renda special energiesprong januari 2012 inhoud2 renda special energiesprong januari 2012 inhoud2
h?t nationaal project
energiesprong 4
project
hamburg ? lichtaktiv haus 44
dirk jan van der zeep
rekenen in scenario's 54
jan winsemius
betere besluiten door verder te
kijken 64
interview
matthijs bierman
een kijkje over de schutting 13
harry boschloo
doorbraken nodig 36
44 13
36
54
64
energie
sprong
inhoud
thema
renda special energiesprong januari 2012inhoud 3
Bent u klaar voor een
confrontatie met uw
toekomst?
Voor deze renda special heb ik als program-
mamanager van EnergieSprong de eer om
het woord tot u te richten. Met deze special
willen wij u inspireren, maar ook concrete
handvatten bieden bij vraagstukken over het
strategisch belang van energie in woonlas-
ten, bedrijfseconomie en portefeuillebeleid.
De mensen die aan deze special meege-
werkt hebben, zien energie als een belang-
rijke drager van de corporatiestrategie. Het
gaat ook ergens over. De betaalbaarheid en
de waarde van het middel waarmee u woon-
plezier verschaft aan uw klanten komt onder
druk te staan wanneer u het energievraag-
stuk verwaarloost.
We leven en werken in een wereld en sector
die snel verandert. Een spannende tijd van
transitie. Nieuwe media, nieuw werken,
nieuwe governance regels, nieuwe partners
en nieuwe economische kaders zijn aanjagers
voor transitie. De crisis lijkt daarbij de over-
gang te markeren naar een tijdperk met een
gestaag terugtrekkende overheid, waarin de
traditionele aanbodsmarkt langzaamaan
verandert naar een vragersmarkt.
De uitdagingen waar corporaties voor staan
zijn dan ook wezenlijk en dringend. Zij
moeten de economische duurzaamheid van
de dienstverlening aan de primaire doel-
groep en het langetermijnbeheer van de
fysieke leefomgeving opnieuw bepalen.
Slagen ze, dan weet de sector de last te
dragen van een groeiend aantal mensen dat
dreigt af te glijden richting onbetaalbare
woonlasten.
Dwingende regelgeving, een veranderende
economie en een nieuwe vraaggestuurde
en conjunctuurgevoelige markt, zorgen voor
een lastige bestuursopgave in relatie tot de
maatschappelijke vraagstukken. Gelukkig
kunnen we al veel leren van koplopers en
parallelle sectoren en markten.
Er moeten grotere sprongen gemaakt
worden dan tot nu toe gebruikelijk. Energie is
geen extra last, maar een economische
drager van vernieuwing. Het SEV-programma
EnergieSprong heeft de pretentie om samen
met u de marktcondities te cre?ren voor de
grote sprongen die uiteindelijk moeten leiden
tot een energieneutrale gebouwde omgeving.
Er kan al meer dan we denken. Dat zal deze
special laten zien.
leren van bewonersbelangen 8
column dyon noy 12
lokale energiebedrijven
zijn de toekomst 16
hernieuwde kijk op
energiebesparing 18
waar ketensamenwerking over
zou moeten gaan 22
column paul kengen 25
beslissen via bomen 26
inspiratie uit het buitenland 27
frisse blik van buitenaf 30
slimste oplossing komt uit de
markt 32
gericht in actie komen 34
column sjoerd klijnvelderman 39
4 voor 12 voor woonlasten 40
digitale stimulans voor hoog
niveaurenovatie 47
gelukkige bewoners voor alles 48
zelfvoorzienend in energie 50
column frans versteeg 56
hybride model voor energiesprong 57
energie is geen spel 60
verder doordenken 61
voorzien in woonbehoeften 62
column ron de graaf 66
de roadshow 67
en verder
16 18
2722
saskiaheister
Jan Willem van de Groep
Hoofdredacteur renda special EnergieSprong
renda special energiesprong januari 2012 h?t nationaal project4
h?t nationaal project
Aan de vooravond van de
Roadshow discussi?ren een
aantal deskundigen over de
noodzaak van de grote ener-
giesprong. In het Koetshuis
van Business Universiteit
Nyenrode ontstaat onder
leiding van Eva-Marije Smit
een levendig gesprek over
tikkende tijdbommen, win-
winsituaties, het nieuwe
goud, de invloed van Brus-
sel en h?t nationaal project.
www.renda.nl
renda special energiesprong januari 2012h?t nationaal project 5
tekst wilbert leistra
foto's boudewijn bollmann
"Misschien is het wel 1 over 12", sombert Jan Rotmans. De hoogle-
raar Transitiemanagement aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
schetst: "Vorige week bleek uit onderzoek dat Nederland tot de vieste
landen van Europa behoort, misschien wel het allervieste land is. Dat
we ook heel veel CO2
verbruiken. Als je daar iets aan wilt doen, moet
je focussen op de gebouwde omgeving. En vooral op de woningvoor-
raad. De grondstoffen worden schaars, gas wordt heel duur. Elk huis
met een gasaansluiting is een tikkende tijdbom." Rotmans krijgt bijval
van Anke van Hal, hoogleraar Sustainable Building and Development
Business Universiteit Nyenrode en hoogleraar Sustainable Housing
Transformation TU Delft. "Er is een grote urgentie. Als je niet alleen
op energie focust, maar je kijkt naar de problematiek die vaak speelt in
wijken waar mensen wonen die hun energie niet kunnen betalen, dan
kun je zeker naar win-winsituaties toe", voorspelt Van Hal. "Je zorgt
namelijk niet alleen voor een lager energieverbruik, maar ook voor een
betere woonomgeving en een gezonder binnenklimaat. Daar kunnen
mensen alleen maar v??r zijn en ik zie ook echt kansen." Volgens Lex
de Boer moet er haast gemaakt worden als een totale omslag moet
worden bewerkstelligd. "Vastgoed is als een tanker. Als je nu iets
verzint, ben je al snel twintig jaar verder voordat iets is gerealiseerd. In
die zin zie ik dus heel goed de urgentie." De directeur EnergieSprong
SEV voegt er nog aan toe: "We moeten anders gaan denken, ook in
hoe we naar de voorraad kijken." De urgentie wordt van harte onder-
schreven door Frans Versteeg, projectleider EnergieSprong SEV. "Je
moet echt nu, vandaag, beginnen en op verschillende borden gaan
schaken. Zo groot is de urgentie. En als je het goed doet, dan zie je
pas over tien tot vijftien jaar de effecten."
NIEUwE goUd
Een groot gevaar is volgens Rotmans dat de bouw doorgaat met
alleen maar projecten uitvoeren. "Dit is het tijdperk van opschaling,
massa, volume", stelt hij. "We moeten de woningvoorraad gaan zien
als het `nieuwe goud' als het gaat om klimaat en energie. Daar ligt een
geweldige kans!" De Boer vindt dat corporaties duidelijk gemaakt
moet worden dat ze goede investeringen moeten doen. "We moeten
ervoor zorgen dat geen goed geld naar kwaad geld gaat. Voor de
korte termijn ligt daar de grootste opgave: dit de corporaties duidelijk
maken. Er zit daar kapitaal dat moet worden ge?nvesteerd. Doe het
dan goed, geef liever het driedubbele uit en zorg ervoor dat de grote
energiesprong er komt", luidt zijn advies. Om die beslissingen beter te
kunnen nemen heeft Versteeg zich als projectleider EnergieSprong
beziggehouden met nieuwe economische beslismodellen. "We
hebben nu modellen nodig die veel meer variabelen laten zien. Bijvoor-
beeld de totale woonlasten, de waardeontwikkeling en de levensduur-
verlenging", somt hij op. "Dan worden beslissingen veel eenvoudiger
te nemen." Rotmans ergert zich aan het gebruik van de term `terug-
verdientijd', die vaak als argument wordt gebruikt om investeringen
wel of niet te doen. "Mensen wordt nog steeds aangepraat dat de
terugverdientijd belangrijk is. Terugverdientijd is echter een statisch
begrip. Je voegt waarde toe aan je huis en die waarde is permanent.
Je kunt die waarde uitdrukken in geld, maar niet noodzakelijkerwijs.
Oude verdienmodellen werken echter alleen met waarde-uitdrukking in
geld, die passen dus niet bij deze realiteit." Toch is het volgens Van
Hal moeilijk voor mensen om anders te redeneren. Zij baseert haar
opvattingen op haar onderzoek om kennis van gedragswetenschappen
te combineren met technische en economische kennis. In dat kader
noemt zij de term `verliesaversie'. "Dat wat je uitgeeft weegt veel
zwaarder dan dat je blij bent met hetgeen je krijgt", legt zij uit. "Het
rationele rekensommetje van het bedrag dat je uitgeeft en het bedrag
wat je elke maand terugverdient, dat werkt emotioneel heel anders."
De Boer verwacht dat corporaties wel mee moeten met het investeren
in energieprestaties. "Op het moment dat je kunt kiezen tussen wonin-
gen met goede en slechte energieprestaties, dan zal waardeontwikke-
ling een grotere rol gaan spelen. Nu corporaties zich onder druk van
Brussel moeten herbezinnen op hun voorraad en hun portefeuille gaan
analyseren, is het voor ons zaak om het gedachtegoed van de ener-
giesprong duidelijk te promoten."
