Steeds meer kantooreigenaren en beleggers kiezen voor duurzame renovatie van een bestaand kantoorgebouw. Een noodzakelijke ontwikkeling, volgens deskundigen, omdat energieverslindende gebouwen nu al nauwelijks meer te verhuren zijn. De overheid stimuleert duurzaam renoveren met financiële voordelen, zoals de Energie Investeringsaftrek (EIA).
duurzaam renoveren in kantoren nr 3 2011 35
duurzaam renoveren
in kantoren
dan nieuwbouw, stelt Rob Smit, adviseur van Agentschap NL. "Met
betrekkelijk eenvoudige maatregelen kun je een energieverslindend
kantoorgebouw uit de jaren zeventig zo energiezuinig maken dat je
energielabel vier of vijf stappen verbetert. Dat scheelt enorm in de
energiekosten. Tegelijkertijd behoud je hiermee andere voordelen van
het pand zoals de aantrekkelijke ligging, en ben je bezig met verant-
woord ondernemen."
Steeds meer kantooreigena-
ren en beleggers kiezen
voor duurzame renovatie
van een bestaand kantoor-
gebouw. Een noodzakelijke
ontwikkeling, volgens
deskundigen, omdat ener-
gieverslindende gebouwen
nu al nauwelijks meer te
verhuren zijn. De overheid
stimuleert duurzaam renove-
ren met financi?le voorde-
len, zoals de Energie Inves-
teringsaftrek (EIA).
tekst sigrid van den berg
foto's DHV
Het rapport `Van veel te veel ? De markt voor Nederlands commercieel
onroerend goed' (DTZ Zadelhoff, januari 2011) bewijst wat velen al
vermoedden: van de huidige voorraad kantoorruimte staat veertien
procent leeg, terwijl er voortdurend nieuwe kantoren worden gebouwd.
Alhoewel steeds meer bedrijven voor renovatie van een bestaand pand
kiezen, blijven er nog veel kansen liggen om lege kantoorgebouwen
duurzaam te renoveren. En dat terwijl slim renoveren vaak goedkoper is
duurzaam renoveren in kantoren36 nr 3 2011
NEuzEN DEzElfDE kANt op
Dat er toch vaak voor nieuwbouw wordt gekozen, heeft volgens Smit
verschillende oorzaken. "Ten eerste de uitstraling van een nieuw pand;
huurders zijn daar nogal gevoelig voor. Men vergeet meestal dat je bij
renovatie ook de complete gevel kunt vernieuwen, en als je het slim
aanpakt kun je nog gewoon doorwerken in het pand ook", stelt hij.
Daarnaast zijn veel partijen niet bekend met energiebesparende tech-
nieken en maatregelen, en ook niet met de financi?le ondersteuning die
je daarbij kunt krijgen. Tot slot lijkt het soms eenvoudiger om te kiezen
voor nieuwbouw. Smit: "Bij een duurzame renovatie is het belangrijk
dat vanaf de eerste haalbaarheidsstudie tot zelfs ?n de gebruiksfase van
het gerenoveerde pand alle neuzen dezelfde kant opstaan. Namelijk die
van het einddoel: een duurzaam gerenoveerd pand met de gewenste
uitstraling, een goed binnenklimaat, een prettige en effectieve werkom-
geving, en een goede bereikbaarheid."
twEEDE lEvEN
Advies- en ingenieursbureau DHV is een van de bedrijven die kozen
voor renovatie in plaats van nieuwbouw. Het hoofdkantoor in Amers-
foort dateert uit 1971 en was destijds ? met de eerste grote kantoor-
tuin van Nederland ? een vernieuwend pand. Ook met de blik van
vandaag was er altijd al sprake van een duurzaam kantoorgebouw,
vertelt projectdirecteur Leo Janssen. "We konden het vrij gemakkelijk
een tweede leven geven. Het ontwerp en materiaalgebruik waren heel
minimalistisch. De vorm zorgde voor relatief lage energielasten: het
pand heeft weinig gebouwschil en veel inhoud." Toch verouderde het
pand met de jaren, en de energielasten stegen omdat dubbel glas en
andere isolatiemaatregelen ontbraken. Een renovatie lag voor de hand.
