die
partijen, en dat vraagt dus aandacht. Men maakt ook pas een prijs als alles
vastligt, maar is spontaan niet gewend varianten op een rij te zetten, zodat
je als klant keuzes kunt maken. De klant vraagt hoe het zou kunnen, terwijl
de aanbieder vraagt hoe het moet. Dat wringt natuurlijk.
Er is ook een natuurlijke terughoudendheid om gespecificeerde begrotin-
gen af te geven. Of dat zo is, zou nog eens geanalyseerd moeten worden,
maar vermoedelijk is men vanuit het zakendoen met de aannemer gewend
om altijd nog weer door de mangel te worden gehaald. Dan ontwikkel je
een mechanisme om de prijs zo laat en grof mogelijk af te geven. Hoe later
en hoe minder gespecificeerd, des te moeilijker de klant nog terug kan en
des te moeilijker het is om op prijsconcurrentie uitgespeeld te worden, dan
wel onderdelen elders ondergebracht te zien worden. Dat is overigens een
constatering ter lering en vermaak en absoluut geen verwijt.
Wat verder opvalt is dat op directieniveau de interesse en de wil groot is,
maar dat in de achterban bij de werkvoorbereiders de traditionele wijze van
handelen domineert en dat daarmee de goede voornemens struikelen. De
typische Slimbouwen-leverancier moet zich kennelijk nog ontwikkelen.
Vanuit met name de installatiehoek ligt het genuanceerder. Daar is zeker
op conceptueel niveau daadwerkelijk ook ontwerpende kennis ingebracht.
Dat geldt in elk geval voor de partij, eigenlijk de persoon, die dit veld heeft
overgenomen. Wel vraagt de home automation (sensoring, besturing) nog
aandacht. Die is nog niet onder controle en wordt wellicht pas achteraf
gerealiseerd als onderdeel van het onderzoek.
Regie
Het gevolg van zo'n proces is dat er pas laat prijzen op tafel komen, die
natuurlijk ook te hoog zijn. Je moet dan downsizen, hetgeen heel moeilijk
is en voor sommige leveranciers niet meer mogelijk is. In dat geval kun je
beter stoppen. Bij het HoTT was duidelijk meer regie nodig dan aanvanke-
lijk werd gedacht. Vandaar ook dat toen in het vroege voorjaar van 2011
de bouwvergunning (omgevingsvergunning) afgegeven werd, de bouw-
meesterrol is verstevigd. Er was naast de inbreng van de architect als
bouwmeester ook uitvoeringservaring nodig. An Archi uit Zoetermeer pak-
te die taak op. Sommige partijen bleken de Slimbouwen-rol alsnog op te
pakken, andere niet. Met name daar waar vervangingen nodig bleken,
veroorzaakte dat weer re-engineering en inleving bij nieuwe partijen. Hierbij
werkten de zaken die ten behoeve van de vergunning waren vastgelegd,
complicerend. Nieuwe betrokkenen kwamen weer met voorstellen die
aansluiten op hun eigen expertise en vaardigheden, maar die strookten
Het voorbereidingsproces 17 bouwdossier ? deel 6
1
Casco
2
Omhulling
4
Afbouw
3
Installaties
Projectgebonden deelnemers
Industrie
Staal, beton, hout,
vloeren, etc.
Steelframe, isolatie,
glas, alu frames,
dakopeningen, etc.
Stenen, gips, trap,
schilderwerk,
betimmeringen, tegelwerk,
dak- en gevelafwerking, etc.
Solar, domotica,
LED,Warmtepomp,
sanitair, beveiliging,
verwarming, WW,
Koeling, PCM, Ventilatie, etc.
niet overal met de goedgekeurde plannen. Ook dat is een leereffect van dit
project. We hadden voor het Slimbouwen-proces beter de vergunning pas
aan kunnen vragen nadat de partijen in stelling waren gebracht, en ze
technisch en financieel op het goede spoor zaten. Dat wringt overigens
wel met de procedure rondom gronduitgifte, waar uiterste termijnen gel-
den zoals met betrekking tot de vergunningaanvraag.
