Er komt in de bouwwereld steeds meer aandacht voor de conceptuele benaderingen. De meest bekende benaderingen zijn het Living Building Concept, Conceptueel Bouwen, en Slimbouwen. Tijdens het Congres bouwIQ 2007 (onderdeel van Architect ’07) gingen de geestelijke vadersHennes de Ridder, Pieter Huijbregts en Jos Lichtenberg met elkaar in discussie. In dit artikel lichten ze elk nog een keer hun eigen benadering toe.
Concepten vergeleken 26 c Artikel
Living Building Concept
cHennes de Ridder
E?n van de meest karakteristieke eigenschappen
van de bouw is dat degenen die iets produceren
dat niet zelf verzinnen. Vraagsturing optima forma
zou je zeggen, maar dat met een maximum aan
fragmentatie en een minimum aan structuur. In de
`normale wereld' is de maker bijna altijd ook de
verzinner en zijn het product en het productieap-
paraat helemaal doorgedacht en uitgekauwd. De
grootste ellende in de bouw is echter de scheiding
tussen ontwerp en realisatie en de ad hoc productie in projecten. Dat heeft
tot gevolg dat aanbieders geen alomvattend verstand hebben van hun uit-
eindelijke leverantie, niet van de totale kosten, noch van de toegevoegde
waarde voor de klant. Het belangrijkste gevolg is dat over de hele keten de
vragers waarde mislopen en dat de aanbieders nauwelijks winst maken.
Omdat er puur op projectbasis wordt gewerkt in de bouw ontbreekt een
structurele basis voor innovatie omdat dat simpelweg niet loont.
De bedoeling van het Living Building Concept (LBC) is dat de bouw net zo
gaat werken als de `normale wereld'. Toegegeven, de manier van werken
in de bouw is wat ingewikkelder dan in de normale consumentenmarkt,
omdat bouwwerken wat langer leven dan auto's, mobieltjes en computers,
en altijd in een ruimtelijke context staan. Het lastige is daarmee ook dat de
wereld in en rondom een bouwwerk constant aan verandering onderhevig
is. Het gebouw zou moeten kunnen veranderen, als het ware meebewe-
gen met de veranderende gebruikerswensen, technologie, regelgeving,
klimaat, et cetera.
Daartoe wordt in het LBC de keten omgedraaid, waarbij ge?ntegreerde
aanbiedende ketens ontstaan, die op gelijkwaardige basis met elkaar con-
curreren met door hen ontwikkelde ge?ntegreerde producten. De ketens
onderscheiden zich door uitgekiende aanbodstrategie?n, marketing en
branding. Aanbieders luisteren goed naar hun klanten, maar doen nooit
exact wat klanten zeggen, maar leveren altijd wel wat diezelfde klanten wil-
len. De creativiteit die momenteel nog aan de vraagkant wordt gemobili-
seerd verschuift daarmee dus naar de aanbodkant. De specificaties voor
een te leveren product worden ook niet meer door een vrager gemaakt
maar door de aanbieder. Dit betekent het einde van het klassieke meerpar-
tijensysteem waarbij niemand meer weet of hij aan de vraag- of aanbod-
kant zit. Er blijven slechts twee soorten spelers over: waardeconsumenten
die ge?nteresseerd zijn in value for money, en waardeproducenten die ge-
interesseerd zijn in money for value. Net zoals in de `normale wereld'.
Het Living Building Concept, Conceptueel Bouwen
of Slimbouwen?
cConcepten vergeleken
Er komt in de bouwwereld steeds meer aandacht voor de
conceptuele benaderingen. De meest bekende benade
ringen zijn het Living Building Concept, Conceptueel
Bouwen, en Slimbouwen. Tijdens het Congres bouwIQ 2007
(onderdeel van Architect '07) gingen de geestelijke vaders
Hennes de Ridder, Pieter Huijbregts en Jos Lichtenberg met
elkaar in discussie. In dit artikel lichten ze elk nog een keer
hun eigen benadering toe.
Literatuur
x `Werkboek Living Building Concept', te bestellen via
www.livingbuildingconcept.nl;
x `Conceptueel Bouwen ? Denken in doelgroepen'
(ISBN: 90-5367-491-8) te bestellen via www.sbr.nl;
x `Slimbouwen' te bestellen via www.aeneas.nl.
Van links naar rechts: Hennes de Ridder,
Pieter Huijbregts en Jos Lichtenberg
Concepten vergeleken 27 c Artikel
Slimbouwen
cJos Lichtenberg
Door veel milieuschade (grote bijdrage in trans-
port, CO2-uitstoot, energiegebruik en bouw- en
sloopafval) is het maatschappelijk gezien dringend
noodzakelijk de bouw te resetten. Bovendien valt
te constateren dat gebouwen bouwtechnisch lang
meekunnen, maar functioneel niet. Denk maar
aan de leegstand in kantorenland en de sloop van
relatief jonge gebouwen. Dat kan eigenlijk niet
doorgaan.
