Wat is de toekomst van de gebouwschil? Dat was belangrijkste vraag tijdens de rondetafeldiscussie van de Stichting Promotie Onderzoek Gebouwschil. Thema was ‘de duurzame buitenschil’, waarbij Caspar Ulijn, directeur van ZND dakbedekking bv, ter introductie in een lezing illustreerde hoe zijn bedrijf in vijf jaar tijd transformeerde van een traditioneel dakdekkersbedrijf tot een totaalaanbieder van duurzame dakoplossingen. Die transformatie was het vertrekpunt voor een discussie tussen tien vakgenoten uit de branche, over de toekomst van de dak- en gevelbranche, duurzaamheid, maar vooral ook over samenwerken en innoveren. Langs welke weg, met welke horizon, en met wie?
1
De toekomst van de gebouwschil
1-11-2012
Wat is de toekomst van de gebouwschil? Dat was belangrijkste vraag tijdens
de rondetafeldiscussie van de Stichting Promotie Onderzoek Gebouwschil.
Thema was `de duurzame buitenschil', waarbij Caspar Ulijn, directeur van ZND
dakbedekking bv, ter introductie in een lezing illustreerde hoe zijn bedrijf in vijf
jaar tijd transformeerde van een traditioneel dakdekkersbedrijf tot een
totaalaanbieder van duurzame dakoplossingen. Die transformatie was het
vertrekpunt voor een discussie tussen tien vakgenoten uit de branche, over de
toekomst van de dak- en gevelbranche, duurzaamheid, maar vooral ook over
samenwerken en innoveren. Langs welke weg, met welke horizon, en met wie?
Tekst Hans Fuchs, foto's ZND dakbedekking bv
Initiatiefnemer Stichting Promotie Onderzoek Gebouwschil (SPOG), zet zich in voor de
ontwikkeling en toepassing van kennis over specifieke eigenschappen van dak- en
gevelconstructies. Leden en gasten van de SPOG discussi?ren tijdens bijeenkomsten over
de wijze waarop een nauwere samenwerking tussen bedrijfsleven en wetenschappelijk
onderzoek, een impuls kan geven aan de invulling van het onderwijs over en onderzoek naar
de gebouwschil. Plaats van handeling voor de eerste rondetafeldiscussie was het
2
Multimediapaviljoen op de campus van de TU Eindhoven. Geen toeval, want aan de faculteit
Bouwkunde van de TU/e ontstond in 2009 de leerstoel Technology of the Building Envelope
? samen met de SPOG gefinancierd door TNO.
Omslag naar renovatie
De presentatie van Caspar Ulijn liep als een
rode draad door de bijeenkomst en
genereerde volop stof tot discussie, zo bleek.
"Destijds verkochten wij voornamelijk
dakbedekkingsystemen, onze klanten waren
voornamelijk aannemers. We deden 90
procent nieuwbouw en 10 procent renovatie.
Service en onderhoud was nog geen aparte
afdeling", schetste hij de situatie vijf jaar
terug. In 2012 staat er een compleet ander
bedrijf: het verkoopt duurzame
dakoplossingen en zit aan tafel met nieuwe
gesprekspartners zoals gebouweigenaren en
grote aannemers. Nu bestaat de portefeuille
voor 70 procent uit renovatie en 30 procent
nieuwbouw. Service en onderhoud is een
zelfstandige afdeling geworden.
ZND dakbedekking bv ontwikkelde zich van een bedrijf dat zich vooral richtte op "het leveren
en aanbrengen van kwalitatief goede dakbedekkingsystemen voor een scherpe prijs", zoals
Ulijn het zegt, tot een firma die duurzame daken ontwikkelt. Daarvoor wordt een duurzaam
dakconcept gehanteerd. "Future [p]roof is een concept waarbij niet alleen duurzame
dakoplossingen worden gepromoot, maar waar ook de dakdekker zelf duurzaam is middels
een ISO 14001-certificaat. En we hebben gekeken wat we konden doen aan ons leasepark,
bussen, het energieverbruik in ons bedrijfspand en aan de afvalstromen", volgens Ulijn.
