Bij oudere appartementencomplexen is relatief vaak sprake van achterstallig onderhoud. Slecht functionerende VvE’s (Vereniging van Eigenaren) zijn niet in staat om de problemen adequaat aan te pakken. De onderhoudsreserves zijn klein, de maandelijkse bijdragen van de eigenaren zijn niet of nauwelijks gebaseerd op een meerjarig onderhoudsplan, en er is geen inzicht in de bouwkundige staat. Het wegwerken van het achterstallig onderhoud biedt kansen om de woningen tegelijkertijd energiezuiniger en comfortabeler te maken en daardoor de positie op de woningmarkt fors te verbeteren. Maar hoe krijg je dat als VvE voor elkaar?
1
Het draagvlakdilemma van de VvE
04-07-2013
Bij oudere appartementencomplexen is relatief vaak sprake van achterstallig
onderhoud. Slecht functionerende VvE's (Vereniging van Eigenaren) zijn niet in
staat om de problemen adequaat aan te pakken. De onderhoudsreserves zijn
klein, de maandelijkse bijdragen van de eigenaren zijn niet of nauwelijks
gebaseerd op een meerjarig onderhoudsplan, en er is geen inzicht in de
bouwkundige staat. Het wegwerken van het achterstallig onderhoud biedt
kansen om de woningen tegelijkertijd energiezuiniger en comfortabeler te
maken en daardoor de positie op de woningmarkt fors te verbeteren. Maar hoe
krijg je dat als VvE voor elkaar?
Tekst Pieter Bijker en Heleen Zwebe, Urbannerdam
Er zijn diverse instrumen-
ten inzetbaar om VvE's
en individuele eigenaren
zodanig te faciliteren, dat
ze kunnen komen tot
verbetering van hun
complex en een goede
meerjarenonderhouds-
planning voor de toe-
komst hebben. Aan de
hand van een op dit
moment lopend project in
de Spoorbuurt in Vlaar-
dingen wordt in dit artikel
ge?llustreerd hoe een en
ander aangepakt kan
worden en welke lessen ?
nu al ? getrokken kunnen
worden.
Spoorbuurt Vlaardingen
De Vlaardingse Spoorbuurt kenmerkt zich door 12 verschillende VvE's van uiteenlopende
grootte. In totaal beslaat het project 217 galerij- en portiekflats met een bouwjaar van rond
1955, en het aantal appartementen varieert van 8 tot 40 met een gebruiksoppervlakte van 55
tot 65 m2. Het merendeel is eigenaar-bewoner maar er zijn ook verhuurders binnen de
VvE's. Het aantal woningen dat te koop staat groeit gestaag, waardoor ook de tijdelijke
verhuur toeneemt. Recente kopers in dit segment zijn veelal jonge starters op de
woningmarkt. De huizenprijzen zijn volgens eigenaren de afgelopen jaren flink gedaald. Veel
2
hypotheken staan `onder water' (de hypotheek is te hoog en markt- en executiewaarde van
de woning zijn behoorlijk gezakt) en er wordt gevreesd voor ernstige verliezen op de woning.
In het najaar van 2011 is gestart met het project Particuliere Woningverbetering Spoorbuurt.
Daarbij heeft de gemeente gemiddeld 10.000 euro per appartement beschikbaar gesteld in
de vorm van een laagrentende lening, om het groot onderhoud van de flats aan te pakken,
de uitstraling te verbeteren en maatregelen te nemen voor energiebesparing. Een belangrijk
voordeel van deze lening is dat de VvE de lening aangaat, en niet de individuele eigenaar.
Hierdoor lopen eigenaren minder risico in de vorm van een eventuele restschuld bij
tussentijdse verhuizing, en kunnen individuele eigenaren niet worden uitgesloten van
financiering op basis van hun persoonlijke financi?le situatie. Eigenaren lossen de lening af
in de vorm van een verhoging van de VvE-bijdrage. Een lening van 10.000 euro staat daarbij
gelijk aan een extra bijdrage van 50 euro per maand.
Vrijwillige aanpak
In opdracht van de gemeente Vlaardingen is adviesbureau Urbannerdam bij het project
ingeschakeld om de eigenaren en VvE's te begeleiden op weg naar de woningverbetering.
Hierbij is gekozen voor een vrijwillige aanpak en er is een aanbod ontwikkeld waarin
eigenaren en VvE's gratis advies en ondersteuning krijgen in de vorm van een bouwkundig
onderhoudsrapport (BOR) en een energieadvies op individueel en gebouwniveau. Daarnaast
hebben de eigenaren een installatiekeuring gekregen en een gratis architectenplan voor
verbetering van de uitstraling van het complex. Om de kosten van het onderhoud en de
gekozen verbeteringen te financieren, is er de laagrentende lening.
