De gezondheidszorg is volop in beweging. De evenementenagenda’s staan vol met congressen en symposia over bouwen voor de zorg. De belangrijkste reden: zorginstellingen zijn binnenkort zelf verantwoordelijk voor hun investeringen in vastgoed. BouwIQ spreekt met prof. ir. Bas Molenaar, architect en bijzonder hoogleraar Bouw Gezondheidszorg aan de Technische Universiteit Eindhoven, over bouwen voor de zorg.
"Techniek, interieur,
vastgoed, stedenbouw
en bouwtechniek komen
hier samen"
Bouwen voor de zorg 11 Visie Bas Molenaar
Bas Molenaar heeft zich gedurende een groot deel van zijn carri?re bezig gehouden
met de gezondheidszorg. Hij studeerde af aan de Technische Universiteit onder pro-
fessor Eijkelenboom en werkte in de tussentijd bij architectenbureau EGM. Na zijn
studie is hij hier blijven werken en ondertussen is hij er al behoorlijk wat jaren partner.
Molenaar: "Voor Nederlandse begrippen zijn we vrij groot, met zo'n 240 medewer-
kers. We hebben drie grote architectuurgroepen waarvan ik er ??n leidt samen met
drie andere partners. De drie groepen fungeren bijna als zelfstandige bureaus."
Van oudsher ontwerpt EGM veel voor de gezondheidszorg. "Maar," haast Molenaar
zich erbij te zeggen "we ontwerpen ook woningen, kantoren, gevangenissen en
gemeentehuizen. Allemaal gebouwen waarin gebruik en beleving door mensen be-
palend is. Ik schat dat we in onze groep ongeveer 70 procent voor de gezondheids-
zorg ontwerpen en dan met name ziekenhuizen. Doordat je je met meerdere vakge-
bieden bezighoudt ? en dus niet voor een monodisciplinaire groep hebt gekozen ?
ben je breed inzetbaar en `spreek je verschillende talen'."
Sinds 2004 is Molenaar weer terug op de TU Eindhoven, nu als bijzonder hoogleraar
Bouw Gezondheidszorg. Hij vervult hier een leerstoel opgericht en gefinancierd
door het College Bouw Zorginstellingen (in het kort Bouwcollege). Deze organisatie
is ??n van de uitvoeringsorganisaties van het ministerie van Volksgezondheid,Wel-
zijn en Sport (VWS) en houdt zich bezig met de huisvesting van de intramurale ge-
zondheidszorg. Daarbij gaat het om ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen,
instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg. Molenaar:
"Het Bouwcollege was al een aantal jaren bezig hun kennis verder te exploiteren en
om te bouwen tot een kennisnetwerk. Nadat ze constateerden dat er op de univer-
siteiten eigenlijk weinig aandacht was voor de gezondheidszorg hebben ze het ini-
tiatief genomen om deze leerstoel op te zetten. Hier ben ik op een gegeven moment
voor gekozen. Aanvankelijk voor drie jaar, maar de periode is verlengd met nog
eens drie jaar; dus tot 2010."
"We bieden de studenten een thema aan waarop ze zich aan het begin van hun
masterstudie op inschrijven. Hierbinnen zoeken ze zelf hun afstudeeronderwerp.
Ondertussen hebben we zogenaamde afstudeerateliers ingericht op het gebied van
vergrijzing en op het gebied van healing environment. Per semester stromen er in
ieder atelier zo'n zes studenten in. Deze doen een jaar over hun afstuderen; dus je
hebt continu een groep van ongeveer twaalf afstudeerders van verschillende erva-
ringsniveaus. Ze helpen elkaar en bundelen hun ervaring waardoor je langzaam
kennis opbouwt. Dat gebeurt onder andere via weblogs en een website."
