Beton is het meest gebruikte bouwmateriaal in Nederland. In zijn moderne vorm passen we het al zo’n 150 jaar toe. Je zou dus verwachten dat het materiaal ondertussen uitontwikkeld zou zijn, maar niets is minder waar. Hans Köhne, van het Cement&BetonCentrum, volgt de ontwikkelingen al jaren op de voet. BouwIQ sprak met hem. “Beton is uitgegroeid tot een hi tech materiaal.”
"De meest boeiende
ontwikkelingen moeten
nog komen"
PeterdeKoning
Beton wordt hi tech 9 Visie Hans K?hne
Hans K?hne werkt als marketingcommunicatiemanager bij het Cement&BetonCen
trum, een organisatie die zich bezig houdt met de promotie van beton in de breed
ste zin van het woord. K?hne "Ik ben erg geboeid door het bijzondere dat bouwen
is: samenwerken aan creatie. Ik heb geleerd dat ik minder geschikt ben om me op
detailniveau met techniek bezig te houden. Beter kan ik er iets afstandelijker naar
kijken en hier en daar ontwikkelingen initi?ren of versnellen."
Dit probeert hij vooral te doen door de dialoog tussen ontwerpers en uitvoering te
stimuleren. K?hne houdt zich daarbij onder andere bezig met de co?rdinatie van
workshops en prijsvragen, zoals de Concrete Design Competitie. "Ik steek veel
werk in de positie van beton in het onderwijs. Daar worden immers de ontwerpers
van morgen opgeleid. Je ziet gelukkig dat er in het onderwijs steeds meer aandacht
komt om de mogelijkheden van het materiaal beter te benutten."
Hi tech
"Het bijzondere van beton is dat het altijd om maatwerk gaat. Je moet namelijk niet
alleen rekening houden met de kwaliteitseisen op het gebied van sterkte, duur
zaamheid en verwerkbaarheid, maar ook met de logistiek, de arbeids en bouw
plaatsomstandigheden en met de bouwsnelheid. Samen bepalen deze factoren de
optimale mengselsamenstelling en productiemethode."
In de 25 jaar dat K?hne actief is in de sector heeft hij van dichtbij een enorme ont
wikkeling meegemaakt. "Toen ik in de betonindustrie begon was de tijd van het 1
23beton ? drie delen grind, twee delen zand en een deel cement ? al wel voorbij,
maar de ontwikkelingen zijn in een stroomversnelling gekomen. Beton is in een rap
tempo uitgegroeid tot een hi tech materiaal."
K?hne noemt verschillende ontwikkelingen. Zo worden er bijvoorbeeld steeds ster
kere betonsoorten gemaakt en bevatten de mengsels van vandaag aanzienlijk meer
componenten wat de afstemming steeds kritischer maakt. Een andere ontwikke
ling is die van thermisch isolerend lichtbeton. "Dit materiaal heeft ongeveer de helft
van de volumieke massa van normaal beton en is toch voldoende sterk om het als
constructief bouwmateriaal te kunnen gebruiken. Hiermee wordt het mogelijk om
monoliet een gevel te bouwen, een gevel van ??n materiaal waarin alle functies zijn
verwerkt. Dat is waarschijnlijk de ultieme droom van elke architect."
K?hne wordt enthousiast als hij vertelt over de mogelijkheden van het materiaal.
Toch vindt hij de vraag waarom juist de betonsector `een moeilijke vraag'. "Het is
nooit een vooropgestelde keuze of een jongensdroom geweest om in de betonsec
tor te gaan werken. Begin jaren `80 ben ik er ingerold en ik ben er vervolgens nooit
meer weggegaan. Op een gegeven moment krijg je ergens wortels en heb je meer
waarde omdat je de branche goed kent en er netwerken hebt. Zo lang je het inte
ressant blijft vinden, ga je er in door en ik ben het in de loop der jaren alleen maar
interessanter gaan vinden! Beton bestaat in zijn moderne vorm zo'n 150 jaar, maar
de meest boeiende ontwikkelingen moeten nog komen, dat voel je aan alles."