Een compleet aanbod, maar uitvoering van onderhoud, verbetering van de woning door
energiebesparende maatregelen en het visueel opknappen van het gebouw, moeten echter
op basis van vrijwilligheid worden geregeld. De opgave ligt daarom voor een groot deel in het
verleiden van VvE's en eigenaren.
De staat van de woningen
Gestart is met opname van de technische
staat van de gebouwen en het opstellen
van een BOR. Zoals te verwachten was,
kennen vrijwel alle woningen in meer of
mindere mate achterstallig onderhoud van
daken, gevels, balkons en galerijen en
hebben alle flats te maken met problemen
aan de gevels. Uit onderzoek naar de
spouwankers blijkt dat de ankers in alle
kopgevels roesten. Hierdoor ontstaat het
risico dat het buitenspouwblad losraakt en
in kan storten. Daarnaast zijn de gevels
poreus en door de smalle spouw slaat
vocht door. Veel bewoners hebben last
van vocht en kou in de woning.
Uit een warmtefoto van het plafond blijkt dat de woningen erg
slecht ge?soleerd zijn.
3
Om beter inzicht te krijgen in de energiehuishouding zijn warmtefoto's gemaakt. Hieruit blijkt
duidelijk dat de woningen erg slecht ge?soleerd zijn. Per woningtype is een energierapport
opgesteld. Opvallend is dat de verschillen tussen de VvE's, maar ook tussen de woningen
onderling, groot zijn. De ene eigenaar
heeft van de woning een paleisje
gemaakt met centrale verwarming,
luxe badkamer, dubbel glas,
parketvloer et cetera, terwijl de andere
bewoner nog de originele kozijnen,
enkel glas, gaskachel en de
Bruynzeel-keuken uit de jaren zeventig
heeft. Het onderhoudsniveau verschilt
sterk per VvE, evenals de reserves
voor groot onderhoud en maandelijkse
bijdragen aan de VvE's. Niet alleen de
woningen zijn dus heel verschillend,
maar ook de budgetten. Alle VvE's
hebben indertijd gekozen om het
onderhoud en het plaatsen van nieuwe
kozijnen individueel te laten
plaatsvinden.
Enthousiasmeren van bewoners
Direct na de start van het project is een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers vanuit
de verschillende VvE's. Samen met Urbannerdam en de gemeente besprak deze werkgroep
op gezette tijden de uitkomsten van de onderzoeken en de varianten van verbeterplannen.
Daarnaast zijn er voor alle eigenaren huiskameravonden georganiseerd, waar de plannen en
gratis rapporten uitgebreid besproken
en toegelicht werden. Dit gebeurde
bij een gastvrouw of -heer in de flat
die de buren uitnodigde; de eigenaar
van de woning waarin de huiskamer-
avond plaatsvond, ontving een
onkostenvergoeding.
Alle eigenaren hebben een enqu?te
ontvangen, die enerzijds als doel had
om een goed beeld te krijgen van de
interesse van eigenaren in woning-
verbetering, en anderzijds om de
bereidheid inzichtelijk te maken voor
een verhoging van de VvE-bijdrage.
Dit laatste in verband met het
aangaan van een lening om te
investeren in het gebouw. Bijkomend
effect van de enqu?te was dat het de
eigenaren aan het denken zette over hun woning in het algemeen. Uit de enqu?te is
gebleken dat een lastenverzwaring van 40 euro per maand voor veel mensen financieel het
Ook uit een warmtefoto van de kopgevel blijkt dat er sprake is van
erg slechte isolatie.
Direct na de start van het project is een werkgroep opgericht met
vertegenwoordigers vanuit de verschillende VvE's
4
maximaal haalbare is. Dit, in combinatie met een verlichting van de energielasten, zou leiden
tot een lening van maximaal 10.000 euro.
Advies op maat
Het is zo dat uiteindelijk de VvE's bepalen welke investeringen zij willen doen en hoe hoog zij
de lat leggen. Om de verbeelding te helpen, heeft het betrokken architectenbureau naast het
opstellen van een BOR en het uitvoeren van diverse onderzoeken, ook verschillende
varianten uitgewerkt voor gevelisolatie, verbetering van entrees en de uitstraling van het
gebouw. Om meer inzicht te krijgen in de verschillende mogelijke gevelafwerkingen, is de
werkgroep op excursie geweest naar andere projecten.