Het belangrijkste wat Molenaar zijn studenten wil meegeven is dat ze zich niet op
hun eigen vakgebied moeten blindstaren, maar in de breedte moeten kijken. "Er is
volgens mij geen gebied waar integratie van disciplines zo belangrijk is als bij ar-
chitectuur voor de zorg. Techniek, interieur, vastgoed, stedenbouw en bouwtech-
niek komen hier samen.
Marktwerking
De studenten van Molenaar zullen zich niet hoeven te vervelen, want ze kiezen voor
een dynamisch vakgebied dat volop in beweging is. Als belangrijkste ontwikkelin-
gen noemt de hoogleraar de toegenomen marktwerking, de veranderende kijk van
de maatschappij op de zorg en de toenemende scheiding tussen wonen en zorg.
"Politiek is er bijvoorbeeld meer ruimte voor marktwerking. Hierdoor ontstaan er
allerlei priv?-initiatieven. De voorhoedespelers zijn hier de oogklinieken en de kli-
nieken op het gebied van schoonheid. Er heeft op dit gebied een onstuimige groei
plaatsgevonden. En vinden er nu allerlei initiatieven plaats in het buitenland."
Met de invoering van marktwerking in de gezondheidszorg worden er meer verant-
woordelijkheden teruggelegd bij de instellingen. De rol van het vergunningsstelsel
komt te vervallen en ziekenhuizen gaan straks zelf over hun vastgoed. "Dit begint
al in 2008, maar uiteraard zal er een overgangsperiode zijn; in Nederland gaat het
nooit helemaal zwart-wit. Je ziet nu al heel goed dat zorginstellingen met dit agen-
dapunt worstelen. Het aantal congressen op het gebied van strategische vastgoed-
beheer in de zorg is bijna niet bij te houden. Straks (nu al voor een deel) worden de
kosten van het vastgoed in de zorgkosten doorberekend. Wil je straks dus een con-
currerende marktpositie innemen en verdedigen, dan zul je hier goed rekening mee
Visie Bas Molenaar
Bouwen voor de zorg
Joost BruystersDe gezondheidszorg is volop in beweging. De evenementenagenda's staan vol met
congressen en symposia over bouwen voor de zorg. De belangrijkste reden: zorginstellin-
gen zijn binnenkort zelf verantwoordelijk voor hun investeringen in vastgoed. BouwIQ
spreekt met prof. ir. Bas Molenaar, architect en bijzonder hoogleraar Bouw Gezondheids-
zorg aan de Technische Universiteit Eindhoven, over bouwen voor de zorg.
Bouwen voor de zorg 12 Visie Bas Molenaar
moeten houden. In de zorg wordt hier nu veel over nagedacht en gedebatteerd. Het
is ??n van de belangrijkste aanjagers voor verandering."
Maar, het terugleggen van de verantwoordelijkheid bij de instellingen en de ge-
meentes kan ook onbedoelde bijeffecten hebben waarschuwt Molenaar. "Niemand
heeft bijvoorbeeld de veldslag die nu in de thuiszorg plaatsvindt gewild natuurlijk.
Hier had je volgens mij nooit een marktmechanisme in mogen zetten. Veel instel-
lingen hebben hier onder de prijs ingeschreven en zitten nu in de problemen. De
mensen die van de zorg afhankelijk zijn en die er werken zijn de dupe. Een vakge-
bied waarin de menselijke factor zo belangrijk is mag je volgens mij nooit volledig
aan de markt overlaten."
