De nieuwe uitvraag kost bouwers veel tijd en geld. Om die reden werken ze graag langduriger samen met opdrachtgevers, om zo deze investering terug te verdienen. Aannemers willen namelijk liever toernooien spelen in plaats van telkens een korte wedstrijd. Deze transformatie mogelijk maken, vraagt om een cultuurverandering binnen aannemersorganisaties én woningcorporaties. Twee bouwbedrijven en twee corporaties gaan de discussie aan over deze nieuwe uitvraag. Wat is nodig voor een fundamentele verandering?
rondetafelgesprek10 nr 4 2013
geen wedstrijdjes
maar toernooien
De nieuwe uitvraag kost
bouwers veel tijd en geld.
om die reden werken ze
graag langduriger samen
met opdrachtgevers, om zo
deze investering terug te
verdienen. aannemers willen
namelijk liever toernooien
spelen in plaats van telkens
een korte wedstrijd. Deze
transformatie mogelijk
maken, vraagt om een
cultuurverandering binnen
aannemersorganisaties ?n
woningcorporaties. twee
bouwbedrijven en twee
corporaties gaan de discus-
sie aan over deze nieuwe
uitvraag. Wat is nodig voor
een fundamentele verande-
ring?
tekst joop van vlerken
foto's roel simons
rondetafel
gesprek
De Deelnemers
We stellen de deelnemers van het
rondetafelgesprek aan u voor:
1 Wim van den Bergh,
manager vastgoed Stadlander
2 Martin Beukeboom,
directeur Dura Vermeer Onderhoud
en Renovatie Rosmalen
3 Nico van Ginkel, ontwikkelaar Portaal
4 Paul Uppelschoten,
directeur Huybregts Relou
1
3
2
4
rondetafelgesprek nr 4 2013 11
"We gaan elkaar steeds beter begrijpen", constateert Paul Uppelscho
ten, directeur bij Huybregts Relou, tijdens het rondetafelgesprek over
`de nieuwe uitvraag'. `We' zijn in dit geval bouwbedrijven en woningcor
poraties. Steeds vaker passen ze samen innovatieve bouwconcepten
toe in renovatieprojecten. In die projecten gaat het steeds minder vaak
alleen om de prijs en steeds vaker om kwaliteit. Om tot kwaliteit en
innovatie te komen, is het volgens Uppelschoten nodig dat de corpora
tie de juiste uitvraag doet. Pas dan zal de bouwer de ruimte voelen om
met creatieve oplossingen te komen. Volgens Nico van Ginkel, ontwik
kelaar bij woningcorporatie Portaal, zit de renovatiesector momenteel in
een tussenfase van traditionele vormen van aanbesteden en nieuwe
uitvraagvormen. "Opdrachtgevers voeren een dialoog met bouwers en
gaan steeds nauwer samenwerken om tot innovatie te kunnen komen.
Maar af en toe komt het oude gedrag bovendrijven en schieten de
betrokken partijen weer terug in de oude rollen", zegt hij. Van Ginkel
doelt daarmee op de woningcorporatie die wil bepalen hoe er gebouwd
moet worden, en de bouwer die een afwachtende houding aanneemt. In
de tussenfase zie je volgens hem traditioneel aanbesteden nog bestaan
naast de nieuwe uitvraag. Maar het is volgens Wim van den Bergh,
vastgoedmanager bij woningcorporatie Stadlander, altijd zo geweest dat
verschillende aanbestedingsvormen naast elkaar bestaan. "Vroeger
werkten we met envelopjes waar bouwers hun bieding in mochten
doen. Dat heeft nog lang bestaan. Transities naar andere werkmetho
den duren lang en zijn altijd lastig", meent hij. Dat bevestigt Van Ginkel:
"Ik merk dat ook binnen mijn eigen organisatie; niet iedereen wil mee.
Veel corporatiemedewerkers denken dat er aan hun stoelpoten wordt
gezaagd. Maar je merkt gaandeweg toch dat mensen enthousiast
worden. Dat is natuurlijk positief."
nooDzaak tot cultuurveranDering
Innovatie is volgens de deelnemers aan het rondetafelgesprek ??n van
de belangrijkste doelen van de nieuwe uitvraag. "Maar voor innovatie is
concurrentie nodig en die ontstaat per definitie op de markt", reageert
Van Ginkel. "Daarom is ons doel ook niet om met ??n partij een innige
samenwerking op te bouwen, want dan mis je de concurrentie die
marktpartijen scherp houdt en ze dwingt tot innovatie. Wij streven naar
samenwerking met meerdere marktpartijen. Bouwers hebben individu
eel bovendien onvoldoende kapitaal om te investeren in innovaties. Om
die reden moeten verschillende bouwpartijen dat met de opdrachtgever
samen doen." Ook is er een cultuurverandering nodig binnen bouwbe
drijven om innovatie in het bouwproces te krijgen, vindt Martin Beuke
boom, directeur van Dura Vermeer Onderhoud en Renovatie Rosmalen.