Jan Rotmans
hoogleraar Transitiema-
nagement Erasmus
Universiteit Rotterdam
Anke van Hal
hoogleraar Sustainable
Building and Develop-
ment Business Univer-
siteit Nyenrode en
hoogleraar Sustainable
Housing Transformation
TU Delft
Lex de Boer
directeur EnergieSprong
SEV
Frans Versteeg
projectleider Energie-
Sprong SEV
dEdEELNEMERS
renda special energiesprong januari 2012 h?t nationaal project6
NIEUwE SAMENwERKINgSVoRMEN
Rotmans vindt dat je deze opgave niet alleen bij de corporaties neer
kunt leggen. "Je vraagt in dit geval namelijk om nieuwe samenwer-
kingsvormen. Zo praten wij met banken en investeerders om energie-
besparing als dienst te gaan leveren. Het zogenoemde ESCo-model
dat voor gebouwen is ontwikkeld, is al vertaald naar woningen. De
enige vraag van die partijen luidt: geef ons voldoende volume. Dus als
je zoveel duizend woningen levert, kunnen wij energiebesparing als
dienst gaan leveren. Een corporatie kan dat dus niet alleen, maar heeft
daar hulp bij nodig van een investeerder, bank of energiebedrijf. Er
ontstaan dus hele nieuwe ketensamenwerkingsvormen." Van Hal
benadrukt dat ook samenwerking met het bedrijfsleven moet worden
gezocht. "Er zijn de prachtigste producten ontwikkeld. Maar zo lang
die niet worden opgeschaald, blijven ze duur en onbekend. Je moet
voorbeelden ter inspiratie uit het buitenland halen. Je moet zeker niet
iedere keer weer het wiel proberen uit te vinden. Dan kun je grote
slagen slaan. Het bedrijfsleven is dit al aan het doen. Er zijn al bedrij-
ven die garantie geven op het energieverbruik. Een paar jaar geleden
dachten we nog dat niemand dat zou durven. Het initiatief komt dus
van het bedrijfsleven. Dat zouden de corporaties moeten omarmen."
Versteeg brengt direct een kanttekening aan bij het betoog van Van
Hal. "Ik heb heilig ontzag voor implementatie. Het idee is prachtig,
maar het gedaan krijgen is een andere zaak. Je zegt eigenlijk: vanaf nu
moeten alle projecten anders gepresenteerd worden aan de directie
van een corporatie. De directie moet op basis van andere criteria gaan
beslissen. De financi?le administratie moet als gevolg hiervan anders
worden geregeld en de onderhoud- en verhuurafdeling moeten anders
worden ingericht. Kortom; alles moet anders werken. Ga daar maar
aan staan." Van Hal beaamt de moeilijke situatie waar de corporaties
zich in bevinden. Volgens haar is er ook niet ??n blauwdruk die ervoor
uitgerold kan worden. "Het is altijd maatwerk, dat verschilt per corpo-
ratie. En daarbij is ook de relatie met de bewoners erg cruciaal."
Rotmans stelt dat druk van buitenaf ?n van binnenuit nodig zijn om een
dergelijke transitie te laten slagen. "Er zijn al technologische doorbra-
ken die de druk van buitenaf uitvoeren. Denk aan zonnepanelen, die
liggen binnen 3 jaar bij de Ikea en de Gamma. Als je nu 10 zonnepane-
len koopt, kost je dat ongeveer 5000 euro. Dan heb je een rendement
van circa 6 procent. Zet je het op de bank, dan is je rendement 4 tot
4,5 procent. Je bent dus eigenlijk oliedom als je geen zonnepanelen
neemt. De corporaties krijgen de komende jaren te maken met
mensen die deze zonnepanelen willen hebben", is de stellige overtui-
ging van de hoogleraar Transitiemanagement.
doMStE ScENARIo
Gespreksleider Smit vraagt de deelnemers wat corporaties moeten
doen. Rotmans draait de vraag liever om. "Stel dat je de komende tien
jaar niets doet, dan lig je eruit. Maakt niet uit welk scenario je kiest
? ontwikkeling van de energieprijzen, de gasprijzen en de huizenprijzen
? je gaat als corporatie onherroepelijk failliet. Dat is het domste scena-
rio dat je kunt kiezen", gooit hij in de groep. Van Hal begrijpt wel
waarom corporaties zich terughoudend opstellen. "Corporaties
moeten dingen anders gaan doen dan ze gewend zijn. Dat is lastig, dat
is eng. Er zijn altijd praktische redenen te bedenken om het niet te
doen." Toch onderschrijft zij de noodzaak, de urgentie. "Het is de
enige manier, je moet n? actie ondernemen. Je moet aan de slag gaan,
leren van wat er al ligt." Versteeg benadrukt dat corporaties een
langetermijnvisie moeten hebben. "De stip aan de horizon is noodza-
kelijk. En het besef is essentieel dat alles sneller gaat dan je je kunt
voorstellen. Ik kreeg in 1996 mijn eerste mobiele telefoon. Als je toen
had beweerd dat tien jaar later ieder kind van twaalf zo'n ding heeft om
zijn moeder te bellen dat `ie naar de judo wil, dan was je volslagen gek
verklaard. Stel dat je als corporatie nu ernaar streeft om je hele bezit
op label B te krijgen; tegen de tijd dat het je gelukt is heeft iedereen
het over label A driedubbel plus in het kwadraat. Zo snel gaat het. Je
hebt dus veel meer haast dan je ooit hebt gedacht", spreekt hij als
waarschuwing aan de corporaties uit. "De corporatiedirecteuren zijn
niet dom", stelt oud-corporatiebestuurder De Boer. "Die weten
dondersgoed hoe het werkt. Wat ik belangrijk vind is dat die directeu-
ren liever in een lager tempo de grote stappen maken dan in een hoog
tempo naar label B willen. Dat is cruciaal, als je investeert, doe het dan
goed", geeft hij als advies. Versteeg heeft een anekdote te delen over
dit advies. "Mijn vader zei altijd: de arme man betaalt altijd te veel. Die
renda special energiesprong januari 2012h?t nationaal project 7
koopt ieder jaar een winterjas die een seizoen meegaat, omdat een
andere jas te duur is. Die duurdere gaat echter vijf seizoenen mee.
Dat is precies waarom je anders moet gaan rekenen."
PoLItIEK
Versteeg brengt de politieke situatie in Nederland ter sprake. "We
doen in Nederland alsof we vanuit Den Haag de hele wereld regeren
en af en toe met Brussel bellen of daar ook nog iets gebeurt. De
werkelijkheid is anders. Maar hoeveel corporatiebestuurders krijgen
van de betrokken ministeries te horen wat daar is geagendeerd? De
ambities van Brussel liggen vele malen hoger dan in Nederland op het
gebied van bijvoorbeeld energie. En die ambities komen ook op ons af,
reken daar maar op. Veel te weinig mensen weten dat", stelt de
projectleider EnergieSprong bezorgd vast. "Dan hebben we het dus
over de druk van buitenaf", aldus De Boer. "De druk uit de samenle-
ving vertaalt zich naar de politiek. Als de mensen het willen, komt het
op de politieke agenda." Rotmans: "Maar de politieke werkelijkheid
waar we het hier over hebben, dat is dus Brussel en niet Den Haag.
Dat wij met dit kabinet zitten is minder relevant dan de strenge eisen
vanuit Brussel. Ik heb al gehoord dat de eisen die binnen twee tot drie
jaar aan gebouwen worden gesteld, gigantisch streng zijn in vergelij-
king met nu." "Daar moeten we dus over praten", vindt Versteeg.
"We kunnen wel zeggen dat we gelukkig een kabinet hebben dat
beweert dat we ons geen zorgen hoeven te maken, maar dat is
gewoon niet waar. We hebben het hier over de realiteit waarmee de
corporatiebestuurders de komende jaren te maken krijgen."
RoAdSHow
Aan het slot van de bijeenkomst geven de deelnemers vanuit hun
achtergrond een advies aan de corporaties. Versteeg bijt het spits af:
"Ik hoop dat ik vanuit de SEV ? met veel respect voor de complexe
situatie waarin corporaties zich bevinden ? iets kan bieden op het
gebied van een nieuw economisch beslismodel. Een andere manier
van denken om de investeringen die nodig zijn voor de grote renova-
tie-ingrepen aantrekkelijk te presenteren en mogelijk te maken. Dit is
onderdeel van de Roadshow waarin we als EnergieSprong duidelijk
maken wat we voor de corporaties kunnen betekenen." De Boer
eindigt met een oproep aan de corporaties: "Corporaties kunnen nu
nog de motor zijn van de verduurzaming van de gebouwde omgeving.
Als je nu niet slim handelt, word je straks door de markt en de over-
heid gedwongen, en dan mis je de politieke en economische benefits.
