Martin Liebregts (64), hoofdredacteur van Renda, is 10 september overleden. Onder grote belangstelling werd hij 18 september gecremeerd in het crematorium in Heeze. Hij was directeur van BouwhulpGroep, architect, docent en een bevlogen schrijver. Als eerbetoon aan wat Martin voor de Nederlandse volkshuisvesting heeft betekend, volgt een karakterschets van zijn werkende leven.
hoeder van de bestaande voorraad2 nr 5 2014
hoeder van
de bestaande voorraad
Martin Liebregts (64),
hoofdredacteur van Renda,
is 10 september overleden.
Onder grote belangstelling
werd hij 18 september
gecremeerd in het cremato-
rium in Heeze. Hij was
directeur van Bouwhulp-
Groep, architect, docent en
een bevlogen schrijver. Als
eerbetoon aan wat Martin
voor de Nederlandse volks-
huisvesting heeft betekend,
volgt een karakterschets
van zijn werkende leven.
tekst joop van vlerken
beeld bouwhulpgroep
1950-2014
Het monnikenwerk van Martin en zijn plezier in dingen optekenen,
hebben talloze publicaties opgeleverd. In zijn leven schreef Martin er
meer dan 500, zowel artikelen als boeken. Een groot gedeelte hiervan
is terug te vinden in de archieven van BouwhulpGroep en Renda. Dit
alles deed hij omdat schrijven een hobby was. Maar ook wilde hij zijn
onuitputtelijke kennis over de renovatiesector, volkshuisvesting en
stadsvernieuwing vastleggen en delen.
Voor Renda (voorheen Renovatie, eerste jaargang 2006) beschouw-
de hij met een helikopterview in elke editie de volkshuisvesting. Deze
bijna vijftig stukken uit de rubriek Programma hadden veelzeggende
titels als: `Van serie naar maatwerk', `50 jaar oneliners en kortzichtig-
heid, `Verbouwen ? la carte', `De waarde van het bestaande', `Ruimer
denken over portiekflats', `De eenvoud van duurzaamheid', `Het
hoeder van de bestaande voorraad nr 5 2014 3
vernieuwend opdrachtgeverschap', `Renovatie schreeuwt om innova-
tie', `De eindeloze zoektocht van de bouw' of `Ruimte voor de eige-
naar-bewoner'. En zijn laatste: `Inspelen op de toekomstige woonei-
sen'.
Wie die koppen goed tot zich laat doordringen, herkent er het gedach-
tegoed van Martin in. Continu was hij bezig met de kwaliteit van de
bestaande woningvoorraad in Nederland vanuit een groot respect
voor de architecten van deze woningen. Hij vond dat de bewoner van
zo'n woning het eerste recht had om te bepalen wat er met `zijn' huis
gebeurde; of hij nu huurde of had gekocht. Daarnaast was de
behoefte bij Martin groot om toch vooral naar de lange termijn te
kijken. Een hekel had hij aan ondoordachte concepten die de voorraad
in zijn ogen geweld aandeden.
MAATSCHAPPELIJK BETROKKEN
Het begon op de faculteit Bouwkunde van de Technische Hogeschool
Eindhoven, waar Martin Pieter Huijbregts leerde kennen. Met hem zou
hij later tijdens zijn studie een eigen bedrijf oprichten. Toen, in de jaren
zeventig, was hij een maatschappelijk betrokken jongen, zoals Huij-
bregts hem omschrijft. "Dat uitte zich niet zozeer op de universiteit of
tijdens de lessen, maar vooral daarbuiten. Op school was hij om te
studeren en met architectuur bezig te zijn. Maar hij was sociaal ge?n-
gageerd en destijds als vrijwilliger betrokken bij de eerste vormen van
verslaafdenopvang." Die maatschappelijke betrokkenheid wilde
Martin ook binnen de studie Bouwkunde toepassen, weet Huijbregts
te vertellen. "Hij vond dat we de kennis die we opdeden binnen onze
studie moesten toepassen in de praktijk. Dat werd mogelijk door de
onderwijsvernieuwing die destijds de universitaire wereld op zijn kop
zette. We mochten voor een groot deel ons eigen curriculum bepalen.
