Niet technische of productinnovaties, maar procesinnovaties zijn de komende jaren het belangrijkst in de bouw, stelt Jark Schepens. De directeur van de Bonth van Hulten heeft veel vertrouwen in nieuwe vormen van samenwerking en vindt dat de hele keten ervan profiteert. Kernbegrippen voor deze samenwerkingsvormen zijn wederzijdse afhankelijkheid, gedeelde verantwoordelijkheid en continuïteitsverwachting.
nr 5 2014interview jark schepens 7
interview
tekst joop van vlerken
foto's roel simons
Niet technische of product-
innovaties, maar procesinno-
vaties zijn de komende jaren
het belangrijkst in de bouw,
stelt Jark Schepens. De
directeur van de Bonth van
Hulten heeft veel vertrouwen
in nieuwe vormen van
samenwerking en vindt dat
de hele keten ervan profi-
teert. Kernbegrippen voor
deze samenwerkingsvormen
zijn wederzijdse afhankelijk-
heid, gedeelde verantwoor-
delijkheid en continu?teits-
verwachting.
focus op
procesvernieuwing
"Door intensief
samenwerken,
bouw je samen
iets op"
nr 5 2014 interview jark schepens8
beeld met timmerbedrijf De Waal dat zelf de kozijnen op de bouw
plaatst. Vroeger deden wij dat, maar De Waal kan het eigenlijk veel
beter. Door dit soort vormen van samenwerking besparen we tijd in
de bouw en beperken we de overlast voor bewoners."
Schepens roemt gedeelde verantwoordelijkheid als ??n van de groot-
ste voordelen van ketensamenwerking. "Het is een prachtige verande-
ring. Doordat ieder een identiek einddoel voor ogen heeft, willen de
betrokken partijen allemaal voor hetzelfde gaan. Daar komt nog bij dat
we niet alles meer zelf hoeven te bedenken. Twee weten altijd meer
dan ??n."
CONTINU?TEIT
Dan is er nog het voordeel van de continu?teitsverwachting, ook gele-
gen in de hoek van de procesvernieuwingen. "We hebben natuurlijk niet
automatisch een contract voor alle toekomstige projecten. Maar door-
dat we zo intensief met een opdrachtgever samenwerken, ontstaat veel
vertrouwen. We bouwen iets met elkaar op. Dat speelt een grote rol bij
de gunning van projecten. Uiteindelijk profiteert iedereen daarvan. De
opdrachtgever weet wat hij kwijt is, de opdrachtnemer weet dat hij in
ieder geval kan rekenen op deze opdracht, en de bewoner weet
wanneer hij welke mensen over de vloer krijgt. Door verdere optimalisa-
tie van dit samenwerkingsproces zullen renovaties in de toekomst nog
sneller, slimmer en goedkoper kunnen. Zo gaat er minder geld verloren
en gaat er dus per saldo meer budget naar de woningen."
Schepens ziet procesmatige vernieuwing ook als de belangrijkste
manier om zich te onderscheiden van andere bedrijven in de markt. "De
Bonth van Hulten maakt niet het verschil met de technische invulling
van projecten, maar wel met een innovatieve manier van samenwerken.
Techniek wordt steeds minder bepalend in de toekomst. Processen
krijgen de aandacht, voorziet Jark Schepens. "Dat komt onder meer
door de krimpende budgetten bij opdrachtgevers. Daardoor zal de
focus verschuiven en is er bijvoorbeeld minder ruimte voor uitge-
breide en dure schilrenovaties. Er zal meer aandacht zijn voor groot-
onderhoudsprojecten", zegt hij. Hij is directeur van het 120 jaar oude
de Bonth van Hulten, traditioneel een restauratiebedrijf, maar al tien-
tallen jaren actief in de renovatiesector. "Woningcorporaties kijken
met de hand op de knip steeds meer naar hoeveel tijd en dus ook
geld ze in een woning willen steken. Maar de belangrijkste innovaties
in de renovatiesector zitten de komende jaren in het proces, niet in de
techniek."