Dus: kom in beweging!" Van Hal wil dat meer corporaties te weten
komen over het Slim&Snel-programma. "Er zijn al corporaties bij
aangesloten door projecten aan te bieden of door deel te nemen aan
het netwerk dat erbij hoort en kennis te delen, maar dat moeten er
meer worden. En ik wil dat de corporaties iets met die kennis gaan
doen. Daarnaast probeer ik samen met Jan Willem Croon en Jan
Rotmans met behulp van de Roadshow de corporaties te laten zien
hoe we concreet kunnen helpen een stap verder te komen." Het slot-
woord is voor Rotmans. "Wij willen ten eerste van de verduurzaming
van de woningvoorraad h?t nationaal project maken. Hiervoor probe-
ren we samen met alle grote bouwpartijen, zoals Bouwend Nederland,
Vernieuwing Bouw, Aedes, Uneto-VNI en de SEV te organiseren dat
het op het hoogste niveau wordt geagendeerd. Ten tweede willen we
een bewustzijn overbrengen; nu meedoen en inzetten op verduurza-
ming van de bestaande voorraad biedt veel voordelen. Doe je het niet
en wacht je af, dan overkomt het je, met alle gevolgen van dien. Je
wordt dan door de markt en de samenleving gedwongen en dan heeft
het meer na- dan voordelen. Ten slotte willen we helpen bij het in de
praktijk brengen, onder andere door financieringsmodellen en
-constructies. Wij kunnen aangeven wat het oplevert en ook wat het
kost als je het niet doet. En we kunnen helpen bij het vormen van
ketensamenwerking", besluit hij.
Scan deze code
met je smartphone
om de discussie te
bekijken.
www.renda.nl
renda special energiesprong januari 2012 leren van bewonersbelangen8
Stedenwijk Almere
In Stedenwijk Almere was de
noodzaak tot renovatie ingege-
ven door onveiligheid in de
buurt, criminaliteit, overlast,
gebrekkige kwaliteit van de
openbare ruimte en achterstal-
lig onderhoud van de woningen.
In samenwerking met gemeen-
te, overige corporaties en
maatschappelijke instanties in
de wijk, is woningcorporatie
Ymere tot een geco?rdineerde
gezamenlijke aanpak gekomen
ten aanzien van de verbetering
van buurt, woningen en tegelijk
verbetering van de openbare
ruimte.
"In Almere waren de bewoners
echt onwillig ten aanzien van
Corporaties in nederland
bevinden zich momenteel
op een lerende markt, als
het gaat om experimenteren
met de juiste aanpak om
bewoners enthousiast te
krijgen voor het energetisch
verbeteren van complexen.
Hoofdlijnen hierbij zijn dat
de corporatie de input van
bewoners hard nodig heeft,
en dat het verbeteren van de
woonkwaliteit als geheel
een goede ingang is om
bewoners voor een renova-
tie te interesseren. daar-
naast ontwikkelen corpora-
ties steeds meer strategie?n
om bewoners individueel te
benaderen met keuzepak-
ketten of optie-elementen,
de zogenoemde serie van
??n. Het zijn strategie?n
ontworpen om 70 procent
bewonersinstemming
anders te benaderen. in de
uitvoering blijken zeker
schaalvoordelen en effici-
ency haalbaar, met name
door goede afspraken met
aannemers. enkele succes-
volle praktijkervaringen zijn
al te noemen.
leren van
bewonersbelangen
tekst evelyn van der ploeg-lindenburg
renovatie", zegt Paul Tuijp,
milieuco?rdinator van Ymere.
"De teneur was dat er door de
corporatie al te lang niets aan
onderhoud was gedaan en dat
er nu ineens een huurverho-
ging betaald moest worden om
het achterstallige onderhoud
weg te werken. Daarop is een
medewerker van Ymere van
deur tot deur gegaan om de
mensen te informeren. Dat
werkte beter. Mede door een
uitstekende aanbesteding en
goede prestatie van aannemer
Vastbouw, is de renovatie van
de woningen een groot succes
geworden."
Het is gelukt om per woning de
overlast te beperken en de
ingrepen uit te voeren in tien
dagen per woning. Energetisch
zijn de woningen van energiela-
bel F naar A+ gegaan door iso-
latie van kruipruimte en binnen-
kant dak, nieuwe kozijnen met
hr++ glas, en zonnepanelen op
het dak. De maandelijkse
woonlasten zijn door de bespa-
ringen op de energienota per
saldo gedaald, bij een beschei-
den huurverhoging. Tuijp:
"Twee jaar na oplevering blijkt
het gehele renovatieproject
zeer geslaagd. Door de inte-
grale wijkaanpak is de sociale
verloedering sterk afgenomen.
Mensen zijn weer trots om in
hun wijk te wonen."
ymere
renda special energiesprong januari 2012leren van bewonersbelangen 9
De uitgangssituatie in de flat
Wanningstate in Zwolle was
sociaal nagenoeg onhoudbaar
door criminaliteit, drugsge-
bruik, onveiligheid op de gale-
rijen en in liften. Woningcorpo-
ratie Openbaar Belang had al
ervaring met duurzaam renove-
ren bij onder andere de Rem-
brandtflat. Met deze ervaring is
de corporatie de `moeilijkste'
flat de Wanningstate ook gaan
renoveren, om zo een dubbel-
slag te slaan. Dit is gelukt.
Allereerst is een sociaal beleid
gevolgd van actieve uitplaatsing
van een aantal bewoners. "We
hebben een excursie georgani-
seerd voor bewoners van de
Wanningstate naar de eerder
gerenoveerde Rembrandtflat",
vertelt Rens Balkenende, mana-
ger vastgoed van Openbaar
Belang. "Dat was een uitste-
kend middel. De bewoners kon-
den zich er zo concreet iets bij
voorstellen. Ze hebben ervoor
gekozen de verbeteringen van
de entree en het centrale
gedeelte een-op-een over te
nemen, in combinatie met
onderhoud aan de woningen."
In de flat is in bijna een jaar tijd
een renovatie van tien miljoen
euro gerealiseerd met alle
bewoners erin. "Dit was nood-
zakelijk," volgens Balkenende,
"anders kon het project financi-
bewoner; hoe zou je zelf reage-
ren als je een jaar lang overlast
had van lawaai en troep?
In de individuele woningen zijn
verschillende duurzame maatre-
gelen toegepast. Collectief zijn
er zonnecollectoren geplaatst
op het dak, gekoppeld aan een
vat van 8.000 liter dat gebruikt
wordt voor zowel verwarming
als warm tapwater. "Bewoners
zijn nu heel tevreden. De relatie
tussen corporatie en bewoners
is open en positief. Dat is
belangrijk voor de toekomst",
besluit Balkenende.
eel niet uitkomen. De mensen
vonden de renovatie zwaar, je
vraagt wel flink wat van de bewo-
ners. Nu geven ze allemaal een
dikke voldoende, zowel voor het
proces van renovatie als voor het
eindresultaat in de woning."
Tijdens de renovatie is er continu
een medewerker van de corpora-
tie in de flat aanwezig geweest
om bewonersproblemen te bege-
leiden. Balkenende: "Het is
belangrijk als corporatie heel
dicht bij het renovatieproces te
blijven en ter plekke informatie te
geven en zaken met elkaar op te
lossen. Deze post verdient zich
met gemak terug door goodwill
en het verloop van het proces. Er
zijn geen grote bedragen uitge-
keerd, er is samen met bewo-
ners altijd naar een praktische en
faire oplossing gezocht." Boven-
dien had Openbaar Belang duide-
lijke spelregels afgesproken met
de uitvoerders tijdens de bouw.
"De afspraken waren onder
andere: geen radio, gedraag je
als een gast in de woning, de
bewoner heeft altijd gelijk, heb
geen grote mond, en als de
bewoner de uitvoerder verzoekt
even weg te gaan, altijd doen",
aldus Balkenende. De grondge-
dachte waar op gehamerd werd
bij de uitvoerder van corporatie
en aannemer was hierbij: ver-
plaats je in de situatie van de
Zorgvuldige communicatie met
bewoners voor, tijdens en na
afloop van een renovatieproject
is erg belangrijk. De ervaring
leert dat dit leidt tot meer draag-
vlak voor het project, meer
inhoudelijke kwaliteit en een
plezierige samenwerking. Om
deze communicatie zo soepel
mogelijk te laten verlopen, heeft
Uitgeverij ?neas het handboek
`Bewonerscommunicatie bij
duurzame woningverbetering'
gepubliceerd. Dit is een handig
hulpmiddel bij het opzetten van
weloverwogen en zorgvuldige
bewonerscommunicatie bij
woningverbetering.
Het boek helpt de relevante
factoren in kaart te brengen. Aan
de hand van het speciaal ontwik-
kelde CommunicatieKompas kan
eenvoudig een analyse worden
gemaakt om erachter te komen
welke strategiekeuze de beste
is. Daarbij worden praktische
tips en voorbeelden gegeven van
communicatieactiviteiten die
corporaties al in de praktijk
hebben toegepast. Bewoners-
communicatie bij duurzame
woningverbetering draagt bij aan
een goede relatie met bewoners,
juist ten tijde van een wijk- of
woningverbeteringsproces.
Bewonerscommunicatie bij duur-
zame woningverbetering ? Prak-
tisch handboek voor projectlei-
ders en hun medespelers,
november 2010, Uitgeverij
?neas, 45,-. ISBN 978-94-
6104-004-6. Meer informatie
over het boek en gratis handige
tools (waaronder het Communi-
catieKompas): www.bewoners-
communicatie.nu.
