Energiebesparing in de bestaande woningvoorraad staat hoog op de agenda van beleidsmakers. Momenteel heeft de Nederlandse woningvoorraad een gemiddeld energielabel D en hebben 3,2 miljoen woningen een energielabel lager dan C. Het grootste deel daarvan is in bezit van particuliere woningeigenaren. In dit artikel volgt een stand van zaken van de bijna-energieneutrale renovatiemarkt in Nederland en wordt in het bijzonder ingegaan op de rol van renovatiewinkels.
hoe overtuigt u de eigenaar-bewoner?20 nr 6 2014
hoe overtuigt u
de eigenaar-bewoner?
Energiebesparing in de
bestaande woningvoorraad
staat hoog op de agenda van
beleidsmakers. Momenteel
heeft de Nederlandse
woningvoorraad een gemid-
deld energielabel D en
hebben 3,2 miljoen wonin-
gen een energielabel lager
dan C. Het grootste deel
daarvan is in bezit van parti-
culiere woningeigenaren. In
dit artikel volgt een stand
van zaken van de bijna-ener-
gieneutrale renovatiemarkt in
Nederland en wordt in het
bijzonder ingegaan op de rol
van renovatiewinkels.
tekst ad straub en erwin mlecnik,
tu delft, faculteit bouwkunde otb, onder-
zoek voor de gebouwde omgeving
In het dorp Palfau, Oostenrijk, is
een schuur met historische waarde
getransformeerd tot woonhuis. Er is
uitsluitend gebruikgemaakt van
hout, klei en minerale wol. Zonne-
collectoren en een normale houtka-
chel zorgen voor warmte, die wordt
opgeslagen in een tank. Voor
gecontroleerde ventilatie is een wtw
geplaatst.
architekturb?roreinberggmbh
hoe overtuigt u de eigenaar-bewoner? nr 6 2014 21
De particuliere renovatiemarkt is een moeilijke doelgroep. Het
ontbreekt veel eigenaren aan interesse, voldoende kennis, financi?le
armslag en positieve ervaringen bij uitvoering van werkzaamheden aan
het huis. Woningeigenaren die wel grote stappen willen nemen, stuiten
op onvoldoende kennis bij bedrijven, de onmogelijkheid om ??n partij
verantwoordelijk te maken voor een totaalaanpak en gebrek aan kwali-
teitsborging, garanties en financiering van de energiemaatregelen.
Het Nationaal Plan bijna-energieneutrale gebouwen1
definieert een
energieneutraal complex als een gebouw met een energieprestatieco?f-
fici?nt gelijk aan 0 (EPC = 0). Momenteel is de EPC-eis voor nieuwe
woningen 0,6 en in 2015 zal deze eis mogelijk worden aangescherpt
tot 0,4. De beleidsdoelstelling is dat het Bouwbesluit een EPC = 0
voorschrijft voor overheidsgebouwen in 2018 en voor andere gebou-
wen in 2020. In het Cohereno-onderzoek wordt een EPC = 0,4 na
renovatie beschouwd als ambitieus.
LANDELIJKE INITIATIEVEN
De laatste jaren is verduurzaming van de particuliere woningvoorraad
nadrukkelijk in beeld gekomen bij beleidsmakers. De concrete resultaten
zijn echter nog bescheiden zoals blijkt uit de evaluatie van het programma
Blok-voor-blok. Energiesprong richtte zich middels lokale programma's als
Lokaal Alle Lichten Op Groen al op de particuliere markt en de Stroom-
versnelling sloot op 29 september 2014 de deal Stroomversnelling Koop-
woningen. Die is ondertekend door meer dan honderd partijen waaronder
bouwers, gemeenten en banken. Zij verbinden zich aan de opgave om
voor koopwoningen op grote schaal renovaties naar nul-op-de-meter
mogelijk te maken. Een al langer bestaand initiatief is het platform Huis
vol Energie, waar particulieren elkaar ontmoeten en informeren over de
voor hun eigen huis genomen maatregelen.
Evenwel is de doelgroep van zo'n platform ? zij die al overtuigd zijn van
nut en noodzaak van energiebesparende en duurzame maatregelen en
daarin ook ver willen gaan ? vrij beperkt. De doelgroep voert uiteenlo-
pende maatregelen vaak gefaseerd uit en professionele partijen zijn
slechts zijdeling betrokken. De woningeigenaar is dus zelf verantwoor-
delijk voor de kwaliteitsborging en financiering.
LOKALE INITIATIEVEN
Op lokaal niveau zijn gemeenten en in mindere mate ook provincies
actief met energiebewustwording en stimuleringsactiviteiten gericht
op eigenaar-bewoners. Soms richten zij zich ook meer nadrukkelijk op
Verenigingen van Eigenaren. Daarbij spelen subsidies voor het treffen
van energiebesparende maatregelen en financieringsconstructies een
rol. Enkele gemeenten volgen hierin een wijkbeleid en benadrukken zo
de samenhang tussen het nemen van energiebesparende maatregelen
en andere redenen om woningen te verbeteren. Andere gemeenten
richten zich op alle woningeigenaren en zoeken het vooral in
losstaande energiebesparende maatregelen. Een klein deel van de
gemeenten, deels gestimuleerd door het programma Lokaal Alle Lich-
ten Op Groen, gaat veel verder dan dat en koerst ook op het lokale
bedrijfsleven. Deze groep ziet voor zichzelf een rol om de bedrijven
bijeen te brengen, leren samen te werken en aanbod te ontwikkelen
voor de particuliere markt.