VERANTWOORDELIJKHEID
Een voorbeeld daarvan is ketensamenwerking, dat de afgelopen jaren
de belangrijkste procesinnovatie vormde. Ook de Bonth van Hulten
werkt op deze manier. Zo voert het bouwbedrijf op dit moment samen
met woningcorporatie WonenBreburg een renovatieproject uit aan de
Pijnboomstraat in Breda. "Het is voor ons de eerste keer dat we zo'n
vergaande samenwerking met een corporatie aangaan. Samen met de
opdrachtgever ontwikkelen we de uitwerking van de vraag. Wonen-
Breburg kwam met een programma van eisen dat op een zo goed
mogelijke manier wordt uitgewerkt. Dat vraagt om een andere inspan-
ning; we moeten bijvoorbeeld de rol als traditionele hoofdaannemer
loslaten en de ketenpartners al vroeg in het proces betrekken bij het
project. Zo krijgen we gedeelde verantwoordelijkheid." En de keten-
partners en onderaannemers kunnen op hun eigen manier ook weer
waarde toevoegen aan het project. "We werken in dit project bijvoor-
CV JARK SCHEPENS
1974 geboren in Eersel
1993-1997 bachelor economie,
Fontys Hogescholen Eindhoven
1997-1998 bedrijfsmakelaar,
DTZ Zadelhoff
1998-2002 woningbouwontwik-
kelaar, Bouwfonds
2002-2005 commercieel mana-
ger, Moeskops' bouwbedrijf bv
2005-2010 commercieel adjunct-
directeur, Ballast Nedam Bouw
& Ontwikkeling bv
2006-2009 postdoctoraal Master
of Real Estate, TU Eindhoven
2010-2012 hoofd commercieel
vastgoed, BAM Utiliteitsbouw bv
2012-heden statutair directeur
de Bonth van Hulten bv
2013-heden statutair directeur
Van de Ven Bouw en Ontwikke-
ling bv
Ketensamenwerking is een
prachtige verandering
nr 5 2014interview jark schepens 9
Dat betekent bijvoorbeeld dat we de taal spreken van de bewoners.
Onbewust hebben we dat altijd al gedaan, maar het komt ons nu heel
goed van pas in de renovatiepraktijk."
DILEMMA'S
Ondanks de vele voordelen van ketensamenwerking ziet Schepens ook
dilemma's. Voor zijn organisatie is het bijvoorbeeld nieuw om volledig
financieel inzicht te geven in de doorbelasting van organisatiekosten
naar een project. "Het gaat er daarbij niet alleen om dat we ons niet
graag in de kaarten laten kijken. Ook organisatorisch is het nieuw. We
moeten dat financieel helemaal uitpluizen. Maar het is zeker verhelde-
rend om eens te kijken welke kosten we nou precies maken voor zo'n
project. Daar komt het aspect van vertrouwen nog bovenop. Voor het
project Pijnboomstraat geven we niet rechtstreeks WonenBreburg
inzicht in onze kosten, maar een tussenpersoon." Die persoon is Dirk
Zuiderveld van Noorderberg & partners en werkt met de Activity Based
Costing-methode. Schepens: "De ABC-methode dwingt ons om heel
nauwgezet te kijken naar de kosten binnen de eigen organisatie. Elke
post wordt gekoppeld aan een kostenpost in het project."
Het volgende dilemma dat hij benoemt, gaat wederom over vertrouwen.
"In korte tijd moeten we intensief gaan samenwerken met onze keten-
partners en de opdrachtgever. Als ??n van onze partners of onderaan-
nemers zijn afspraken niet nakomt, hebben we daar allemaal last van.
Om die reden vraagt deze manier van samenwerken vertrouwen van
iedereen."
RUGDEKKING
In project Pijnboomstraat wordt voor het eerst ervaring opgedaan met
het werken zonder projectopzichter. Deze persoon houdt normaal
gesproken de werkzaamheden van de aannemer nauwlettend in de
gaten en hakt bij eventuele discussies de knoop door. "De Bonth van
Hulten heeft daar nog geen ervaring mee. Het betekent dat we zelf
keuzen moeten maken en dat we bewoners met een probleem niet
kunnen doorverwijzen naar de woningcorporatie. Er is afgesproken dat
we rugdekking krijgen van WonenBreburg. Zij informeert vooraf de
bewoners dat de uitvoerder van de Bonth van Hulten dit mandaat heeft.
We moeten namelijk voorkomen dat bewoners woningcorporatie en
aannemer tegen elkaar uitspelen om dingen voor elkaar te krijgen.
Bijvoorbeeld in het geval een bewoner vraagt om een nieuwe badkamer
en daar geen recht op heeft, zullen we dat nu met goede argumenten
zelf aan hem moeten uitleggen."
Doordat er geen projectopzichter vanuit de opdrachtgever is betrokken,
verschuift volgens Schepens heel duidelijk de verantwoordelijkheid.
"Het betekent in principe dat we als slager ons eigen vlees keuren.
Afspraken over de kwaliteit zijn vooraf gemaakt en we moeten er zelf
voor zorgen dat het gerealiseerde daaraan voldoet. Dit wordt gelukkig
makkelijk ondervangen door de continu?teitsverwachting. We willen
natuurlijk graag een langdurige samenwerking met een opdrachtgever.