Duurzame woningverbetering. Daarmee redt u zich als projectleider wel. Bouwen
en verbouwen is uw vak. Maar hoe zit het met de communicatie met bewoners?
Weet u ook hoe u dat aanpakt? Hoe betrekt u huurders, huurdersorganisaties
en bewonerscommissies op constructieve wijze bij de renovatieplannen? Hoe
enthousiasmeert u uw huurders, zodat ze instemmen met de voorgestelde
maatregelen, ook als deze een huurverhoging met zich meebrengen? En, bij
duurzame woningverbetering heel belangrijk: hoe zorgt u ervoor dat bewoners de
nieuw aangebrachte, moderne voorzieningen op de juiste manier gaan gebruiken,
zodat een optimaal wooncomfort samengaat met een minimale energierekening?
Deze vragen laten zich niet met standaardoplossingen beantwoorden. Net als de
renovatie zelf, vraagt communicatie om maatwerk. Maatwerk dat afhankelijk is van
factoren als:
- het karakter van de buurt
- leeftijd, gezinssamenstelling, opleidingsniveau en leefstijl van de bewoners
- omvang en complexiteit van de ingreep
- wel of geen huurverhoging?
- de vraag of de huidige huurders/bewoners ook de bewoners van de toekomst zijn
- de relatie tussen verhuurder en huurders(organisaties)
- de reputatie van de verhuurder op het gebied van onderhoud en communicatie
- de relatie tussen gemeente en verhuurders/corporaties.
Het handboek Bewonerscommunicatie bij duurzame woningverbetering is een
praktische gids voor het systematisch, tijdig en zorgvuldig opzetten van de
communicatie met bewoners. Met behulp van het CommunicatieKompas bepaalt
u uw basisstrategie. Daarna bepaalt u aan de hand van adviezen, checklists en
praktijkvoorbeelden hoe u die basisstrategie uitwerkt in communicatiemiddelen
en ?activiteiten. Voorbeelden en tips voor de bewonerscommunicatie zijn per
projectfase en per communicatiestrategie geordend.
Bewonerscommunicatie bij duurzame woningverbetering is de communicatie'tool' bij
de Toolkit Bestaande Bouw. Het boek kan ook zelfstandig worden gebruikt.
ISBN: 978-94-6104-004-6
www.toolkitonline.nl Bewonerscommunicatie
bij duurzame
woningverbetering
module bij Toolkit Bestaande Bouw
Bewonerscommunicatiebijduurzamewoningverbetering
Praktisch handboek voor projectleiders
en hun medespelers
3157_bewonerscomm_omslag_CS3_C_12mm.indd 1
20-10-2010 13:32:11
Goede bewonerSCommuniCAtie
wAnninGStAte Zwolle
openbaarbelang
renda special energiesprong januari 2012 leren van bewonersbelangen10
Het complex met het grootste
aantal woningen in Nederland
betreft de L-flat in Zeist. Hoe
krijg je de steun voor renovatie
van 714 bewoners met 40 ver-
schillende nationaliteiten, was
de vraag voor woningcorpora-
tie De Kombinatie. Binnen een
jaar tijd slaagde de corporatie
erin voldoende instemming te
verkrijgen voor renovatie in
bewoonde staat. De twee jaar
durende renovatie is nu halver-
wege en de bewoners zijn
uitermate positief.
Aangezien De Kombinatie een
kleine organisatie is met maar
??n communicatiemedewerker,
is de bewonerscommunicatie
vanaf het begin uitgevoerd
door extern communicatiebu-
reau Beaumont. "Belangrijk
was de communicatie te star-
ten met een woonwensenon-
derzoek", geeft Dani?l Nagel
van Beaumont aan. "Op basis
daarvan heeft de corporatie
kunnen besluiten tot verlenging
van de levensduur van de flat.
De flat ligt in een mooie groene
buurt, mensen vinden de loca-
tie fijn en de plattegronden van
de woningen zijn nog prima
geschikt voor de toekomst.
Bestaande klachten en wensen
die uit het bewonersonderzoek
naar voren kwamen, zijn ge?n-
tegreerd in de renovatieplan-
nen. Daarnaast is op een aan-
tal onderdelen van de renova-
tie, zoals de entrees en balkon,
De Woonbond heeft de vol-
gende tips voor een goede
bewonerscommunicatie:
Sluit aan bij wat bewo-
ners willen (woonwensen
gecombineerd met duur-
zame maatregelen).
Begin in die panden waar
de bewoners dat graag
willen.
Zoek overleg in een
vroeg stadium op een
aantal keuzepunten.
Laat geen huidige klach-
ten liggen.
De woonlastenwaarborg
van Aedes/Woonbond is
een goed middel om in te
zetten.
Voor een goede communi-
catie heeft De Kombinatie
deze tips:
Ken uw bewoner.
Sta in direct contact met
de bewoners zodat je
weet wat er speelt.
Los bestaande klachten in
ieder geval op tijdens de
renovatie.
Reageer adequaat op sig-
nalen.
Huur expertise in.
Communiceer zo dicht
mogelijk bij de mensen.
Communiceer positief;
benadruk de voordelen.
inspraak en participatie georga-
niseerd. Dit heeft de betrokken-
heid onder bewoners aanzienlijk
vergroot. Zodoende werd het
echt `hun' renovatie."
In een vroeg stadium heeft de
bewonercommissie de Woon-
bond benaderd voor een second
opinion over de op handen
zijnde renovatie. De Woonbond
oordeelde zeer positief over de
aard van de ingrepen, de samen-
werking en communicatie met
bewoners, en in een later sta-
dium over de begeleiding van de
bewoners tijdens het uitvoe-
ringsproces. De woonlasten-
waarborg van Aedes/Woonbond
is toegepast om bewoners
zekerheid te geven ten aanzien
van toekomstige woonlasten.
Dit blijkt een krachtig middel om
in te zetten bij renovaties want
het geeft de mensen financi?le
zekerheid. Met behulp van indivi-
duele bemetering is er inzage in
het eigen gebruik.
"De renovatiemaatregelen zijn
met een vooruitziende blik
genomen", zegt Barbara Klomp
van de Woonbond. "De meest
logische praktische ingrepen
van nu zijn toegepast en de
samenwerking met de bewo-
ners is uitstekend te noemen. In
een volgend stadium is het com-
plex vrij eenvoudig op te scha-
len naar energieneutraal door
een systeem van duurzaam
opwekken aan de collectieve
installatie te koppelen."
Het Hogeland in Enschede is
een naoorlogse volksbuurt van
100 woningen uit de jaren 60
tot 65. Woningcorporatie De
Woonplaats koos voor de serie
van ??n-benadering en bood
haar huurders de keuze uit drie
pakketten van maatregelen.
Om mensen te informeren
richtte de corporatie voor haar
bewoners een `energiewoning'
in. Een team van drie deskundi-
gen, bestaande uit een ener-
gieadviseur, een technisch
adviseur en een woonconsu-
lent, zat klaar om alle vragen te
beantwoorden. Een dvd toonde
een verslag van het bouwpro-
ces en de bewoners mochten
overal aankomen en alles uit-
proberen. "Een proefwoning
inrichten werkt zeer goed",
stelt Arno Oldenmenger, team-
leider onderhoud van De
Woonplaats. "De eerste indruk
is bepalend. Je verhaal moet in
??n keer goed en duidelijk zijn.
Wie zijn energierekening had
meegenomen, kon een per-
soonlijk bespaarplan maken.
Voor sommigen was label A
perfect, voor anderen label C."
De huurverhoging na de reno-
vatie ? die nog in volle gang is
? bedraagt na oplevering tus-
sen de 25 en 100 euro per
maand. Bewoners hoeven hun
huis niet uit want de overlast
kan worden beperkt van een
paar dagen tot een week. In 68
woningen is de corporatie aan
de slag gegaan. Daarbij aange-
tekend dat een aantal bewo-
ners op het punt stond te ver-
huizen en om die reden geen
gedoe wilde. "Als we de reno-
vatie integraal hadden aange-
pakt, hadden we de vereiste
l-flAt ZeiSt
Het HoGelAnd enSCHede
dekombinatie
renda special energiesprong januari 2012leren van bewonersbelangen 11
70 procent misschien niet
gehaald. Voor grondgebonden
woningen is de serie van ??n
een optimale aanpak. Voor
gestapelde bouw zou deze
aanpak moeilijker te realiseren
zijn", aldus Oldenmenger.
Voordelen van serie van ??n:
Investeringskosten zijn in
de huur te verrekenen
Geen 70-procenteis
Geen kostbare bewoners-
informatietrajecten
Verhuurbevorderend
(hogere kwaliteit)
Stimulerend voor de omge-
ving
Kennis opdoen van het
complex
Kennisvergaring door
proefwoning
Altijd succes, ongeacht het
aantal deelnemende bewo-
ners
Nadelen van serie van ??n:
Uitvoering is minder kos-
teneffici?nt
Versnippering van energe-
tisch bezit
Databeheer
Woningcorporatie Wetland
Wonen in de kop van Overijs-
sel streeft ernaar dat 90 pro-
cent van haar woningbezit ?
3200 woningen, voor een
groot deel bestaand uit grond-
gebonden woningen ? in 2020
voorzien is van schilisolatie.
