Sinds het vorige decennium heeft een grote variëteit aan ventilatiesystemen en -regelingen hun intrede gedaan in de Nederlandse bouw. Tot midden jaren 90 bestond een ventilatiesysteem voor een nieuwbouwwoning vrijwel standaard uit toevoerroosters in de gevel en een mechanisch afvoersysteem met afzuigpunten in de natte ruimten. Uit onderzoek blijkt dat er met de luchtkwaliteit in deze woningen niets mis is. Dat roept de vraag op wat dan toch het nut is van de nieuwe systemen. Het antwoord hierop is energiebesparing. Met het nauwkeuriger worden van de systemen zijn ze ook zuiniger geworden.
Energiezuinig ventileren 40 Artikel
5
Door de intrede van de EPN in 1995 ontstond er behoefte aan ventileren
met gebruikmaking van zo min mogelijk energie. Het aandeel van ventilatie
op het totale energieverbruik was namelijk aanzienlijk. Deze energie wordt
enerzijds gebruikt voor het transporteren van de lucht (ventilatoren) en an-
derzijds om de koude lucht te verwarmen die tijdens het stookseizoen de
lucht die wordt afgevoerd moet `vervangen'. Het totaal resulteerde in een
aandeel ventilatie-energie van ongeveer 40 procent van het totale energie-
verbruik. Door verschillende leveranciers werden diverse oplossingen be-
dacht om hier iets aan te doen. Hierbij was het zaak om de goede luchtkwa-
liteit te handhaven maar het energieverbruik zoveel mogelijk te beperken.
Twee manieren
In hoofdzaak zijn er twee manieren om energieverbruik bij ventilatie te mini-
maliseren: warmteterugwinning en vraaggestuurde ventilatie. De principes
zijn eenvoudig. Bij warmteterugwinsystemen wordt de binnenkomende
lucht opgewarmd met de warmte van de uitgaande lucht. Op deze manier
hoeft er nog slechts minimaal energie te worden toegevoegd. Bij vraagge-
stuurde ventilatie schuilt de energiebesparing in het minimaliseren van de
ventilatiestroom. Door op het juiste moment, op de juiste plaats en met de
juiste capaciteit te ventileren is er gemiddeld genomen beduidend minder
lucht nodig voor een goede luchtkwaliteit. Dat betekent ook minder lucht
die opgewarmd hoeft te worden en dus minder energieverlies. Voor beide
principes zijn systemen leverbaar met naar keuze centrale of decentrale
luchttoevoer. Verder zijn er combinaties van de twee principes mogelijk.
De ontwikkelingen op het gebied van ventilatieregelingen hebben zich in
hoofdzaak afgespeeld op het terrein van de vraagsturing. Er zijn verschil-
lende methodes om de ventilatie af te stemmen op de vraag. In zijn alge-
meenheid geldt hierbij hoe nauwkeuriger dit gebeurt hoe meer energie er
bespaard kan worden.
De meest eenvoudige vorm van regelen is een handmatige bediening
waarmee het ventilatiesysteem in verschillende regelstanden gezet kan
worden. Dit type regeling vraagt echter om een actief ventilatiegedrag van
de bewoners. In de praktijk is de energiebesparing van deze manier van
ventileren zeer beperkt. Om de bewoner enigszins te helpen zijn er pro-
grammeerbare schakelaars ontwikkeld. Deze zijn voor te programmeren
met het normale gewenste gebruik van het ventilatiesysteem. Veel van
deze schakelaars hebben de eigenschap dat een handmatige interventie
na afloop van een timer automatisch wordt overruled. Dit voorkomt dat een
systeem nodeloos in de hoogstand blijft staan.
Toevoer
De hierboven benoemde regelingen hebben over het algemeen alleen be-
trekking op de afvoer. Het is natuurlijk beter als ook de toevoer wordt ge-
regeld, zodat er evenveel lucht binnenkomt als er uit gaat. Bij een centraal
geregeld systeem (bijvoorbeeld een mechanische wtw unit) gebeurt dit au-
tomatisch. Bij decentrale toevoersystemen zal er een koppeling tussen
toe- en afvoer gemaakt moeten worden of moet er op lokaal niveau balans
worden onderhouden door de ventilatie-units. Maar, met deze balans zijn
we er echter nog niet. Bij een vraaggestuurd systeem moet immers niet
alleen een balans worden onderhouden, maar moet de hoeveelheid venti-
latie ook afgestemd worden op de vraag.
Er zijn bij diverse systemen tijdgestuurde varianten be-
schikbaar waarbij middels een (centrale) regelunit de
toe- en afvoer worden aangestuurd. De bewoner kan de
programmering veelal zelf be?nvloeden. Bij decentrale
systemen kan de toevoer per ruimte worden geregeld;
bij centrale systemen bestaat deze mogelijkheid meestal
niet, maar wordt wel steeds vaker een meerzonesy-
steem ontworpen met bijvoorbeeld een apart regelbare
zone op de begane grond en op de eerste verdieping.
De nauwkeurigheid van tijdsturing blijft echter beperkt.
