Voor opvulling van leegte tussen een paar panden in de Amsterdamse Willemsstraat initieerde woningcorporatie Ymere een authentieke oplossing: ‘cartoonesk terugbouwen’. Een modern monument in een passende, klassieke setting tussen vrijwel uitsluitend arbeiderswoningen uit de negentiende en twintigste eeuw. Het betreft twee panden met huurappartementen. Cartoonist Joost Swarte maakte het ontwerp.
nr 6 2010 `cartoonesk terugbouwen' tot nieuw monument24
`cartoonesk terugbouwen'
tot nieuw monument
Voor opvulling van leegte
tussen een paar panden in
de Amsterdamse Willems
straat initieerde woningcor
poratie Ymere een authen
tieke oplossing: `cartoonesk
terugbouwen'. Een modern
monument in een passende,
klassieke setting tussen vrij
wel uitsluitend arbeiderswo
ningen uit de negentiende
en twintigste eeuw. Het
betreft twee panden met
huurappartementen. Cartoo
nist Joost Swarte maakte het
ontwerp.
tekst tosca vissers
foto's guido thie
nr 6 2010`cartoonesk terugbouwen' tot nieuw monument 25
In de tweede helft van de negentiende eeuw maakte de Willemsstraat
deel uit van een ingrijpende stadssanering in de Jordaan met als doel
de erbarmelijke woonomstandigheden van arbeidersgezinnen te verbe-
teren. Het eerste rapport over de slechte volkshuisvesting uit 1853
beschrijft de Jordaan als zwaar verkrotte buurt. Woningnood bood huis-
eigenaren alle ruimte om tegen woekerhuren zoveel mogelijk arbeiders-
gezinnen in hun panden in de Jordaan onder te brengen, tot in stegen,
schuren en kelders aan toe. Sociale woningbouw behoorde toen nog
niet tot het takenpakket van de overheid. Enkele welgestelde particulie-
ren namen het initiatief om de woonsituatie van arbeiders te verbete-
ren. Ze richtten instellingen op zoals de Vereeniging ten behoeve der
Arbeidersklasse (VA) in 1852, de eerste woningcorporatie in Neder-
land. Op hun verzoek werden verschillende filantropische woningbouw-
projecten in de Jordaan gerealiseerd.
WElgEStEldE burgErS
De VA ontplooide pioniersactiviteiten op het gebied van sociale woning-
bouw. Zo kocht De Vereeniging krotten op in en rond de Goudsbloem-
gracht, waar de toestand bijzonder slecht was. Ook elders in de
Jordaan zorgden welgestelde burgers, die zich daartoe geroepen voel-
den, voor betere huisvesting en lieten er goedkope arbeiderswoningen
bouwen. De Goudsbloemgracht, die zoals alle grachten in de stad
fungeerde als open riool, werd gedempt om nieuwe uitbraken van
epidemie?n tegen te gaan. In de Willemsstraat, die hier werd aange-
legd, werden vrijwel alle krotwoningen vervangen door eenvoudige,
schone en goed ventilerende huizenblokken. Saillant is de rij zogeheten
Constantiawoningen (huisnummers 149 -165), nu Rijksmonument. Dit
complex kwam tot stand door een onderafdeling van de VA, de Stich-
ting voor de Ambachtsstand-Constantiawoningen uit 1863, ontworpen
door architect P.J. Hamer. Minvermogende werklieden ouder dan 60
jaar mochten kosteloos hierin wonen. Hamer bevestigde met dit
complex de heersende christelijk-sociale en filantropische opvattingen
die destijds tot sterk verbeterde huisvesting voor de arbeidersklasse
leidden. Angst voor een arbeidersrevolutie en voor nieuwe epidemie?n
die nooit onderscheid maakten in rang of stand, waren soms ook het
motief.
