Corporaties zien bij hoogniveaurenovatie nog geregeld op tegen het behalen van 70% instemming van de huurders. Tot aan de crisis werd dit percentage vaak behaald door de renovatie als ware cadeau te geven aan bewoners. Dit is financieel niet meer haalbaar. Een trend die zich de laatste jaren voordeed om de instemming te krijgen, was de bewoner zo vroeg mogelijk te betrekken in het proces. Het is echter de vraag of dit principe wel bij deze doelgroep past en of daarmee de beste oplossing voor de bewoner wordt bereikt.
1
Geef bewoners een sneak preview
12-6-2014
Corporaties zien bij hoogniveaurenovatie nog geregeld op tegen het behalen
van 70% instemming van de huurders. Tot aan de crisis werd dit percentage
vaak behaald door de renovatie als ware cadeau te geven aan bewoners. Dit is
financieel niet meer haalbaar. Een trend die zich de laatste jaren voordeed om
de instemming te krijgen, was de bewoner zo vroeg mogelijk te betrekken in
het proces. Het is echter de vraag of dit principe wel bij deze doelgroep past en
of daarmee de beste oplossing voor de bewoner wordt bereikt.
Tekst Eefje van der Werf, Energiesprong
De vragen `hoe ga je om met de
bewoners?' en `bewonerscom-
municatie; wat vertel je wel en wat
niet?', blijken nog steeds lastig te
beantwoorden voor corporaties.
Bedoeling is in eerste instantie het
behalen van voldoende bewoners-
instemming voor een renovatie.
Tot de crisis werden renovaties
vaak uitgevoerd zonder huurver-
hoging en konden tussenliggende
eigenaar-bewoners meeliften door
gratis of voor gereduceerde prijs
de maatregelen ook te laten
uitvoeren. Toch zorgde deze
aanpak niet altijd voor enthou-
siasme en kon het zelfs leiden tot
groter wantrouwen en weerstand
tegen de corporatie.
Bewoners betrekken in het
voorproces
Vanwege die weerstand en het
wantrouwen, is de laatste jaren
steeds meer ingezet op het
intensiever betrekken van
bewoners in het voortraject van
een renovatie. Bedoeld als een
positieve ontwikkeling om
bewoners meer zeggenschap te
geven en te werken aan openheid
en vertrouwen. Deze participatie-
Foto: Energiesprong, Petra van Schaik
2
trajecten gaan soms heel ver en zijn daarmee erg intensief. Het is twijfelachtig of deze
werkwijze wel altijd de effectiefste en effici?ntste oplossing is, of dat corporaties soms te ver
gaan en het doel voorbijschieten. Namelijk het realiseren van kwalitatief goede woningen
voor een betaalbare prijs en tevreden bewoners.
Een groot deel van de huurders zit niet te wachten op participatie in langdurige
planvormingsprocessen. Mensen in een huurwoning voelen zich niet direct verantwoordelijk
om na te denken over wat het beste is voor de woning. Dit is het belang van de eigenaar, de
corporatie.
Daarnaast is een groot deel van de doelgroep van sociale huurwoningen voornamelijk bezig
met overleven. Voor hen is het enkel van belang dat ze goedkoop een dak boven hun hoofd
hebben. Een huurder wil daarom direct weten waar hij aan toe is. Bewoners zijn moeilijk mee
te krijgen als het plan nog open is en snappen het niet als dit steeds verandert. Ze hebben er
ook weinig begrip voor als er beloften worden gedaan en het heel lang duurt tot er iets gaat
gebeuren. Zodra ze weten wat mogelijk is, willen ze het ook direct. Plannen doen daarbij niet
zo veel; bewoners willen het zien, uitproberen en ervaren.
Een ander punt is dat bij het betrekken van bewoners in het proces, moet worden overwogen
in hoeverre een huurder verantwoordelijk wordt gemaakt. Daarbij hoort ook in welke mate hij
mag meebeslissen als het gaat om financi?le risico's en langetermijnbelangen.
