Wat te doen met de voorraad uit de jaren zestig? Voor die opgave staat Sité Woondiensten uit Doetinchem. Samen met Bouwbedrijf EBU startte de corporatie een pilot waarin vier woningen werden gerenoveerd volgens de principes van PassiefBouwen. Het ging beide partijen vooral om het opdoen van ervaring en uit een gesprek met de betrokkenen blijkt dat het naar meer smaakt.
nr 4 2012 project20
Wat te doen met de voorraad
uit de jaren zestig? Voor die
opgave staat Sit? Woondien-
sten uit Doetinchem. Samen
met Bouwbedrijf EBU startte
de corporatie een pilot
waarin vier woningen
werden gerenoveerd volgens
de principes van Passief-
Bouwen. Het ging beide
partijen vooral om het
opdoen van ervaring en uit
een gesprek met de betrok-
kenen blijkt dat het naar
meer smaakt.
doetinchem
multatulistraat
project
tekst wilbert leistra
foto's carla debets en bouwbedrijf ebu
project 21nr 4 2012
Een geweldige manier om met innovatie bezig te zijn, noemt Wilbert
Ebbers de samenwerking tussen het Consortium E+ en Sit? Woondien-
sten. De directeur van Bouwbedrijf EBU in Doetinchem heeft het over
de PassiefHuis-renovatie van vier woningen aan de Multatulistraat in de
Achterhoekse gemeente. Voor alle betrokken partijen betrof het een
leertraject, van de vraag tot en met de uitvoering. "Wij hadden met het
Consortium E+ het E+-woningconcept voor nieuwbouw ontwikkeld,
toen Sit? Woondiensten met de vraag kwam: een mooi concept, maar
hebben jullie dat ook voor renovatie? Het was voor ons de eerste keer
dat we zo'n gerichte vraag kregen van een opdrachtgever. Samen
hebben we vervolgens anderhalf jaar verschillende scenario's bekeken
en er uiteindelijk vijf doorgerekend", vertelt Ebbers. "In feite zijn we
vrijblijvend van start gegaan", vult Willeke Marneth aan. "We waren
eigenlijk al best lang bezig voordat we de afspraken geformaliseerd
hebben en alle afspraken hebben vastgelegd. Zo waren wij ook nog niet
gewend om samen te werken. Maar ik moet zeggen dat het erg verhel-
derend werkt", aldus de projectleider van Sit? Woondiensten.
Doorzon
Een groot deel van de voorraad uit de jaren zestig van Sit? Woondien-
sten bestaat uit doorzonwoningen met een plat dak. De Doetinchemse
woningcorporatie was op zoek naar een manier om met name dit deel
van het woningbestand te kunnen verduurzamen. "De scenario's die we
ConSortiUm E+
Consortium E+ is een projectoverstijgend samen-
werkingsverband waarbij kennisdeling centraal
staat. De individuele bijdrage van de ketenpartners
wordt door alle partijen kritisch beoordeeld en in
gezamenlijke verantwoording verbeterd. Hierdoor
kunnen op basis van flexibele, gestandaardiseerde
concepten maatwerkoplossingen worden geboden.
In de samenwerking, en met name op het gebied
van informatie-uitwisseling, speelt BIM een belang-
rijke rol. Het consortium gebruikt de Lean-gedachte
om slimme en snelle maatwerkproducten te kunnen
leveren.
De deelnemers aan Consortium E+ zijn:
Architektengroep Gelderland
Bouwbedrijf EBU
Bouwvisie
Hogeschool Arnhem-Nijmegen
HtW Installatietechniek
Syntens
Wassink Installatie
nr 4 2012 project22
samen met EBU hebben bekeken, betroffen onder andere de uitstra-
ling, de levensduurverlenging, het energieverbruik en de consequenties
voor de huur", somt Marneth op. Dit heeft volgens Ebbers geleid tot
vijf verschillende concepten, vari?rend van conserveren tot energieposi-
tief wonen. "We hebben het concept E+ Revital genoemd en daar vijf
varianten van ontwikkeld. Het eerste concept betreft alleen conserve-
ren, schilrenovatie naar label A is concept 2, PassiefHuis-renovatie
concept 3, sloop en nieuwbouw met een EPC van 0,6 is concept 4 en
concept 5 is ook sloop en nieuwbouw, maar dan energieleverend en
met een EPC van minder dan 0,15", legt hij uit. "Sloop en nieuwbouw
was voor ons geen optie, omdat de woningen zeker qua plattegrond
voldoende kwaliteit bezitten", reageert Marneth. "De PassiefHuis-reno-
vatie was voor ons het concept met de hoogste ambitie op het gebied
van duurzaamheid. En dit concept heeft ook veel aandacht voor het
wooncomfort, terwijl concepten die uitgaan van een flinke installatie
vaak alleen worden toegepast om een gewenste energielabelsprong te
maken."