Arbeiderswoningen vormden in die tijd een nieuwe bouwopgave voor
architecten. Grotendeels onbekende typen woningen moesten worden
gebouwd binnen een zeer strikt programma en een uiterst beperkt
budget. Bovendien stond statusoverweging de interesse voor arbei-
derswoningen bij architecten tamelijk in de weg. Hamer hield zich inten-
sief bezig met volkshuisvesting en werkte als vaste architect voor de
eerste woningbouwverenigingen. In een periode van dertig jaar verving
de VA de belabberde huisvesting voor arbeidersgezinnen door solide
en betaalbare woningen.
MonuMEntAlE SoCiAlE WoningbouW
Circa 80 procent van alle woningen, zo'n beetje de hele Jordanese
Willemsstraat, valt onder het bezit van Ymere, die ze nog steeds als soci-
ale woningbouw verhuurt. De Willemsstraat bestaat uit compacte wonin-
gen aan de voorkant, die veelal met bij- en aanbouw aan de achterkant
zijn uitgebreid. Kruipdoor-sluipdoor-steegjes en trappetje-op-trappetje-af-
nr 6 201026
hoekjes die door de jaren heen aan elkaar geknutseld. Hester ten Zijthoff,
projectmanager bij Ymere, vertelt dat de corporatie in 2001 de gevelwan-
den van hun huurhuizen heeft onderzocht, samen met architect Sytze
Visser uit Amsterdam. Ze bekeken of er iets met de woningen gedaan
moest worden, dat verder zou gaan dan alleen onderhoud aan deze
bijzondere en fraaie panden. Verschillende gevels zijn beschermd als
beeldbepalend stadgezicht of monument. "We begonnen met het huis op
nummer 196, een pand dat in zo'n slechte staat bleek te zijn dat het
uiteindelijk gesloopt moest worden." De gevels van de negentiende-
eeuwse panden links en rechts ernaast zijn ontworpen door Hamer en
hebben monumentale waarde. Het huis op nummer 194 staat er sinds
1930 niet meer. Niet meer te redden vanwege een slechte fundering. Een
gat van 4 meter breed dat al die jaren leeg bleef met slechts een gemet-
selde laag op de begane grond waarin zonnestudio Casa del Sol was
gevestigd. "Dat deel vroeg drastisch om nieuwbouw", zegt Ten Zijthoff.
gEStript
Ymere wilde op het perceel 194 iets markants maken en heeft stripte-
kenaar/ontwerper Joost Swarte voor het ontwerp gevraagd, die er
onmiddellijk voor de porren was. Swarte is de ontwerper van de Toneel-
schuur, een theater en het Enschedehofje in Haarlem die beide in
samenwerking met Mecanoo Architecten zijn gerealiseerd. Ook de
architecten Sytze Visser en Jan Arie Broersma werden erbij gevraagd
om Swarte bij de voorbereidingen van het project te versterken. Swarte
wilde niet alleen gevels ontwerpen maar zich ook met de plattegronden
bemoeien. Aanvankelijk wilde Ymere het pand op nummer 196 laten
staan, maar doordat in het smalle perceel van 194 geen goede wonin-
gen te maken waren, stelde Joost Swarte voor om het pand op 196
erbij te betrekken. Dit pand was in slechte staat en de verdiepings-
hoogte voldoen niet aan het Bouwbesluit, waardoor wij de voorkeur
hadden om het pand opnieuw op te bouwen. Swarte heeft uiteindelijk
ook de keukens en de tuin mogen ontwerpen en is een kunstwerk van
zijn hand in het trappenhuis geplaatst. Kortom, de panden kregen een
duidelijke handtekening van de cartoonist.