HULPMIDDEL
Een mooi hulpmiddel voor gemeenten en eigenaren is de Energielabelat-
las van Meer Met Minder. Hierin is voor alle woningen in Nederland een
energielabel op de kaart gezet aan de hand waarvan kan worden bepaald
wat de potentie voor energiebesparing is. Duidelijk is dat Meer Met
Minder, veel stimuleringsprogramma's en bijvoorbeeld gemeenten in de
eerste plaats inzetten op het nemen van afzonderlijke energiebesparende
maatregelen. Dat is uiteraard een goede stap, maar is niet genoeg om
aan de doelstellingen van de Nederlandse en Europese overheden te
voldoen. Renovatie naar bijna-energieneutraal of nul-op-de-meter vereist
een totaalaanpak van de woning. Vanzelfsprekend zijn ook de kosten
navenant hoger en is daarom financiering en waardebepaling belangrijk.
MEER INVESTERINGEN EN AANBOD
Investeringen ? ook door particuliere eigenaren ? in energiebesparende
maatregelen en duurzame oplossingen nemen toe. De vraag is nu hoe
een totaalaanpak van bijna-energieneutraal ook kan toenemen. De
beste weg lijkt om te beginnen bij degenen die al interesse hebben.
Goed voorbeeld doet volgen en dat geldt zeer zeker voor zichtbare
renovaties van woningen. Uit onderzoek van marktonderzoeksbureau
The Choice uit 2012 blijkt dat een kwart van alle eigenaar-bewoners
positief staat tegenover duurzaamheid. Dit zijn gemiddeld wat oudere
eigenaren met een hoge opleiding, een hoog inkomen en woonachtig in
grotere en duurdere woningen. Een vergelijkbaar beeld komt naar voren
uit onderzoek van Cohereno onder eigenaar-bewoners die grote stap-
pen hebben gezet richting energieneutraal wonen.
Het aanbod van duurzame oplossingen neemt toe en langzaam maar
zeker komt er ook integraal aanbod voor renovaties van particulier bezit
op de markt. Er vormen zich lokale coalities en consortia van bedrijven.
Dit zijn vaak samenwerkingen tussen verschillende, vooral uitvoerende
disciplines die zich voornamelijk focussen op de professionele markt
De TU Delft voert samen met partners uit Belgi?, Duitsland, Noorwe-
gen en Oostenrijk het EU-onderzoeksprogramma Cohereno uit. Dat
staat voor COllaboration for Housing nearly zero Energy RENOvation.
Het onderzoek richt zich op de renovatie van koopwoningen naar
bijna-energieneutraal en het versterken van samenwerkingsvormen
tussen alle betrokken partijen aan de aanbodzijde. Deze veranderin-
gen moeten leiden tot een grote toename van het aantal woningreno-
vaties naar het niveau van bijna-energieneutraal met een goede kwali-
teitsborging. Het project stimuleert marktpartijen tot het initi?ren en
ontwikkelen van integraal aanbod, door innovatieve business modellen
die direct in praktijk kunnen worden gebracht. Een deel van het onder-
zoek is afgerond met studies naar wat eigenaar-bewoners willen en
hoe aanbodpartijen hierop kunnen inspelen. De vervolgstap is het
samenbrengen en registeren van aanbodpartijen die in de particuliere
renovatiemarkt aan de slag willen.
1
Nationaal Plan voor het bevorderen van bijna-energieneutrale gebouwen in Nederland,
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, september 2012.
hoe overtuigt u de eigenaar-bewoner?22 nr 6 2014
van woningcorporaties, onderwijs- en zorginstellingen. Initiatieven vanuit
deze ketensamenwerking bereiken ook de particuliere markt. Soms zijn
ook architecten en energieadviseurs betrokken. Daarnaast zijn er
enkele landelijk opererende consortia met een volledig aanbod, bijvoor-
beeld ComfortSprong. Echter daadwerkelijk integraal aanbod inclusief
financiering en nazorg, is schaars.
RENOVATIEWINKELS
Renovatiewinkels zouden zo'n volledig aanbod kunnen bieden. In een
energie = 0 renovatiewinkel kan de particuliere woningeigenaar een
totale energieneutrale renovatie voor zijn huis kopen. Dat is in ieder
geval de bedoeling. Deze winkels zijn daarmee fysieke verkooppunten
waar de klant praat met ??n bedrijf, betaalt aan ??n adres en terecht-
kan voor informatie, advies, ontwerp, uitvoering, nazorg en garanties.