"We hebben slechts kort over nieuwbouw gesproken. Als bureau zijn
we gespecialiseerd in duurzaamheidvraagstukken. Dan wil je natuurlijk
zelf het goede voorbeeld geven en laten zien wat er mogelijk is. Boven-
dien maakte een rekensom al snel duidelijk dat renovatie voordeliger
was: een kwart van de kosten in vergelijking met nieuwbouw", legt
Janssen uit.
DHV koos voor een duurzame renovatie waarbij een integraal ontwerp
van het `nieuwe' gebouw centraal stond. Er werd dus niet alleen dubbel
glas geplaatst, maar tegelijkertijd gekeken naar de gehele gevel, het
dak en de installaties, met als doel zo veel mogelijk energie te bespa-
ren. "Dat vraagt wel wat van je organisatie in de ontwerpfase", zegt
Janssen. "Je bent meer tijd kwijt aan onderzoek en afstemming: wat ga
je aanpakken en wat niet? Maar uiteindelijk leverde deze werkwijze ons
een energiebesparing op van ruim 100.000 euro per jaar en een ener-
gielabelsprong van G naar A." Volgens de projectdirecteur zou duur-
zame renovatie voor veel meer bedrijven een serieuze optie moeten
zijn. "Als de betonstructuur van een pand op orde is ? technisch en qua
maatvoering ? en het pand voldoet aan de functionele wensen van de
gebruiker, dan kan het heel voordelig zijn een kantoor te renoveren."
Lastig daarbij zijn eventuele belangentegenstellingen tussen huurder en
eigenaar, geeft hij toe. `Soms zijn er meerdere huurders met verschil-
lende contracten, een beheerder, eigenaar, belegger, de gemeente. Het
kost tijd om alle partijen op ??n lijn te krijgen. Maar het loont. Nu wordt
renovatie nog vaak te snel afgeserveerd."
MEESt kANSrIjk
Sinds dit voorjaar zit ook FrieslandCampina in een modern gebouw in
Amersfoort. Eigenaar van het volledig gerenoveerde pand is het Spoor-
wegpensioenfonds (SPF). Bauke Robijn, asset manager vastgoedbeleg-
ENErgIE EN gEbouwDE oMgEvINg
Door duurzaam bouwen, renoveren en beheer van
gebouwen kan veel winst worden behaald; het
binnenmilieu verbetert, de productiviteit gaat
omhoog, het bedrijfsimago vaart er wel bij en de
energierekening gaat omlaag. Agentschap NL helpt
beleggers, projectontwikkelaars, eigenaren en eind-
gebruikers deze winst te verzilveren.
Het Platform Duurzame Huisvesting wil de katalysa-
tor zijn bij het verduurzamen van bestaande utili-
teitsbouw door samenwerking in de huisvestingske-
ten te stimuleren. Agentschap NL ondersteunt en
faciliteert dit platform.
duurzaam renoveren in kantoren nr 3 2011 37
gingen, vertelt: "Het kantoor heeft twee jaar leeggestaan. Nadat de
vorige huurder AkzoNobel was vertrokken, konden we niet meteen een
nieuwe huurder vinden. Het gebouw was zo verouderd dat maar weinig
mensen daar doorheen konden kijken. We hebben alles onderzocht:
verhuren in oude staat, transformeren tot woningen, renoveren en
slopen. Renoveren was het meest kansrijk, maar uiteraard wel afhanke-
lijk van het vinden van een huurder. Toch hadden we daar vertrouwen in,
omdat de locatie tegenover het station perfect is, er veel parkeerplaat-
sen zijn en het gebouw op een grote, groene kavel staat." Toen SPF
Beheer eenmaal gekozen had voor een renovatie op risico, diende
FrieslandCampina zich aan. Het bedrijf zag de mogelijkheden van het
gebouw en de forse renovatie, en besloot met SPF Beheer in zee te
gaan. Anderhalf jaar later is het gebouw onherkenbaar veranderd.
