Renovatieoplossingen in de praktijk kunnen zeer divers zijn. Dé oplossing bestaat niet. Daarom spelen referenties een grote rol in het zichtbaar krijgen van de mogelijkheden. En dan gaat het niet alleen om de technische mogelijkheden, maar evenzeer om de sociale component. Zoals bij de mens lichaam en geest elkaar sterk beïnvloeden, zo speelt bij de kwaliteit(saanpassing) van de woning en de buurt zowel de fysieke als de sociale kwaliteit een rol. In wezen gaat het om het passend evenwicht tussen deze twee aspecten, die ervoor zorgen dat een renovatieproject geslaagd is.
programma nr 1 2013 11
programma
de puzzel van de
kwaliteitsaanpassing
In het artikel `De praktijk roept om vergelijkingsmateriaal' in renda 2012/4,
is uiteengezet wat de noodzaak van projectdocumentatie is. In dit artikel
ligt het accent op wat je er in de dagelijkse praktijk mee kunt (1).
Spel van kwaliteitSaanpaSSing
Een samenspel van factoren bepaalt uiteindelijk de aard en omvang van
de renovatie. Zoals gezegd, is de kwaliteitsaanpassing een combinatie
van (diverse) fysieke elementen en sociaal-maatschappelijke ingredi?n-
ten. Tezamen vormen ze de bouwstenen voor de puzzel van de kwali-
teitsaanpassing. De betreffende negen factoren bestaan uit: steden-
bouw, architectuur, woon-, bouw- en onderhoudstechniek, proces,
bewoners/doelgroepen, volkshuisvesting, en alle soorten kosten. De
kunst is erin gelegen om al deze factoren te beschouwen tegen het
licht van de mogelijkheden, waarbij uiteindelijk de bewoner en het
gebruik een centrale plaats innemen. De kennis moet zich dus uitstrek-
ken over al deze factoren en de referenties uit de praktijk moeten een
illustratie vormen van de mogelijkheden. Dan kan het spel van de kwali-
teitsaanpassing beginnen en wordt de oplossing ook niet meer door
??n van de factoren bepaald. En een enkel aanbod bestaat niet bij een
dergelijke evenwichtige benadering.
Renovatieoplossingen in de
praktijk kunnen zeer divers
zijn. D? oplossing bestaat
niet. Daarom spelen referen
ties een grote rol in het
zichtbaar krijgen van de
mogelijkheden. en dan gaat
het niet alleen om de techni
sche mogelijkheden, maar
evenzeer om de sociale
component. Zoals bij de
mens lichaam en geest
elkaar sterk be?nvloeden, zo
speelt bij de kwaliteit(saan
passing) van de woning en
de buurt zowel de fysieke als
de sociale kwaliteit een rol.
in wezen gaat het om het
passend evenwicht tussen
deze twee aspecten, die
ervoor zorgen dat een reno
vatieproject geslaagd is.
tekst en beeld martin liebregts
programma12 nr 1 2013
Bronnen
1 `De praktijk roept om vergelijkingsma-
teriaal', Martin Liebregts, renda
2012/4, pag. 10 t/m 12.
2 De kosten betreffen de aanneemsom,
inclusief btw, prijspeil 2012, en zijn
gebaseerd op gedetailleerde gegevens
van circa zestig renovatieprojecten, die
uitgevoerd zijn in de periode 2001 t/m
2010.
3 Op dit moment wordt de publicatie
`Vlugschrift, Sociaal Design' voorbe-
reid door een aantal partijen. Hierbij
gaat het niet om procedures, maar om
verhalen die inspireren. De publicatie
verschijnt medio 2013.
4 Bij een grootonderhoudsplan of
beperkte renovatie verhuist van het
begin van het planproces tot einde
oplevering, circa 20 tot 30 procent van
de bewoners, afhankelijk van het
woningtype. Ingeval van ingrijpende
renovatie ligt dit percentage boven de
50 procent. Indien er sprake is van
vervangende nieuwbouw, gaat het om
80 procent van de bewoners dat
verhuist.
Het beeld van de circa veertig projecten laat een grote spreiding zien van
de kosten per woning. De gemiddelde kosten bedragen 7000 ? 76.000
euro, afhankelijk van het feit of zeer `dure' projecten worden meegerekend.