De klant kan zich in veel gevallen al vooraf op de winkelwebsite ori?nte-
ren op de mogelijkheden, ondersteund met een woningconfigurator of
een andere virtuele tool.
Dergelijke initiatieven worden soms lokaal ondersteund door de
gemeente en soms ook een woningcorporatie. De business modellen
lopen dan ook uiteen en af en toe valt de winkel samen met het initi?-
rende bedrijf. Vaker wordt er als organisatie samengewerkt met ??n
sturende co?rdinerende partij voor bouwkundig-energetisch advies.
Deze partij is daarmee ook verantwoordelijk ? of zou dat in de ogen van
de klant moeten zijn ? voor de kwaliteitsborging en garanties van alle
andere betrokken bedrijven.
LOSSE PRODUCTEN EN TOTAALAANBOD
Renovatiewinkels bieden waarden als comfort, energiebesparing,
gemak en ontzorging voor in het algemeen eigenaar-bewoners en
VvE's, en soms meer specifiek eigenaren van karakteristiek of monu-
mentaal vastgoed. Het klantsegment van Revaplan, starters, is hier
bijzonder. Revaplan wil jongeren laten zien welke kansen een bestaande
rijwoning uit de jaren tachtig in een ruime woningmarkt kan bieden. Dit
door een kant-en-klaar verbouwplan (plus uitvoering) aan te bieden bij
aankoop van de woning. Vanzelfsprekend verkopen de renovatiewin-
kels niet slechts totale energieneutrale renovaties, waardoor de winkels
nog niet rendabel zijn. De verkoop bestaat daarnaast uit gefaseerde
plannen, losse producten en kant-en-klare pakketten voor bijvoorbeeld
isolatie, verwarming en ventilatie.
De opening dit jaar van verschillende renovatiewinkels is de vrucht van
het innovatieprogramma Energiesprong. Het zijn er meer dan de zeven
die door het programma zijn gestimuleerd, maar zij verkopen niet allemaal
een volledig aanbod. Een snelle analyse van de geopende winkels wijst
uit dat er heel veel vari?teit is in opzet en samenwerking tussen partijen
achter de schermen, doelgroepen (klantsegmenten), het aanbod en de
waardeproposities. Dat begint al met de locatie van het fysieke verkoop-
punt: een woonhuis in de wijk, een shop-in-shop, een innovatiecentrum of
een monumentaal pand. Het fysieke verkooppunt is bijna altijd bedoeld
als showroom en moet interesse wekken. Een showroom die slechts op
afspraak open is, mist mogelijk deels zijn doel. Toch is dit vaak het geval.
Uiteenlopende bedrijven namen het initiatief tot een winkel, waaronder
bouwbedrijven, adviseurs, architecten en retailers. Dit laatste is het geval
bij De Duurzaam Winkel, geopend in Vlaardingen. Deze zaak is een shop
in een shop voor zonwering.
WAT IS NODIG?
De renovatie van koopwoningen naar bijna-energieneutraal leidt tot
comfortabele en energiezuinige woningen en draagt bij aan de doelstel-
lingen van de Nederlandse en Europese overheden. Maar de eigenaar
heeft daarbij wel hulp nodig in de vorm van advies, ontwerp, uitvoering,
nazorg en projectbegeleiding. Een contact- en vertrouwenspersoon
gedurende het gehele proces van initiatief tot nazorg en mogelijk de
woonperiode, is gewenst. Er is een noodzaak voor uitgebreid advies en
ontwerp. Energiebesparing is immers slechts ??n van doelen van reno-
vatie en is tevens een middel om geld te genereren voor verdere stap-
pen. Een aanpak omschreven door Meer Met Minder als `dicht bij de
mensen, aanspreekbaar, vindbaar en beoordeelbaar', is raadzaam.
Het gewenste en overeengekomen eindresultaat moet ook voor wo-
ningeigenaren worden behaald. Mogelijk kan het eindresultaat, de bijna-
energieneutrale woning, pas na vele jaren worden bereikt. De stip aan
de horizon moet er zijn en kan, afhankelijk van onder meer de financie-
ringsmogelijkheden, gefaseerd worden bereikt.
Gewenst onafhankelijk advies kan gestalte krijgen in de samenwerking
met gecertificeerde adviseurs en onafhankelijke kwaliteitsborging en
garanties. Renovatiewinkels dichtbij en zichtbaar voor de woningeige-
naar lijken een mooi kanaal om deze doelgroep bewust te maken en
ervan te overtuigen maatregelen te nemen. Tot slot is verdere samen-
werking in business modellen noodzakelijk voor het bieden van presta-
tiegaranties en financiering.
In de plaats Geraardsbergen, Belgi?,
is een negentiende-eeuws stadhuis
energetisch gerenoveerd tot drie
appartementen. Zowel binnen- als
buitenzijde zijn aangepakt naar
ontwerp van architect Sara Van
Rompaey, waarbij de erfgoedwaarden
zijn behouden.
saravanrompaey
Reacties