"Vaak wachten eigenaren en beleggers tot een huurder aanklopt. Ik zou
ervoor willen pleiten al eerder te starten met renoveren. Locatie is alles.
Als de locatie van een gebouw goed is en je kiest voor een grondige,
duurzame renovatie, dan kun je er zeker van zijn dat ze straks in de rij
staan voor je gebouw", meent Robijn. Gedurende het hele renovatie-
traject trokken SPF Beheer en FrieslandCampina samen op. "Uiteinde-
lijk hadden we hetzelfde doel", gaat hij verder. "FrieslandCampina wilde
graag een duurzaam gebouw en wij wilden rendabel in het pand investe-
ren. Dat dit elkaar niet tegenspreekt, zoals veel mensen denken,
bewijst dit gebouw. De investeringen die we hebben gedaan, verdienen
we relatief snel terug doordat we een hogere huurprijs hebben afge-
sproken. Dat konden we doen, omdat FrieslandCampina enorm
bespaart op de energiekosten. Het gebouw is namelijk van energielabel
G naar A+ gegaan. Bovendien kan het nu weer jaren mee. Duurzaam-
heid is niet langer iets voor trophy buildings, maar steeds vaker een
vereiste voor kantoorgebouwen. Over vijf jaar is een niet-duurzaam
pand niet meer verhuurbaar, net zoals een pand zonder lift dat nu al is."
DuurzAAM bouwEN
Robijn en Janssen benadrukken beiden het belang van duurzaam
bouwen in de toekomst. Daarmee doelen ze op het bouwen voor meer-
dere functies ? kantoren, woningen, ziekenhuizen ? in plaats van voor
??n bestemming. Robijn: "We hebben overwogen om van het kantoor-
gebouw in Amersfoort woningen te maken, maar dan moest het
bestemmingsplan veranderd worden. Dat neemt zo veel tijd in beslag,
dat het te veel renteverlies oplevert." Ook bij DHV buigen ze zich graag
over de functiewisseling van gebouwen, iets wat nu meestal gepaard
gaat met een flinke renovatie, maar in de toekomst misschien steeds
eenvoudiger gerealiseerd kan worden. Janssen is positief over de
ontwikkelingen in de markt. "Een duurzaam gebouw met een goed label
levert tegenwoordig echt een hogere huurprijs op." Dit blijkt ook uit
recent onderzoek van de Universiteit Maastricht en de Erasmus Univer-
siteit Rotterdam, ondersteund door DTZ Zadelhoff en Agentschap NL.
Duurzame gebouwen met energielabel C of hoger brengen gemiddeld
een 6,5 procent hogere huurprijs op dan niet-groene kantoren met label
D of lager. "Je ziet nu dat beleggers en eigenaren steeds meer doen
om leegstand te voorkomen. Ook de overheid stelt zich actief op",
vindt Janssen. Zo stuurde minister Schultz van Haegen in maart 2011
ENErgIE INvEStErINgSAftrEk
De Energie Investeringsaftrek (EIA) is een fiscaal
instrument bedoeld voor het stimuleren van investe-
ringen in energiebesparing of duurzame energie.
Met de EIA kan 41,5 procent van de investerings-
kosten afgetrokken worden van de fiscale winst
(peildatum 2011). Het directe financi?le voordeel is
afhankelijk van het belastingpercentage en is onge-
veer 10 procent van de goedgekeurde investerings-
kosten (peildatum 2011). Sinds 2009 is het mogelijk
om een pakket aan maatregelen als ??n investering
in te dienen voor de EIA. Voorwaarde is dat met het
pakket minimaal twee labelsprongen gemaakt
worden, dan wel dat label B bereikt wordt. De label-
sprong moet worden aangetoond met een maat-
werkadvies.