De wil van de klant
Bewoners betrekken in het voortraject wordt vaak gebruikt om te vragen wat de klant wil
hebben. Uit verschillende projecten met hoogniveaurenovaties blijkt dat hetgeen de klant wil
helemaal niet zo ingewikkeld is en voor een groot deel onderling overeenkomt, onafhankelijk
van het project. Comfort, uiterlijk en gelijkblijvende woonlasten zijn van belang. De bewoner
is ervaringsdeskundige en natuurlijk kent hij zijn woning het beste. Maar niet elke, groten-
deels dezelfde, input is nodig om tot het beste nieuwe product te komen. Er zijn ook andere,
effici?ntere manieren om de juiste input te krijgen.
Als de bewoner wordt gevraagd wat hij wil
hebben, zal hij voornamelijk redeneren vanuit
zijn huidige situatie. Iemand kan niet om iets
vragen wat hij nog niet kent. Het gaat er dus
niet om waar de klant vandaag om vraagt,
maar wat hij overmorgen wil hebben. Dit is
helemaal belangrijk als het gaat om het reno-
veren van woningen. Niet alleen moet de woning aansluiten bij de behoefte van de huidige
huurder, deze moet ook voorzien in de woonbehoefte van toekomstige bewoners over tien,
twintig of vijftig jaar.
De uitdaging
De opgave ligt bij het ontwikkelen van juist die producten, waar de klant voor in de rij gaat
staan. Door in te zetten op ontwikkeling van klantproducten met een ge?ndustrialiseerd
proces, kunnen kwalitatief betere producten voor lagere kosten worden gemaakt. Hiermee
wordt het doel (kwalitatief goede woningen voor een betaalbare prijs met tevreden
bewoners) beter nagestreefd, dan met langdurige participatietrajecten waar bij ieder project
het wiel opnieuw wordt uitgevonden.
De uitdaging ligt dan ook in het ontwerpen van een uitvoeringsproces waar mensen blij van
worden. Ook hierin blijken de behoeften van de klant niet heel ingewikkeld of veeleisend te
zijn: weinig overlast, afspraken nakomen, zich als gast gedragen, continu bereikbaar zijn en
> Het gaat er dus niet om
waar de klant vandaag om
vraagt, maar wat hij
overmorgen wil hebben <
3
aanspreekbaar zijn. Het zijn open deuren, maar nog steeds blijkt uit vele projecten in de
praktijk dat op deze vlakken veel te winnen valt. Als je iets ontwikkelt wat mensen ?cht
willen, hoef je niet meer langs de deuren om handtekeningen op te halen voor 70% instem-
ming. En de bewoner komt hiermee aan de grote knop te zitten en komt daadwerkelijk
centraal te staan in het
productieproces. Een
omslag is mogelijk, waar-
bij marktonderzoek,
klantwaardering, product-
ontwikkeling en marketing
veel grotere aandacht
krijgen.
De minimale 70% is
wellicht niet de belem-
mering voor deze omslag.
Die zit waarschijnlijk in de
gehele benadering. Want
als je gaat voor 100%,
moet je ook echt iets
maken wat iedereen wil.
Bewoners hebben in dat
geval het gevoel dat het
geen oplossing is die van
belang is voor 70% van
de wijk, maar direct voor
henzelf voordeel heeft.
Testen tijdens ontwikkeling
Geen intensieve participatietrajecten met bewoners meer, betekent natuurlijk niet dat de
klant geen inspraak heeft op het ontwerp. Als het gaat om ontwikkeling van klantproducten is
klantkennis uitermate belangrijk. Die hoeft alleen niet te worden opgedaan via alle bewoners
of elk afzonderlijk project opnieuw; als je een auto koopt, heb je ook niet zelf expliciet je
wensen kenbaar gemaakt zodat ze daar je auto op konden ontwikkelen. Wel worden er
marktonderzoeken gedaan naar klantbehoeften en wordt er gebruikgemaakt van klantpanels
en testgroepen.
