De klant is koning. Althans, dat is hij in de commerciële sector. In de bouwsector ligt dit iets anders, terwijl juist daar sprake is van een vaste klant. Want gemiddeld woont een bewoner tien jaar in een woning. Sterker nog: specifiek de bestaande woningvoorraad heeft als belangrijkste eigenschap dat hij bewoond wordt. Maar de vanzelfsprekendheid van de relatie tussen deze klant en aanbieder, leidt ertoe dat de klant uit het vizier verdwijnt. De bewoner blijft over, die gezien de schaarste blij mag zijn dat hij er woont. Hoe komt hij weer terug in beeld?
renda special 2013/1hoe stellen we de klant centraal? 39
rondetafel
gesprekhoe stellen we
de klant centraal?
Niets te kiezeN
"De bewoner ziet de corporatie alleen als ze de sleutel ophalen of als
er een klacht is. Daar zit de essentie van het probleem. Luister naar
de wens van de klant", steekt Rob van Dijk, account director bij
communicatiebureau Firm, van wal. "WoonEnergie, een klant van ons,
levert energie aan huurders van woningcorporaties. Dat kan op een
voordelige manier, maar alleen als de corporatie een overeenkomst
aangaat met WoonEnergie. Het eerste aanbod wordt gedaan door de
corporatie, waarna huurders zelf beslissen om met het bedrijf in zee te
De klant is koning. Althans,
dat is hij in de commerci?le
sector. in de bouwsector ligt
dit iets anders, terwijl juist
daar sprake is van een vaste
klant. Want gemiddeld
woont een bewoner tien jaar
in een woning. sterker nog:
specifiek de bestaande
woningvoorraad heeft als
belangrijkste eigenschap
dat hij bewoond wordt.
Maar de vanzelfsprekend-
heid van de relatie tussen
deze klant en aanbieder,
leidt ertoe dat de klant uit
het vizier verdwijnt. De
bewoner blijft over, die
gezien de schaarste blij
mag zijn dat hij er woont.
Hoe komt hij weer terug in
beeld?
De DeelNeMers
1 Mathijs van Dijk,
directeur WeLL Design
2 Rob van Dijk,
account director Firm
3 Rianne Kuik,
directeur K&K Connect
4 Dorine Putman-Devilee,
manager institutionele
relaties ASN Bank
1
3
2
4
Wat wil die bewoner nou eigenlijk? De zoektocht is erop gericht een
nieuwe kijk op de verhouding bewoner-eigenaar te ontwikkelen. Want
uiteindelijk moet je als verhuurder blij zijn om iets extra's te kunnen
bieden aan een vaste klant, tegen extra betaling. Om de bestaande-
bouwsector te laten spiegelen, zet renda vier personen bij elkaar uit
uiteenlopende sectoren. Zij hebben in hun dagelijkse praktijk niets van
doen met de bouwwereld, maar des te meer met de klant die centraal
staat.
tekst janneke klunder
foto's roel simons
renda special 2013/1 hoe stellen we de klant centraal?40
gaan en het contact te onderhouden. Het grappige is, dat de corpora-
tie niet weet hoeveel mensen ergens wonen, waar ze vandaan komen,
of het een gezin is. Zodra er een toename is in stroom- of gasverbruik,
bijvoorbeeld doordat er een kind is bijgekomen, ziet WoonEnergie dat
wel, maar de corporatie niet. Die ziet het pas als het gezin verhuist, en
realiseert zich dan dat de woning misschien te klein was." Dat beaamt
Mathijs van Dijk, directeur van WeLL Design. "Corporaties weten niet
in welke levensfase de bewoner zich bevindt", zegt hij, "die wijzigt
elke zeven jaar. De corporatie kan zich niet inleven in de consument.
Coca Cola moet altijd zijn best doen. Corporaties hoeven dat niet.
Mensen hebben geen dak boven het hoofd als ze weggaan omdat ze
niet tevreden zijn. Als je zelf mag kiezen, zoals bij kabelmaatschap-
pijen, dan heb je wat te kiezen. Dan kun je zeggen: ik wil dat huis, en
ik wil het gebouwd hebben door die bouwer."