"Er wordt veel meer van bouwers gevraagd. Vroeger kreeg je een pak
papier van de opdrachtgever waarin precies stond wat er van de
bouwer verwacht werd en hoe hij het moest doen. Nu wordt die vraag
veel opener neergelegd bij de opdrachtnemer. Op die manier worden
we uitgedaagd tot innovatie", meent de directeur. "Ik merk vaak dat
oude gedragspatronen als vanzelf weer de kop opsteken en dat
sommige bedrijven problemen hebben met die nieuwe uitvraag", haakt
Van Ginkel daarop in. "Dat is ook helemaal niet raar, omdat mensen nu
eenmaal gewend zijn aan bepaalde patronen. Veel bedrijven zitten nu in
een spagaat tussen het oude en het nieuwe werken. Dat is een lastige
situatie, want de mensen die daar werken zijn geen kameleons. Deze
noodzaak tot cultuurverandering zie je niet alleen bij de bouwers; ook
woningcorporaties zitten in een transitiefase."
Uppelschoten erkent dat bij bouwpartijen een andere manier van
denken nodig is om tot werkelijke innovatie te komen. "Bouwers
moeten afstappen van het vechtmodel en overstappen naar een model
waarin ze samen kennis delen en ontwikkelen. Dat moeten ze niet
alleen onderling doen, maar ook met opdrachtgevers", stelt de bouwdi
recteur. Hij legt uit dat de nieuwe uitvraag uitsluitend zinvol is als de
gewenste prestaties en de na te streven doelen door de opdrachtgever
helder zijn geformuleerd. Daar is volgens hem maatwerk voor nodig.
"Elk project vraagt om zijn eigen aanpak. Voor innovatieve projecten is
een open uitvraag nodig om zo veel mogelijk creativiteit te stimuleren.
Maar het is zinloos om een open uitvraag te stellen als je van tevoren al
weet wat je wilt. Dan moet de innovatie niet in het project worden
gevonden, maar in het bouwproces", aldus Uppelschoten. Van den
Bergh heeft weinig vertrouwen in de creativiteit van bouwerbedrijven
als het gaat om de nieuwe uitvraag. "Mijn ervaring is dat de meeste
bouwers weinig eigen initiatief hebben en juist precies willen weten wat
de opdrachtgever wil. Maar ik wil als opdrachtgever mijn vraag juist
breed uitzetten en samen met de bouwers praten over de mogelijkhe
den om de vraag te beantwoorden," zegt hij.
opties voor transformatie
Ondanks zijn kritiek noemt Van den Bergh toch voorbeelden waarin
Stadlander samen met aannemers verder is gekomen dan hij vooraf
verwachtte. "Voor een nieuwbouwproject wilde Stadlander energieneu
trale woningen realiseren. De corporatie is daarop een aanbestedings
traject ingegaan met drie partijen, om de ruimte in de vraag op te
rekken. Mede door de inbreng van de verschillende bouwpartijen is het
resultaat dat we een energieneutrale woning hebben kunnen realiseren
voor de prijs van een woning met een veel lagere energieambitie",
vertelt hij. Een ander voorbeeld waarin bouwbedrijven samen met corpo
raties een aanbod cre?ren, is volgens Beukeboom de Stroomversnel
ling. "Hierin komen we met de hele bouwkolom tot een gezamenlijke
oplossing voor het renovatie en energievraagstuk in Nederland",
omschrijft hij. Ook Uppelschoten ziet veel positieve kanten aan de
nieuwe manieren van samenwerking met opdrachtgevers. "We mogen
weer echt inhoudelijk meedoen. Er zijn nu veel kansen om positief op te
Transities naar andere
werkmethoden duren lang
en zijn altijd lastig
Wim van den Bergh
Bouwers moeten afstappen
van het vechtmodel en over-
stappen naar kennis delen
Paul Uppelschoten
rondetafelgesprek12 nr 4 2013
vallen. De wereld om ons heen verandert snel. De uitdaging is om flexi
bele producten te maken die aansluiten bij die verandering, dat is antici
peren op de toekomst. Bouwen wordt weer leuk!", voorspelt de aanne
mer.