Bewoners kunnen natuurlijk proberen het dagelijks ge-
Verdiepingsreeks Toolkit Duurzame Woningbouw
Energiezuinig ventileren
Sinds het vorige decennium heeft een grote vari?teit
aan ventilatiesystemen en -regelingen hun intrede
gedaan in de Nederlandse bouw. Tot midden jaren 90
bestond een ventilatiesysteem voor een nieuwbouw-
woning vrijwel standaard uit toevoerroosters in de
gevel en een mechanisch afvoersysteem met afzuig-
punten in de natte ruimten. Uit onderzoek blijkt dat er
met de luchtkwaliteit in deze woningen niets mis is. Dat
roept de vraag op wat dan toch het nut is van de nieuwe
systemen. Het antwoord hierop is energiebesparing. Met
het nauwkeuriger worden van de systemen zijn ze ook
zuiniger geworden.
Toolkit Duurzame Woningbouw
De tweede editie van de Toolkit Duurzame Woningbouw (uitgeverij
?neas) is geschreven door Pieter Hameetman, Frans de Haas en Ad van
der Aa. Deze uitgave wordt gezien als een `levend' document dat perio-
diek zal worden bijgesteld op basis van nieuwe inzichten. In de Toolkit
kunnen niet alle aspecten tot in detail worden behandeld. Daarom worden
specifieke thema's verder uitgediept in een zogenaamde verdiepings-
reeks. Dit artikel is het vijfde in deze serie. Op www.toolkitonline.nl vindt u
aanvullende informatie over de Toolkit en de bestelgegevens.
Energiezuinig ventileren 41 Artikel
Andr? Meester.
Andr? Meester is werk-
zaam als directeur van
Alusta Natuurlijke Venti-
latietechniek BV. Info:
www.alusta.com.
biedt echter minder nauwkeurigheid dan meting in alle ruimtes.
Als dan eenmaal is bepaald waar geventileerd moet worden is het nog wel
de vraag met welke capaciteit dit moet gebeuren. Sommige systemen re-
gelen afhankelijk van de CO2-concentratie gewoon wel of niet hun nomi-
nale capaciteit, maar er zijn ook systemen waarbij de capaciteit variabel is
en dynamisch wordt afgestemd op de mate van vervuiling. Zeker in ruimtes
waar de bezetting nogal eens wijzigt biedt dit grote voordelen.
De `jacht' naar energiebesparing heeft dus geleid tot een uitgebreid aan-
bod van energiebesparende vraaggestuurde ventilatiesystemen. De on-
derlinge vergelijking is veelal moeilijk. Als vergelijkende middel wordt vaak
het effect op de EPC ingezet. Omdat fabrikanten vaak uitsluitend hun
hoogst mogelijke verlaging van de EPC presenteren, moet hier enige voor-
zichtigheid worden betracht. Om een goede vergelijking tussen systemen
te maken moet het energiebesparende effect (verlaging EPC) voor een
specifieke woning altijd worden doorgerekend. Als de verschillende opties
op een woning zijn doorgerekend geldt dat de beste regeling ook tot het
grootste energiebesparende effect zal leiden.
bruik van de woning correct vast te leggen, maar het gebruik van de wo-
ning zal in de praktijk niet iedere dag gelijk zijn. De ventilatie-capaciteit zal
daardoor meestal iets afwijken van de werkelijk benodigde capaciteit.
Daarnaast zijn er ook klimatologische omstandigheden van invloed. Veel
wind zal bijvoorbeeld gepaard gaan met grotere drukverschillen die door
de lekken in de woning weer leiden tot grotere volumestromen. Bij dit type
systeem wordt hiervoor niet gecompenseerd. Tijdgestuurde regelingen le-
veren zondermeer een ruime verbetering op ten aanzien van handmatig
bediende systemen maar hebben wel hun beperkingen.
Een betere methode om automatisch te bepalen waar en wanneer er ge-
ventileerd moet worden is aanwezigheidsdetectie. Deze vorm van detectie
is relatief goedkoop en biedt een beter resultaat dan voorprogrammering.
Nadeel is wel dat het detecteren van personen wel iets zegt over de be-
hoefte aan ventilatie, maar niet over de mate waarin geventileerd moet
worden. Deze vorm van ventilatie is prima bruikbaar voor ruimtes met een
redelijk vaste bezetting, maar minder voor ruimtes met wisselende bezet-
tingen.
Luchtkwaliteit
De beste wijze voor het bepalen van de ventilatievraag is het meten van de
luchtkwaliteit. Een goede methode voor het bepalen hiervan is het meten
van de CO2-concentratie. Een CO2-gestuurd ventilatiesysteem heeft daar-
naast als voordeel dat deze automatisch compenseert voor lekken in de
woning. Als de luchtkwaliteit als gevolg van lekken of geopende ramen al
goed is, hoeft het systeem niet geactiveerd te worden.
Er zijn diverse CO2-gestuurde regelingen op de markt beschikbaar. In de
meest nauwkeurige uitvoering wordt de luchtkwaliteit in iedere verblijfs-
ruimte gemeten en wordt lokaal de capaciteit afgestemd. Daarnaast zijn er
ook regelingen waarbij slechts op ??n punt wordt gemeten. Meestal ge-
beurt dit op een centrale plaats aan de afvoerkant. Deze laatste regeling
Naarmate de nauwkeurigheid van de
ventilatieregeling toeneemt kan er meer
energie bespaard worden.
Reacties