We bezochten buurten en wijken en probeerden de problemen van de
mensen daar op te lossen met de kennis die we verwierven aan de
universiteit. Buurtbewoners vertelden ons bijvoorbeeld dat geluidsiso-
latie een probleem was. Daar gingen wij dan op de universiteit mee
aan de slag om het vervolgens weer terug te brengen naar de buurten
en wijken."
Al tijdens hun studietijd begonnen Martin en Huijbregts het Bouwkundig
Adviesbureau voor Buurtbewoners (BAB), de voorloper van Bouwhulp-
Groep. Het was een soort wetenschapswinkel avant la lettre waar ze
bewoners hielpen met problemen als huurverhoging, vochtproblemen
en dreigende sloop. Deze werkzaamheden leidden in 1978 tot oprich-
ting van stichting Bouwhulp, wat Martin, Huijbregts en Louis Weismann
samen deden. De naam stond voor de bouwkundige hulp die werd
verleend aan bewoners. Later werd dit BouwhulpGroep. Huijbregts:
"Het was in die eerste jaren zeker geen bedrijf, maar meer een werk-
plaats waar we onze idee?n konden toepassen en uitproberen. We
hadden ook helemaal niet het idee om er geld mee te verdienen."
Martin is altijd druk bezig geweest met het overdragen van kennis.
Dat uitte zich onder meer in zijn docentschappen aan de Academie
voor Bouwkunst in Rotterdam en de Technische Universiteit Eindho-
ven. Daarnaast schat Huijbregts in dat er in de periode sinds Bouw-
hulpGroep bestaat, minstens vijftig afstudeerders en stagiaires
hebben gewerkt bij het bureau. "Zij hebben van hem geleerd dat je
nauwkeurig moet werken en je onderzoeken degelijk moet insteken.
Ook heeft hij ze zeker verteld dat ze alles in de context moeten plaat-
sen. Een ander aspect dat Martin heel belangrijk vond, was empathie;
niet alleen met het vraagstuk maar vooral met de mensen. Die betrok-
kenheid heeft hij meegegeven aan al die stagiaires en studenten,
maar zeker ook aan zijn personeel."
BEWONERSBELANGEN VOOROP
Van 1978 tot 1980 werkte Martin als consulent Stadsvernieuwing in
Dordrecht, waar hij intensief samenwerkte met Jan van den Brink. In
die tijd was er niemand die voor de belangen van bewoners opkwam,
behalve Martin en Van den Brink, zo vertelt deze laatste. "Woningcor-
poraties werden bestuurd door regenten die beslisten over het lot van
huurders. Martin was zeer politiek betrokken. Het antikapitalisme
speelde een belangrijke rol. Vanuit idealisme wilde hij de woningsitu-
atie van bewoners beter maken en hij wilde hen emanciperen om te
voorkomen dat ze onder invloed van een macht zouden komen. Dat
mocht ook niet onze macht zijn. Daarom wilde hij m?t de bewoners
werken in plaats van voor ze werken."
Bewonersadvies vormde een rode draad in het professionele leven
van Martin. Zijn hele carri?re zette hij zich hiervoor in. In Dordrecht in
de wijk De Staart begeleidde hij een van de eerste renovatieprojecten
van Nederland. Daar kwam zijn vindingrijkheid goed van pas. "Corpo-
raties wezen bij vochtproblemen nogal snel naar bewoners. Martin
bedacht een methode waarmee je de invloed van bewoners kon vast-
stellen. Daaruit bleek dat de vochtproblemen lang niet altijd aan bewo-
ners waren te wijten", licht Van den Brink toe. "Ook wilden wij bewo-
ners helpen in hun strijd tegen sloop. Van 1983 tot 1986 werkte ik als
bewonersadviseur in het oude centrum van Den Haag. Martin advi-
seerde ons vanuit BouwhulpGroep door middel van onderzoek naar
stadsvernieuwing. Hierin stond de wooncultuur van de toenmalige
bewoners centraal. Het ging om nieuwe woonvormen zoals woon-
groepen."
En Martin legde alles schriftelijk vast. "Dan hadden we 's avonds een
bijeenkomst met bewoners gehad en had hij de volgende dag al een
stuk klaar, waarin hij haarfijn had opgeschreven wat de uitkomsten
waren. En ook mijn uitspraken had hij helemaal geanalyseerd en in de
goede context geplaatst. Hij heeft in de afgelopen dertig jaar ontzet-
tend veel gepubliceerd. Ik denk dat daarin voor een groot gedeelte
ook zijn belang voor de volkshuisvesting ligt."