MIlIEu-INvEStErINgSAftrEk
De Milieu-investeringsaftrek (MIA) werkt hetzelfde
als de EIA, maar is gericht op milieumaatregelen.
Het MIA-percentage varieert tussen 13,5 en 36
procent, afhankelijk van de techniek (peildatum
2011). Technieken die voor de MIA in aanmerking
komen staan op de Milieulijst. Ook de VAMIL
(Willekeurige afschrijvingen milieu-investeringen)
maakt gebruik van deze Milieulijst. Met de VAMIL
kan 75 procent van een investering op een willekeu-
rig moment worden afgeschreven (peildatum 2011).
rEgElINg groENprojEctEN
De Regeling groenprojecten is bedoeld om projec-
ten te stimuleren die een positief effect hebben op
het milieu, zoals duurzame utiliteit- en woningbouw.
Een groenverklaring wordt geregeld via Agentschap
NL. Met deze verklaring lenen sommige banken
geld tegen een lagere rente. Vanwege een wijziging
in de Regeling groenprojecten per 1 januari 2011,
kunnen investeerders het beste zo vroeg mogelijk in
het investeringstraject informeren naar de mogelijk-
heden en voorwaarden van groenfinanciering bij
groenbanken en groenfondsen.
duurzaam renoveren in kantoren38 nr 3 2011
KENNIS-
PLATFORM
BESTAANDE
BOUW
KANTOREN INTERVIEW JIM SCHUYT PROJECT BEST DUURZAAM RENOVEREN KANTOREN INTERVIEW JIM SCHUYT
#03 september 2011
het actieprogramma Aanpak Leegstand Kantoren naar de Tweede
Kamer, het resultaat van overeenstemming tussen gemeenten, provin-
cies, banken, beleggers, ontwikkelaars en het Rijk. Met als belangrijk-
ste thema's: bestaande leegstand bestrijden, de kantorenmarkt weer
gezond maken, en vraag en aanbod beter afstemmen door terughou-
dend te zijn met nieuwbouw.
fINANcIEEl ovErzIcht
Naast het actieprogramma zijn er financi?le maatregelen om duurzaam
renoveren te stimuleren. Volgens Rob Smit van Agentschap NL is het
belangrijk in een vroeg stadium van het bouwtraject ? als de beslissing
over het pand nog genomen moet worden ? een goed financieel over-
zicht te hebben van de alternatieven. "Sinds 2009 is het mogelijk om
maatregelen die de energieprestatie van een gebouw verbeteren als
??n pakket aan te melden voor de Energie Investeringsaftrek. Dit levert
een behoorlijk fiscaal voordeel op, waarmee je in je investeringsvoorstel
al rekening kunt houden", zegt hij. DHV maakte gebruik van deze aftrek
en verdiende hiermee netto tien procent van de investeringen terug.
Ook leende het bedrijf voordelig via de Regeling groenprojecten. "Met
betrekkelijk eenvoudige maatregelen, zoals na-isolatie van gevel en
dak, dubbel glas en warmteterugwinning uit ventilatielucht, kun je al een
enorme labelsprong maken. Met een energieprestatieadvies (EPA) kun
je vervolgens in aanmerking komen voor de EIA", verklaart Smit. Mits
je winst maakt, want dat is een voorwaarde voor het benutten van de
EIA. SPF Beheer kon als institutionele belegger geen gebruikmaken van
deze aftrek. Toch gaat de organisatie verder met het verduurzamen van
haar vastgoed. "Niet alleen uit principe, maar ook omdat het goed is
voor het rendement en het risico van onze vastgoedbeleggingen. Dank-
zij de investeringen besparen onze huurders veel geld en realiseren wij
een goed rendement", besluit Robijn.