Een andere manier om de bouwsector te transformeren, is de toetre
ding van nieuwe partijen tot de markt, vertelt Van den Bergh. "Dan heb
ik het bijvoorbeeld over Ikea. Het kan best zijn dat zij renovatieconcep
ten bedenkt die er nu nog niet zijn. En een bedrijf met die schaalgrootte
kan ook met totaalconcepten komen, waardoor andere spelers in ??n
keer weggevaagd worden", oppert hij als mogelijkheid. Daar kan Van
Ginkel zich in vinden, die op de markt ook ruimte ziet voor nieuwe
partijen. "Dat zijn bijvoorbeeld grotere marktpartijen die financiering,
communicatie en marketing integreren en in ??n pakket aanbieden aan
opdrachtgevers. Ik zie nu al in de markt dat er bedrijven zijn die in dat
gat springen", volgens de ontwikkelaar.
kennisopBouW en continu?teit
Binnen de sector wordt voortdurend nieuwe kennis opgebouwd door
nieuwe ervaringen en vormen van samenwerken. Om die kennis vast te
leggen en te bewaren, zou er een soort bibliotheek moeten komen van
bouwconcepten, denkt Van Ginkel. Die concepten kunnen volgens
Uppelschoten makkelijk uit de markt worden gehaald. Daarvoor is het
wel nodig dat bouwbedrijven elkaar niet alleen bestrijden, maar ook
gaan samenwerken en kennis delen. Een andere voorwaarde voor het
opbouwen van kennis is continu?teit. "De betrokkenheid van de bouw
keten moet worden uitgebreid, zodat bouwers verantwoordelijk worden
voor een bouwproject over een langere periode door middel van presta
tiecontracten", licht Beukeboom toe. "Je moet dus toernooien gaan
spelen met elkaar en niet uitsluitend korte wedstrijdjes. Alleen zo is het
mogelijk om de kennis die nodig is voor het onderhoud van woningen,
ook daadwerkelijk te implementeren in je bedrijf. Nu ligt veel van die
kennis nog bij de woningcorporaties zelf of bij specialistische onderaan
nemers. Dura Vermeer werkt al in ketensamenwerking met partijen om
zo corporaties verder te kunnen ontzorgen."
Ook vastgoedmanager Van den Bergh is overtuigd van het belang van
continu?teit in de samenwerking tussen opdrachtgevers en nemers.
"Bied het onderhoud voor een complex bijvoorbeeld voor vijftien jaar
aan", oppert hij. "Dan kunnen aannemers daar hun aanbod op afstem
men en zelf technische keuzes maken. Zo krijg je het ook voor elkaar
dat bouwers gaan nadenken over de garantie die ze op een product
afgeven." Het gaat hem echter te ver om onderhoudsbedrijven in grote
bouwbedrijven te integreren. "Ik zou ervoor pleiten om het onderhoud
dichtbij in te kopen. Dat moet dan wel onder de voorwaarden en garan
ties van het leverende bouwbedrijf. Voor onze woningen in Bergen op
Zoom zou ik niet graag zaken doen met een partij die uit Amsterdam
moet komen om het herstel te doen", noemt Van den Bergh als voor
beeld. Ook Van Ginkel constateert dat er op dit vlak spanning is. "Je
hebt onderhoudsbedrijven die willen groeien, maar er zijn ook steeds
meer bouwbedrijven die onderhoud als product aanbieden."
Durven loslaten
"Vaak hoor je in de markt dat bouwers nog niet klaar zijn voor de
nieuwe uitvraag", vertelt Uppelschoten. En hij kaatst de bal terug:
"Maar ik vraag me wel eens af of woningcorporaties er wel klaar voor
De nieuWe uitvraag
In `de nieuwe uitvraag' specificeert de opdrachtgever
de gewenste prestaties ten aanzien van product,
proces en samenwerking, plus wat het totale aanbod
moet omvatten, eventueel aangevuld met een budget.
De opdrachtnemer kan op basis van zijn eigen kennis
en kunde en die van zijn comakers, hiervoor een
passend aanbod presenteren. Kwaliteit en kosten
worden in hun samenhang beschouwd.