Maatschappelijk debat
"Een andere aanjager voor verandering is de veranderende kijk op de gezondheids-
zorg. De focus verschuift steeds meer van ziektebestrijding naar gezondheid. Je
ziet dat gezondheid een hot issue is bij televisieprogramma's en je ziet ook allerlei
wellness centra en zorghotels opkomen. Er ontstaan steeds meer initiatieven die op
de grens van de zorg zitten en er wordt op een heel andere manier naar zorg geke-
ken. Ik werk in Dordrecht bijvoorbeeld aan het Gezondheidspark. Dit begon eigen-
lijk als een uitbreiding van het Albert Schweizer Ziekenhuis, maar de plannen zijn
ondertussen behoorlijk uitgebreid, op gezamenlijk initiatief van gemeente en zie-
kenhuis. Er is een sportcomplex bij betrokken en er komen woningen, winkelvoor-
zieningen en gezondheidszorggerelateerde bedrijven in. Verder komt in de uitberei-
ding een zorghotel, een GGD en een school waar mensen voor de zorg worden op-
geleid. Deze switch ten opzichte van de eerste plannen is wel opmerkelijk. Het plan
ziet er niet meer uit als een ziekenhuis, maar als een stedenbouwkundig verdicht
stuk stad met een gevarieerd programma."
Wonen en zorg
Als derde aanjager voor verandering noemt Molenaar het scheiden van wonen en
zorg. "Dit is in de ouderenzorg ontstaan. Je ziet dat de ouderwetse verpleeg- en
verzorgingstehuizen langzaam afbrokkelen. Dit heeft te maken met het aanbieden
van zorg daar waar dit nodig is. Iets wat hier in past is bijvoorbeeld het digitale
verpleeghuis; dit bestaat overigens al een poosje. De bewoners wonen gewoon
thuis en loggen twee keer per dag in op een centraal computersysteem. Via deze
computer kan er gepraat worden, met of zonder camera. Als er zorg nodig is kan
iemand bijvoorbeeld binnen tien minuten aanwezig zijn. De mensen wonen dus nog
gewoon thuis, maar krijgen ook hun zorg op maat aangeleverd. Op het moment dat
de zorg te zwaar wordt kun je wonen en zorg natuurlijk niet meer scheiden, maar
we willen dit dat moment zo laat mogelijk optreedt."
"De scheiding van wonen en zorg zie je ook terug in de geestelijke gezondheids-
zorg. Er is een beweging om mensen met een verstandelijke of geestelijke handi-
cap meer te integreren in de maatschappij. Dit is overgewaaid uit Scandinavi? en
vrij dringend opgelegd door de overheid. Een grote groep blijkt prima in staat een
rol te spelen in het maatschappelijk leven en ook zodanig geaccepteerd te worden.
Op dit moment zie je dat men er deels op terugkomt omdat er ook een groep is die
meer behoefte heeft aan een beschermende omgeving. In deze gevallen kun je
wonen en zorg niet scheiden."
Onderzoek
"Alle aandacht voor het vak, zowel beleidsmatig als vanuit de mensen uit het vak
zelf, heeft geleid tot een soort innovatieplatform voor architectuur en zorg (zie
www.architectureinhealth.nl ). Dit is ontstaan na een succesvol congres over Archi-
tectuur en gezondheidszorg in Groningen. Er is een onderzoeksdag in voorbereiding
op 17 januari 2008 in Utrecht waar geprobeerd wordt alle onderzoeken op het ge-
bied van de gezondheidszorg bij elkaar te krijgen. We merken nu dat het onderzoek
dat uitgevoerd wordt vrij gefragmenteerd is en dat er allerlei gaten zijn. Onderzoek
op het gebied van architectuur is ook vrij lastig omdat het er moeilijk is om hard
bewijs te verzamelen. Wat wij daarom proberen is het ontwerp als onderzoeksin-
strument in te zetten. Dat is altijd een beladen onderwerp, maar toch is het nodig
dat het meer gebeurt. Dat is in ieder geval wat we gaan proberen te organiseren op
die onderzoeksdag. Bij deze dag zijn de drie Nederlandse TU's en het Bouwcolege
betrokken. De bedoeling is dat er een actief kenniscentrum op het gebied van de
gezondheidszorg gaat ontstaan."