In elkaar grijpen
Terugkijkend blijkt de ene ontwikkeling in de betonwereld vaak te leiden tot de
volgende. K?hne illustreert dit aan de hand van de ontwikkeling van hogesterktebe
ton. Zelf was hij betrokken bij de eerste toepassing van dit materiaal in het Kantoor
van de Toekomst in Den Bosch. "Het hogesterktebeton vraagt om een waterce
mentverhouding (watercementfactor) die het materiaal moeilijk te verwerken
maakt. Dit was een stimulans voor de ontwikkeling van een nieuwe generatie plas
tificeerders. Toen vervolgens eenmaal zichtbaar was dat je zeer plastisch beton kon
maken dat maar weinig verdichtingsenergie nodig heeft om in alle hoeken van de
mal te komen, werd dit plastische beton ook voor andere sterkteklassen gemaakt
en niet alleen meer voor het kleine gebiedje van hogesterktebeton. Deze zelfver
dichtende, plastische betonmengsels leveren voor de klant uiteindelijk hetzelfde
beton op, maar er zijn allerlei voordelen tijdens de verwerking. Ondertussen wordt
in de prefabindustrie meer dan de helft van de productie in zelfverdichtend beton
uitgevoerd, ook de gewonere sterkteklassen."
Het beschikbaar komen van de zeer plastische mengsels zette de volgende ontwik
keling in gang. Doordat het plastische beton minder verdicht hoeft te worden met
behulp van triltafels, worden mallen in de prefabindustrie minder belast. Dit maakt
Visie Hans K?hne
Beton wordt hi tech
Joost Bruysters en
Jos Lichtenberg
Beton is het meest gebruikte bouwmateriaal in Nederland. In zijn moderne vorm passen
we het al zo'n 150 jaar toe. Je zou dus verwachten dat het materiaal ondertussen uitont-
wikkeld zou zijn, maar niets is minder waar. Hans K?hne, van het Cement&BetonCentrum,
volgt de ontwikkelingen al jaren op de voet. BouwIQ sprak met hem. "Beton is uitgegroeid
tot een hi tech materiaal."
Beton wordt hi tech 10 Visie Hans K?hne
lichtere malconstructies mogelijk die vervolgens weer beter zijn te automatiseren.
K?hne: "Dit maakt dat de prefabindustrie niet meer per se gebonden is aan grote
series. Je ziet hier dus dat de ene ontwikkeling in de andere grijpt."
Architectonische vocabulaire
Het hogesterktebeton is ondertussen al even op de markt. Doordat het sterker is
kunnen constructies slanker worden uitgevoerd. Je zou daarom verwachten dat het
materiaal een enorme push is geweest voor de architectuur met beton. Toch wordt
het materiaal niet op grote schaal toegepast. K?hne: "Het is inderdaad een betrek
kelijk nicheproduct. Je ziet dat het met name wordt toegepast bij hoogbouwprojec
ten. Stedenbouwkundig vragen deze gebouwen om een transparante begane
grond. De combinatie van die transparantie en de kostbare vierkante meters vraagt
om hogesterktebeton. Maar, in zijn algemeenheid heeft het materiaal niet geleid tot
een nieuwe architectonische vocabulaire. Dit heeft te maken met een aantal con
structieve complicaties. Zo heb je een minimale betondekking nodig,moeten bouw
elementen een praktische maat hebben en hebben wanden een minimale geluids
werende prestatie nodig. Je moet een bepaalde massa en dus een bepaalde maat
hebben om daaraan te voldoen. Bovendien worden constructies niet alleen gedi
mensioneerd op sterkte, maar evenzeer op stijfheid en stabiliteit. Slanke vloeren
zullen bijvoorbeeld meer doorbuigen; constructief hoeft dat geen probleem te zijn,
maar de gebruiker zal het niet waarderen."
De ontwikkelingen staan echter niet stil. Na het hogesterktebeton kwam het zeer
hogesterktebeton. De volgende stap is ultrahogesterktebeton waarin vezels de
sterkte verder vergroten, maar feitelijk is Ultra High Performance Concrete volgens
K?hne een betere naam aangezien niet alleen de sterkte hier een rol speelt. "Je
hoeft niet altijd te streven naar de grootst mogelijk stijfheid of sterkte van een
element; soms kan het juist interessant zijn om een bepaalde vervorming toe te
laten."
