Een nieuwe stad. Nieuwe ideeën over stedenbouw toegepast in de praktijk. Experimenteertuin van de stedenbouwkundige. Zo werd en wordt er – door de meesten tegenwoordig gelukkig positief – over Lelystad gesproken. Tegelijkertijd is Lelystad ook een product van haar tijd, met al haar goede en soms ook minder goede kanten. Dat schept verplichtingen om ervoor te zorgen dat we niet alleen goede en mooie nieuwbouwwijken blijven bouwen, maar dat we ook in de bestaande stad durven in te grijpen als dat nodig is. Om zo te zorgen dat die bestaande stad kan blijven concurreren met de uitdagende woonmilieus die we in de uitleggebieden realiseren.
renda special 2012/1 opinie28
wanneer het gaat om energieprestaties. Ze zijn toe aan renovatie. Ook
de openbare ruimte in deze buurten is niet meer van deze tijd. Waren
de wijken vroeger opgezet vanuit het ideaal dat er veel gezamenlijke
ruimte was waar kinderen konden spelen; anno 2012 hebben bewo-
ners meer behoefte aan privacy en ruimte voor hun auto's. De lage
tuinafscheidingen in de vorm van heggetjes zijn vaak vervangen door
hoge schuttingen. Het openbaar groen kent veel restgroen met een
onduidelijke functie en wordt vaak slecht onderhouden. Met als gevolg
dat de wijken een sleetse uitstraling krijgen.
Versnippering Van eigendom
Er zou nog niet zo veel aan de hand zijn als er ook niet sprake was van
sociale problemen. In de jaren negentig is de corporatie ? in het kader
een nieuwe stad. nieuwe
idee?n over stedenbouw
toegepast in de praktijk.
experimenteertuin van de
stedenbouwkundige. Zo
werd en wordt er ? door de
meesten tegenwoordig
gelukkig positief ? over Lely-
stad gesproken. Tegelijker-
tijd is Lelystad ook een
product van haar tijd, met al
haar goede en soms ook
minder goede kanten. dat
schept verplichtingen om
ervoor te zorgen dat we niet
alleen goede en mooie
nieuwbouwwijken blijven
bouwen, maar dat we ook in
de bestaande stad durven in
te grijpen als dat nodig is.
om zo te zorgen dat die
bestaande stad kan blijven
concurreren met de uitda-
gende woonmilieus die we in
de uitleggebieden realiseren.
bloemkoolwijk:
lust of last?
tekst jop fackeldey (pvda),
wethouder volkshuisvesting en wonen,
gemeente lelystad
opinie
De Atolwijk is een in de jaren zeventig gebouwde wijk, zoals vele
andere in Nederland. Het is een wijk die gebouwd is als reactie op de
massale hoogbouw galerijflats uit de jaren zestig die de menselijke
maat misten. Men was op zoek naar kleinschaligheid en bouwde rijen
ruime eengezinswoningen in kleine straatjes of hofjes, met veel open-
bare ruimte en veel voorzieningen voor de jonge gezinnen die er
kwamen wonen. Ze worden vaak de bloemkoolwijken genoemd. Veel
van deze wijken zijn nog steeds populair, want de woningen zijn ruim,
er is veel groen en er zijn veel voorzieningen in de buurt zoals scholen,
winkels, gezondheidscentra en sportvelden.
Maar er zijn ook buurtjes met problemen, zowel van fysieke als van
sociale aard. Het betreft veelal woningen die in grote aantallen
gebouwd zijn, met een (achteraf) discutabele kwaliteit. De kwaliteit
van de woningen voldoet niet meer aan de huidige eisen, zeker niet
renda special 2012/1opinie 29
van een fusie ? door het Rijk c.q. de toezichthouder gedwongen om in
totaal 5000 woningen te verkopen. Een groot deel daarvan ligt in de
Atolwijk. Die verkoop ging willekeurig, waardoor elk straatje in een
groot deel van deze wijk versnipperd particulier bezit kent tussen
corporatiebezit. De woningen zijn vaak aan de voormalig huurders
verkocht. Vele hypotheken zijn in `de goede tijden' opgehoogd, voor
realisering van nieuwe keukens, badkamers of andere leuke dingen.
Aan onderhoud of sparen voor onderhoud werd niet gedaan. Banken
keken nergens naar. En bewoners zijn nu opgezadeld met een hypo-
theeklast die de verkoopwaarde van de woningen ver te boven gaat.
Ze zitten dus vast. Een zware hypotheekschuld, geen geld voor onder-
houd, en een woning die vrijwel onverkoopbaar is of waarvan de
verkoop het schuldenprobleem niet oplost. Een vrijwel onoplosbaar
probleem.