Binnen het concept worden ook fabrikanten beoordeeld op duurzame criteria. "Een grote
slag, want veel leveranciers waren hier niet mee bezig toen we er drie jaar geleden mee van
start gingen. Nu benaderen we deze bedrijven opnieuw met de vraag: hoe staat het met de
duurzaamheid? Want onze klanten vragen erom. De leerstoel aan de TU/e en ook
samenwerking met andere partijen op het gebied van groen, zonne-energie en thermische
systemen, zijn essentieel om het concept te doen slagen," legde de directeur uit in zijn
lezing.
Verbreding van duurzaamheid
Al die veranderingen ? de transformatie naar renovatie, de focus op duurzaamheid,
samenwerking en innovatie ? zijn ze aangejaagd door de crisis?, wilde gespreksleider Piet
Schouwenburg weten. "Of heeft het te maken met de emancipatie van de gebruiker?", vroeg
Deelnemers rondetafeldiscussie
Caspar Ulijn, directeur, ZND
dakbedekking bv,
prof.dr.ir. Chris Geurts, hoogleraar
Technology of the Building Envelope,
TU/e,
Mark van Mil, bouwtechnisch
adviseur, renda-partner
Wienerberger,
Bram Kranenburg, technisch
manager, Icopal,
Ewald van Hal, directeur, KNB
Baksteen en bloglid van renda,
Ruud Kempen, commercieel
manager, Van Helvoirt
Groenprojecten,
Paul Jas, marketing manager,
Holonite,
Bj?rn de Voijs, accountmanager,
Eternit Belgi?,
Will Verwer, salesmanager, Monier,
Piet Schouwenburg, gespreksleider
van de rondetafeldiscussie
3
Ewald van Hal zich af. Volgens Schouwenburg is de crisis misschien niet de oorzaak, maar
wel een katalysator. "We zijn altijd op zoek naar samenwerkingen, maar als de economie
verslechtert, wordt er meer samengewerkt, meer ge?nnoveerd. Dat is een golfbeweging. De
kracht van zo'n golf is dat hij bedrijven gericht anders doet denken."
Chris Geurts constateerde een verbreding van het begrip duurzaamheid. "We zitten in een
proces dat in de jaren zeventig begon, met kieren dichten en isoleren. De lat wordt almaar
hoger gelegd. De
beoordeling gebeurt
steeds meer op
gebouwniveau, niet
meer op productniveau."
Maar is daarbij ook
daadwerkelijk sprake
van een objectivering
van duurzaamheid?
Wordt duurzaamheid
beter meetbaar? "In de
jaren negentig hadden
we voor producten de
classificaties van ??n tot
vijf. Schapenwol was
toen de top. Maar het
was allemaal toch een
beetje nattevingerwerk
en subjectief," volgens Schouwenburg. "Ik waag te betwijfelen dat er al een vergaande
objectivering is. Er is wel een ontwikkeling, bijvoorbeeld resource-efficiency, daar anticiperen
wij als bedrijven uit de keramische industrie nu al op. Het koketteren met duurzaam
handelen; soms is het niet meer dan een voornemen om onderzoek te doen," plaatste ook
Van Hal een vraagteken.
Volgens Ruud Kempen draait het bij duurzaamheid tegenwoordig allang niet meer om een
rationele beoordeling. "Het gaat om beleving, om passie. Eigenaren willen een bijzonder
kenmerk aan een gebouw geven. Het gaat daarbij niet om het geld. Die gebouwen zijn sexy,
huurders staan in de rij", omschreef hij. Ook Van Hal ziet een verschuiving naar esthetica.
"Dat was vroeger in de duurzaamheid niet relevant, want niet te objectiveren. Maar
ondertussen zijn schoonheid en welbevinden een geaccepteerd onderdeel van het dubo-
profiel geworden."
