Als het over duurzaam bouwen en energiebesparing gaat luisteren we vooral naar wat er op rijksniveau wordt geregeld en besloten. Gemeenten hebben echter een grote vinger in de pap als het gaat om de realisatie van beleid. BouwIQ ging eens luisteren bij een gemeente met ambitieuze doelstellingen op het gebied van duurzaam bouwen en energiebesparing. Maastricht is zo’n gemeente. In haar beleid houdt ze al rekening met de lange termijn doelstelling van Kyoto. Men wil er in 2050 de helft minder energie verbruiken en wat er nog aan energie gebruikt wordt, moet duurzaam worden opgewekt. Omgerekend zou dat om 640 windmolens vragen. BouwIQ sprak met Wim Hazeu, Wethouder van Milieu, Verkeer, Stadsbeheer en Monumenten.
"Met name op thema's als energie
en duurzaam bouwen hebben we
ambitieuze doelstellingen"
Gemeentemaastricht/Paulrutten,PeterQuadflieG
CV Wim Hazeu
Wim hazeu (1969, Pijnacker) studeerde in 1991 af in de studierichting tuin- en landschapsinrichting
aan de internationale agrarische hogeschool larenstein. in 1994 behaalde hij zijn ingenieurstitel aan
de landbouwuniversiteit Wageningen in de studierichting landinrichtingswetenschappen. na zijn
opleiding heeft hij acht jaar bij de Provincie limburg gewerkt waarvan de laatste jaren als senior-be-
leidsmedewerker milieu- en waterbeleid. na jarenlange actieve inzet voor de Vereniging milieudefensie,
is hij sinds 1996 politiek actief voor Groenlinks. in de gemeente maastricht is hij voor die partij voor de
periode 1998-2002 gekozen als raadslid. sinds april 2002 is hij er werkzaam als wethouder, met in zijn
portefeuille Verkeer en mobiliteit, stadsbeheer, natuur, milieu, Water & afval, monumenten & archeolo-
gie, Bouwtoezicht en Project a2.
Denken in Windmolens 8 c Visie Wim Hazeu
Denken in Windmolens 9 c Visie Wim Hazeu
Wim Hazeu werd in 2002 wethouder in Maastricht. Sinds afgelopen jaar is hij bezig
aan zijn tweede termijn. Zijn portefeuille bevat naar eigen zeggen alles wat de
openbare ruimte en het aanzien daarvan raakt. "Het afgelopen jaar zijn we in de
gemeente van 6,5 naar 4 wethouders teruggegaan. Dit heeft mijn portefeuille be-
hoorlijk verbreed. Ik ben onder meer verantwoordelijk voor de milieuportefeuille,
het onderhoud aan de stad, het beheer van de openbare ruimte, de verkeersporte-
feuille, het bouw- en woningtoezicht, het welstands- en architectuurbeleid en de
monumentzorg."
"Deze portefeuilleverdeling hebben we afgelopen jaar niet zozeer politiek laten be-
palen, maar we hebben juist gezocht naar samenhangende pakketten. Dit maakt
dat je in je organisatie snel kan schakelen, wat in de praktijk zorgt voor meer slag-
kracht. In dit nieuwe college opereren we daarom wellicht wat zakelijker. In het
begin hebben we veel verbaasde blikken gehad omdat we maar met z'n vieren
deze stad gingen besturen, maar het gaat prima. Natuurlijk is het wel druk, maar
dat was het van tevoren ook. En drukker dan druk kun je het niet hebben" voegt hij
hier met een lach aan toe.
Windmolens
Het coalitieakkoord dat in de stad is gesloten noemt de wethouder `behoorlijk
groen'. "Met name op thema's als energie en duurzaam bouwen hebben we ambi-
tieuze doelstellingen. Op het gebied van energie hebben we bijvoorbeeld al in 2002
een natuur- en milieuplan opgesteld waarin we de lange termijndoelstelling van
Kyoto voor 2050 als richting aanhouden. We willen in 2050 de helft minder energie
gebruiken en de energie die we nog gebruiken moet duurzaam opgewekt worden.
Als we dit willen halen kan ik over kilojoules en megawatturen gaan praten, maar
dat zijn begrippen die veel burgers weinig zeggen. Ik heb soms al moeite met mijn
eigen elektriciteitsrekening. Ik praat daarom tegenwoordig in windmolens. Als je
het verdrag van Kyoto voor de stad vertaalt naar windmolens kom je uit op 640
exemplaren. Zoveel molens is natuurlijk een schrikbeeld waar we helemaal niet
naar toe willen, maar het maakt de problematiek in ieder geval wel tastbaar."
"We merken de laatste tijd dat we met ons natuur- en milieuplan wat voorop lopen.
Verschillende nieuwe doelstellingen die tegenwoordig op europees of landelijk ge-
bied op ons afdalen, waren al verwerkt in ons plan. Maar papier is geduldig en de
realisatie bleef achter. Daarom zijn we nu druk bezig onze energiereductieplannen
handen en voeten te geven. We werken hard aan een energie/klimaat nota waarin
de doelstellingen voor de lange termijn worden vertaald naar doelstellingen voor de
kortere termijn waarop we ook zijn af te rekenen."