Kennisoverdracht was voor Martin dus erg belangrijk. Om die reden
ging hij begin jaren tachtig samen met Van den Brink aan de Academie
hoeder van de bestaande voorraad4 nr 5 2014
van Bouwkunst in Rotterdam werken om daar de studierichting Volks-
huisvesting op te zetten. "Martin was een geboren verteller en een
fantastische leermeester. De studenten waren dan ook erg door hem
geboeid en zijn colleges zaten altijd vol", herinnert Van den Brink zich.
MAN MET EEN MISSIE
Jan Kammeyer, voormalig directeur van Futura en kernredactielid van
Renda, leerde Martin rond 2004 kennen. "Wat ik al snel bij Martin
herkende, was dat hij de verbinding wilde leggen tussen de harde en
de zachte kant van het renovatievak. BouwhulpGroep is uitstekend in
techniek en legt tegelijkertijd de verbinding met sociale aspecten.
Daarin was Martin heel goed." Kammeyer zag Martin dan ook als
hoeder van de bestaande voorraad. Hij beschrijft hem als iemand van
de strakke lijn, die met name in het verleden ook wel als dogmatisch
werd ervaren door anderen. "Je had bepaalde vernieuwers die alles
wilden slopen. Martin vond dat zonde. Hij keek vanuit de traditie; wat
kun je vanuit het bestaande verder ontwikkelen? Toen ik hem net
leerde kennen, was hij erg veel aan het zenden. De jaren daarna werd
hij milder." Dat betekent volgens Kammeyer geenszins dat hij niet
streng was. "Over ketenintegratie bijvoorbeeld was hij heel kritisch.
Het idee vond hij denk ik wel goed, maar het moest geen trucje
worden." Ook Kammeyer zag bij Martin de drive om alles vast te
leggen. "Hij was een man met een missie, bijna een monnik als het
ging om leren en schrijven. Jarenlang heeft hij naar hetzelfde gekeken
om beter te kunnen begrijpen. En hij was een leermeester voor de
mensen om hem heen. Die zocht hij trouwens wel zelf uit."
hoeder van de bestaande voorraad nr 5 2014 5
HOOFDREDACTEUR VAN RENOVATIE
Halverwege jaren nul liep ?bele Kluwer, directeur van ?neas Uitge-
verij, rond met het idee een vakblad over renovatie te beginnen. Jack
de Leeuw, directeur van SBRCURnet (toen SBR), verwees hem direct
naar Martin. Zo gezegd, zo gedaan en in 2006 ging Renovatie van
start met Martin als hoofdredacteur. Inmiddels is de titel omgedoopt
tot Renda, kennisnetwerk bestaande bouw.
De eerste keren dat Kluwer BouwhulpGroep bezocht, viel hem steeds
op hoe belangrijk kennis was binnen die organisatie. "Martin was niet
iemand van de korte klappen. Hij focuste op de inhoud en investeerde
in onderzoek en ontwikkeling, terwijl hij wist dat hij er niet onmiddellijk
geld mee zou verdienen." In de loop der jaren werd ?neas Martins
huisuitgever. "Hij was natuurlijk erg van het publiceren dus hij vond
het wel prettig dat hij nu een platform had gevonden voor zijn idee?n.
En hij had ook veel plannen voor boeken, waarvan we er na verloop
van tijd een flink aantal hebben uitgegeven. Hij was sowieso een
echte idee?nman; elke keer als ik een bespreking met hem had, kwam
ik daar met veel energie weer uit. We hadden natuurlijk ook gemeen
dat we allebei ondernemer waren. Martin ging daarbij niet voor het
grote geld. Wel wilde hij dat de projecten op de lange termijn door de
markt konden worden gedragen."