Franziska Selmeier, projectma-
nager Duurzaamheid en Strate-
gisch Voorraadbeheer bij Wet-
land Wonen, vertelt hoe de
corporatie dit aanpakt.
"Nadat we onze doelstellingen
bepaald hadden, rees de vraag
op welke manier we dat kon-
den bereiken. Uit eerdere erva-
ringen wisten we wat wel en
niet werkt." De corporatie
heeft een aantal uitgangspun-
ten op een rijtje gezet:
De aanpak moet eenvoudig
en duidelijk zijn.
Er worden geen losse isola-
tiemaatregelen toegepast,
de hele schil moet in ??n
keer aangepakt worden.
Isolatiemaatregelen zijn niet
gratis, maar de woonlasten
voor bewoners gaan omlaag.
De bewonerscommunicatie
moet makkelijker; geen
lange technische verhalen of
uitgebreide berekeningen.
"Hierbij hebben we een een-
voudig marketingsysteem ont-
wikkeld, waarvan mensen in
een oogopslag het voordeel
kunnen zien: Warm voor Wei-
nig. In alle processen gelden
dezelfde voorwaarden. Dit
maakt het zowel voor de huur-
der als ook voor medewerkers
overzichtelijk", volgens Sel-
meier.
Bij onderhoudsprojecten biedt
de corporatie dit concept actief
aan. Selmeier: "Daar waar wij
de komende jaren geen onder-
houd gepland hebben, kunnen
bewoners de corporatie bena-
deren. We zien nu al dat in stra-
ten waar een bewoner begint
met isoleren, het zich als een
olievlek verspreidt. De buren
verzoeken ook om isolatie, en
vervolgens de straten daarach-
ter. Dit sluit goed aan bij de `Do
as your neighbours do'-theorie
van Linda Steg van de Rijksuni-
versiteit Groningen."
kop vAn overijSSel
ren?fokkink
wetlandwonen
renda special energiesprong januari 2012 column12
column
energieneutraliteit als
poolster voor corporaties
tekst dyon noy, directeur atriensis
Veel te hoge woonlasten, incourant vastgoed,
broeikaseffect, politieke onrust in olieproducerende
landen en kernenergie in het verdomhoekje. Geen
enkele woningcorporatie ontkent het belang van
energiebesparing. Dit decennium realiseren de
sociale verhuurders keurig volgens het Convenant
Energiebesparing corporatiesector 2008 ? 2018,
een energiebesparing van 20 procent in hun totale
bestaande voorraad. Daarvoor isoleren zij wonin-
gen rondom op een basisniveau. Met een zuinige,
maar gasgestookte HR107-ketel als norm. Een
leuke en haalbare ingreep.
Helaas wijzen rekensommetjes uit dat bij dit ambi-
tieniveau door broeikaseffect de aarde onvermin-
derd verder opwarmt. Met alle gevolgen van dien.
Stijgende zeespiegel en extreme weersomstandig-
heden. Daarnaast de waarschuwing van diverse
onderzoekers dat woonlasten van de weinig draag-
krachtige doelgroep over ongeveer tien jaar onbe-
taalbaar zullen blijken. Tariefstijgingen van gas en
elektra zijn hier debet aan. Daarmee betekent de
actuele besparingsronde van 20 procent een leuke
en nuttige stap, maar per saldo niet meer dan een
tussenstap.
Eeuwen geleden voeren ontdekkingsreizigers dicht
langs de kust aan de hand van herkenningspunten,
zoals kapen, bergtoppen en eilandjes. Soms richtte
men vuurtorens speciaal voor dit doel op. De actu-
ele besparingsafspraken fungeren als zo'n baken.
Nuttig voor doelen voor de korte, maar niet voor de
langere termijn. Midden op zee navigeerden de
avonturiers 's nachts aan de hand van de eindeloos
verwijderde poolster. Energieneutraal woningbezit
als poolster voor corporaties: d? stip aan de verre
horizon.
Energieneutraliteit van het corporatiebezit is dus de
eindbestemming. Dan is een energiesprong nood-
zakelijk. Wat is de definitie van de energieneutrale
woning of corporatie? De meest geaccepteerde
versie gaat uit van zowel gebouw- als gebruiksge-
bonden energieverbruik. Dus ook huishoudelijk
elektraverbruik. Toerekening van energieverbruik
door bouw en sloop gebeurt naar rato van levens-
duur. Hiervoor betrekt de energieneutrale woning of
corporatie niet meer energie op jaarbasis uit het
openbare net dan binnen die woning of corporatie
opgewekte duurzame energie. Hoe ver weg staat
die stip aan de horizon? Het jaar 2030 klinkt erg
ambitieus, maar is passend bij de maatschappelijke
voorbeeldrol van de corporatiesector.
Ondanks realisatie van het Convenant Energiebe-
sparing corporatiesector 2008 ? 2018, is de ener-
giebehoefte van het sociale bezit hierna nog steeds
veel te hoog. Voordat grootschalige introductie van
duurzame energie mogelijk is, staat de sector dus
een volgende besparingsronde te wachten: het
Convenant Energiebesparing corporatiesector
2018 ? 2030. In deze periode gaat schilisolatie naar
een beduidend hoger niveau. Mede mogelijk door
productontwikkeling. Momenteel presteren innova-
tieve glassoorten en isolatiematerialen al het
dubbele van traditionele producten. Plus intelligente
en gebruiksvriendelijke ventilatiesystemen. Door
slimme strategie?n voor gedragsbe?nvloeding gaan
bewoners zeer bewust met hun energieconsumptie
om. Resultaat van het Convenant Energiebesparing
corporatiesector 2018 ? 2030 is dat rond 2030 de
vraag naar energie voor ruimteverwarming en warm
tapwater zeer fors verlaagd is. Over de volle
breedte van de sociale sector.
Rond 2030 start de laatste fase. De huidige wet-
en regelgeving, die lokale opwekking, transport en
afzet van duurzame energie frustreren, zijn gesa-
neerd. Niets staat de prominente rol van corpora-
ties ? in het belang van milieu en woonlasten van
minder draagkrachtigen ? in de weg. Corporaties
produceren samen met ketenpartners op lokaal
niveau vooral duurzame elektra. Genoeg om het
totale eigen woningbezit het predikaat energieneu-
traal mee te geven. Huurders zijn verlost van de
jaarlijkse tariefstijgingen. Woonhuisinstallaties zijn in
hoog tempo ? bij mutaties of complexgewijs ?
ontdaan van gasgestookte installaties. Ombouw
naar all electric met plug and play-technieken. Na
verloop van tijd stijgt de productie van duurzame
elektra verder. De huurder laadt inmiddels de elek-
trische auto aan huis op. Een utopie? Zeker niet.
Houdt die poolster in de gaten.
Hoe ver
weg staat
die stip
aan de
Horizon?
renda special energiesprong januari 2012interview 13
interview
tekst wilbert leistra
foto's ivar pel
Hoe zit het met corporaties
en duurzaamheid? Wat is
duurzaamheid eigenlijk?
En hoe hebben andere
sectoren duurzaamheid in
hun organisatie verankerd?
We nemen een kijkje over
de schutting bij een andere,
enigszins verwante sector;
de bankensector. Matthijs
Bierman, directeur Triodos
Bank Nederland, vertelt het
verhaal van de "kleine finan-
cier met een grote zeggings-
kracht".
een kijkje
over de schutting
renda special energiesprong januari 2012 interview14
"Duurzaamheid is een zo grijsgedraaid begrip, het wordt te pas en te
onpas gebruikt. Eigenlijk zou het een overbodige term moeten zijn. Het
gaat namelijk om leefbaarheid en een menswaardige samenleving,
over het terugbrengen van de menselijke maat." Aan het woord is
Matthijs Bierman, sinds 2003 directeur Triodos Bank Nederland. Hij
staat aan het roer van een organisatie die is opgericht om de samenle-
ving te helpen verduurzamen. "Lang voordat duurzaamheid een mode-
woord was, hebben wij de principes ervan in onze missie verankerd.
Alle neuzen stonden en staan daardoor de juiste kant op. Als ik het
vergelijk met de taak van een corporatiebestuurder, dan heeft die het
aanmerkelijk moeilijker. Het is een flinke klus om een hele organisatie
doordrongen te krijgen van een missie zoals de onze."
BEWusTzijN
`Een vreemde eend in de bijt', `leuk initiatief daar in de bossen van
Zeist'. Reacties van nog niet zo lang geleden waaruit blijkt dat Triodos
een aparte positie inneemt in de door geld en rendement geregeerde
bankensector, maar ook concurrenten kijken met steeds meer belang-
stelling naar Triodos' manier van bankieren. "Ons beginprincipe was
dat mensen onbewust met geld omgaan. Wij hebben ons als opdracht
gesteld om dat bewustzijn terug te brengen door onder andere de
anonimiteit tussen bank en klant op te heffen, en de verbinding tussen
geld en wat je ermee in gang kunt zetten weer zichtbaar te maken. En
door ons te focussen op duurzaamheid", legt Bierman uit.