CArtoonESkE rEnoVAtiE
Ondanks dat het om nieuwbouw gaat, zijn de twee nieuwe panden
volgens hun historische context uitgedetailleerd. Ontwerper en renova-
tiearchitect hielden zich vast aan het vastomlijnd patroon dat de andere
gevels uit de straat hen bood. Het linkerpand heeft een Amsterdamse
klokgevel van opvallende rode bakstenen in een moderne gestileerde
vorm. Net zoals het pand dat er eerst stond. Het andere pand heeft een
strakke glazen gevel. Binnenin strekken de woningen op alle vier woon-
lagen zich over beide percelen uit in. In de breedte lopen de gelijk-
vloerse appartementen van het ene pand in het andere over, dat een
bijzondere plattegrond mogelijk maakt. "Ze zijn gebouwd met renovatie-
details en niet met standaard nieuwbouwdetails", legt Ten Zijthoff uit.
Slopen van het orde-2-pand mag van het Stadsdeel niet, maar volledig
terugbouwen zoals het was, inclusief de roedeverdeling, sloeg ook
nergens op. De welstandcommissie was een voorstander om dan de
gevel cartoonesk terug te bouwen, "Elk detail werd besproken, we zijn
zeker vijftien keer bij de welstandcommissie geweest. Dat was een
dramatisch traject," kan Ten Zijthoff zich de wanhoop nog haarfijn herin-
neren. "Visser en Swarte bleven ondanks al die afwijzingen uiterst
beleefd. Ze werden juist geprikkeld om elk nieuw ingediend voorstel
mooier en genuanceerder te maken."
De welstandcommissie ging akkoord. Het uitgewerkte concept had een
extreme detaillering voor het ontwerp dat eigenlijk detailloos te noemen
is. Om alle aansluitingen en overgangen aan het oog te onttrekken, is
het gebouw tot op de punt komma uitgetekend. "Niets is standaard of
normaal. Visser en Broersma hebben ruim honderd details gemaakt,"
zegt Ten Zijthoff lachend. "Veel strakke vlakken die in de trant van de
nieuwe zakelijkheid precies op elkaar aansluiten. Voordeel van het
cartooneske renoveren was dat een aantal bijzondere details aan de
gevels is toegevoegd. Zoals de gevelankers met Swartes striptekenin-
gen erop." Ondanks het geboekte succes had dit tijdrovende en kost-
bare traject de planning van Ten Zijthoff behoorlijk onder druk gezet.
"We zijn hierdoor minstens twee jaar uitgelopen, wat het project niet
eenvoudiger en beslist niet rendabeler maakte."
Het cartoonesk renoveren past overigens wel prima binnen het kunst-
beleid van Ymere, dat vanuit die hoek het project heeft ondersteund.
nr 6 2010`cartoonesk terugbouwen' tot nieuw monument 27
verband leggen tussen de balken en de gemetselde gevel. Swarte
week af van het geijkte en vulde de silhouet in met de gezichten van
Jan Klaassen en Katrijn, die met hun grote mond de bouten tussen hun
tanden vasthouden. "Het harde schreeuwen en de openhartigheid van
dit Jordanese stel dienden hiervoor als inspiratiebron."
ruiMtE Voor intErprEtAtiE
Het interieur is ook door Swarte ontworpen. Voor de sociale contacten
met medebewoners zijn de keukens, woonkamer en zitkamer aaneen-
geschakeld. Badkamers zijn ruim opgezet en samengeclusterd met de
slaapkamers zodat er een priv?-vertrek ontstaat. Swarte ging voor zijn
ontwerp van zijn eigen woonwensen en comfort uit. Woonwensen die
eigenlijk voor elke bewoner gelden. "Een tekenaar wil communiceren
met zijn lezerspubliek en zorgt ervoor zorgen dat zijn werk wordt begre-
pen. Een cartoon moet toegankelijk zijn en niet teveel dichtgetimmerd,
ruimte overlatend voor interpretatie. Hij cre?ert omstandigheden die
bewoners zelf mogen invullen. Behalve die knalgele muur dan, die
onmiddellijk in het oog valt als je door de Willemsstraat loopt. Diezelfde
kleur komt terug in een van de woningen en is dan een statement om
de organisatie van die woning sterk te benadrukken", zegt Swarte.
