Over de legitimiteit en professionaliteit van woningcorporaties wordt volop gediscussieerd. Doen ze wat ze moeten doen? Geven ze hun geld uit aan de juist activiteiten? En doen ze dat op een efficiënte en effectieve manier? Het DrieKamerModel ondersteunt corporaties in transparante besluitvorming en communicatie over strategisch financiële keuzen tussen maatschappelijke taken, renderend vastgoed en een financieel gezonde organisatie.
1
De weg naar een
zichtbaar corporatiebudget
17-4-2014
Over de legitimiteit en professionaliteit van woningcorporaties wordt volop
gediscussieerd. Doen ze wat ze moeten doen? Geven ze hun geld uit aan de
juist activiteiten? En doen ze dat op een effici?nte en effectieve manier? Het
DrieKamerModel ondersteunt corporaties in transparante besluitvorming en
communicatie over strategisch financi?le keuzen tussen maatschappelijke
taken, renderend vastgoed en een financieel gezonde organisatie.
Tekst Hanneke Schreuders en Netty van Triest, Platform31
Foto: Energiesprong, Frank Hanswijk
2
Het DrieKamerModel ordent het meerjarenbeleid van corporaties en legt geldstromen bloot:
de Maatschappelijke Kamer, de Vastgoedkamer en de Vermogenskamer (fig 1). Door het
DrieKamerModel als leidraad te nemen, maakt de corporatie zichtbaar welke keuzen zij
maakt om effectief, effici?nt en financieel duurzaam te handelen. Elk principe wordt in een
afzonderlijke kamer uitgewerkt. De verantwoordelijkheid van de Maatschappelijke Kamer is
een effectieve inzet van beschikbare middelen voor maatschappelijk gewenste activiteiten.
De Vastgoedkamer draagt zorg voor het effici?nt exploiteren van het vastgoed. En de
Vermogenskamer is verantwoordelijk voor het behoud van de financi?le continu?teit en
voldoende rendement. De interne scheiding van rollen tussen de drie verantwoordelijkheden
van de corporatie maken de keuzen voor meerjarenbeleid explicieter dan nu in de praktijk
het geval is.
Onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de corporatie stellen de kamers jaarlijks de
strategische beleidsplannen op. Hierbij is steeds de handelswijze van een marktpartij, een
niet-toegelaten instelling, als referentiekader gehanteerd. Met andere woorden, wat doet een
corporatie extra of anders dan een commerci?le verhuurder? Immers moet duidelijk worden
welke keuzen een corporatie maakt om haar maatschappelijke taak uit te voeren. Het
DrieKamerModel draagt bij aan de verzakelijking van het handelen van corporaties.
Maatschappelijke Kamer als kern
In het model is de Maatschappelijke Kamer het `hart' van de corporatie. Waar de
Vastgoedkamer zorgt voor een goede commerci?le exploitatie en transformatie van het
vastgoed en de Vermogenskamer voor de leningenportefeuille en het beheer van het
Figuur 1. Overzicht
financi?le stromen in
DrieKamerModel
Bron: Ortec Finance,
maart 2014
3
vermogen, is de Maatschappelijke Kamer verantwoordelijk voor het realiseren van de
maatschappelijke prestaties. Dit gebeurt met een maatschappelijk budget, afkomstig van de
Vermogenskamer. De hoogte van dit budget wordt bepaald door het corporatiebestuur in
samenspraak met de verschillende kamers. De verdeling ervan is een taak van de
Maatschappelijke Kamer en is gebaseerd op het meerjarenplan van de corporatie. De
maatschappelijke prestaties zijn onder te verdelen in negen bestemmingsdoelen.
Ingaande kasstromen Uitgaande kasstromen
Maatschappelijk budget Bijdrage huurverlaging
Bijdrage onderhoud
Bijdrage beheer
Investeringsbijdrage nieuwbouw
Investeringsbijdrage renovatie
Sloopbijdrage
Bijdrage tussenvormen koop
Bijdrage nieuwbouw koop
Bijdrage leefbaarheid
Figuur 2 laat de maatschappelijke taken zien die een corporatie (extra) uitvoert ten opzichte
van een commerci?le verhuurder. Acht van de negen bestemmingsdoelen worden
toegewezen aan vastgoedgerelateerde activiteiten. De Maatschappelijke Kamer fungeert als
opdrachtgever aan de Vastgoedkamer om de maatschappelijke rol van de corporatie in te
vullen.
Bijdrage huurverlaging
Een commerci?le verhuurder geeft geen korting op de huurprijs, maar een corporatie kan dat
wel doen. Bijvoorbeeld door een huurprijs te vragen die 80% is van `maximaal redelijk' van
wat een corporatie volgens het woningwaarderingsstel mag vragen aan de huurder. De
resterende 20% van de huurprijs geeft de Maatschappelijke Kamer uit aan de
Vastgoedkamer, zodat daar voldoende rendement kan worden behaald op het vastgoed.