Triodos heeft duurzaamheid onderverdeeld in drie categorie?n: ecolo-
gie, sociaal en cultureel. Bierman: "De eerste twee categorie?n zijn
voor veel mensen helder, maar met name over hoe cultuur kan bijdra-
gen aan duurzaamheid, krijgen we vaak vragen. Terwijl het antwoord
eigenlijk vrij helder is: cultuur draagt bij aan levenskwaliteit. Vitaliteit en
adaptief vermogen komen voort uit creativiteit; zo brengt cultuur
bijvoorbeeld ook meer kwaliteit in wijken. En die kwaliteit zorgt weer
voor meer leefbaarheid in wijken, de absolute voorwaarde voor duur-
zaamheid in de woonomgeving."
De directeur van Triodos gebruikt de natuur als inspiratiebron. "Met
name de diversiteit is fascinerend, en het vermogen van organismen
om elkaars rollen over te nemen. Vergelijk het eens met onze samen-
leving, die steeds meer trekken van een monocultuur heeft gekregen.
Er zijn corporaties met meer dan honderdduizend woningen in hun
bezit, op sommige scholen zitten meer dan vierduizend leerlingen. Wie
heeft dat ooit verzonnen, deze enorme schaalvergroting? Hier liggen
uitsluitend economische redenen aan ten grondslag."
BEsTaaNdE voorraad
De bank met de Nederlandse hoofdvestiging in Zeist is in verschil-
lende sectoren actief. Voor de sector vastgoed is volgens Bierman de
focus meer komen te liggen op de grootste opgave, namelijk de
bestaande voorraad. Dit doet de bank als financier en als activiteit van
het Triodos Vastgoedfonds. "Daarnaast is een aantal van mijn oude
collega's actief in Join, de joint venture met OVG waarin Triodos Real
Estate Development vorig jaar is opgegaan. Wij willen binnen de
bestaande bouw een grotere rol spelen als financier van projecten,
bijvoorbeeld door het gebouweigenaren mogelijk te maken om de
renovatie van het pand te financieren. Bij de tweede tak gaan we een
stapje verder. Hiervoor hebben we in 2004 het Triodos Vastgoedfonds
opgericht. Alleen projecten die voldoen aan de Triodos Toets voor
Duurzaamheid komen hiervoor in aanmerking. Deze toets is mede
gebaseerd op het gedachtegoed van professor Kees Duijvestein,
emeritus hoogleraar Milieutechnisch Ontwerpen aan de TU Delft. Het
model van de drie P's ? People, Planet, Profit ? is uitgebreid met een
vierde P: Project. Een gebouw is pas duurzaam als het een goed
rendement heeft, de gebruikers er prettig en gezond in kunnen
werken, het milieu niet bovenmatig wordt belast ?n als het voldoet aan
de eisen op fysiek en ruimtelijk niveau", aldus Bierman. Als voorbeeld
van een project dat de toets glansrijk heeft doorstaan, noemt hij de
herbestemming van een bankgebouw uit de jaren 80 in Groningen.
"Door het gebouw voor nog eens het aankoopbedrag geheel duur-
zaam te renoveren, zal het van energielabel G naar A+ gaan. Boven-
dien hebben we het aan de gebruiker Gasterra verhuurd, inclusief de
energielasten. Hier ligt wat mij betreft ook de toekomst: vastgoed
verhuren tegen all-in prijzen. De verhuurder treedt op als energieleve-
rancier, een principe dat bijvoorbeeld in de Verenigde Staten al lang
gemeengoed is." Hij voegt er direct aan toe dat een duurzame renova-
tie-ingreep zeker ook van belang is voor de P van Profit. "Je hebt het
over waardecreatie. Duurzame gebouwen brengen tot 5 procent meer
huur op. Bovendien vertegenwoordigt een energiezuinig gebouw meer
waarde, zeker in de toekomst. Daar ben ik stellig van overtuigd." Bier-
man illustreert het met nog een voorbeeld: "Twee dezelfde gebouwen,
renda special energiesprong januari 2012interview 15
het ene is door ons duurzaam ontwikkeld en het andere was al eerder
traditioneel ontwikkeld. De ene taxateur kent ons gebouw 30 tot 40
procent meer waarde toe, de andere taxateur ziet geen waardever-
schil. Dat geeft aan dat de taxateurswereld ook nog aan het zoeken is
naar manieren om bepaalde ingrepen te vertalen naar waarde."
Duurzaamheid betekent volgens de directeur ook dat een gezichtsbe-
palend gebouw voor de omgeving behouden blijft. Als voorbeeld
noemt hij de duurzame renovatie van een monumentaal landhuis in
Baarn. "Samen met de huurder, het vastgoedadviesbureau AT
Osborne, hebben wij de renovatie gefinancierd. Hierdoor is de
kantoorvilla in Baarn het eerste monument van Nederland dat in 2010
een zogenoemde groenverklaring van het ministerie van VROM heeft
ontvangen. Bij de duurzame renovatie zijn onder andere warmte-
koudeopslag, warmtepomp, klimaatplafonds en speciaal monumenten-
glas toegepast." Join ontwikkelt duurzame projecten. "Hier gaat het
uitsluitend om maatschappelijk vastgoed, voor de zorg- en onderwijs-
sector", verduidelijkt Bierman.
ENErgiEvraagsTuk
De kleine financier met een grote zeggingskracht, zoals directeur Bier-
man zijn bank bijna liefkozend noemt, wil zich graag afficheren met
oplossingen voor het energievraagstuk. "Energiebesparing en alterna-
tieve energiebronnen zijn onlosmakelijk verbonden met duurzaamheid
en hebben dan ook onze volle aandacht. Hoe je het wendt of keert, of je
linksom of rechtsom gaat, decentrale energie heeft de toekomst. Hier is
de beroemde uitspraak van dr. Achim Steiner, executive director van
United Nations Environment Programme op van toepassing: `we'll have
to change, either by design or disaster'. Oftewel, we kunnen nu beter
producten ontwikkelen die als alternatieve energiebronnen kunnen
dienen, dan dat we binnen afzienbare tijd onze fossiele bronnen hebben
opgebruikt en dan nog met een inhaalslag moeten komen." In dit kader
roemt Bierman een initiatief van een kunstenaarscollectief in Amster-
dam, Xpositron. "Met een lening van ons, subsidie van SenterNovem
en een samenwerking met een zonnepanelenleverancier, hebben de
kunstenaars de grootste zonnecentrale van Amsterdam voor elkaar
gekregen. Deze voorziet het collectief voor 90 procent van energie, de
resterende 10 procent komt door besparing. Met de opbrengst van het
systeem betalen ze deels de lening af. Een creatief initiatief met een
geweldige opbrengst", vertelt hij enthousiast.
WaarscHuWiNg
De bankdirecteur haalt de waarschuwing van Stein nog een keer aan
in het gesprek: "Als je nu niet op duurzaamheid inzet, dan ben je er
over vijf jaar wellicht niet meer", waarschuwt hij. "En dan richt ik mij
ook tot de corporatiesector. Die moet alleen al vanuit zijn sociale en
maatschappelijke opgave vol inzetten op duurzaamheid. De sector
moet het economisch model enten op zijn toekomstvisie en niet
andersom. Dan is de sector namelijk minder kwetsbaar op financieel,
sociaal en ecologisch gebied. Hij moet lef tonen, bevlogenheid. Duur-
zaamheidseisen moeten belangrijker worden dan bijvoorbeeld een
goede balans voor het komende jaar. Dat zouden wij als bank als crite-
rium hanteren. Het is voor ons belangrijker dat een organisatie inzet
op duurzaamheid ? en over tien jaar nog bestaat ? dan dat ze nu een
goede balans kunnen laten zien, maar geen goede toekomstvisie
hebben."
Verlangen naar een beter portefeuillebeleid, dat noemt Bierman een
goede eigenschap voor corporaties. "De komende vijf jaar kan het nog
goed gaan, maar op termijn gaan andere criteria meespelen bij het
succes van een corporatie. Bijvoorbeeld of huurders zich wel willen affi-
cheren met de naam van hun corporatie. De corporatiesector heeft net
als onze bankensector een hoop goodwill goed te maken; die moet ook
een deel van het vertrouwen zien terug te winnen. Dan kun je het beste
beginnen bij de waarden die voor de organisatie van belang zijn. Niet de
economische waarden, maar de cultuur van de organisatie. Een sociale
huurder pikt dat ook op, die wil eveneens het gevoel hebben dat hij
samenwerkt met een club die hetzelfde denkt. En dat gevoel moet eerst
in de harten van de bestuurders komen en van daaruit in de rest van de
organisatie terechtkomen. Dan pas stralen alle lagen hetzelfde uit."
MoTTo
Voorgaand pleidooi van Bierman sluit naadloos aan bij het nieuwe
motto van Triodos: volg je hart, gebruik je hoofd. "In onze keuzes luis-
teren we naar ons hart, maar we gebruiken zeer zeker ook ons hoofd.
Wij hebben de laatste tijd wat verleidingen gehad, want als je het goed
doet in een sector die het in het algemeen slecht doet, weten de
mensen je al snel te vinden. Over vijftien jaar willen we ook onze kern-
waarden overeind houden. We hebben onze klanten en onszelf
beloofd dat we koploper zijn op het gebied van duurzaam bankieren.