Marketingtool of overtuiging
ZND dakbedekking bv kwam met het Future [p]roof concept, maakt duurzame daken, werd
als bedrijf zelf duurzaam en vraagt zijn leveranciers om LCA's (life-cycle assessment). Hoe
ver kun je gaan met duurzame aspiraties? En waarom al die moeite? "Het gaat om het
vinden van een balans. Je wilt ook niet de roepende in de woestijn zijn", reageerde
Schouwenburg. Paul Jas zag dat anders. "ZND kiest wel voor oprechte authenticiteit. Dan
4
maak je een keuze, je zegt: `Ik wil over de hele linie vooraan staan'. Het gaat om
onderscheidend vermogen. Dat heeft Ulijn gevonden", vindt hij.
"Wat is de drijfveer: echte duurzaamheid of duurzaamheid als bedrijfsmiddel, als marketing?"
bracht Van Hal daarop de kwestie terug tot ??n essenti?le vraag. Ulijn voerde hier plots zijn
klanten op. "Zij willen duurzaamheid. Wij verkopen geen dakbedekking meer, ik ga alleen
nog maar de markt op met een compleet duurzaamheidsverhaal", stelde hij. Van Hal
recapituleerde, daarbij beide perspectieven ? tool en overtuiging ? verenigend. "Wat ik zie, is
een verwerker die kritisch kijkt en zijn positie in de keten herschikt. Met duurzaamheid als
vliegwiel. Chapeau daarvoor."
Maar een nieuwe positie in de keten: betekent dat ook een nieuwe rol? Is het bedrijf nu
overal de spin in het web? BAM werd aangehaald als een opdrachtgever die dat toelaat.
"BAM is bij het aanbesteden van zestig naar vijf dakdekkersbedrijven gegaan. Wij zijn daar
??n van. We hebben vrijheden in het bestek en het gaat nog verder, naar een innoverende
rol", zo beweerde Ulijn.
Zusterbedrijf
Het zusterbedrijf van ZND dakbedekking bv, Nedicom gevelbeplating, worstelde in de
tussentijd met dezelfde marktvraagstukken. De directie stond voor de vraag hoe de twee
bedrijven elkaar konden versterken en hoe Nedicom zou kunnen meeliften op het succes
van ZND dakbedekking. Voor het antwoord draaide de directeur de vraag om. "Hoe kan ZND
zich nog meer onderscheiden? Door een positionering van ons bedrijf als de partij waar de
eigenaar moet zijn om zijn gebouw te verduurzamen. Wij gaan van dak en gevel naar de
complete buitenschil, onder de gezamenlijke naam ZND Nedicom. Dat is onze nieuwe visie:
creating the future building envelop", aldus Ulijn.
5
Schouwenburg typeerde deze visie als marktwerking. "Maar voor de echte, radicale
verandering moet je naar de andere kant van de polder kijken. In hoeverre is dat een trend?
Kijken we nou echt uit het venster wat er gebeurt? Denk aan PV-systemen en textiele
wapening voor dakpannen." Geurts noemde in dit bestek de PV-sector als typisch voorbeeld.
"Deze branche is zo gefocust op zijn producten, dat ze geen idee heeft hoe ze in de markt
landen. Die mensen hebben behoefte aan partijen uit de bouw om mee te praten. Daar
vallen twee werelden bij elkaar te brengen. Wij van de TU praten met die mensen en
langzaam komt er iets in beweging. Vaak heeft onderzoek kans van slagen als bedrijven
zeggen: `H?, hou me op de hoogte'. Dan gaat er een stroom lopen", legde de hoogleraar uit.
Hierop erkende Ulijn het lastig te vinden om over de dijk heen te kijken. "Wat wij misschien
fout doen en waar een kans ligt, is dat wij niet praten met fabrikanten buiten onze branche."
Wat kan de branche met een andere trend, zoals specialisten die zich groeperen?
Schouwenburg opteerde hier voor pragmatisme. "Kijk naar individuele partijen binnen een
orgaan, niet naar het collectief. In het collectief liggen belangenverschillen, bij individuele
partners heb je dat niet. Kies voor operationeel partnerschap", luidde zijn advies. "We
zoeken meer partijen die zich betrokken voelen en willen participeren", volgens Geurts.
"Uitwisselen van gedachten in een open sfeer, gekoppeld aan fundamenteel onderzoek,"
stelde Schouwenburg tot slot.
Reacties