Bijdrage onderhoud en beheer
De maatschappelijke prestatie van de corporatie bij onderhoud en beheer, zit in de
specifieke bijdrage aan meerkosten die een corporatie meer kwijt is ten opzichte van een
marktpartij. Een corporatie heeft een intensievere manier van beheer dan een gemiddelde
commerci?le verhuurder. Dit komt doordat de corporatiedoelgroep meer aandacht vraagt dan
de gemiddelde huurder van een commerci?le verhuurder. Ook kan een commerci?le
verhuurder huurders weigeren; dat kan een corporatie niet. Maatschappelijk budget wordt
ingezet voor bijvoorbeeld huismeesters en woonconsulenten die contact hebben met
huurders of burenruzies oplossen. Een hoog mutatiecijfer kan er daarnaast toe leiden dat
meer onderhoud of beheer van de woningen nodig is.
Figuur 2. Kasstromen van de
Maatschappelijke Kamer
Bron: `DrieKamerModel, de resultaten
van het pilotprogramma', Ortec Finance,
2013
4
Investeringsbijdrage nieuwbouw
Corporaties bouwen nieuwe huurwoningen veelal met een onrendabele top. De kostprijs van
een sociale huurwoning kan vaak niet binnen de boekhoudkundige termijn van vijftig jaar
worden terugverdiend uit de huurinkomsten. Dit is te verklaren doordat de socialehuurprijs is
gemaximeerd. Door een daling van bouwkosten wordt de onrendabele top verlaagd en kan
de maatschappelijke bijdrage van de corporatie aan nieuwbouw worden verlaagd.
Investeringsbijdrage renovatie
De extra investeringsbijdrage voor renovatie is te verklaren doordat corporaties bij renoveren
vaak kiezen voor een kwaliteitssprong zoals duurzaamheids- of levensloopbestendige
maatregelen. Een andere reden kan de gewenste revitalisering van een wijk zijn.
Sloopbijdrage
Het slopen van corporatie-
woningen gebeurt meestal in
herstructureringsgebieden.
Motieven hiervoor zijn doorgaans
een te slechte kwaliteit van de
woningen of het mogelijk maken
van gemengde woonwijken.
Commerci?le verhuurders doen
dit niet en renoveren of ponden
het bezit uit.
Bijdrage tussenvormen koop
Ook investeert de corporatie in
tussenvormen voor koop en huur
zoals Koopgarant of Te Woon. Ze
verkopen woningen met korting
aan huurders of andere woning-
zoekenden, veelal met het motief
om binnen buurten een mix van koop- en huurwoningen en van lagere en hogere inkomens
te krijgen. De korting op de verkoopprijs kost de corporatie geld. Een commerci?le
verhuurder zou dit niet doen.
Bijdrage nieuwbouw koop
Daarnaast investeren corporaties in nieuwe koopwoningen. Vaak vormt de verkoop van
nieuwe koopwoningen een bron van inkomsten. Echter wegen de investeringen niet altijd op
tegen de hoge proceskosten en de korting op de marktprijs. Toch doen corporaties dit, zij het
de afgelopen paar jaar op een veel kleinere schaal. Ook hier is het hoofdmotief werken aan
gemengde buurten, waarin een mix van koop en huur en van lage en hogere inkomens
samengaan.
Bijdrage leefbaarheid
Ten slotte heeft een corporatie een wettelijke taak om de leefbaarheid op peil te houden in
gebieden waar zij bezit heeft. Schoon, onbeschadigd en veilig is het bekende doel van veel
5
corporaties. Ook in de voorgestelde wetswijziging op de Woningwet, zoals de novelle van
minister Blok voorschrijft, blijft leefbaarheid een taak van de corporatie. Al is de wens dat
uitsluitend te doen in de aangrenzende omgeving van het vastgoed. De kosten voor
leefbaarheidsbevordering heeft een commerci?le verhuurder niet.
Inzet van maatschappelijk budget
De uitgaande kasstromen van de Maatschappelijke Kamer zijn, met uitzondering van
leefbaarheidsprojecten, bedoeld voor vastgoedgerelateerde activiteiten. En dus zijn het
ingaande kasstromen voor de Vastgoedkamer. Dankzij deze inkomende kasstroom kan in
deze kamer het verschil tussen de marktconforme en de feitelijke kasstroom worden
overbrugd. Oftewel, alle activiteiten die de Vastgoedkamer uitvoert voor maatschappelijke
taken, worden omschreven en bekostigd door de Maatschappelijke Kamer.