En dan moet je af en toe wel eens een grote financi?le deal laten
schieten, het zij zo. Waarden zijn op dat gebied belangrijker. En dat wil
ik de corporatiesector ook als boodschap meegeven. Zet in op duur-
zaamheid en overtuig je organisatie van de noodzaak."
`zet in op duurzaamheid'
renda special energiesprong januari 2012 lokale energiebedrijven zijn de toekomst16
lokale energiebedrijven
zijn de toekomst
"Hoe houd je energie betaalbaar voor bewoners? Door de energieprijs
te verlagen of door ze hun eigen energie op te laten wekken", beant-
woordt Maarten van Riet zijn eigen vraag. "Het eerste zal zeker niet
gebeuren, dus moet je mensen stimuleren zelf energie op te gaan
wekken." De manager Research & Development van Liandon ziet heil
in het vormen van lokale energiebedrijven, in de vorm van co?peraties.
Hij legt uit: "Als je als particulier je overschot aan opgewekte energie
aan je buurman wilt verkopen, moet daar belasting over worden
betaald. Binnen een co?peratie bestaat het recht op vrije transfer van
energie. Met andere woorden, je mag energie overdragen aan de
andere leden van een co?peratie zonder dat daar belasting over
betaald hoeft te worden. Het belangrijkste hierbij is dat je een goede
balans vindt tussen de hoeveelheid die je opwekt en de hoeveelheid
die je verbruikt."
Balans
Om een balans te vinden in de energiehuishouding en die ook te waar-
borgen, heeft Van Riet een systeem ontwikkeld, Intelligent Home
System (IHS) geheten. "Simpel gesteld is IHS de interface tussen
meterkast en intelligentie in de apparatuur. Daar waar het energiever-
bruik nu wordt gemeten met behulp van de energiemeter in de meter-
We staan aan de vooravond
van een nieuwe revolutie.
Mensen gaan massaal zelf
hun energie opwekken. Ten
minste, als het aan Maarten
van Riet ligt. De manager
Research & Development
van liandon wil dat mensen
zich organiseren in lokale
energiebedrijven, fysiek in
de vorm van bijvoorbeeld
woningcorporaties, of in een
virtuele gemeenschap.
liandon zorgt voor de tech-
niek in de vorm van een
Intelligent Home system.
tekst wilbert leistra
foto jurriaan huting
Woningcorporatie Wonion
wil een solarpark aanleg-
gen voor de energievoor-
ziening van haar huurders.
renda special energiesprong januari 2012lokale energiebedrijven zijn de toekomst 17
kast, is met behulp van IHS in principe op elk moment zichtbaar wat
het verbruik is ?n tegen welke kosten. Alles wat je ervoor nodig hebt
is een IHS-apparaat en een snelle internetverbinding waarmee de
informatie naar een centrale server kan worden gezonden."
Het IHS is een energiemanagementsysteem dat uitgaat van de zoge-
noemde vijfminutenwaarde. "Deze waarde is gebaseerd op de interna-
tionale standaard en geeft de gegevens weer die elke vijf minuten
worden geregistreerd. Zo kun je in feite van elk huishouden zien wat
het dag- of weekverbruik is. Als je de waarden van de community
combineert, krijg je een vrij nauwkeurig beeld van wat het verbruik van
de co?peratie is. Op die manier weet je dus ook of het verbruik in
balans is met de opgewekte hoeveelheid energie. Is er een balans,
dan weet je ook wat de energie je heeft gekost: niets. Los van de
investeringen natuurlijk."
Van Riet is tegenstander van de slimme meter als losstaand instru-
ment. Hij ziet wel een goede toepassing in combinatie met het IHS.
Een traditionele meter dient als een afrekenmeter, je kunt zien wat het
verbruik van een bepaalde periode is geweest en op basis van de
eindstand krijgt de verbruiker een rekening. Een slimme meter geeft
sneller informatie over het verbruik. Als je het totale aantal kWh
vermenigvuldigt met een bepaald vaststaand bedrag, weet je voor
hoeveel geld je verbruikt hebt. Maar dit is totale onzin. Die informatie
klopt niet, want de energieprijs wisselt."
aPX
De energieprijs wordt bepaald op de Amsterdam Power Exchange
(APX), zeg maar de beurs voor energie. Om naar de energiebeurs te
gaan en zelf invloed op de prijs te hebben, moet een co?peratie mini-
maal 2 MW opwekken. "Daarom moeten co?peraties uit zo'n 1000
tot 2000 deelnemers bestaan. En een community moet zich richten op
een diversiteit van opwekking", luidt het advies van Van Riet. Hij doelt
op een combinatie van zonne- en windenergie. "Als een co?peratie
streeft naar autarkie, is het ook verstandig om een samenwerking te
zoeken met een of meerdere boeren. Vaak omdat die plaats hebben
om een of meerdere windmolens te plaatsen, maar ook omdat het
biogas ook kan worden gebruikt in de co?peratie."
In principe kan iedereen een co?peratie met andere mensen vormen,
stelt Van Riet. "Voor de hand liggen al bestaande organisaties,
bijvoorbeeld een personeelsvereniging, een buurtvereniging of een
woningcorporatie. Maar je kunt ook virtueel een co?peratie vormen,
dat is geen probleem."
Van Riet vindt de tijd rijp om pilots te gaan uitvoeren, waarbij hij
volgens eigen zeggen de flexibiliteit van de wet wil uitdagen. Ik wil met
een pilot aantonen dat het werkt. Dat de energiekosten op de middel-
lange en lange termijn beheersbaar worden gemaakt. Dat leden van
een co?peratie co-producent kunnen worden van hun eigen duurzame
energie. Dat met lokale middelen zo veel mogelijk autonomie kan
worden verkregen. En dat het werkgelegenheid oplevert, juist op plek-
ken waar deze afneemt, zoals in de Achterhoek. Onder andere daarom
wil ik de pilot met Wonion doen, naast het feit dat deze corporatie
vooruitstrevend is in haar beleid en vaak de nek durft uit te steken.
Zowel voor de corporatie als voor ons is het een risicovolle operatie.
Daarom is het nodig dat het grootste risico, namelijk het invoeren van
een agressief belastingsysteem op het onderling verhandelen van
energie binnen de co?peratie, wordt afgedekt. Bijvoorbeeld door de
provincie, want die verkeert in de positie dat ze dit kan doen. Denk
hierbij aan de Nuon-gelden."
solaRPaRk WonIon
Woningcorporatie Wonion wil zelf energieleverancier
worden. Leverancier van duurzame zonne-energie, bena-
drukt directeur bestuurder Henk Veerman van de corporatie
uit Ulft. "Om de bestaande woningen van zonnepanelen te
voorzien, inclusief de benodigde leidingen en installaties, is
een erg ingrijpende operatie voor de bewoners. Veel
eenvoudiger is het om hiervoor het elektriciteitsnet te
gebruiken." Voor de opwekking van de energie wil de corpo-
ratie een weiland vol plaatsen met zonnepanelen. Veerman
over het initiatief: "Jaren geleden hebben we grond aange-
kocht voor woningbouw. Omdat wij in een krimpgebied
zitten, mogen we niet meer woningen bouwen. De grond als
solarpark gebruiken voor de energievoorziening van zo'n
honderd woningen leek ons een prima alternatief." Het lijkt
het ei van Columbus, maar niets is minder waar. Veerman
krijgt tegenwerking uit een onverwachte hoek, de wet- en
regelgeving. "Je zou denken dat het zelf opwekken van
groene energie goed past in een duurzaam beleid, maar als
wij de energie aan onze huurders willen doorleveren, moeten
we zogenoemde milieutaks betalen. Kun je het gekker
bedenken, milieutaks op duurzame zonne-energie?"
De directeur-bestuurder van de corporatie wil graag in
samenwerking met Liandon een pilot opstarten. "Liandon
heeft de techniek, in de vorm van het IHS, de kennis en het
bedrijf is de uitvoerder van de energietransitie. Ik hoop dat
we de kans krijgen het experiment uit te voeren."
Schematische uitwerking van het
Intelligent Home System.
Scan deze code met je smart-
phone om het interview met
Henk Veerman te bekijken.
www.renda.nl
renda special energiesprong januari 2012 programma18
hernieuwde kijk
op energiebesparing
programma
renda special energiesprong januari 2012programma 19
Maar er is meer nodig om de gewenste sprong te realiseren. Er zullen
andere denkkaders nodig zijn als richtsnoeren voor het handelen. Drie
thema's kunnen hierbij de basis vormen voor deze hernieuwde kijk.
Het zijn deze drie thema's die samen kunnen leiden tot een andere
opgave en dus tot nieuwe oplossingen, die van een stap een sprong
maken.
De levensduur van een woning moet anders benaderd worden als
het gaat om structurele aanpassing van de energetische kwaliteit;
Er moet meer ruimte komen voor de individuele bewonerskeuze,
zowel qua moment als aanpassing;
De opgave hoeft niet per project bekeken te worden, gezien de
sterke overeenkomsten in de voorraad. Zowel vraag als aanbod
moeten boven het project uitgetild worden om tot een goede
kosten-kwaliteitverhouding te komen.