Rol overheid
Wat de rol is die de overheid kan en moet spelen bij de stimulering van duurzaam-
heid hangt er volgens de wethouder sterk van af en zal in het ene geval meer dwin-
gend en in het andere meer leidend zijn. "De aanscherping van de EPN is bijvoor-
beeld een harde wet en dat is goed, want je moet een basisniveau vastleggen."
"Op het gebied van materialen mag de regelgeving wat mij betreft best iets scher-
per. We weten immers hoe de meeste bouwmaterialen scoren bij een Levens Cy-
clus Analyse (LCA). Dan vraag ik me af waarom we geen mogelijkheden hebben om
toepassing van een aantal materialen ? waarvan we allemaal weten dat ze uit den
boze zijn en waar goede alternatieven voor beschikbaar zijn ? te voorkomen. Ik zou
er geen moeite mee hebben als we vastleggen dat we geen materialen meer toe-
passen met een hoge negatieve LCA score."
"Niet alles hoeft natuurlijk per se te worden vastgelegd in wetten en regelgeving.
Mechanismen waarbij overheid, bouwsector en burger elkaar achter de vodden
gaan zitten werken ook goed. Een voorbeeld hiervan is de aanstaande invoering
van de energielabels op woningen, waardoor de burger straks weet wat hij koopt
op het gebied van energieverbruik. Dit lijkt me een goede impuls die niet eens di-
rect dwingt, maar de markt wel aanzet er iets mee te doen. Marktpartijen kunnen
voortaan namelijk scoren met energie en burgers zullen rekening houden met dit
label bij de aan- of verkoop van een huis."
"Welke rol je als locale overheid kunt spelen om duurzaam bouwen te stimuleren
verschilt. Als je bijvoorbeeld als gemeente verantwoordelijk bent voor de gronduit-
Visie Wim hazeu
cDenken in windmolens
Als het over duurzaam bouwen en energiebesparing gaat luisteren we vooral naar wat er
op rijksniveau wordt geregeld en besloten. Gemeenten hebben echter een grote vinger in
de pap als het gaat om de realisatie van beleid. BouwIQ ging eens luisteren bij een
gemeente met ambitieuze doelstellingen op het gebied van duurzaam bouwen en energie-
besparing. Maastricht is zo'n gemeente. In haar beleid houdt ze al rekening met de lange
termijn doelstelling van Kyoto. Men wil er in 2050 de helft minder energie verbruiken en
wat er nog aan energie gebruikt wordt, moet duurzaam worden opgewekt. Omgerekend
zou dat om 640 windmolens vragen. BouwIQ sprak met Wim Hazeu, Wethouder van Milieu,
Verkeer, Stadsbeheer en Monumenten.
c Jos Lichtenberg en
Joost Bruysters
Denken in Windmolens 10 c Visie Wim Hazeu
foto?neas
gifte kun je harde eisen stellen op het gebied van duurzaam bouwen. Ga je als ge-
meente niet over de gronduitgifte, dan wordt het lastiger. In Nederland is de bouw
en regelgeving onderontwikkeld als het gaat om de mogelijkheden om duurzame
maatregelen af te dwingen. Ik ben dan ook heel benieuwd hoe het nieuwe kabinet
hier mee om gaat."
Polder
"Het polderdenken heeft op het gebied van duurzaam bouwen een grote vlucht
genomen. Op zich is er niets mis met polderen, zolang het aan het begin van een
traject maar goed vorm krijgt. Maar het gaat ook vaak fout. Neem bijvoorbeeld het
checklist-idee van de nationale pakketten duurzaam bouwen. Je ziet dat de vaste
maatregelen inmiddels meestal wel uitgevoerd worden (ook omdat het ondertus-
sen financieel gewoon aantrekkelijk is). Maar bij de variabele maatregelen gebeurt
dat lang niet altijd, terwijl op de checklijsten wel vaak alles wordt aangevinkt. Op
papier lijkt het te kloppen, maar als je kijkt wat er daadwerkelijk is uitgevoerd blijkt
dit tegen te vallen. Je wordt dus gewoon voor het lapje gehouden. Dit hele check-
list-idee van de nationale pakketten duurzaam bouwen lijkt me niet de manier
waarop we in de Nederlandse bouw moeten doorgaan."
Toch is de Maastrichtse wethouder niet wars van polderen. "Zo lang dit goed ge-
beurd heb ik er helemaal niets op tegen. Je kan als gemeente nog zulke mooie
ambities hebben, uiteindelijk moet je het toch in samenspel met de markt en de
burgers van de grond krijgen. Het gaat er echter om dat je het goed organiseert. Als
gemeente kun je een belangrijke stimulerende en co?rdinerende rol spelen om alle
partijen op ??n lijn te krijgen. Het is dan ook belangrijk dat je aan het begin van het
traject met elkaar om de tafel gaat zitten, ambities uitspreekt, daar voor tekent en
er vervolgens samen voor gaat. Dus voordat je met elkaar het diepe in duikt moet
de vonk door alle betrokken partijen met elkaar worden gedeeld. Dan kan je veel
bereiken."