Pilot
Zowel Bouwbedrijf EBU als de woningcorporatie hadden geen ervaring
met PassiefHuis-renovatie. Een goede reden om eerst een pilotproject
te starten en dat vooral ook als een leertraject te beschouwen, dachten
de betrokkenen. "Het is weliswaar een pilot, maar de bewoners zijn
absoluut geen proefkonijnen", haast Marneth zich te zeggen. De vier
woningen aan de Multatulistraat in Doetinchem vormen gezamenlijk ??n
blok en hebben bewoners met verschillende achtergronden. "Omdat de
woningen nog twee jaar worden gemonitord, is het handig dat we te
maken hebben met verschillende huishoudsamenstellingen. Zo woont
op de ene hoek een oudere vrouw alleen die vrijwel altijd thuis is, in een
van de tussenwoningen woont een jongeman die zelden thuis is, daar-
naast een gezin met kinderen en op de andere hoek ook een gezin met
kinderen. Het monitoren gebeurt op basis van gebruikerservaringen en
daarnaast meten we of de verwachte energieprestaties uitkomen. We
beseffen terdege dat de monitorresultaten niet garant staan voor onze
complete doelgroep, maar het is zeker handig als we verschillende
resultaten van verschillende huishoudsamenstellingen met bijbehorende
leefpatronen hebben", aldus de projectleider. Ze benadrukt dat de
woningcorporatie ondanks de tot nu toe goed verlopen pilot nog steeds
nadenkt over de aanpak van haar voorraad. "Voorlopig is dit de enige
pilot, maar ook de resultaten van de monitoring zijn bepalend voor onze
uiteindelijke keuze."
BEWoonDE Staat
De pilot bestond uit een renovatie naar PassiefHuis-niveau in bewoonde
staat. De duur van de werkzaamheden zou drie weken bedragen.
"Vooraf hadden we ingeschat dat de bewoners weliswaar overlast
zouden ervaren, maar dat we die door de logistiek en routing tot een
minimum konden beperken. Op het moment dat 's ochtends de achter-
gevel zou worden verwijderd en 's middags het nieuwe hsb-gevelele-
ment zou worden geplaatst, kon de bewoner nog in de voorzijde van de
woning wonen, hadden we ingeschat. Maar vooral de combinatie met
het aanbrengen van de installatietechniek bleek te veel te vergen van
de bewoners", legt Ebbers uit. "Daar hebben we als corporatie direct
op geanticipeerd en de bewoners in een bungalowpark ondergebracht.
We wilden de proef uitvoeren in bewoonde staat, omdat we voor een
grote opgave staan. Als we die woningen allemaal gaan aanpakken,
hebben we te weinig wisselwoningen. En om nou maar alle bewoners
direct in een bungalowpark te plaatsen, is ook een kostbare oplossing.
Tijdens de evaluatie van de pilot moet blijken hoe we dit probleem het
beste kunnen tackelen, misschien wel door de planning wat minder krap
te kiezen", vertelt Marneth.
laBEl E
De woningen aan de Multatulistraat in Doetinchem zijn in het begin van
de jaren negentig door na-isolatie van de spouwmuur en door het
aanbrengen van een beperkte dakisolatie op energielabel E gekomen.
Bij de aanpak van de woningen is volgens Ebbers label A het minimale
uitgangspunt geweest. Hiervoor heeft de Trias Energetica centraal
gestaan. "Uitgangspunt was om het energieverbruik zo veel mogelijk
omlaag te brengen door allereerst de schil goed te isoleren. Op het
bestaande dak is 130 mm isolatie aangebracht met daarop een nieuw
dak. Dit heeft geresulteerd in een Rc
-waarde van 7,5. Ook de begane-
grondvloer is ge?soleerd. Hiervoor hebben we isolatieparels in de kruip-
ruimtes geblazen. Om de gevel goed te isoleren, hebben we besloten
om de bestaande kozijnen en gevelelementen te vervangen door hsb-
gevelelementen waarin cellulose-isolatie is aangebracht. Het eindresul-
taat is een Rc
-waarde van circa 8,4. Maar belangrijker nog, was dat de
toegepaste gevelelementen ? inclusief glas, deuren en doorvoeren voor
de installaties ? helemaal prefab waren en in zijn totaliteit dus in het
Links: De gerenoveerde
woningen tot PassiefHuis-
niveau. De duur van de werk-
zaamheden was drie weken.