"Dit materiaal leidt ongetwijfeld wel tot een andere architectonische vormgeving
en nieuwe mogelijkheden. Je hebt bijvoorbeeld niet te maken met de betondekking
die altijd een wezenlijke rol speelt bij de dimensionering. Dit maakt zeer slanke
constructies mogelijk. Je zou bijvoorbeeld de schuiven van de stormvloedkering in
de Oosterschelde, die nu gemaakt zijn in staal en vanwege extreme erosiebelasting
veel onderhoud vergen, kunnen uitvoeren in dit materiaal. We hebben het dan over
een dimensionering van slechts 20 mm."
Ondanks de mogelijkheden wordt ook dit materiaal nog niet op grotere schaal toe
gepast. Volgens K?hne zal dit wel komen, maar gaat dat niet van de ene op de an
der dag: "Allereerst zullen architecten en opdrachtgevers de meerwaarde moeten
herkennen. De eerste aansprekende voorbeelden zijn er ondertussen gelukkig. Zo
heeft Hurks Beton uit Veldhoven een overkapping van een tolstation in Frankrijk
gemaakt. Deze overkapping van het tolstation lijkt wel een gewelf dat tientallen
meters overspant. Je verwacht in eerste instantie dat het met een ander materiaal
is gemaakt. Als je het ziet ben je om...!"
Een andere rem op de toepassing van (zeer)hogesterktevezelbeton is een gebrek
aan wetgeving en rekenmodellen. De betonvoorschriften voorzien momenteel niet
in de dimensionering van vezelbeton. Bureaus zullen het materiaal daarom uit risi
comijdend oogpunt eerder links laten liggen. Verder wijst K?hne er op dat construc
tiebureaus die met dit materiaal willen werken dit moeten leren. "Niet elk bureau is
hier op toegerust. Aangezien het niet direct tot een grote serie opdrachten leidt,
moet je er als bureau voor kiezen om hierin te investeren."
Vrije vorm
De ontwikkelingen van nieuwe betonsoorten biedt architecten zoals gemeld steeds
meer mogelijkheden. De vraag is waar de grenzen van deze mogelijkheden liggen.
K?hne: "Echt volledig vrije vormgeving, die je niet met een moduul maakt, is denk
ik niet direct een toepassing voor beton. De prefabindustrie zoekt bijvoorbeeld altijd
naar een stramien in gebouwen, waardoor een systematiek met enige herhaling
mogelijk is. Als je elke mal maar ??n keer kunt gebruiken, dan is het voor de prefab
niet zo interessant. Er zijn tot op heden veel experimenten gedaan en prototypes
voor een volledig flexibel malsysteem gemaakt, maar een bedrijfszeker systeem
dat rendabel is, is tot op heden niet gevonden."
Natuurlijk zijn er ook op dit vlak wel vorderingen. Dankzij digitalisering en automa
tisering is het tegenwoordig mogelijk om vanuit een ruimtelijke vorm de productie
van een mal aan te sturen. Een robot freest hier een vorm uit in een halfhard mate
riaal zoals polystyreen. Hiermee ontstaat zogenaamde 2,5D oplossingen voor ge
vels. "De gevel van de Universiteitsbibliotheek van Utrecht, waar een foto is omge
PeterdeKoning
Beton wordt hi tech 11 Visie Hans K?hne
zet naar een grafisch raster dat vervolgens diepte heeft gekregen, is hier een mooi
voorbeeld van."
Ook met in het werk gestort beton is echt vrije vormgeving lastig. K?hne: "Je zou
dan op zoek moeten gaan naar een bekistingsysteem dat zoiets aankan. Zelfs met
de ontwikkeling van membraantechnologie voor bekistingen heb je toch nog een
regelmaat in de constructie nodig en heb je niet een volledig vrije vorm."
"Ik denk dat het meest exceptionele dat gemaakt is met in het werk gestort beton
het Phaeno Science Center in Wolfsburg is. Dit lijkt op een ruimteschip op poten dat
daar zomaar is geland. Het bouwwerk oogt bijzonder spectaculair, maar toch is het
belangrijkste gedeelte van de bekisting traditioneel uitgevoerd."
Een mogelijke grens van de mogelijkheden is volgens K?hne het station Arnhem
Centraal, ontworpen door UN studio. "Dit heeft allemaal doorlopende vormen: wan
den die afbuigen naar de vloer, weer terug komen als hellingbaan en elders weer
uitvouwen als vloer. Het is echter nog steeds onzeker of het echt gemaakt zal wor
den. Op dit moment balanceert dat op de grens van het maakbare."