UrgeNtie
"In hoeverre leeft het idee onder corporaties dat zij de klant centraal
moeten stellen?', wil Rianne Kuik weten, directeur van advies- en trai-
ningsbureau K&K Connect. "Die urgentie is er niet", antwoordt
gespreksleider Martin Liebregts eerlijk. "Dus gebeurt het niet", stelt
Kuik. "Op dit moment is er veel gebrek aan vertrouwen. Herstel daar-
van vraagt om verbinding en de klant centraal stellen is daar een voor-
beeld van. Maar als er intern geen urgentie is, verandert er niets. Er
gebeurt ontzettend veel in de maatschappij, bijvoorbeeld de fraudeza-
ken; daardoor begint er urgentie te komen. Maar ?chte urgentie mist
nog." Volgens Dorine Putman-Devilee, manager institutionele relaties
bij ASN Bank, is dat niet helemaal waar. Zij ziet dat die urgentie er
mondjesmaat wel is. "Door veranderende wetgeving komen corpora-
ties nu onder druk te staan. Slechte energieprestaties van de woning
beperken de mogelijkheid tot huurverhoging. Maar bij huurverhoging
als gevolg van betere isolatie of het plaatsen van PV-panelen, moet de
klant meewerken. Die wil minder gaan betalen aan energielasten, maar
moet wel meer huur gaan betalen. De corporatie kan de huurverhoging
uitstellen tot een nieuwe huurder, maar kan ook tot een overeenstem-
ming komen met de huurders", legt zij uit.
"Samenwerken wordt gedreven door een gezamenlijk belang. Dat is
de basis van een succesvolle zakelijke relatie. Dat is lastig in dit
vakgebied, corporaties zijn niet gewend om verder te kijken dan hun
eigen vastgestelde doel. Ze moeten zich realiseren dat ze een ander
nodig hebben. Kijkend naar trends als hospitality, hostmanship en
klantgerichtheid, is mijn conclusie dat iedereen op zoek is naar verbin-
ding, en dat vraagt een gezamenlijk belang", haalt Kuik het thema van
samenwerken in de keten aan. "En er is nog een factor," zegt Putman,
"de recessie. Mensen kunnen de huur niet meer betalen. Een corpora-
tie kan hen er dan uitzetten, maar daar kan ze niet eindeloos mee door
blijven gaan. Energiekosten stijgen. Er komt een moment dat bewo-
ners afwegen: betaal ik de energierekening of de huur? Corporaties
moeten een flexibeler betalingssysteem bedenken voor de huur, waar-
bij er tijdelijk wat minder betaald kan worden", oppert zij.
Ik denk dat er geen
bewoner is die vertrouwen
heeft in zijn corporatie
Rob van Dijk
AANbeveliNgeN
Hoe wordt de klant centraal gezet? De deelnemers geven
aanbevelingen:
Rianne Kuik: "Ik richt me tot corporaties: kijk voorbij je
eigen doel. Kijk verder dan dat waar je zelf op wordt afgere-
kend en wat op de beoordelingsformulieren staat. Vraag
jezelf af: waarom besta ik en wat en hoe kan ik bijdragen?
Een directeur moet zichzelf afvragen waarom hij dat is. Is
dat vanwege zijn bonus, of voor het bestaansrecht van de
organisatie?"
Dorine Putman-Devilee: "Je moet de klant weten op te
porren, en het zo afdwingen. Hij moet via een gerichte actie
op een eenvoudige manier actief worden gemaakt. Mijn
droom is bewoners actief te krijgen omdat ze een woning
willen met een goede binnenkwaliteit en energieprestatie."
Rob van Dijk: "Corporaties moeten het initiatief nemen, zij
moeten naar beneden kijken en het gesprek met de bewo-
ners aangaan. Een woonconsulent zit ver weg in een loketje
bij de corporatie. Per elke 10 of 15 woningen zou er dag en
nacht ??n aanspreekpunt moeten zijn."
Mathijs van Dijk: "Corporaties moeten gaan nadenken over
het why en daar naar gaan handelen. Waarom ben ik op
aarde? Vervolgens moeten zij met de bewoner en andere
stakeholders gaan praten."
renda special 2013/1hoe stellen we de klant centraal? 41
"Om tot samenwerking te komen, doorlopen partijen een cirkel: ze
leren elkaar kennen, ontdekken of ze elkaar mogen, met als volgende
stap elkaar vertrouwen", vervolgt Kuik haar verhaal over ketensamen-
werking. "Zodra dat vertrouwen er is, ga je elkaar dingen gunnen. Dan
ontstaat er een dialoog tussen partijen en dat heb je nodig tussen de
corporaties en hun klanten. Kun je die cirkel daar op gang brengen?