Die ontstaat niet als we niet goed hebben gepresteerd."
Door veranderende rollen in het renovatieproces stelt Schepens ook
andere eisen aan zijn personeel. Hij moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat
het project snel en goed wordt gerealiseerd en dat de bewoners tevre-
den zijn. "Deze nieuwe manier van werken plus de verantwoordelijkheid
die daarbij komt kijken, kun je niet aan zomaar iedereen overlaten. Het
vraagt nogal wat, met name van onze uitvoerders. Zij nemen naast hun
eigen taken in wezen ook de rol van projectopzichter over van de woning-
corporatie. Voor dit soort projecten is het persoonlijke karakter van de
uitvoerder in feite belangrijker dan zijn technische knowhow. Hij moet
grenzen kunnen aangeven en vooral duidelijk kunnen en durven zijn. Aan
de ene kant vraagt dat om een vorm van zakelijkheid die niet iedere
uitvoerder heeft; aan de andere kant betekent het dat hij heel goed moet
kunnen communiceren."
AFHANKELIJKHEID EN COMMITMENT
Het idee dat de verantwoordelijkheid voor het product bij de bouwer
moet liggen, past volgens Schepens bij corporaties die zich weer op
hun kerntaken gaan richten. Deze beweging is duidelijk zichtbaar bij
renovatieprojecten. "Corporaties willen zich steeds meer bezighou-
den met de verhuur en het beheer van sociale woningbouw. Ze gaan
dus terug naar de basis, dat is onontkoombaar. Daardoor zijn ze meer
en meer aangewezen op partners." Het gevolg hiervan is dat er de
komende jaren meer afhankelijkheid ontstaat tussen woningcorpora-
ties en aannemers. "Als je als partij veel zaken uitbesteedt, komt
kennis ook bij je partners terecht. Misschien dat corporaties om die
reden wel afscheid gaan nemen van hun ontwikkeltak. Het kost name-
lijk veel tijd en geld om de kennis over bouw en renovatie binnen een
corporatie op peil te houden. En als je er eenmaal mee bent gestopt,
bouw je die niet snel weer op." Hij benadrukt daarbij dat die afhanke-
lijkheid wederzijds is. Renovatie is immers een belangrijk onderdeel
voor de Bonth van Hulten en om die reden is het afhankelijk van
woningcorporaties voor opdrachten.
Hij ziet het niet gebeuren dat zijn bedrijf renovatieprojecten in de
toekomst links laat liggen om zich weer te kunnen richten op andere
activiteiten. Dat geldt naar zijn idee niet voor de hele bouwsector. "Ik
kan me wel voorstellen dat bedrijven die in renovatie zijn gestapt
omdat het slechter gaat met nieuwbouw, zich op termijn weer op
nieuwbouw gaan richten. Zij vinden het vertrouwder en daarmee is het
misschien winstgevender. Ook denk ik dat dit een van de belangrijkste
redenen is waarom corporaties voor ons kiezen. Wij committeren ons
echt aan renovatie."
Commitment en wederzijdse afhankelijkheid dus; als het aan Schepens
ligt voorwaarden van betekenis voor vernieuwing in de renovatiesector.
"Als je de kans krijgt om gezamenlijk meerdere projecten uit te voeren,
bouw je samen kennis op die waardevol is. Je bouwt expertise op in
samenwerking en weet al wie wat wanneer doet. Het maakt bovendien
de kans op herhaalbare concepten groter." Een andere beweging die hij
waarneemt, is dat corporaties de verantwoordelijkheid over het
gemaakte bij bouwers willen laten. "Ze zijn minder bereid de risico's in
de bouwsector op zich te nemen. Dat zie je niet alleen bij renovatiepro-
jecten; de vraag naar dagelijks en mutatieonderhoud wordt ook steeds
groter. En de uitvraag bij projecten is veel minder omkaderd, zodat we
als bouwer veel meer ruimte hebben voor eigen inbreng. We kunnen
bijvoorbeeld in overleg bepalen of we de dakpannen in een renovatie-
project vervangen of dat we ze schoonmaken en terugleggen. Wat
goedkoper is en welke overwegingen hierbij een rol spelen, wordt
samen beslist. En omdat wij uiteindelijk zelf verantwoordelijk zijn voor
wat we maken, lopen wij vervolgens ook het risico", besluit hij.
Persoonlijke karakter van de
uitvoerder is belangrijker dan
zijn technische knowhow
Reacties