Tijdens de deelpilot `Uitwerken Maatschappelijke Kamer' in 2013 van Platform31, is door
Ortec Finance bij de deelnemende corporaties een nulmeting gehouden op basis van
bestaande cijfers van corporaties. In beeld gebracht is wat de verdeling is van het
maatschappelijke budget over de bestemmingsdoelen, uitgedrukt in bijdragen aan
exploitatie, investeringen en leefbaarheid.
Figuur 3 laat zien dat in 2013 circa 65% van het maatschappelijk budget ging naar bijdragen
aan exploitatie van vastgoed. Ongeveer 30% betreft bijdragen voor extra investeringen aan
het vastgoed en minder dan 5% wordt uitgegeven aan leefbaarheid.
Maatschappelijke prestaties benoemen
Van de Maatschappelijke Kamer wordt verwacht dat zij de maatschappelijke prestatie voor
het eigen werkgebied verkent en verwoordt in strategische beleidsdoelen. De kamer moet
daarbij ook rekening houden met de organisatorische kaders van visie en missie. Tijdens de
pilot voor de Maatschappelijke Kamer is de rol van opdrachtgever aan de Vastgoedkamer
Figuur 3. Verloop maatschappelijke bijdrage
Het verloop van de procentuele verdeling van de maatschappelijke bijdrage aan exploitatie, investeringen en
leefbaarheid. Weergegeven in procenten van de omvang van het maatschappelijk budget, 2013-2022
Bron: `DrieKamerModel, de resultaten van het pilotprogramma', Ortec Finance, 2013
6
verkend. Er is een format ontwikkeld over hoe de opdracht op een specifieke en meetbare
manier is te formuleren. Drie zaken verdienen in de toekomst verdere aandacht.
Ten eerste moeten het maatschappelijke probleem, de gewenste maatschappelijke effecten
en de gewenste maatschappelijke prestatie benoemd worden. Deze driedeling moet worden
verbeterd in input, activiteiten en effecten. De Maatschappelijke Kamer verwoordt in haar
opdrachtgeverschap aan de Vastgoedkamer niet alleen de gewenste prestatie van die
kamer, maar ook het effect dat zij hiermee wil bereiken. Het bewijzen van de gewenste
maatschappelijke verandering blijkt in de praktijk zowel intern als extern niet eenvoudig te
zijn. Tegelijkertijd is het benoemen ervan essentieel voor de legitimering van extra financi?le
inzet. Daarbij is het logisch dat hoe groter de ambitie is, hoe belangrijker de bewijsvoering.
Ten tweede dient de maatschappelijk gewenste `extra' prestatie te worden benoemd. Voor
dit punt is bij veel bestemmingsdoelen gediscussieerd over het uitgangspunt van het
DrieKamerModel: de vergelijking met een marktconforme uitgangssituatie. De normen voor
marktconform onderhoud, beheer en rendement worden in het model vastgesteld door de
Vermogenskamer op basis van externe marktconforme benchmarks.
Een discussie die door de
Maatschappelijke Kamer wordt
voorzien, is die over de kwaliteit van het
vastgoed. Afgelopen jaren is vaak een
hoge kwaliteit met hoge investeringen
voor een lage huurprijs gebouwd. Een
marktconforme rendementseis maakt
een scherpere afweging tussen
investering en prijs noodzakelijk. In
deze discussie moet de
Maatschappelijke Kamer goed afwegen
of extra investeringen inderdaad
maatschappelijk zijn gemotiveerd. Zo
kan bijvoorbeeld een triple-A-locatie,
dicht bij winkels voor zorgdoelgroepen,
noodzakelijk zijn, maar voor vitale jonge
huurders is die noodzaak minder.
Ten derde moeten de kosten van de
extra prestatie worden benoemd. Het uitsplitsen van kosten in `marktconform' en `extra'
levert onverwachte inzichten op. De kosten van de maatschappelijke prestatie van een
corporatie zijn vaak versluierd. Bovendien worden bij kosten in het kader van de
maatschappelijke taak, vaak uitsluitend de kosten voor leefbaarheid opgesomd. Deze kosten
worden zichtbaar doordat in het DrieKamerModel de Vastgoedkamer slechts budget krijgt en
activiteiten onderneemt vanuit de Maatschappelijke Kamer wanneer deze ook
maatschappelijk zijn gemotiveerd. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in bestemmingsdoelen als
de bijdrage voor sloop. Door consequent de extra maatschappelijke prestatie te benoemen,
worden ook de bijbehorende kosten benadrukt.
Foto: Energiesprong, Frank Hanswijk
7
Drie dilemma's als opdrachtgever
In de pilot hebben de dertien deelnemende corporaties verkend welke dilemma's zij zien als
opdrachtgever.