De basis ligt in het vertrouwen herstellen, zodat partijen met elkaar in
zee durven gaan, zonder van tevoren te weten waar het schip
strandt." Kuik noemt het voorbeeld van een leverancier van facilitaire
diensten die door een dienstverlenende organisatie is ingehuurd.
"Deze organisatie heeft het nodige meegemaakt in de voorgaande
jaren, en is bezig op te krabbelen. Daar realiseren ze zich nu dat ze
anderen nodig hebben om verder te komen. De twee partijen hebben
samen een nieuwe koers ingezet om beiden succesvol te zijn. Dat
bedoel ik: in de basis moet je kwetsbaar durven zijn en verder kijken
dan je normaal doet. Elke keer een stapje verder om bij die stip op de
horizon te komen."
klANt ceNtrAAl
Terug naar het dilemma: hoe wordt de klant centraal gesteld? Volgens
de vier professionals zijn er verschillende facetten die een rol spelen
bij het bereiken van dit doel. Mathijs van Dijk vindt dat de bewoner
mondiger zou moeten worden. Daar moet een manier voor worden
bedacht. "Bedrijven in de telefoniesector bijvoorbeeld doen hun uiter-
ste best om ons als klant te krijgen. De bewoner moet vrijer worden,
aangeven wat hij wil en in welk gebied. Corporaties moeten ook goed-
koper worden; renoveren is veel te duur doordat geen enkele partij
een groot marktaandeel heeft. Er moeten dus manieren worden
gevonden om bouwers samen te zetten. Dan kan de prijs gehalveerd
worden." "Maar als het zo'n massaproductie en een eenheidsworst
wordt, wordt er weer niet naar de klant geluisterd", reageert Rob van
Dijk. "Kijk naar Ikea: of je het leuk vindt of niet, maar iedereen heeft
Ikea in huis", zegt Mathijs van Dijk. Kuik reageert: "Ikea is helemaal
niet zo goedkoop, het heeft niets met geld te maken. Er zijn bouw-
markten waar je goedkopere meubels haalt en zelf in elkaar zet. Het
heeft met beleving te maken", is haar overtuiging.
"Waar werkt het centraal stellen van de klant wel? In de zorg, waar
allerlei programma's draaien om dat voor elkaar te krijgen, ook nog
niet", beantwoordt Rob van Dijk zijn eigen vraag. "Nog helemaal
nergens werkt het, alleen kleinschalig. Het idee om samen tot conces-
sies te komen gebeurt nog niet op grote schaal." In de hotellerie?,
oppert Mathijs van Dijk. "Dat is een goed voorbeeld", vindt Putman.
"Vroeger werd alles precies, vlug en licht gemaakt, een-op-een naar
de klant toe. Maar door de industri?le revolutie zijn we gaan speciali-
seren en in dat proces is het contact met de klant kwijtgeraakt. Nu
zitten we in een fase dat we specialisatie willen behouden, maar weer
terug moeten gaan vertalen naar licht, vlug en aantrekkelijk. Die slag is
in de hotelwereld al gemaakt. Hotels wassen hun lakens niet zelf,
wassen de ramen niet zelf, en huren een bedrijf in voor de schoon-
maak. Maar er is wel een-op-een service naar de klant; die kan vrij
kiezen." Volgens Rob van Dijk is dit principe nog niet zo gemakkelijk
over te nemen in de huursector. "Een huurder is blij dat hij een woning
heeft. Die heeft geen ruimte om te shoppen, want er is niks. Hij kan
alleen lijdzaam toezien wat er gebeurt", vindt hij.
WHy
Alle deelnemers aan het gesprek zijn vakmensen in hun eigen speci-
fieke sector, en geen van allen is een huurder met een smalle beurs.