ESco
Vanuit financieel oogpunt is h?t grote knelpunt bij
duurzaam investeren de split incentive: de investeer-
der ontvangt niet de revenuen uit de energiebespa-
ring, waardoor terugverdienen van de maatregel niet
mogelijk is. Een Energy Service Company (ESCo) kan
hiervoor een oplossing zijn. Een ESCo investeert in
energiebesparende maatregelen en neemt daarmee
het financi?le risico. De ESCo wordt afgerekend op
basis van een prestatiecontract, waarin afspraken zijn
gemaakt over de te verwachten energiebesparing. Op
deze manier is energiebesparing met gesloten beurs
mogelijk. Als een ESCo een profitorganisatie is, kan
deze gebruikmaken van de fiscale instrumenten EIA
en MIA. Hiermee is een ESCo ook een oplossing
voor het verkrijgen van fiscaal voordeel voor gebou-
wen van non-profitorganisaties, zoals overheidsge-
bouwen en zorg- en onderwijsinstellingen.
colofon
colofoN
Dit vakblad is onderdeel van renda, kennis-
platform bestaande bouw. Het vakblad
verschijnt 4x per jaar en 2x per jaar verschijnt
een themanummer.
rEDActIE
Martin Liebregts (hoofdredacteur)
Wilbert Leistra (eindredacteur)
Janneke Klunder (bureauredacteur)
Tanja Bongers, Jan Willem van de Groep,
Sjoerd KlijnVelderman, Haico van Nunen, Bas
Sievers en Paul Terwisscha van Scheltinga
rEAgErEN?
Heeft u een vraag/opmerking over het blad?
Of wilt u reageren op een bepaald artikel?
Neem dan gerust contact met ons op.
Wij horen graag van u. renda@aeneas.nl
AAN DIt NuMMEr wErktEN MEE:
Sigrid van den Berg, Ingrid de Boer, Jeroen
Hatenboer, Sjoerd Meuleman, Jelle Persoon
en Eva-Marije Smits.
Bezorgklacht of onjuiste adressering? Laat
het ons weten en wij lossen het voor u op.
lezersservice@aeneas.nl
T 0411 65 00 83
uItgAvE
?neas, uitgeverij van vakinformatie bv
Postbus 101, 5280 AC, Boxtel
T 0411 65 00 85
www.aeneas.nl, mail@aeneas.nl
MEDIA-ADvIES
Fannie Groenen; F.Groenen@aeneas.nl;
T 0411 65 00 87.
Roy Faas; R.Faas@aeneas.nl;
T 0411 65 00 88.
rENDA worDt MEDE MogElIjk
gEMAAkt Door:
BAM woningbouw
Faay Vianen
Itho Daalderop
Wienerberger
trAffIc
Hanneke Schaap; H.Schaap@aeneas.nl;
T 0411 65 00 86.
vorMgEvINg
Twin Media bv, Rimke Bartels, Culemborg
lIDMAAtSchAp
Basis lidmaatschap (4x vakblad): gratis
Standaard lidmaatschap (platform): 250,-
ISSN 2211-5358
Deel uitmaken van een trans-
parant netwerk?
toegang tot renda voor al uw
medewerkers?
uw projecten en die van ande-
ren zorgvuldig gedocumen-
teerd en inzichtelijk gemaakt?
Neem een Corporate lidmaat-
schap op renda. U kunt hier-
voor contact opnemen met
Tomas van Wanrooij;
T.vanWanrooij@aeneas.nl;
T 0411 65 35 81.
Deel uitmaken van een
netwerk dat representatief is
voor de gehele bouwkolom?
Een communicatieadvies
op maat en meepraten over
de inhoud?
Word Partner of Premium
Partner van renda. Hiervoor
kunt u contact opnemen met
Fannie Groenen:
F.Groenen@aeneas.nl;
T 0411 65 00 87.
Altijd op de hoogte blijven van het
laatste renovatienieuws en van
alles omtrent renda?
Meld u aan voor de gratis nieuws-
brief op www.renda.nl. Word ook
lid van renda op LinkedIn!
www.rENDA.Nl
foto voor-
pagina:
DHTA, Utrecht
(pagina 30),
foto: Jeroen
Schoots
Reacties