Van korte naar lange termijn
Te lang is de korte termijn het sturend element geweest in de realisa-
tie en aanpak van de woningbouw. Vaak geven conjuncturele overwe-
gingen sturing aan wat een eeuw mee moet gaan. Juist in de beschou-
wingswijze van de tijd zal een structurele verandering plaats moeten
vinden. Duurzaam heeft onder andere de betekenis van `lang aanhou-
dend' of `voor lange tijd'. Het gaat er bij de inhoud van dit begrip om
dat het lang meegaat en gedurende die periode ook zinvolle en
gewilde functies vervult, tegen acceptabele kosten. En tot dat laatste
behoren ook de effecten op milieubelasting.
In de sociale huursector neigden we er de afgelopen decennia toe de
tijdstermijn bij kwaliteitsaanpassing beperkt te houden; de periode van
de tijdscoop ligt vaak tussen de 15 en 30 jaar. Deze periode lijkt voor
elke koper van een woning absurd. Als je nu een woning koopt uit de
jaren 30, 60 of 90, dan hoop je deze woning over 30 jaar goed te
kunnen verkopen. In wezen beschouw je als koper de woning over de
lange periode ook als een soort spaarpotje. Als je de lange periode in
eerste instantie voor ogen hebt, kun je ook anders tegen investerin-
gen aankijken die verband houden met kwaliteitsaanpassingen.
Natuurlijk hoeft deze benadering niet te gelden voor je hele bezit.
Maar voor 80 ? 90 procent kun je stellen dat dit nu courant is en naar
verwachting over 30 jaar nog steeds.
Als verwijzing naar de langere levensduur van woningen, wordt in
brede kring tegenwoordig gesteld dat een woning gemiddeld 120 jaar
meegaat. En dit aantal staat symbool voor de lange termijn, ofwel ruim
100 jaar. Het gaat niet om het exacte aantal jaren, maar om de visie
dat we rekening moeten houden met overmorgen. Als we als maat-
schappij ervan overtuigd zijn dat de levensduur van de bestaande
voorraad substantieel de 100 jaar zal overstijgen, kunnen we ook een
andere strategie op deze duurzaamheid formuleren. We kunnen
bewuster streven naar het verder reduceren van het energiegebruik en
ruimte scheppen voor (de mogelijkheid van) energieopwekking. Lager
dan label B is bijna niet zinvol en op termijn is A, A+ of hoger de pres-
tatie die nagestreefd moet worden. Dus ingeval op korte termijn label
B wordt toegepast, moet de ruimte voor verdere labelverbetering niet
onnodig geblokkeerd worden.
Een belangrijk neveneffect van een langere periode ? waarbij de
afschrijving zich dus ook kan uitstrekken over meerdere jaren ? is dat
de aanvangshuurverhoging beperkt kan blijven.
De gebruiker centraal
De tijd van de familie Doorsnee ligt ver achter ons. De individualiteit
heeft alle terreinen van de maatschappij doordrongen. Allereerst mani-
festeert dit verschijnsel zich in de koopsector, ofwel in de wereld van
de eigenaar-bewoners. Maar de (sociale) huursector kan niet achter-
blijven, zeker niet nu de toon gezet wordt door het dominante aandeel
van de eigenaar-bewoner. Op dit moment nadert het marktaandeel de
60 procent en voor de toekomst is verdere toename de verwachting.
Ook bij de kwaliteitsaanpassing van de sociale huursector zullen we
steeds meer oog moeten krijgen voor de individuele wensen en
keuzen. Het begint geleidelijk algemeen maatschappelijk geaccepteerd
te worden dat ten aanzien van de uitrusting van keuken, douche en
toilet, ook huurders hun eigen keuzen kunnen maken. Maar vaak is de
range nog beperkt, en wat betreft tijdstip ligt de keuze vaak nog niet
bij de huurder.
energiebesparing in de
bestaande woningbouw
moet een extra zet krijgen
om een structurele bijdrage
te kunnen leveren aan
reductie van de milieubelas-
ting van het wonen. Het is
een geluid dat de afgelopen
jaren al veel gehoord werd.
bijna iedereen heeft voor
zichzelf wel een oplossing
bedacht. ook de doelen die
hierbij gehanteerd worden,
krijgen een steeds concre-
tere vorm, vari?rend van 20
procent co2
-reductie in
2018 ten opzichte van 2008,
tot energieneutraal in 2030.
aan ambities ontbreekt het
ons niet, evenals aan goede
bedoelingen.
tekst en foto's martin liebregts
renda special energiesprong januari 2012 programma20
Naast comfort zijn ruimte en uitstraling belangrijke kwaliteiten, waarvan
de invulling per bewoner sterk kan verschillen. De keuzemogelijkheden in
de praktijk voor erker, dakkapel of uitbouw bestaan voor de huurder niet
of nauwelijks. In een renovatiestroom komt het nog wel voor, maar als
keuze op zich, los van andere ingrepen, is het zeldzaam. Laat staan dat
huurders iets aan het beeld kunnen of mogen veranderen. Dus schoor-
voetend doet de individuele keuze zijn intrede. En dan vaak nog paterna-
listisch; alleen op het moment dat de verhuurder het een geschikt tijdstip
vindt ? bijvoorbeeld bij een grootonderhoudsplan of renovatie.
Ook ten aanzien van energiebesparende maatregelen is een gelijk-
soortig betoog af te steken. Juist een sociaal verhuurder zou met zijn
omvang een passend aanbod op de markt moeten kunnen afdwingen
voor allerlei pakketten energiebesparende maatregelen en extra voor-
zieningen voor energieopwekking, die ruimte bieden voor maatwerk.
Juist hier liggen kansen voor meer individuele keuzen. Laten we
ophouden steeds de gemeenschappelijke aanpak op straat- of
blokniveau voorop te stellen, maar eerder de ruimte die het omvangrijk
bezit biedt benutten. En laten we via projectoverstijgende oplossingen
nieuwe mogelijkheden op de markt brengen. Laat de individuele huur-
der kiezen op het moment dat deze ervoor in is. Want de situaties
voor de individuele bewoner zijn in de praktijk divers, en daarmee dus
ook de benuttingskansen voor energiebesparing.
ProjectoVerstijgenD aanboD
Het woningaanbod kent veel overeenkomsten, mede door de ingrij-
pende bemoeienissen van de overheid bij de totstandkoming in de
afgelopen honderd jaar. En nog steeds doen we in de praktijk van de
kwaliteitsaanpassing of elk project en elke woning uniek is. Natuurlijk
zijn er veel verschillen in grootte, onderhoudsgeschiedenis en aanpas-
singen in de tijd, maar dat hoeft nog niet tot een structureel ander
aanbod voor kwaliteitsaanpassing te leiden. Een sprekend voorbeeld is
de keuken. Op een reeks kleine onderdelen zijn uiteenlopende
verschillen te noemen in het keukenaanbod in Nederland. Toch voor-
ziet het aanbod op de markt in de vraag van alledag door modulering
en standaards met passend maatwerk. Er is geen keukenleverancier
die voortdurend hamert op verschillen, maar juist eerder op de over-
eenkomsten. En als we de bestaande woningbouw nader bekijken, dan
zijn er veel overeenkomsten, niet alleen op het niveau van de keuken.
Ondertussen lijken rijtjeswoningen veel op elkaar, en zijn de portieken
uit de periode 1955-1975 bijna kopie?n van elkaar, evenals de galerij-
woningen. Er zijn circa 1,4 miljoen doorzonwoningen, een groot deel
van de grondgebonden woningen bezit een pannen zadeldak, en bijna
alle woningen van na 1920 hebben als gevel een spouwconstructie
waarbij (dragend) binnen- en buitenblad gescheiden zijn. Gezien de
eigenschappen van de woningvoorraad is er volop ruimte voor een
aanbod dat een project overstijgt.
ruimte Voor maatwerk
Maar corporaties, beleggers en bouwers denken in projecten en niet in
een vraag of aanbod dat een project overstijgt. Het schept bijna verwar-
ring als er anders over nagedacht moet worden, en het maakt ook haast
onzeker. Want wat wordt de rol van mijn organisatie of mij persoonlijk,
als niet elk afzonderlijk project bij de ontwikkeling van een kwaliteitsaan-
passing de leidraad vormt, maar de gewenste kwaliteitsaanpassing op
gebouw-, woning- of componentniveau? Het betekent dat de vrager
bewuster bezig moet zijn met wat de gewenste kwaliteitsaanpassing en
bijbehorende prestatie moeten zijn, en dat de aanbieder de prestatie
moet vertalen in een algemeen aanbod met ruimte voor maatwerk.
Tot nu toe is het een theoretisch betoog. De vraag is hoe je er in de
praktijk ook echt gevoel bij krijgt. De basis wordt gelegd door eens op
systematische wijze terug te kijken. We nemen bijvoorbeeld enkele
kwaliteitsaanpassingen van een doorzonwoning onder de loep en
proberen vast te stellen wat de wetmatigheid is in de gerealiseerde
oplossingen en bijbehorende gewenste prestaties. Ook kijken we wat
werd bepaald door de uitgangskwaliteit, en wat een toevallige invulling
van de betrokkenen was. Juist dat laatste neemt vaak alle bemoeienis-
INVEsTErINGsruIMTE BIJ VErBETErING VAN DE ENErGETIscHE kWALITEIT
Voorbeeld van de investeringsruimte bij de verschillende labelsprongen, uitgangspunt is
Reacties