"Wie zit hier namens de huurder?", wil Putman weten. "Ik ben huur-
Stel dat een bewoner
vrij zou mogen kiezen
wie zijn corporatie is
Mathijs van Dijk
renda special 2013/1 hoe stellen we de klant centraal?42
der", antwoordt Rob van Dijk, die in Amsterdam woont. "Het belang
van de klant is onder andere een lage huur en lage energiekosten.
Maar waar vind je elkaar?", denkt Kuik wel mee vanuit de huurder.
"Op het moment dat de corporatie niet luistert naar de klant, dan is er
niets te verdienen. Want dan zijn er geen klanten. De ouderwetse
piramides binnen corporaties hebben geen flauw idee hoe ze het
moeten doen. Want co-creatie vraagt om verbinding en je nek uitste-
ken", zegt ze.
"Bakkerij Carl Siegert stelt: mijn what is: ik bak brood", haakt Mathijs
van Dijk in. "Haar why is: ik wil mensen gezond maken. Dat zegt de
bakkerij, en ze zorgt voor ingredi?nten zodat het beste brood kan
worden gemaakt. De why van Apple is: ik wil de wereld verrassen.
Maar Dell maakt computers op een goedkope manier, en heeft zich
nooit afgevraagd waarom het op de wereld is. Zo ook een corporatie,
die zou als haar why moeten zeggen: het is mijn overtuiging dat ieder-
een naar wens en gelukkig kan wonen. Daarna moet zij het how invul-
len." Kuik is het daarmee eens, en geeft aan dat een stap die daarbij
kan helpen eigenaarschap is. "Als je eigenaar bent voelt het anders.
Maar zolang dat niet gebeurt, verandert er niets", zegt ze.
"Binnen de huursector moeten wens en tevredenheid van de klant
weer centraal komen in de missie en de visie van de corporatie. Een
droom, dat is wat je moet hebben. Bij een corporatie moet het erom
gaan bewoners gelukkig te maken, te laten genieten van hun buurt,
zich veilig te laten voelen, zonder `kapot' te gaan aan financi?le lasten.
Dit kan alleen als zij de klant kent", betoogt Putman. "Ik gooi even
roet in het eten, maar ik zeg dat een corporatie er alleen is voor de
technische aspecten van een woning", reageert Rob van Dijk. "Een
corporatie kan een woongebied niet veranderen, die heeft geen
invloed op of je je auto kwijt kunt, of dat er speelruimte voor de kinde-
ren is. Ik zou het fijn vinden als ze luistert bij een renovatie. Maar het
blijft technisch. Het gaat om mij, niet om hoe goed ik bijvoorbeeld
contact kan opbouwen met de buren. Dat heeft voor mij geen prioriteit
en ik verwacht het ook niet van een corporatie."
OprOerkrAAiers
Over klanten kennen heeft Mathijs van Dijk een geschikt voorbeeld.
Via zijn bedrijf WeLL Design komt hij in contact met bedrijven die ? net
als de corporatiesector ? worstelen met de klantvraag. "Een klant van
ons, een fabrikant van speciaal schoeisel, levert laarzen aan bijvoor-
beeld slagerijen, booreilanden en koelcellen. Het bedrijf heeft grote
concurrente vanuit onder andere China. Samen zijn we de insight doel-
groep gaan leren kennen, waarbij we aan tafel zijn gaan zitten met
slagers en booreilanders. Zo ontstaat co-creatie en kan het bedrijf
ambities en dromen van de klant realiseren", vertelt hij. Putman ziet
wel wat in het inschakelen van een derde partij om hulp te krijgen bij
het ontdekken van die klantvraag. "Corporaties zouden oproerkraaiers
moeten inhuren, die bij de huurdersvereniging gaan vragen waarom er
nog geen dubbel glas in de flat zit. Dan ontstaat er iets. Als een corpo-
ratie het initiatief neemt, huivert de bewoner." "Er is kennelijk een
Zoek verbinding en vind
een gezamenlijk belang,
dat is de basis van een
succesvolle zakelijke relatie
Rianne Kuik
renda special 2013/1hoe stellen we de klant centraal? 43
Met vindingrijkheid
hoeven financi?n
geen probleem te zijn
Dorine Putman-Devilee
revolutie nodig om de klant te bereiken", constateert Mathijs van Dijk.