Energie
De aandacht voor energiebesparing en CO2uitstoot is tegenwoordig groot. Vaak
wordt beton als een milieuonvriendelijk product bestempeld, omdat er bij de pro
ductie van cement veel energie nodig is en er veel CO2 vrijkomt. K?hne is blij dat hij
hierop kan reageren. "Ik heb volgens mij namelijk een positieve boodschap."
"Toegegeven, de productie van cement kost veel energie. We hebben het immers
over grote massastromen en hoge temperaturen. Zo heeft een cementoven een
temperatuur van 2000 0C en een massastroom van meer dan 100 kuub per uur.
Ongeveer de helft van de CO2 die vrijkomt tijdens het proces, komt vrij bij het ther
misch ontleden van de grondstof mergel. Eenderde van de uitstoot zit in de brand
stof die hiervoor wordt gebruikt en de rest is afkomstig van de elektrische energie
die om het proces heen wordt gebruikt."
"Je kunt er niet zo veel aan doen dat er CO2 vrijkomt bij het ontleden (decarbona
teren) van de grondstof mergel. Dit is nou eenmaal de essentie van het proces. Wat
je wel kan doen is de benodigde hoeveelheid mergel zoveel mogelijk beperken. De
cementproducenten op de Nederlandse markt maken daarom cementen met een
zo laag mogelijk gehalte aan portlandklinker. Of, in cementtermen: we bevorderen
een maximaal gebruik van de cementtypes CEM II en CEM III. Hiermee kun je de
benodigde hoeveelheid mergel halveren. Op dit gebied zijn we in Nederland we
reldwijd koploper."
"De benodigde hoeveelheid brandstof proberen we uiteraard te beperken met een
zo effici?nt mogelijk verbrandingsproces. Hoe minder brandstof je nodig hebt, hoe
beter. Verder zoeken we zo veel mogelijk naar alternatieven voor fossiele brand
stoffen zoals papierslib, rioolzuiveringsslib en biomassa. Door afvalstoffen of rest
stoffen van een andere industrie op te nemen ben je in feite CO2neutraal bezig.
Ook op dit vlak zijn we in Nederland wereldwijd koploper, al worden we door de
andere landen in hoog tempo bijgehaald."
"We hebben het tot nu toe gehad over de productie. De beperking van de hoeveel
heid energie en uitstoot bij de productie is echter slechts ??n kant van het verhaal.
Om een gebouw te maken heb je nou eenmaal een initi?le investeringen in energie
en CO2emissie nodig, dat is bij elk materiaal het geval. Vervolgens is het belangrijk
om de benodigde hoeveelheid energie tijdens de gebruiksduur te beperken en dat is
heel goed mogelijk bij betonnen gebouwen. Als we op een intelligente manier ge
bruik maken van de thermische massa van beton en de architectuur, constructie en
installaties op een goede manier integreren, kunnen we het energiegebruik tijdens
de gebruiksfase van een gebouw sterk reduceren. Er staan twee wegen open om de
EPC te beperken: ?f met veel techniek, ?f met een bouwkundige aanpak zoals isola
tie en thermische massa. Ik denk dat de laatste manier het gaat winnen."
"Bij de meeste gebouwen die tot op heden zijn ontworpen is hier niet zo goed naar
gekeken. Vaak is de thermische massa van een gebouw ingepakt met voorzetwan
den en verlaagde plafonds. Tegenwoordig wordt hier gelukkig veel beter over nage
dacht. Verder is het zo dat je beter voor de lange dan voor de korte termijn kunt
investeren. Je moet er dus voor zorgen dat een gebouw zo lang mogelijk kan blijven
staan. Aangezien we allemaal weten dat maatschappelijke ontwikkelingen een ge
bouw na verloop van tijd zullen inhalen, kun je er beter voor zorgen dat een gebouw
robuust is en verdraagzaam voor een volgend gebruik. Het is dus de opgave aan
ontwerpers om een gebouw zo in te richten en te ontsluiten dat het zonder drasti
sche ingrepen geschikt is voor een volgend gebruik."
PeterdeKoning
Reacties