Andere woningen hebben een steenrode of een blauwe muur. "Op een
of andere manier sprak die kleur precies die bewoner aan. Want deze
woning was als eerste weg!", aldus Swarte.
"Het scheelt ook dat we allemaal fan zijn van Joost Swarte, ook onze
bestuurder en leidinggevenden!", legt Ten Zijthoff uit.
HiStoriSCHE rElAtiE
Swarte ontwierp de panden in directe relatie met de historie van de
buurt. "Op deze plek stond een van de oudste huizen in de straat. Dat
was zo vaak gerenoveerd en veranderd door de jaren heen dat het
geen monument meer was." Swarte legt uit dat de Willemsstraat 150
jaar geleden een rommelige buurt was. "Mensen leefden op straat. In
de gracht gebeurde van alles: de was werd erin gedaan, het riool werd
erop geloosd. Het stonk er vreselijk. Om dat te verbeteren, werd de
straat volgebouwd met sociale woningbouw. Interessant te weten is dat
de trend van de sociale woningbouw destijds reageerde op de situatie
zoals die was. Een verbetering van de buurt zou bijvoorbeeld zijn dat de
vrouwen er niet meer als viswijven over straat sleurden. Maar dat ze
goede woningen hadden waarin hun gezinnen zich thuis voelden. De
woonkamers van deze woningen waren gericht op de binnentuinen. De
slaapkamers en de keuken stonden aan de straatkant. Deze uitgangs-
punten van toen gaven de woningen een introvert karakter, met veel
minder sociaal leven op straat. Terwijl het leven zich merendeels op
straat afspeelt. De woningen moesten wat mij betreft meer in contact
komen met de straat." Swarte ging voor het ontwerp uit van de Neder-
landse manier van wonen, die duidelijk aangeeft wie er achter een voor-
deur woont. Achter de glazen pui van het rechterpand plaatste hij een
trappenhuis dat naar de bovenste appartementen leidt. De zijwand van
het trappenhuis is knalgeel. "Het trappenhuis is bewust naar de straat
getrokken", legt Swarte uit. "Het is in feite een gestapelde, overdekte
stoep, waar je een fiets kunt stallen of de vuilniszakken alvast neer kunt
zetten. Vanaf de straat is te zien wie daar wonen."
klASSiEkE gEVEl
De status wel of geen monument was de basis van de langlopende
discussies over het nieuwe uiterlijk van de panden. "Het stadsdeel
stemde voor het behoud van de klassieke gevel. Die keuze zou weinig
ruimte overlaten om iets bijzonders met de gevels te doen", geeft
Swarte aan. "Bovendien kan soms onduidelijk zijn of de aanpak van de
oude woning een renovatie of hernieuwbouw betreft. Als de stenen zo
slecht zijn dat ze vervangen moeten worden, wordt er in feite nieuw-
bouw gepleegd. Waar zit dan de scheiding?" vraagt hij zich af. Strijd
werd gevoerd tussen het stadsdeel en de welstandcommissie, die
graag hun speelruimte wilde behouden om iets bijzonders te kunnen
blijven doen met oude panden. "Op een zeker moment stelde welstand
de term cartoonesk terugbouwen voor. Ze beargumenteerde: "Als er
teruggebouwd wordt in de straat moet er ook iets extra's worden
toegevoegd met huidige, moderne opvattingen die daarin duidelijk zicht-
baar zijn." Om het cre?ren van `namaakmonumenten' vooral te voorko-
men. De term cartoonesk terugbouwen had het beeld gered waarmee
Swarte al geruime tijd zijn ontwerp wilde invullen. Zoals transparantie
terug te brengen door de kozijnen achter het metselwerk weg te
werken voor meer glasoppervlak. De term bracht hem ook op het idee
om de gevelankers een bijzondere vorm te geven. Meestal hebben die
ankers florale motieven. Ze zijn van brokken ijzer die het constructieve
Reacties