Circa 50 bewoners hebben daarnaast
gebruikgemaakt van het aanbod om een
advies op maat (Maatwerkadvies) op te laten
stellen voor energiebesparing van de woning.
Dit advies geeft aan welke maatregelen in de
woning toegepast kunnen worden, wat ze
kosten, welke verbetering van de energie-
index bereikt kan worden, en wat het
financi?le voordeel daarvan voor de eigenaar
is. Door gevel-, vloer- en dakisolatie toe te
passen, kan een gemiddelde besparing van 45
procent worden gerealiseerd. Omgerekend ligt
de besparing tussen de 15 en 40 euro per
woning, afhankelijk van het verbruik en de
situering van het appartement (kopgevel, dak
of tussenwoning). Een groot voordeel van
gevelisolatie is dat het de uitstraling van het
complex enorm ten goede komt.
Resultaten en lessen
Is het project geslaagd? Aanvankelijk leek de aanpak erg succesvol te worden en het
enthousiasme onder eigenaren groeide. De werkgroep kwam geregeld bij elkaar en er leek
steeds meer draagvlak te komen voor het wegwerken van achterstallig onderhoud, in
combinatie met het verfraaien van het blok en entrees, en voor energiebesparing via dak- en
gevelisolatie. Maar door verschillende oorzaken ziet het er nu naar uit dat de VvE's toch
alleen voor het wegwerken van achterstallig onderhoud gaan kiezen. De verbeteringen lijken
niet tot uitvoering te komen. Daar zijn een aantal verklaringen voor te geven.
Scheuren in de gevel.
5
Maximale investeringsruimte bij eigenaren
In de communicatie naar eigenaren toe wordt steeds gesproken over een investeringsbedrag
van 10.000 euro per woning, voor zowel woningverbetering als het wegwerken van
achterstallig onderhoud. In de praktijk blijken een aantal kostenposten echter hoger uit te
vallen en binnen de VvE's is geen draagvlak voor een verhoging van de investering. De
genoemde 10.000 euro blijkt een harde bovengrens te zijn voor veel eigenaren. Wel willen zij
investeren in onderhoud, vanuit de gedachte dat de lening die daarvoor wordt afgesloten
snel kan worden afgelost en dat gedurende die periode er minder onderhoudskosten zullen
zijn, waardoor de VvE kan sparen voor toekomstige woningverbetering.
Energievoordeel voor iedereen anders
Dak- en gevelisolatie leidt bij de woningen
onder het dak en bij de kopgevels tot flinke
energiebesparingen. Echter, bij het gros van
de tussenwoningen leidt dit maar tot een
beperkt effect op de maandlasten. Het komt
er dus op neer dat slechts in een klein deel
van de woningen een relatief groot effect van
energiebesparende maatregelen is te
verwachten, met als gevolg dat de bereidheid
om met z'n allen te investeren op weinig
draagvlak kan rekenen. Ook zijn bewoners
sceptisch over de voorgerekende energie-
besparing. Er heerst een klimaat van `eerst
zien dan geloven'.
Persoonlijke motieven
Persoonlijke aspecten spelen ook een rol bij
de afweging om een extra investering te
doen. Er wonen veel alleenstaanden en
tweepersoonshuishoudens in de flats.
Ouderen, die er vaak al lang wonen, willen
geen extra investering meer doen, onder het
motto `het zal mijn tijd wel duren'. Bovendien
is het effect van isolatie voor hen vaak erg
beperkt; de oudere bewoner leeft sober, heeft enkel een gaskachel en een geiser en
verbruikt zodoende al weinig energie. Andere huishoudens ? meer van middelbare leeftijd ?
hebben al veel ge?nvesteerd aan de binnenzijde van de woningen en zien op tegen nog
meer investeren. Dit ook zeker gezien de eerder genoemde negatieve waardeontwikkeling
van de woningen. Starters hebben vaak een tophypotheek in combinatie met een te laag
inkomen om nog meer te kunnen lenen. Zij zullen door willen stromen bij veranderende
huishoudenssamenstelling, waardoor de urgentie om veel in deze woning te investeren
kleiner is.
De economische crisis
De crisis is ook in de Spoorbuurt, met name het laatste half jaar, hard aangekomen.
Bewoners kunnen vaak minder makkelijk rondkomen en een beperkte extra bijdrage aan de
VvE is al moeilijk. Vele woningen in deze wijk staan `onder water'. Inbreng van eigen geld is
De verschillen tussen de woningen onderling zijn groot.