Onder: De toegepaste gevelelementen ? inclu-
sief glas, deuren en doorvoeren voor de instal-
laties ? waren helemaal prefab. Ze zijn in hun
totaliteit in het werk geplaatst.
nr 4 2012project 23
werk konden worden geplaatst. Dit leverde een beperkte overlast voor
de bewoners op, niet in het minst omdat op deze manier heel snel kon
worden gewerkt. De complete renovatie heeft drie weken geduurd",
vertelt Ebbers trots.
Zelf duurzame energie opwekken hoort ook bij de principes van de Trias
Energetica. Toch is dit binnen de pilot niet toegepast. "De zonnecollec-
toren die we aanvankelijk wilden plaatsen, bleken te zwaar te zijn voor
het platte dak dat uit een Nehobo baksteenvloer bestaat. Daarnaast
was de ruimte in de werkkast te beperkt om een zonneboiler te plaat-
sen", legt de directeur van het bouwbedrijf uit. "We hebben nog even
overwogen om de plattegrond te vergroten, onder andere om de beno-
digde installatie voor het opwekken van zonne-energie te kunnen facili-
teren, maar om verschillende redenen hebben we daarvan afgezien",
verklaart Marneth. Als redenen voert de projectleider aan dat een plat-
tegrondvergroting te veel consequenties zou hebben voor de huur van
de bewoners. Bovendien heeft Sit? Woondiensten op dit moment geen
ambities om een energie bv te worden, geeft ze aan.
De oplossing werd gevonden in een lucht-water-warmtepomp. "Dit
hybride toestel is op het dak geplaatst, maar vanwege de geringe
draagkracht van het dak hebben we de pomp ter hoogte van de woning-
scheidende wand aangebracht. Bijkomend voordeel van deze oplossing
is dat de bewoner meer ruimte heeft in de werkkast naast de warmtete-
rugwininstallatie", legt Ebbers uit.
inVloED
De bewoners van de vier woningen hebben invloed gehad op de uitge-
voerde maatregelen. Ze zijn volgens de projectleider al vroeg van de
plannen op de hoogte gebracht en gehouden. "Via een klantenpanel
hadden we een jaar of twee geleden gepolst wat de mening van onze
bewoners was over duurzaamheid. Die resultaten hebben we meegeno-
men in onze plannen. Vervolgens hebben we veel gesprekken met de
bewoners gevoerd en dat doen we nog steeds. Uiteraard hebben we
de bewoners wel wat keuzemogelijkheden gegeven om de betrokken-
heid te vergroten. Dan moet je denken aan de keuze tussen een aantal
verschillende gevelindelingen, de beglazing van de voordeur en de kleur
van het gevelmetselwerk. Daarbij is het grappig om te zien dat de
bewoners toch veel dezelfde keuzes hebben gemaakt", aldus Marneth.
De bewoners zijn erg tevreden over de renovatie, vertelt de projectlei-
der. "Ze hebben een huis gekregen met ongelooflijk meer comfort dan
voorheen. Bovendien hoeven ze er niet meer huur voor te betalen, want
het betreft een pilot. Wel moeten ze bereid zijn om hun woning te laten
monitoren; zij zijn voor ons de ambassadeurs van het project. Stel dat
we na de twee jaar monitoren beslissen dat we de PassiefHuis-renova-
tie bij meer woningen gaan toepassen, dan kunnen zij aan de andere
bewoners uitleggen wat de voordelen zijn. En eigenlijk doen ze dat nu
al, want buurtbewoners staan in de rij. Ze komen allemaal met de vraag
wanneer zij aan de beurt zijn", lacht Marneth.
KEUrmErK
Een PassiefHuis-renovatie kan uiteraard pas die benaming krijgen als
het keurmerk Passiefbouw voor het project wordt verkregen. Metingen
moeten aantonen of de vereiste prestaties van Stichting Passiefhuis
Nederland worden behaald. Ebbers: "Deze metingen hebben vooral
betrekking op de luchtdichtheid van de woningen. Voor wat betreft de
nieuwe delen die we aan de woningen hebben toegevoegd, zat dat wel
goed. Je moet echter werken vanuit een bestaand casco dat her en der
lekt. Het is vrij ingewikkeld om te herleiden waar die lekpunten zitten.
Voor drie huizen is ons dat gelukt, daar voldoen we aan de eisen. Een
van de tussenwoningen moet nog voldoen aan het keurmerk." "Voor
ons is het keurmerk een bevestiging en een garantie dat de vooraf
besproken prestaties ook worden gehaald. Ik hoop dat het voor de
vierde woning ook wordt behaald", besluit Marneth vol vertrouwen.
De lucht-water-warmtepomp voor elk van de woningen is op het dak geplaatst. Vanwege de geringe
draagkracht van het dak, is de pomp ter hoogte van de woningscheidende wand aangebracht.
Reacties