Ook om economische redenen is het nodig te veranderen. Door versnip-
pering, faalkosten, inefficiency en optelinnovaties zijn de rendementen in
de bouw ongezond laag. Er bestaat dus een dringende behoefte aan her-
bezinning om uiteindelijk tot een integraal duurzaam en flexibel resultaat te
komen. Dat kan met Slimbouwen bovendien op een economische basis
en dat is ook nodig, want anders gebeurt het niet.
Slimbouwen is een visie op conceptueel niveau, die door marktpartijen
wordt gematerialiseerd. In essentie gaat het om het ontkoppelen van lei-
dingen van de bouwkundige delen. En wel op een zodanige wijze dat er
een afzonderlijke stap in het proces ontstaat waarin de installatie in ??n
keer kan worden aangebracht. Dat gaat niet zomaar, dus moet je dat met
nieuwe bouwtechniek faciliteren. Door de leidingen bovendien bereikbaar
te houden wordt ook een goede basis voor flexibiliteit gelegd. Door leidin-
gen in de constructiezone (bijvoorbeeld in leidingvloeren) te leggen, wordt
ruimte bespaard en ontstaan dubbelschalige constructies die licht zijn en
tegelijk zeer hoge geluidsisolaties halen.
Er zijn inmiddels circa 25 projecten volgens het Slimbouwen concept gere-
aliseerd. Grote aansprekende projecten zijn La Fen?tre (appartementen) in
Den Haag, De Rode Haan (brandweer en kantoren) in Delft, Het Funen
(wonen en werken) in Amsterdam en momenteel Kraanspoor (kantoren) in
Amsterdam. De meeste projecten beginnen niet als een Slimbouwen pro-
ject, maar eindigen wel op die manier, bijvoorbeeld omdat er vanwege
gewichtbesparing voor de Infra+ vloer wordt gekozen. Vervolgens worden
de flexibiliteit- en procesvoordelen ontdekt. Nu al wordt aanzienlijke bouw-
tijdwinst en/of aanpasbaarheid tijdens het proces geboekt, maar de poten-
tie is natuurlijk veel groter. Marktpartijen hebben het Slimbouwen ondertus-
sen ontdekt. Men wil trainingen, begeleiding en tools. Een inmiddels opge-
richte Stichting Slimbouwen kan hierin voorzien. b
Conceptueel Bouwen
cPieter Huijbregts
Een beter beheersbaar proces, meer zekerheid
over het eindresultaat en een gunstiger prijs/kwa-
liteitsverhouding: dat is waar Conceptueel Bou-
wen voor staat. Bij traditioneel bouwen brengt een
opdrachtgever een aantal partijen bij elkaar om
een unieke oplossing te realiseren. Die manier van
bouwen voldoet niet langer om verschillende re-
denen. De bouw is te complex geworden, het
aantal participanten is enorm toegenomen, het
aantal keuzemogelijkheden is verveelvoudigd en het is ondoenlijk om ie-
ders expertise zodanig in te brengen dat een optimale oplossing ontstaat.
Het gevolg: een ineffici?nt proces, hoge faalkosten en een oplossing die
niet volledig voldoet. Er is al meermalen geprobeerd om dit probleem aan
te pakken, maar altijd binnen de bestaande kaders. Omdat de wijze waar-
op de bouw is georganiseerd in essentie niet meer werkt, leidt dat hooguit
tot kleine verbeteringen. Kortom: het is tijd om op een fundamenteel an-
dere manier naar de bouw te kijken. Zo is Conceptueel Bouwen ontstaan.
Bij Conceptueel Bouwen maakt de klant een keuze uit een aantal concep-
ten. Deze zijn vooraf ontwikkeld door ontwikkelaars, architecten, bouwbe-
drijven of toeleveranciers. Afzonderlijk of (nog beter) in samenhang. Elk
concept speelt in op de behoeften van een specifieke doelgroep. Daarna
volgt maatwerk om ervoor te zorgen dat de gekozen oplossing volledig
tegemoet komt aan de verwachtingen. Er zijn veel verschillende vormen
van Conceptueel Bouwen. Voorbeelden ervan zijn Slimbouwen en het Li-
ving Building Concept. Conceptueel Bouwen wordt toegepast in alle sec-
toren van de bouw. Er zijn concepten voor elk schaalniveau. Zo zijn er
concepten om gebieden te ontwikkelen, om bouwwerken te ontwikkelen
en om bouwdelen mee te produceren.
Conceptueel Bouwen krijgt bij steeds meer bedrijven vorm en inhoud. Er
zijn al enkele honderden concepten beschikbaar. De slag naar de praktijk
is dus gemaakt. Nu is het zaak om te zorgen dat Conceptueel Bouwen de
hoofdstroom van de bouw bereikt. Dat lukt alleen als er nog veel meer
concepten komen. Klanten moeten immers voldoende keuze hebben.
Om te zorgen voor de broodnodige versnelling is het Netwerk Conceptueel
Bouwen opgericht waarin bedrijven hun kennis en ervaring delen. Dat
werkt eraan dat het aanbod toegankelijker wordt en bij opdrachtgevers
beter bekend raakt. Ook opdrachtgevers zijn van harte welkom om zich
aan te sluiten.
Reacties