Kijken we echter alleen naar de projecten die na 1945 gebouwd zijn, dan
ligt het gemiddelde beneden de 60.000 euro. In de meeste gevallen gaat
het om (een ingrijpende) renovatie. De verdeling van de kosten over de
diverse samenstellende delen van een woning ziet er als volgt uit:
Schil 35.000 ? 40.000
Woning intern 16.500 ? 20.000
Woninginstallatie 6500 ? 8000
Woonomgeving 2000
Totaal 60.000 ? 70.000
Verder zijn drie referentiewaarden die betrekking hebben op een levens-
duurverlenging van 15, 30 en 45 jaar gegeven, voor een woning uit 1955.
Het gaat om bijna twintig projecten waarvan de kosten zijn weergegeven.
Het beeld laat een zeer grote spreiding zien; het illustreert de diversiteit van
de praktijk. De gemiddelde kosten liggen op circa 70.000 euro en komen
overeen met die van de referentie uit 1965, waarbij de levensduur met
dertig jaar wordt verlengd. De gemiddelde verdeling over de schil, woning
intern, woninginstallatie, gemeenschappelijke ruimten en woonomgeving,
ziet er als volgt uit:
Schil 35.000
Woning intern 15.000
Woninginstallatie 10.000
Gemeenschappelijke ruimte 9000
Woonomgeving 1000
Totaal 70.000
programma nr 1 2013 13
gemiDDelDe Zegt nietS
Voor de drie belangrijkste woongebouwtypen ? de rijtjeswoning, de
portieketagewoning en de galerijflat ? zijn de kosten per woning, beho-
rende bij een bouwjaar, bekend (2). Globaal is te constateren dat de
gemiddelde renovatiekosten van de rijtjeswoning en de portieketagewo-
ning rond de 70.000 euro liggen, en die van de galerijwoning 50.000
euro bedragen. Echter als alleen woningen uit de naoorlogse periode
met elkaar worden vergeleken, dan liggen die van de rijtjeswoning en
de portieketagewoning in de orde van 60.000 euro. Maar deze bedra-
gen zeggen alleen iets als je voor tientallen renovatieprojecten een
totaalbedrag wilt budgetteren. De feitelijke kosten van de renovatiepro-
jecten kunnen in hoofdlijnen vari?ren van 10.000 tot 140.000 euro per
woning. De werkelijkheid ligt ergens tussenin.
De hier gepresenteerde gemiddelden zijn deels gebaseerd op projecten
met een `hoog' voorbeeldkarakter. In de doorsnee praktijk liggen de
kosten zeker 15 ? 20 procent lager. Maar ook dan geldt dat de
concrete keuze op projectniveau niet gestuurd moet worden door het
gemiddelde, maar door de specifieke afweging van alle relevante facto-
ren. Op projectniveau moet de balans opgemaakt worden of de te reali-
seren kosten-kwaliteitverhouding verstandig is binnen de maatschappe-
lijke context.
Sociale gevolgen
De huidige documentatie over de fysieke aspecten van de renovatie-
praktijk staat nog in de kinderschoenen, maar ten aanzien van de soci-
ale aspecten is het niveau van incident nog niet overstegen. Systema-
tisch onderzoek naar klanttevredenheid is sinds enkele jaren zijn intrede
aan het doen. Maar ruimte geven aan de inbreng van bewoners is meer.
Ook hiervoor is het wenselijk om met elkaar beter inzicht te krijgen in
wat de gewenste en passende aanpak in een concrete context is (3).
Uit de praktijk is bekend dat hoe ingrijpender een kwaliteitsaanpassing
is, des te meer oorspronkelijke bewoners van het toneel verdwijnen (4).
Kennis over de sociale gevolgen moeten dus ook een vast onderdeel
gaan vormen van de documentatie van projecten.
een goeD vooRbeelD
Op zoek naar de best passende praktijk is gemakkelijker gezegd dan
gedaan. H?t goede voorbeeld bestaat niet. Juist een breed overzicht
van de mogelijkheden, met de bijbehorende overwegingen en kenmer-
ken, kan een bijdrage leveren aan de keuze op projectniveau. Uiteinde-
lijk gaat het om een passende oplossing voor een situatie. Een goed
beeld van de gerealiseerde projecten, verspreid over Nederland, kan
een showroom van mogelijkheden opleveren. Woorden als `gemid-
delde' en `best practice' passen niet bij deze zoektocht, omdat het te
veel uitgaat van ??n oplossing en te weinig van de breedheid van de
dagelijkse praktijk.
Het betreft nog geen twintig projecten, vooral uit de periode van eind jaren
zestig tot begin jaren zeventig. De gemiddelde aanneemsom bedraagt 47.000
euro per woning, maar gezien de spreiding is elke ingreep mogelijk tussen
10.000 en 100.000 euro per woning, afhankelijk van de gewenste kwaliteit.
Reacties