Sommige bewoners hebben veel nog in de originele
staat uit de jaren zeventig.
6
vaak geen optie omdat spaargeld, als dat er al is, aan andere zaken uitgegeven wordt.
Hoewel de laagrentende lening voor de eigenaren geen risico op een (extra) restschuld bij
tussentijdse verkoop geeft ? de lening wordt immers door de VvE aangegaan ? denken de
eigenaren toch dat de woningen zich uit de markt prijzen ten opzichte van andere VvE's,
vanwege de hogere VvE-bijdrage.
Breekpunten
Ondanks goede verleidingsinstrumenten die zijn aangeboden om VvE's te stimuleren tot
investering in de flats, blijkt het in de huidige tijd erg lastig om extra investeringen naast het
onderhoud uitgevoerd te krijgen. Ook al waren mensen positief en enthousiast over het
pakket aan maatregelen; financi?n blijken ook hier het breekpunt te zijn. Het feit dat er al
hoge investeringskosten nodig zijn om het achterstallig onderhoud weg te werken, maakt het
beschikbare budget voor eventuele extra's erg beperkt.
De waardestijging door (energie)verbeteringen heeft tot nu toe altijd een positief effect gehad
op de bereidheid om te investeren, in de veronderstelling dat een verbetering zich binnen
een aantal jaar weer zou terugverdienen. Particulieren in VvE's richten zich echter eerder op
de binnenzijde van de woning dan op collectieve delen. Het vervangen van
enkelglaskozijnen voor dubbel glas, is iets dat wel weer vaak voorkomt bij individuele
eigenaren en veel minder bij VvE's.
Zinvolle investering?
Als de kosten voor woningverbetering niet renderen via waardeontwikkeling en in
lastenverlichting, is verduurzaming van deze woningen dan wel een zinvolle investering?
Vanuit financieel oogpunt is het antwoord nee. Maar verduurzaming heeft een positief effect
op het comfort van de woning. Zeker voor eigenaren die er langer willen blijven wonen, is dat
een doorslaggevend argument. Passanten en (ver)huurders in de VvE hechten daar minder
waarde aan, terwijl een besluit tot verduurzaming van het casco vraagt om een meerderheid
van de stemmen binnen de VvE.
Goed functionerende VvE's met voldoende reserves kunnen makkelijker investeren in
duurzaamheidsmaatregelen dan VvE's met een onderhoudsopgave. Echter, de kosten voor
verduurzaming zijn vaak te hoog in relatie tot het voordeel. Om de particuliere voorraad te
verduurzamen moet dus gezocht worden naar nieuwe concepten. De financiering via de
genoemde VvE-lening is een goed instrument gebleken, waarbij de investering wordt
gekoppeld aan het vastgoed in plaats van aan het individu. Bij tussentijdse verhuizing blijft
de lening gekoppeld aan de woning en niet aan de eigenaar. Er zit echter wel een
ongelijkheidsprincipe in waarbij eigenaren die een lager energievoordeel halen, hetzelfde
bedrag betalen aan de VvE. Het zou de keuze vergemakkelijken als de aflossing wordt
gekoppeld aan de energiebesparing, bijvoorbeeld via een duurzaamheidslening die via de
energierekening worden afgelost. Zo worden de lasten eerlijker verdeeld.
7
Kansen
Het blijkt niet eenvoudig om de bestaande
particuliere voorraad te verduurzamen. En in een
woningvoorraad waar de verkoopprijzen onder druk
staan, bewoners een kleine portemonnee hebben,
en zij toch al weinig energie verbruiken, is dat nog
eens extra lastig. Toch biedt de huidige tijd ook
kansen. Door lagere koopprijzen ontstaat financi?le
ruimte om duurzaam te renoveren, in combinatie
met nieuwe financieringsconstructies. Door dit voor
de massa beschikbaar te maken, kunnen de kosten
dalen. Pas dan wordt duurzaam renoveren
financieel haalbaar, ook voor VvE's in het
goedkopere segment.
Over Urbannerdam
Adviesbureau Urbannerdam is
gespecialiseerd in het organiseren van
processen binnen de woningvoorraad,
in de vorm van participatie, particuliere
woningverbetering en (collectieve)
zelfbouw. Consumenten worden zo in
staat gesteld om invloed te hebben op
hun eigen woon- en leefomgeving.
Urbannerdam stimuleert duurzame
maatregelen, is aangesloten bij Meer
Met Minder, en is betrokken bij onder
andere de ontwikkeling van Reimarkt.
Reacties