MAGNUM OPUS
De laatste jaren was Martin druk met zijn magnum opus. Hij schreef het
samen met en voor de nieuwe generatie van BouwhulpGroep. Het bestaat
uit vijf delen, waarvan er drie al zijn uitgegeven: Pamflet, Manifest en
Essay. In Pamflet wordt beschreven dat de traditie van de Nederlandse
woningbouw vraagt om onorthodoxe kwaliteitsaanpassing en een project-
overstijgende benadering. Daarbij moet vooral ruimte worden gegeven
aan maatwerk en individuele keuze. Het opvolgende Manifest is een start-
punt voor visieontwikkeling, innovatie en vernieuwde praktijk van kwali-
teitsaanpassing in de bestaande woningvoorraad. Essay laat zien binnen
welke context de gebouwde voorraad tot stand is gekomen, zodat de
kansen voor vandaag zichtbaar worden. De vraag die hierin centraal staat,
is: hoe kun je de huidige voorraad op zijn waarde schatten?
Postuum worden Traktaat en Vlugschrift uitgegeven. Met deze twee
titels is het magnum opus van Martin compleet. In Traktaat worden de
voetafdrukken van de samenleving in stedenbouw en architectuur
beschreven. Vlugschrift beschrijft ??n van Martins favoriete onderwer-
pen: bewoners aan de knoppen. Het boek gaat over de ontwikkeling
van bewonersparticipatie die hij vanaf het begin heeft meegemaakt.
Alle ingredi?nten die nodig zijn om de bestaande voorraad zorgvuldig te
verbeteren, worden in deze publicaties geschetst. Daarmee wordt
Martins levenswerk afgerond; zijn kennis wordt overgedragen.
EEN NIEUWE GENERATIE
Veel heeft Yuri van Bergen geleerd van Martin. Hij begon in 2007 bij
BouwhulpGroep als adviseur product- en procesinnovatie en in augus-
tus 2014 nam hij de functie van directeur over van Martin. Hij ziet
Martin als zijn mentor. "Het belangrijkste dat ik van hem heb geleerd,
is dat het in de bestaande bouw niet gaat om verandering, maar om
verbetering. Daarnaast had hij een focus op de lange termijn, wat in
Nederland uniek is. De meeste mensen denken in projecten met een
begin en een eind. Martin zocht juist altijd naar projectoverstijging.
Om ervoor te zorgen dat opgedane kennis na afsluiting van de projec-
ten niet verloren ging, legde hij alles vast. Dat ging soms behoorlijk
ver." Die drang tot vastleggen is volgens Van Bergen de belangrijkste
bijdrage van Martin aan de Nederlandse volkshuisvesting. "Ik zie wat
hij deed als toegepast wetenschappelijk onderzoek. Hij zag het ook
echt als zijn doel om een bijdrage te leveren aan de kennis over de
Nederlandse volkshuisvesting."
Van Bergen benadrukt dat na het overlijden van Martin, Bouwhulp-
Groep zonder meer verder gaat. "Al ver voor zijn overlijden waren we
bezig met de overdracht. Voor 80% blijven we bij BouwhulpGroep
hetzelfde doen. Natuurlijk gaan er dingen veranderen omdat er een
nieuwe generatie aan het roer staat, maar de identiteit van het bureau
blijft dezelfde. Zo investeren we sinds jaar en dag 15% van ons
budget in onderzoek en ontwikkeling en dat blijven we doen."
Commercieel was Martin niet, in die zin dat winst maken voor Bouw-
hulpGroep niet voorop staat. "Het draait vooral om tevreden bewo-
ners en opdrachtgevers, dan komt die winst vanzelf wel."
Een belangrijk thema in het professionele leven van Martin en in zijn
publicaties was volgens Van Bergen de serie van ??n. "Het betekent
dat je aansluit bij het natuurlijk beslismoment van de klant. Je begint
bij wat de gebruiker wil. Maar in de bouw wordt juist alleen maar
gedacht in massa. In de serie van ??n wordt dit omgedraaid. Het bete-
kent ook dat de bewoner de keuze heeft om `nee' te zeggen. Of hij nu
huurt of koopt, de bewoner krijgt de aan- en uitknop en beslist zelf
wanneer hij wat aan de woning wil veranderen. Dat geldt ook voor de
kosten. Kwaliteit is voor ons en was voor Martin heel belangrijk en dat
begint bij die ene woning. Dat vereist langetermijnvisie en idealisme",
besluit Van Bergen.
Martin Liebregts,
onze inspirator, is overleden.
Het is nu stil, maar in alles is zijn
aanwezigheid nog tastbaar.
Dat blijft.
Reacties