Bij de ontwikkeling van de nul-op-de-meter-renovaties worden concepten dan ook ontwikkeld
aan de hand van de marktkennis van de klant. Bij productontwikkeling wordt die eerst
vertaald in een prototype, dat vervolgens kan worden getest door de consument. Dit kan nog
steeds op kleine schaal binnen het project, door omwonenden uit te nodigen voor een open
huis en hen om feedback te vragen. Ook bij deze renovatieproducten kan op grotere schaal
of intensiever worden getest, net als bij andere industri?le producten gebeurt door gebruik te
maken van een breed klantpanel of een kleine testgroep.
De eerste prototypewoning voor De Stroom-
versnelling in Stadskanaal wordt bijvoorbeeld
getest door vier gezinnen. Zij gaan elk een
week in de woning wonen en kunnen zo
ervaren wat het verschil is met hun eigen,
nog niet gerenoveerde woning. Er wordt hen
gevraagd dagelijks een logboek bij te houden
van hun activiteiten in de woning met daarbij
> Als je een auto koopt,
heb je ook niet zelf je
wensen kenbaar gemaakt
zodat ze daar je auto op
konden ontwikkelen <
De eerste prototypewoning voor De Stroomversnelling in Stadskanaal wordt getest door vier
gezinnen. Foto: Vereniging de Stroomversnelling, Frank Hanswijk
4
wat zij vinden van bijvoorbeeld elektrisch koken. Voor de testgroep zijn verschillende typen
gezinnen geselecteerd: met kinderen, jong en alleenstaand, ouderen en alleenstaande
moeder. De woning kan op die manier namelijk worden getest op verschillend gebruik en
klantbehoefte. Gedurende de testfase wordt ook het energiegebruik gemonitord. Met deze
kennis wordt het renovatieconcept doorontwikkeld en bijgeschaafd voordat het grootschalig
in de markt wordt gezet.
Testen tijdens gebruik
Ook tijdens de gebruiks-
fase zou de klantwaar-
dering van het renovatie-
product moeten worden
getest. Dit kan door
monitoring, maar vooral
door klantbeoordelingen en
reviews. Met deze input
wordt de product-
ontwikkeling ook na
oplevering voorgezet en
geeft zo vorm aan de
veranderende behoeften
van de klant. Daarnaast
kunnen potentieel nieuwe
klanten op basis van deze
gegevens hun keuze
maken.
De grootste invloed heeft
de bewoner indien hij vrije
keuze heeft in het wel of
niet afnemen van het
product. Dit is pas mogelijk als het samenstellen van de keuzeopties niet enkel bij de
corporatie ligt en er ook alternatieven zijn; andere producten en dus concurrentie. In de
ideale situatie gaan alle bewoners om een bepaald product vragen. Uiteraard is dit ? net als
bij marktintroductie van andere producten ? de ultieme test of datgene is ontwikkeld wat de
klant wil.
Bewoners als ambassadeurs
Bij een klantproduct gaat het niet langer (zoals bij bewonersparticipatie) om het verkrijgen
van 70% instemming, maar om het organiseren van de vraag. Bewoners worden eerst
nieuwsgierig en enthousiast gemaakt. Door enthousiasme uit te stralen, wordt enthousiasme
aangewakkerd en het ontstaat voornamelijk nadat mensen een optie met eigen ogen hebben
gezien. Door mond-tot-mondreclame breidt dit zich als een olievlek uit.
Voor de renovatie tot nul-op-de-meter is deze aanpak in bijvoorbeeld Heerhugowaard in
praktijk gebracht. Eerst is een prototypewoning gemaakt. De bewoners uit het betreffende
woonblok kregen v??r de rest van de wijk al een sneak preview in de woning. Hun woningen,
en daarmee het gehele blok, zijn vervolgens als eerste gerenoveerd.