Nieuw is risico
De eerste laag leveranciers, zoals hiervoor bedoeld, bestaat uit hoofdzake-
lijk wat je normaal onderaannemers zou noemen. Daaraan gekoppeld
vormt zich een achterban van 25 tot 30 industri?le kernleveranciers die
een strategisch belang zien in de wijze waarop het HoTT-project is aange-
pakt. Het gedachtegoed kan zowel qua proces als de specifieke energie-
ambitie, zonder inleveren van comfort (Active House) grootschalig worden
uitgerold en daar wil de industrie graag bij zijn. HoTT is in die zin ook een
demonstratie- en promotieproject. Opvallend is dat die industrie onafge-
broken enthousiast betrokken blijft. Echter zij zijn uiteindelijk toch weer
afhankelijk van de deelleveranciers/onderaannemers die tot zaken moeten
komen en in hun voorstellen de producten moeten meenemen. Zij zijn im-
mers elk verantwoordelijk voor hun eigen deel en het functioneren daar-
van. Ofschoon de industrie veel kennis aan boord heeft om het ontwerp-
proces te ondersteunen, zie je het opmerkelijke fenomeen dat de industrie
in een aantal gevallen door de eerste lijn bedrijven (de onderaannemers) ?
ondanks aandringen vanuit de opdrachtgever ? niet eens werd uitgeno-
digd om mee te denken. Er lijkt een angst voor nieuwe producten te be-
staan en twijfel te heersen over het bijeenbrengen van niet op voorhand op
elkaar afgestemde producten. Nieuw is risico. Voor de industrie wel een
uitdaging om dit proces naar de hand te zetten.
Tijd
Het proces van wennen aan een andere uitvraag, de vele discussies daar-
over en de noodzakelijke re-engineering, nemen veel tijd in beslag. Je kunt
rustig stellen dat zodoende al met al bijna een jaar verloren is gegaan. Dat
alles is de prijs van het procesexperiment dat nu wel een hoge leerop-
brengst heeft. Innovatie vraagt tijd. De start bouw is overigens inmiddels,
ijs en weder dienende, wel dichtbij gekomen. Wellicht is bij het verschijnen
van dit artikel al begonnen.
Naar de toekomst toe kunnen intussen voorzichtige conclusies worden
getrokken om tot een verbeterde aanpak bij Slimbouwen-projecten te ko-
men. Het uitgangspunt om partijen aan de voorkant uit te nodigen, is nog
steeds valide. Echter, het advies is om partijen op basis van een concep-
tueel ontwerp te kiezen, vervolgens in een team tot uitwerking van dit con-
cept te komen, en dan pas de vergunning aan te vragen. Ook is het aan te
bevelen om na de selectie van partijen een training te organiseren, gericht
op de andere handelswijze rondom een Slimbouwen-project (samen, open
source, over de eigen grenzen kijkend, prijstransparant, et cetera), en te-
vens om de teamgeest te smeden. Deelnemers aan die training dienen
niet alleen de directies of projectleiders te zijn, maar ook andere betrok-
kenen uit de bedrijven.
Voorts vraagt een Slimbouwen-proces om een heldere regie. Het richting-
gevend concept, zoals hierboven bedoeld, is daar onderdeel van. Maar ook
later in het proces moet er een verbindende, activerende en regisserende
factor zijn. Wellicht dat de noodzaak hiertoe afneemt naarmate partijen ge-
wend zijn in Slimbouwen-processen te opereren, maar zover is het nog
niet. De regie kan een taak voor een aannemer zijn, maar evenzeer liggen
hier mogelijkheden voor ondernemende architecten die terugwillen in de rol
van bouwmeester. Zelfs een deskundige opdrachtgever zou meer zelf kun-
nen regelen en daarbij aan Slimbouwen veel steun kunnen hebben.
De regie is voor de bouwmeester. Of die rol door een aannemer, architect,
adviseur of opdrachtgever wordt opge?ist, wordt aan het initiatief van be-
trokkenen overgelaten. Wie de schoen past, trekke hem aan.
In dit artikel zijn bewust geen bedrijfsnamen genoemd.
Met een kritische toon is het namelijk op geen enkele
wijze de bedoeling partijen te beschadigen. Het gaat om
het leereffect. Naast de kritische opmerkingen zijn er
overigens ook heel positieve verhalen over de inbreng
van leveranciers. Daarover meer in een volgende afleve-
ring van het Bouwdossier.
Organisaties gelaagd
Reacties