"Een voorbeeld hiervan is het herstructureringsproject in de wijk Malberg, waarbij
ik in mijn vorige periode actief betrokken ben geweest. Het ging om een grote re-
novatieopgave in een wijk van in totaal 3000 woningen waarvan er 800 worden
gesloopt en er 1100 nieuw worden gebouwd. Met de verschillende partijen zijn we
Denken in Windmolens 11
van tevoren om de tafel gaan zitten en hebben we een aantal ambities met elkaar
afgesproken op het gebied van duurzaamheid en energie. In het project is het re-
genwater afgekoppeld, zijn zware metalen vermeden en voldoen de woningen aan
een EPC norm van 0,8. Nu is deze wettelijk verplicht, maar we liepen hier wel vier
jaar op vooruit."
Platform Energietransitie
E?n van de instrumenten om tot de ambitieuze energiedoelstelling van Hazeu te
komen is een op te richten lokaal Platform Energietransitie. Dit moet zich richten op
bouwend Maastricht, de locale industrie, het locale onderwijsveld en, niet onbe-
langrijk, de Maastrichtse burger. Hazeu: "Wat ik van zo'n platform energietransitie
verwacht is dat we spelers bij elkaar brengen en in een open dialoog samen naar
de kansen in deze stad zoeken. We willen dit niet zozeer doen vanuit een verordon-
nerende overheid, maar meer vanuit een meedenkende overheid. Het platform
moet een lokaal georganiseerd kenniscentrum worden dat ervoor zorgt dat de kan-
sen ? waarvan er nogal wat liggen in de stad ? worden benut."
"Een voorbeeld van zo'n kans is gasexpansie. In Nederland loopt een groot leiding-
netwerk dat onder hoge druk staat. Bij steden waar het gas op een locaal netwerk
wordt overgezet vindt drukverlaging plaats (ook wel gasexpansie genoemd) waarna
het gas op een verantwoorde manier de huizen in kan worden geleid. Bij deze
drukverlaging komt ontzettend veel energie vrij die we nu allemaal laten glippen.
Het probleem is dat deze energie niet zo eenvoudig is te benutten omdat je aan het
proces eerst energie moet toevoegen; energie die je later dubbel en dwars terug-
verdiend. Wat ons nu is gelukt is om de energie van ??n zo'n gasexpansiestation te
benutten. Hiervoor hebben we de restwarmte van de papierfabriek (Sappi) gebruikt.
Met dit station hebben we feitelijk de capaciteit van ??n forse windmolen onder de
grond gerealiseerd. Volgens mij kan deze techniek op termijn vrij grootschalig wor-
den toegepast. In Maastricht hebben we bijvoorbeeld al twaalf verdeelstations
waar gasexpansie plaatsvindt."
"Maar er zijn meer van dit soort kansen in de stad. Ik noem bijvoorbeeld de koppe-
ling van de restwarmte of -stoffen van het ene productieproces aan het andere.
Verder `oogsten' we in de stad veel biomassa. Als je alleen maar kijkt wat staatbos-
beheer, natuurmonumenten en de gemeente Maastricht aan biomassa uit de plant-
soenen halen... Dit wordt nu regelmatig financieel onaantrekkelijk op de markt
weggezet, maar ik zou dit liever in een biomassacentrale verstoken. We zijn daarom
op zoek naar een geschikte locatie. Verder stroomt er hier bij de stuw een grote
hoeveelheid water naar beneden. Deze energie, genoeg voor 11.000 woningen, la-
ten we gewoon letterlijk over de stuw vallen. Hier moeten we simpelweg iets mee
doen. Dit vraagt natuurlijk wel om de ontwikkeling van een goed visgeleidings-
systeem, maar er zijn inmiddels geschikte technieken die zich hebben bewezen in
de praktijk.
Minima
"Tot slot zijn we nu bezig met een project waarbij we minima stimuleren energie te
besparen. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat minima minder energiebe-
wust zijn, terwijl ze het geld juist goed kunnen gebruiken. Daarom hebben we, met
steun van VROM, een campagne opgezet die hier verandering in moet brengen. We
hebben de minima in de stad aangeschreven en gevraagd naar een middagvoor-
stelling te komen waar ze worden bijgeschoold over hun energiehuishouding. De
mensen die aanwezig zijn op zo'n bijeenkomst krijgen als beloning een pakket met
maximaal 120 euro aan energiebesparende maatregelen zoals tochtstrips, radia-
torfolie, spaarlampen en een waterbesparende douchekop. Deze maatregelen wor-
den door ons bij de mensen thuis aangebracht. De investering van 120 euro, die wij
als gemeente doen, levert de huishoudens gemiddeld een besparing op van 350 tot
450 euro per jaar. Het project loopt erg goed. Inmiddels zijn er al 1400 van 2000
beschikbare plaatsen ingevuld en de 2000 gaan we zeker halen. Projecten als dit
zijn enkele briljanten die we in de stad hebben en waar we er wat mij betreft meer
van moeten krijgen." b
foto?neas
foto?neas
c Visie Wim Hazeu
Reacties