Dilemma 1: effici?nt maatschappelijk presteren
De eerste vraag is hoe het onderscheid kan worden gemaakt tussen marktconform
presteren, de maatschappelijke prestatie en ineffici?ntie. Het verschil tussen wat de
corporatie uitgeeft en marktconforme uitgaven is niet een-op-een de maatschappelijke
prestatie. Het DrieKamerModel gaat uit van een marktconform rendement van de
Vastgoedkamer. Maar hoe wordt bepaald wat marktconform rendement is voor het vastgoed
van een corporatie? De afweging welke kosten in de Vastgoedkamer mogen worden
gemaakt, vormt de basis voor de rendementseis die aan deze kamer wordt gesteld. Hogere
kosten gaan immers ten koste van het directe rendement op het vastgoed.
Geconstateerd is dat de discussie over acceptabele versus ineffici?nte kosten ?
`maatschappelijke verspilling' zoals sommige corporaties dit kwalificeren ? niet de primaire
verantwoordelijkheid van de Maatschappelijke Kamer is. De discussie over marktconforme
kosten en de keuze over welke vastgoedindex de corporatie hanteert, kan het beste worden
gevoerd tussen de Vastgoedkamer en Vermogenskamer. Voor de Maatschappelijke Kamer
is de uitkomst relevant als uitgangspunt voor het formuleren van de bijdragen voor extra
maatschappelijke prestaties.
Dilemma 2: inzet extra
financi?n
Het tweede dilemma is het
precies aantonen van extra
financi?le inzet om het
maatschappelijk resultaat
te bereiken. Hoe toon je
het maatschappelijk resul-
taat aan van concrete
activiteiten van een corpo-
ratie? De Maatschappelijke
Kamer zal de gewenste
maatschappelijke veran-
dering meer zichtbaar dan
wel meetbaar moeten
maken, wil er een goede
onderbouwing van haar
prestaties kunnen plaats-
vinden. Hiertoe zijn al
enige initiatieven onder-
nomen (MKBA, Effecten-
Arena, SROI). De meeste deelnemers stellen dat deze instrumenten moeten worden
uitgewerkt vanuit de noodzaak de maatschappelijke prestatie te beargumenteren. Zij
constateren dat dit in de praktijk nog te weinig gebeurt.
Foto: Energiesprong, Frank Hanswijk
8
Dilemma 3: zorg over financi?le expertise
Een derde dilemma dat de dertien corporaties zien, is het gebrek aan financi?le expertise in
de hele breedte van de organisatie. Hebben werknemers die de maatschappelijke prestatie
van de Maatschappelijke Kamer formuleren voldoende kennis over de kosten van
activiteiten? Bovendien constateren sommige corporaties dat er sprake is van een
werkcultuur die zich wellicht slecht verhoudt tot marktconforme prestaties. Als vastgoed
bijvoorbeeld zowel verantwoordelijk is voor een marktconforme verhuur als voor de verhuur
aan maatschappelijk moeilijk bemiddelbare doelgroepen, is de gewenste benadering dan via
een opdracht te regelen? Of is de kern van de corporatie juist dat alle medewerkers
doordrongen zijn van hun maatschappelijke opdracht?
Bij uitwerking van de Maatschappelijke Kamer is geconstateerd dat het DrieKamerModel in
de eerste plaats als inrichting voor de strategische beleidssturing moet worden gebruikt.
Verschillende corporaties benadrukken dat voor hen de zichtbaarheid van de
maatschappelijke prestatie en de kosten ervan de grote winst vormen van het model. Zij
waarschuwen echter wel voor de valkuil van organisatorische knelpunten.
Vervolg in deelprogramma's
Inhoudelijke uitwerking van de Maatschappelijke
Kamer gebeurt volgens drie deelprogramma's.
Het eerste richt zich op intern opdracht-
geverschap. Daarbij wordt gewerkt aan het
uitwerken van de maatschappelijke
bestemmingsdoelen met een beperkt aantal
prestatie-indicatoren en het meten daarvan.
Volgens het tweede deelprogramma begeleidt
Platform31 corporaties in het gesprek met de
interne (toezichthouder) en externe stakeholder
(gemeente, huurdersorganisatie) over het
DrieKamerModel. Het derde deelprogramma biedt
(potenti?le) managers voor de Maatschappelijke
Kamer intervisie aan, met als doel de vaardig-
heden als opdrachtgever te versterken.
Het gedachtegoed over het
DrieKamerModel is ontwikkeld door
Ortec Finance. Platform31 gaf het
afgelopen jaar samen met Ortec
Finance en dertien corporaties
uitwerking aan een van de drie kamers
uit het model; de Maatschappelijke
Kamer. Dit jaar krijgt dat een vervolg en
wordt deze kamer in een pilot-
programma intern en extern getest in
de praktijk. Corporaties kunnen zich tot
13 mei aanmelden. Meer informatie:
www.platform31.nl/nieuws/wat-werkt-in-
maatschappelijke-kamer.
Reacties