Bewust werd bij deze mensen eerder enthousiasme gecre?erd, zodat zij dit op de overige
bewoners in de wijk konden overdragen. Deze huurders fungeren als ambassadeurs. Voor
Foto: Energiesprong, Petra van Schaik
5
de rest van de wijk geldt dat verder wordt gegaan met de uitrol van renovatieplannen, indien
woonblokken zich als geheel aanmelden. Door die tactiek wordt gebruikgemaakt van
groepsdynamiek; mensen willen niet degene in de straat zijn die niet meedoet.
De klantvraag die nu nog in projecten wordt gecre?erd, zal zich in de ideale situatie
uitbreiden, onafhankelijk van aangewezen
complexen, projecten, blokken of corpo-
ratie. Als wordt bereikt dat op deze vraag
ook individueel kan worden geantwoord
door productlevering en een renovatie
voor de klant, kan daadwerkelijk worden
gesproken over bewoners aan de
knoppen.
Persoonlijk contact
Het contact met de klant wordt anders als aan de voorkant geen lange participatietrajecten
meer worden ingezet. In de praktijk komt het neer op persoonlijk contact en niet op bewoners
benaderen als ??n groep. Dit betekent dat er geen standaard bewonersbijeenkomsten meer
worden gehouden waar bewoners alleen mogen zitten en luisteren naar een uitleg over de
woning. Voor andere producten zoals een auto, geldt ook dat het niet normaal is dat eerst
een groep wordt georganiseerd die uitleg krijgt over de werking van de auto. Waarschijnlijk
wordt veel meer gewerkt met showrooms waar de klant kan testen en proeven en tegelijk
uitleg krijgt.
Goed contact tijdens het renovatieproces blijft uitermate belangrijk. Uit systeemrenovaties
die op dit moment in de praktijk worden uitgevoerd, blijkt dat zo'n proces om een zeer
intensief contact met bewoners vraagt. Voor hen maakt het geheel niet uit of dit contact is
met iemand van de corporatie of iemand van de uitvoerende partij. Zolang er maar ??n
aanspreekpunt is, deze persoon continu bereikbaar is, en ze het gevoel hebben dat ze
worden gehoord.
Opgave voor corporaties
Voor de overgang naar klantproducten ligt er een grote opgave voor corporaties. Zij moeten
voor zichzelf een visie ontwikkelen waarin is aangegeven wanneer een beslissing bij hen ligt
en wanneer een beslissing bij de klant mag liggen. Blijft de corporatie werken in projecten
waarvoor ze zelf bepalen wanneer welk project wordt uitgevoerd? Of kan straks iedere klant
aan de balie komen met de vraag om een nul-op-de-meterrenovatie of een ander product?
En hoe ga je dat dan organiseren als corporatie?
De corporatie kan bijvoorbeeld bepalen welk
deel van haar bezit voor welk (renovatie)product
in aanmerking komt. Ook ligt de strategische
vraag bij de corporatie of woningen per blok
moeten worden aangepakt zodat er geen `gaten'
met oude woningen in de straat ontstaan, of dat
zij meer gelooft in de individuele keuze van de
klant en dus ook N=1-renovaties wil laten doen.
Het veld voor klantproducten in de renovatiemarkt is dus volop in ontwikkeling. Nog veel
verandering staat te wachten voor zowel bewoner, corporatie als aanbieder. Hopelijk leidt die
verandering tot meer winst voor de klant.
> Enthousiasme breidt zich
door mond-tot-mondreclame
als een olievlek uit <
De online publicatie `Huurderscommuni-
catie nieuwe stijl' van Energiesprong laat
voor zes projecten de bewonersbeleving
bij renovaties zien. Daarbij staan ook
lessen en tips van de betrokken
professionals.
http://bewonerscommunicatie.com
Reacties