Flexibiliteit
De zorgsector is dus volop in beweging. Los van de genoemde maatschappelijke
verandering gaan ook de (medisch) technologische veranderingen in een razend
tempo. Op het moment dat hiermee niet al bij de bouw van een zorggebouw reke-
ning wordt gehouden bestaat de kans dat het gebouw veel te vroeg is verouderd en
voortijdig gesloopt zal moeten worden. Zeker nu de zorginstellingen zelf verant-
woordelijk zijn voor hun vastgoed is dit onwenselijk voor ze. Molenaar: "We zijn
bijvoorbeeld bezig met het ontwerp van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam,
het academische ziekenhuis. Hiervoor hebben we eerst het casco ontworpen, een
gebouw waar eigenlijk alles in kan. De specifieke lay-out bepalen we zo laat moge-
lijk, omdat de programma's continu veranderen. Hoe later je de indeling bepaalt,
hoe dichter je tegen het werkelijke gebruik aan zit."
Daarom moet, volgens Molenaar, goed over het ontwerp en de stedenbouwkundige
inpassing worden nagedacht. "Het gebouw moet qua logistiek kloppen en je moet
er voor zorgen dat er voldoende reserve zit in de verticale en horizontale infrastruc-
tuur. Hoe minder je afhankelijk je bent van de specifieke invulling, hoe flexibeler het
gebouw later is. Het casco van een gebouw blijft misschien wel 300 jaar staan,
tenminste als het goed ontworpen is en het op de juiste plek staat. De inbouw- en
de installatiecomponenten gaan veel minder lang mee, misschien maar 15 jaar en
de techniek die erin staat heeft nog een veel kortere levensduur."
Slimme balans
Molenaar: "Je zult in je programma dus moeten standaardiseren en zo min moge-
lijk specifiek maatwerk maken. Waar je kunt standaardiseren voorkom je verbou-
wingen in de toekomst. Omdat je van tevoren weet dat je soms toch aanpassingen
moeten maken, moet je er voor zorgen dat dit met zo min mogelijk kosten kan ge-
beuren. Dat betekent meestal dat je de installaties en de bouwkundige delen zo
veel mogelijk moet scheiden. Hoe beter je de installaties integreert en wegstopt,
hoe moeilijker een gebouw aan te passen is."
"Uit ervaring weten we dat bij ziekenhuizen driekwart van de kosten zitten in de
installatietechniek. Hier moet je dus goed over nadenken. Ik heb vroeger nog les
gehad van John Habraken over open bouwen. Hij zei destijds al dat het denkwerk
goed gaat, maar dat het mis gaat in de `piping and the plumbing'."
"De schil van het gebouw en de primaire installaties hebben we nog vrij goed onder
controle. Ook bij het tertiaire gedeelte gaat goed. Dit is heel vaak al aan medische
techniek gekoppeld; als je een MRI koopt zit alles daar al in, zelfs de koeling. Het
wordt moeilijker bij de secundaire installaties. Hoe kom je vanuit je schacht je
ruimtes in? In de praktijk is hier nog teveel sprake van maatwerk. Tussen losse
componenten en prefab zouden we een soort slimme balans moeten vinden. Op dit
gebied zijn er nog te weinig producten ontwikkeld. Ik zou graag zien dat er op dit
vlak vanuit de toeleveringsindustrie wat meer innovatiekracht was."
Toekomst
Ook al gaat er veel veranderen in de gezondheidszorg. Somber over de toekomst is
Molenaar allerminst. "We leven in een bevoorrecht land. Internationaal hebben we
altijd de naam gehad dat we een experimenteel laboratorium zijn voor architectuur,
nu voor gezondheidszorg. Ik denk dat de innovatieslag die er aan zit te komen dus
ook echt de ruimte zal krijgen. Omdat de architect met alle facetten van het vak te
maken heeft, kan hij een centrale rol spelen bij het aanzwengelen van innovaties.
Integraal denken is hierbij wel een voorwaarde. De architect zou weer bouwmees-
ter moeten worden, maar dan wel ??n met een maatschappelijke drive."
Reacties