Menselijke maat is
essentieel om met een
goed team te werken
Nico van Ginkel
rondetafelgesprek nr 4 2013 13
zijn. Die moeten ook durven loslaten. Ik zie vaak dat in een zogenaamd
brede uitvraag toch weer uitgebreid beschreven wordt wat ze precies
willen en hoe ze het willen. Dan laten ze weinig ruimte aan de bouwer
om zelf met idee?n te komen. Traditionele oplossingen van de
opdrachtgever vormen in zulke gevallen vaak nog de richtsnoer." Het is
volgens de aannemer dan ook belangrijk dat corporaties snel verder
professionaliseren, zodat ze de juiste uitvraag kunnen stellen. "Er zijn
ook voorbeelden van woningcorporaties die op een andere manier met
het onderhoud van hun vastgoedportefeuille om willen gaan", reageert
Beukeboom. "Je ziet corporaties die volledig ontzorgd willen worden.
Maar er zijn er ook die alleen bepaalde zaken willen uitbesteden en
andere dingen zelf in de hand willen houden. Daartussenin heb je nog
allerlei verschillende vormen." Hij ziet het voor zich dat een corporatie
in de toekomst het technisch vastgoedbeheer volledig kan uitbesteden
aan een aannemer. "Kijk, het spreekt voor zich dat een bouwbedrijf de
volkshuisvestelijke taken van een corporatie niet kan overnemen. Maar
je kunt zo'n bedrijf best verantwoordelijk maken voor het onderhoud en
beheer van de gebouwen die in bezit zijn van een woningcorporatie of
investeerder."
De menselijke maat
Dan is er nog het menselijke aspect als het gaat om de aanpak van de
bestaande voorraad. Naar Van Ginkels idee wordt dit aspect vaak verge
ten en hij vindt dat bouwbedrijven vaak gefocust zijn op techniek. "Daar
bij is het belang van de klant ondergeschikt, terwijl dat belang ons belang
rijkste doel is als woningcorporatie. Maar ook in de samenwerking binnen
de bouwketen is de menselijke maat belangrijk. Het is essentieel om met
een goed team te werken. Er moet sprake zijn van een klik met de
mensen met wie je in zee gaat", legt de ontwikkelaar van Portaal uit. "Wij
proberen in een aanbestedingstraject altijd op zoek te gaan naar de
meest volwassen partij. Dat hoeft niet per se degene te zijn die het hard
ste gewerkt heeft aan de invulling van de uitvraag. Het gaat erom de
partij te vinden die onze vraag op de beste manier kan invullen." Dat
maakt dat elk aanbestedingstraject een hele uitdaging is, zo vindt Beuke
boom. "Je komt in zo'n selectieprocedure toch vaak in een subjectief
speelveld terecht. Dat kan wel eens heel lastig zijn. Daarom moet de
opdrachtgever ervoor zorgen dat de keuzes die gemaakt worden trans
parant zijn en dat hij die goed uitlegt aan de biedende partijen."
Op dat laatste punt is Van Ginkel het met de aannemer eens. "Het
moet natuurlijk niet te sociaal worden allemaal. De keuzecriteria moeten
objectief zijn", stelt hij. De twee bouwers aan tafel, Beukeboom en
Uppelschoten, hebben dit in het verleden allebei wel eens anders erva
ren. "We krijgen dan een reactie van ??n zin van de opdrachtgever in
een aanbestedingstraject. Terwijl wij tienduizenden euro's in die bieding
hebben gestoken. Dat is wel heel scheef", vindt Uppelschoten. "Je
komt er tijdens een evaluatie soms niet achter wat precies het pijnpunt
is geweest", vult Beukeboom aan. "Maar we zitten nu in een tijd waarin
opdrachtgevers dat kunnen maken, omdat verschillende bouwers
achter hetzelfde project aangaan." Woningcorporaties realiseren zich
volgens beide heren vaak niet hoeveel geld en tijd bouwbedrijven in een
opengestelde uitvraag steken. Ze zouden graag zien dat er een zekere
mate van standaardisatie komt in de uitvraag. Vastgoedmanager Van
den Bergh beseft dat de nieuwe uitvraag veel werk met zich meebrengt.
"We bevragen daarom niet meer de hele wereld. We kiezen een aantal
partijen en gaan daar een speeddate mee aan. Aan het werk gaan we
pas als het goed voelt", omschrijft hij de werkwijze van Stadlander.
Uppelschoten reageert daarop door te zeggen dat corporaties niet
alleen maar hogere zekerheden kunnen vragen, maar ook bereid
moeten zijn tot continu?teit met een aantal partijen. "Alleen dan kunnen
wij de nodige investeringen doen", zegt hij tot slot.
Je kunt een bouwbedrijf
best verantwoordelijk maken
voor onderhoud en beheer van
gebouwen van een corporatie
Martin Beukeboom
Reacties