Inmiddels zijn er barre tijden aangebroken en de woningen zijn drin-
gend aan een onderhoudsbeurt toe. De corporatie knapt de woningen
dan ook op, maar tussen de huurwoningen liggen de particuliere
woningen van mensen die hun woning dus niet kunnen of willen
opknappen. Met deels opgeknapte en deels niet opgeknapte wonin-
gen worden de tegenstellingen in de wijk nog schrijnender. Huurders
hebben een mooi opgeknapte en vaak ook energiezuiniger woning, en
particulieren hebben een probleem: zij hebben een eigen woning die in
waarde daalt, maar geen geld om te investeren.
renoVaTie sTimuLeren
We kunnen zeggen dat particulieren verantwoordelijk zijn voor hun
eigen woning en dat de corporaties hun bezit op orde moeten houden.
Dat klopt. Maar dat lost het probleem niet op. Want die particulieren
kunnen vaak helemaal niet investeren. We zien dat op sommige plek-
ken de verloedering toeslaat en de leefbaarheid tot een onaanvaard-
baar niveau daalt. Dat vind ik als verantwoordelijk wethouder niet
acceptabel.
De woningen in de Atol- en Zuiderzeewijk zijn enkele tientallen jaren
geleden gebouwd en hebben vaak kozijnen die in mindere staat zijn.
Meestal hebben de woningen ramen met enkel glas, waardoor er veel
warmte verloren gaat. Dat is financieel ongunstig en het veroorzaakt
vocht en schimmel, die slecht zijn voor de gezondheid. Door een reno-
vatie komt de woning weer in een goede onderhoudsstaat en ziet deze
er mooier uit. Daarnaast wordt de isolatie verbeterd. En mooie wonin-
gen dragen ook weer bij aan een aantrekkelijke wijk.
Als college hebben we dan ook besloten om particulieren te stimule-
ren met subsidies of goedkope leningen om hun woning op te knap-
pen en te isoleren. We verwijzen mensen met problemen als ze willen
door naar deskundigen, die hen goed kunnen helpen. Aan eigenaren
van de Atol- en Zuiderzeewijk biedt de gemeente bijvoorbeeld een
aantrekkelijke lening aan. Deze kent een extra lage rente en wordt
verstrekt door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland
(SVn). Tevens biedt de gemeente Lelystad particuliere woningeigena-
ren en verenigingen van eigenaren (appartementengebouwen) een
steuntje in de rug bij het treffen van energiebesparende maatregelen,
zoals isolatie of duurzaam opwekken van energie. Deze duurzaam-
heidsregeling geldt voor heel Lelystad, voor woningen en appartemen-
ten die voor 1995 zijn gebouwd.
projecT new Towns
De huidige maatregelen (waaronder de lening met een lage rente) zijn
echter niet voldoende om bewoners in grote aantallen in beweging te
krijgen. Dit komt grotendeels door de beperkte financi?le mogelijkhe-
den van veel bewoners, zeker als het gaat om een grote investering
als kunststof kozijnen. Daardoor ontstaat er een schrijnend contrast
tussen de opgeknapte woningen en de woningen van bewoners die
onvoldoende middelen hebben. Sociaal gezien worden mensen daar-
door gestigmatiseerd. Financieel gezien kan het ook tot daling van de
marktwaarde van de woning leiden, omdat de particuliere woning er
slechter uitziet dan de huurwoning. Ook deze situatie is voor de bewo-
ners en voor het college niet aanvaardbaar. Om die reden is ? aanvul-
lend op de stimuleringsregeling ? vanaf 2011 ingezet op het stimuleren
van de zelfredzaamheid van bewoners. Dit gebeurt vanuit het project
New Towns, opgezet door de SEV, waar gemeente Lelystad aan
meedoet. De SEV wijst mensen op hun eigen verantwoordelijkheid.
De gemeente faciliteert vanuit de gedachte dat gemeente ?n bewo-
ners belang hebben bij opgeknapte woningen, een prettige woonom-
geving en verbeterde uitstraling van de wijk. Door eigenaren te stimu-
leren om gezamenlijk hun huizen te onderhouden, kunnen zij elkaar
hierbij helpen in het kader van `samen staan we sterk'.
juisTe besLissingen
De eerlijkheid gebied te zeggen dat deze voorzieningen voor de lange
termijn niet genoeg zijn. We moeten ons een beeld gaan vormen van
wat voor wijken dit over twintig jaar zijn. En hoe kunnen we samen met
de corporatie zorgen dat we op weg daar naartoe de juiste investe-
ringsbeslissingen nemen? Welke partijen kunnen we daarbij betrekken,
en hoe kunnen we weer tot waardevermeerdering van de woningen en
daarmee de buurt komen? We moeten nadenken over strategische
aan- of verkoop. Wellicht wat bijbouwen voor de veranderende woon-
wensen of wat slopen omdat we te veel van hetzelfde hebben. De
openbare ruimte aanpassen aan de eisen van deze tijd.
Bewoners, gemeente en corporaties zijn de belangrijkste partijen in de
wijk. Maar we hebben in de toekomst ook andere partijen nodig. Denk
aan banken, beleggers, het Rijk, zorgverzekeraars enzovoorts. Ook zij
hebben er belang bij dat meer dan een miljoen huizen in Nederland,
gebouwd in jarenzeventig- en jarentachtigwijken, niet door de bodem
zakken.
Reacties