"Om bij de emoties en dadendrift van de klant te komen, moet je
bijzondere situaties cre?ren. Kennis doe je op bij een lezing, maar je
houding verander je nadat je geraakt bent door iets. De vraag is hoe je
bewoners en bestuurders raakt", zegt Putman.
iDee?NstrOOM
Er zijn idee?n te over om de klant in beeld te krijgen, zo blijkt voortdu-
rend tijdens het gesprek. Als de marktwerking bijvoorbeeld doorge-
trokken wordt in de corporatiebranche, zou het volgens Mathijs van
Dijk een optie zijn dat een bewoner huurverlaging krijgt als de corpora-
tie niet voldoet. Rob van Dijk schetst een voorbeeld uit eigen ervaring:
"Zoiets kan al bij het puntentoekenningssysteem. Dat kun je aanvech-
ten. Ik heb mijn woning toen ik er in 1998 kwam wonen zelf opge-
knapt; volgens de toenmalige puntenwaardering moest er een bad in
zitten. Maar ik wil eigenlijk helemaal geen bad. Omdat mijn woning in
een bepaalde categorie viel binnen het puntensysteem, met bepaalde
voordelen, wilde ik dat wel zo houden. Dus dan maar een bad erin."
"Stel dat een bewoner vrij zou mogen kiezen wie zijn corporatie is.
Dan zegt hij: ik heb 500 euro per maand te besteden. Wie biedt wat
voor dit bedrag?", fantaseert Mathijs van Dijk. "We moeten out of the
box denken. Dat kan om andere wetgeving vragen. Het idee van flexi-
biliseren is noodzakelijk om aan te sluiten bij de klant. Dan kunnen
corporaties snel schakelen", haakt Putman in op de idee?nstroom.
"Met vindingrijkheid hoeven financi?n niet het probleem te zijn. We
moeten af van de gedachte dat iemand die 1500 euro per maand
verdient, in dezelfde woning moet kunnen wonen als iemand met het
dubbele inkomen. Dat moeten we onder ogen durven zien."
vertrOUWeN
Allemaal leuk en aardig, die idee?n, maar in de praktijk moet het vertrou-
wen in de corporatie eerst toenemen. Hoe wordt dat gerealiseerd? "Een
huis zou niet moeten worden opgeleverd, maar afgeleverd", zegt
Mathijs van Dijk. "Voor een corporatie is woonkwaliteit niet van belang.
Daar wordt bekeken of een project binnen het budget is gebleven en of
het op tijd is opgeleverd", haakt Kuik in. "De consument moet gemobili-
seerd worden", benadrukt Mathijs van Dijk nog maar eens. "Ik denk
niet dat er ??n huurder is die vertrouwen heeft in zijn corporatie",
antwoordt Rob van Dijk. Daar zijn Kuik en Mathijs van Dijk het mee
eens. Putman ziet ook wel corporaties waarbij dat anders is.
"De uitdaging is: gaan ze voor een oplossing of een foplossing?
Corporaties vergeten te kijken naar wat de oorzaak ervan is dat ze niet
zo succesvol zijn. Als er een leider is die toegeeft dat hij hulp nodig
heeft, is er hoop", haakt Kuik in op de actualiteit. "Er heerst onrust en
onvrede. De druk moet hoog zijn, wil er innovatie komen", vertelt
Mathijs van Dijk. "De consument heeft minder vertrouwen, die gelooft
het niet meer; de sla van Albert Heijn is nog net niet aan het rotten.
Maar pas bij druk komen er veranderingen. Er is reuring nodig. De
huurder heeft geen idee dat hij invloed kan uitoefenen. Wat doe je om
hem dat duidelijk te maken?", stelt hij de vraag.
"Iemand moet het initiatief nemen om de wens van bewoners op
papier te zetten. Een corporatie is juist niet die partij", reageert Rob
van Dijk. "Je kunt het doen door te showen wat tevreden huurders al
hebben. Zo van `bij ons kan het wel'. Dan ga je kweken, mensen gaan
denken: h? waarom hebben wij dat niet?", schetst Putman. "Of met
lijstjes op internet, die zijn er ook voor restaurants. Dat kun je bewerk-
stelligen buiten de corporaties om. Rest alleen de vraag: wie gaat het
financieren?", besluit Mathijs van Dijk.
Reacties